Gezamenlijk jaarverslag handhavingssamenwerking 2007. Noord-Brabant



Vergelijkbare documenten
Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

VERSLAG VAN HET BESTUURLIJK PROVINCIAAL HANDHAVINGSOVERLEG VAN 30 MAART 2009

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Inleiding/ aanleiding

BUITEN BETER Integrale milieuhandhaving in het buitengebied met behulp van mobiele technologie Oog en oorfunctie voor collega-handhavers Alle kleurspo

Beslisdocument college van Peel en Maas

Samenvatting Integrale Handhaving

onderzoeksopzet handhaving

Tussentijdse evaluatie Bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht Brabant Partners handhaving omgevingsrecht Brabant 29 april 2009

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5

KWALITEITSIMPULS OMGEVINGSVEILIGHEID ZUIDOOST-BRABANT 2016

Verslag van het 1 e Regio Zuid management overleg.

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving?

MEMO. Onderwerp : Aanpak actie Informatie uitwisseling n.a.v. bijeenkomst Informatie uitwisseling 23 september 2010

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

SEPH MIDDEN- EN WEST-BRABANT. Vergadering ARHO dd 23 april Agendapunt 4: DigiSeph. Opinierend/besluitvormend

-S-ff" U^ / J^, i'.r^ CAND OP ' JAN nte Oostzaan. VROM-Inspectie Ministerie van Infrastructuur en tailieu. Datum 6 januari 2011

Hoofdstuk 1 Evaluatie en nieuwe ontwikkelingen. Hoofdstuk 2 Prioriteiten en doelstellingen. Hoofdstuk 3 Handhavingsactiviteiten en doelen 2008

Invoering Omgevingswet

Jaarverslag. Handhaving

Betreft: De samenhang tussen MWB-norm, GUK en Programmering taken OMWB.

Handhavingsjaarverslag 2006

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

Jaarverslag LAT BRZO 2009

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Dialoog veehouderij Venray

15IN /10/2015

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid

Concept Notulen Bestuurlijke Contactgroep 7 juni 2012, RMB te Cuijk

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Raadsinformatiebrief

Bijlagen: 1. Prioriteitstelling 2. Factsheets Branches. 1 van 11

* *

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BIJLAGE 5 Toezichtsvarianten ODZOB bij agrarische bedrijven

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Samenwerkingsovereenkomst Ondernemingsdossier

* *

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

* *

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Raadsvoorstel Registratienr: [ 38024] Onderwerp Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant

Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid

D (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen

Bijlage 2. Toezicht/controle procedure en schema Handhavingsstappenplan

BESTUURSOVEREENKOMST HANDHAVING OMGEVINGSRECHT PROVINCIE NOORD-BRABANT PARTIJEN,

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB

Resultaten 2009 juli 2009

Ontvangen 2 0 JAN, Gemeente Dongen. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Evaluatie training Internetonderzoek voor toezichthouders en handhavers

Opiniërende nota voor het Algemeen Bestuur

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

Besluit bodemkwaliteit

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Vuurwerk en veiligheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018

Onderwerp Voorstel tot vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Goirle

* *

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

PROVI NCI E :: UTRECHT

Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 20 augustus 2012) Nummer 2698

Aanwijzingsbesluit toezichthouders Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Limburg Noord

INHOUDELIJKE TOELICHTING

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid

Provinciale coördinatie en regie: het wat en waarom en gedachten over het hoe

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

TOEZICHT BELEID EN REGELS MET BETREKKING TOT HONDEN

«ra IN VERZONDEN 2 6 NOV MC's Hertogenbosch. Provincie Noord-Brabant

Onderwerp: Voorstel tot deelname aan de AntiDiscriminatieVoorziening Limburg (ADV-Limburg)

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Bevoegdheden en taken geordend (en verbonden)

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Omgevingswet. Aanzet voor een implementatie plan Niet alles kan tegelijk Veel is duidelijk veel nog niet

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Voorschriften en overwegingen

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Transcriptie:

Gezamenlijk jaarverslag handhavingssamenwerking 2007 Noord-Brabant omgevingsanalyse meerjaren beleidsvisie handhavingsprioriteiten uitvoeringsprogramma evaluatie, conceptversie 31 juli 2008

Lijst met afkortingen AID : Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij BOA : Buitengewoon opsporingsambtenaar BOK IPO : : Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant 2007-2012 Interprovinciaal Overleg LMIP : Landelijk Meld- en Informatiepunt LOM A/B : Landelijk Overleg Milieuhandhaving, ambtelijk en bestuurlijk PHO A/B : Provinciaal handhavingsoverleg, ambtelijk en bestuurlijk RHO A/B : Regionaal handhavingsoverleg, ambtelijk en bestuurlijk OM : Openbaar Ministerie Seph : Servicepunt Handhaving TCO : Transportcontrole overleg UVO : Uitvoeringsoverleg VNG : Vereniging van Nederlandse Gemeenten WABO : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Kleursporen : grijs = inrichtinggebonden activiteiten en bodem blauw = water Groen = flora en fauna, natuur Rood = ruimtelijke ordening, landschap 2

Voorwoord De samenleving stelt steeds hogere eisen als het gaat om kwaliteit en professionaliteit van handhaving vanwege de toenemende complexiteit van wetgeving. Onnodige last van toezicht wil niemand. Vermindering van de toezichtslast is dan ook een andere wens uit de samenleving. Voor het ontplooien van een activiteit zijn nu nog teveel vergunningen en ontheffingen van de verschillende overheden nodig. Er is behoefte aan een meer klantgerichte en integrale benadering. Alle zojuist genoemde tendensen vragen om steeds meer en een steeds betere samenwerking tussen overheden. De Brabantse handhavingspartners hebben in 2007 dan ook allen de nieuwe Bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht Noord-Brabant 2007-2012 ondertekend. In de afgelopen jaren hebben deze organisaties zich gericht op de kwaliteit van hun eigen organisatie in het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving. In de ontwikkeling naar integraal toezicht, mede dankzij de komst van de Wabo, gaat de kwaliteitsverbetering van de handhaving van het omgevingsrecht verder. Daarnaast wordt het steeds belangrijker om te investeren in het netwerk waar iedere organisatie deel van uitmaakt. De partners hebben met de ondertekening de bestaande samenwerking voor handhaving milieurecht vergroot naar het omgevingsrecht. Deze ontwikkeling heeft er ook toe geleid dat met name vanuit de gemeenten gevraagd is om de Brabantse handhavingstrategie te verbreden naar het omgevingsrecht. Samen met de SEPH s ondernemen we een heleboel, zo valt te lezen in dit jaarverslag. In de bijeenkomsten wordt geregeld opgeroepen tot pragmatisme en te kiezen voor enkele activiteiten om die dan ook goed te doen. Ik hoop dat dit verslag de input levert om de animo voor en de kwaliteit van de Brabantse handhavingsamenwerking verder te vergroten. Samen is een afkorting van Samen Afspraken Maken En Nakomen! mw. Hanja Maij-Weggen Voorzitter van het Bestuurlijk Provinciaal Handhavingsoverleg, conceptversie 31 juli 2008

Inhoud 1 INLEIDING...2 2 ALGEMENE RESULTATEN VAN DE HANDHAVINGSSAMENWERKING...3 2.1 INLEIDING...3 2.2 ONDERTEKENING NIEUWE BESTUURSOVEREENKOMST...3 2.3 CONFERENTIE 29 JUNI 2007...3 2.4 VERKENNING...3 2.5 ACTUALISERING HANDHAVINGSTRATEGIE ZÓ HANDHAVEN WE IN BRABANT...4 2.6 NOTITIES NIEUWE IMPULSEN HANDHAVINGSAMENWERKING NOORD-BRABANT...5 2.6.1 Inleiding...5 2.6.2 Resultaten t.a.v. nieuwe impulsen...6 2.7 OVERIGE ALGEMENE RESULTATEN VAN DE HANDHAVINGSAMENWERKING...8 2.8 AFWIJKINGEN VAN DE BOK EN ANDERE KNELPUNTEN...9 3 RESULTATEN T.A.V. HET GEZAMENLIJK HANDHAVINGSPROGRAMMA NOORD-BRABANT 2007 10 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN...12 4.1 INLEIDING...12 4.2 CONCLUSIES...12 4.3 AANBEVELINGEN...13 BIJLAGE 1 OVEREENGEKOMEN AFSPRAKEN T.A.V. JAARRAPPORTAGES...14 BIJLAGE 2 ORGANISATIE VAN DE HANDHAVINGSAMENWERKING...15 BIJLAGE 3 GEZAMENLIJK HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2007...1 BIJLAGE 4 FINANCIËLE VERANTWOORDING 2007 SERVICEPUNTEN HANDHAVING...16, conceptversie 31 juli 2008

1 INLEIDING Voor u ligt het gezamenlijke jaarverslag 2007 van de samenwerkende handhavingspartners in Noord- Brabant. Dit jaarverslag beschrijft de resultaten van de handhavingsamenwerking in 2007 die onder de vlag van het provinciaal handhavingsoverleg en de bestuursovereenkomst zijn uitgevoerd. Belangrijk onderdeel hiervan zijn de regionale en provinciebrede gezamenlijke handhavingsprojecten uit het gezamenlijk handhavingsprogramma voor 2007. Uit al deze activiteiten wordt een aantal conclusies getrokken en worden aanbevelingen gedaan voor de verdere toekomst. Het doel van dit jaarverslag is om inzicht te geven in: de algemene resultaten van de organisatie- en overlegstructuur die we voor de handhavingsamenwerking kennen in Noord-Brabant; de realisatie van de verbeterpunten zoals beschreven in de notities Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant (deel 1 en 2); de resultaten van de handhavingsactiviteiten zoals die in het Gezamenlijk Handhavingsprogramma Noord-Brabant 2007 zijn opgenomen; de financiële verantwoording van de door de Seph s bestede middelen voor de handhavingsamenwerking; de verbeterpunten die naar aanleiding van deze evaluatie naar voren komen. De drie handhavingsregio s moeten jaarlijks inhoudelijke en financiële verantwoording afleggen. Daartoe dient dit Gezamenlijk jaarverslag handhavingsamenwerking 2007. Dit verslag wordt in de drie regio s en het provinciaal Handhavingsoverleg besproken en vastgesteld. Zo wordt invulling gegeven aan de afspraken die zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant 2007-2012 (artikel 13) en in de Overeenkomst servicepunten handhaving 2007 (artikel 7). Zie bijlage 1. 2

2 ALGEMENE RESULTATEN VAN DE HANDHAVINGSSAMENWERKING 2.1 Inleiding In het gezamenlijke handhavingsprogramma zijn gezamenlijke projecten opgenomen. De resultaten van deze projecten worden in het volgende hoofdstuk belicht. Behalve deze projecten worden binnen het netwerk en de ondersteunende overlegstructuur ook andere acties uitgevoerd. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in wat we gemakshalve noemen de algemene resultaten van de samenwerking. Voor een overzicht van de organisatiestructuur die is opgezet voor de Brabantse handhavingsamenwerking wordt verwezen naar bijlage 2. 2.2 Ondertekening nieuwe bestuursovereenkomst Belangrijk resultaat van 2007 is de totstandkoming van de nieuwe Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant 2007-2012. Deze is op 29 juni 2007 door alle betrokken partners ondertekend. De strafrechtelijke partners hebben tegelijkertijd een Intentieovereenkomst handhavingsamenwerking ondertekend. Een resultaat waar we samen trots op mogen zijn. De ondertekening is niet zonder slag of stoot gegaan. Een aantal betrokken partners staat kritisch ten opzichte van de Brabantse handhavingsamenwerking. De discussies die zijn gevoerd om te komen tot verbetering zijn opgenomen in de notities Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant (deel 1 en 2). Zij maken onderdeel uit van de bestuursovereenkomst. Verderop wordt terug gekomen op de realisatie van de nieuwe impulsen voor de handhavingsamenwerking. Met de ondertekening van de nieuwe bestuursovereenkomst zijn we er in 2007 in geslaagd om, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de WABO, de samenwerking te verbreden van het milieurecht naar het veel uitgebreidere omgevingsrecht. 2.3 Conferentie 29 juni 2007 Voor de ondertekening van de overeenkomst is een conferentie georganiseerd met als onderwerp integrale handhaving. Met de ondertekening van de overeenkomst is de handhavingsamenwerking zoals gezegd verbreed naar het hele omgevingsrecht. Het symposium was daarom bedoeld om managers én bestuurders van handhavingspartijen handvatten te geven voor de voorbereiding op een integrale manier van handhaven en de organisatie daarvan. 2.4 Verkenning Tijdens het symposium heeft een bestuurlijk gesprek plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de partners, over de ontwikkelingen in de handhaving. De gevoerde discussie heeft geleid tot een intentieovereenkomst. Het doel hiervan is te komen tot de uitvoering van drie verkenningen: 1) naar de mogelijkheden om de regeldruk te verminderen; 2) om de toezichtslast terug te dringen 3) naar een uitvoeringsstructuur die het beste aansluit bij de ontwikkeling van integrale handhaving. Afgesproken is dat de VROM Inspectie Zuid en de provincie Noord-Brabant het initiatief nemen tot het uitvoeren van deze verkenningen. Deze verkenningen worden in samenspraak met de Brabantse betrokken partijen uitgevoerd. De eerste aanzet tot deze verkenningen is gedaan in 2007. 3

2.5 Actualisering handhavingstrategie Zó handhaven we in Brabant Met het ondertekenen van de BOK in het afgelopen jaar hebben de 80 handhavingsinstanties afgesproken om de gezamenlijke handhavingstrategie Zó handhaven we in Brabant toe te passen. Zo komen we tot een uniforme wijze van handhaven en bevorderen we de rechtsgelijkheid. Dit komt de geloofwaardigheid van de overheid ten goede. De strategie is in 2007 aangepast naar aanleiding van de evaluatie 2006/2007. Daaruit is naar voren gekomen dat de behoefte bestond om de sanctiestrategie te verbreden naar het gehele omgevingsrecht. Dit betekent een verbreding naar het rode kleurspoor, oftewel de regelgeving voor bouwen en ruimtelijke ordening. Door de ondertekening is de verbreding een officieel feit geworden. Ter ondersteuning van de strategie is in 2007 een brochure uitgebracht waarin de Brabantse handhavingstrategie op bondige wijze wordt toegelicht en handhavers uit de praktijk vertellen hoe ze met de strategie werken. Deze brochure is breed verspreid onder de partners om te bevorderen dat elke partner de handhavingstrategie implementeert in het toezichtproces. De uitwerking van het besluit om de verbreding van de strategie te ondersteunen met een handreiking is nog niet volledig gerealiseerd. Een van de ambities uit de impulsennotities is een handreiking te maken waarin een uitwerking wordt gegeven van de verschillende categorieën overtredingen voor de fysieke leefomgeving. Tevens moet een handreiking worden gegeven over hoe om te gaan met lange begunstigingstermijnen. Tot slot dient de handreiking een beschrijving te geven van alternatieve en/of experimentele handhavingsinstrumenten. Toch zijn al diverse stappen in de goede richting gezet. Vanuit de werkgroep Kwaliteit en in samenwerking met verschillende partners zijn voorbeelden van handhavingszaken verwerkt tot voorbeelddocumenten. Ter illustratie van de onderwerpen zijn ook foto s in de documenten verwerkt. Het geeft handhavers van diverse kleursporen een beeld van afhandeling van gelijksoortige zaken. Alle voorbeelddocumenten zijn op de website van de Seph s geplaatst. Daarnaast is de Bestuurlijke handreiking sanctiemiddelen van Zuidoost Brabant verspreid over de provincie. In de handreiking zijn ook diverse sanctiemiddelen en voorbeelden opgenomen m.b.t. het rode kleurspoor. Dit alles moet een dynamisch actueel document blijven. Tijdens de evaluatie is de koppeling met het strafrecht aan de orde gesteld. Voor de strafrechtelijke afhandeling van overtredingen wordt in Brabant onderscheid gemaakt in overtredingen die opgenomen zijn in artikel 1A van de Wet op de economische delicten (WED) en overige overtredingen. Voor de eerste categorie is het Functioneel Parket (FP) van het Openbaar Ministerie (OM) te Den Bosch verantwoordelijk. De overige overtredingen worden afgehandeld door de regionale parketten van de arrondissementen s-hertogenbosch en Breda. Met betrekking tot de samenwerking met de RMT s zijn in 2007 veel vragen gerezen. Langzaam verschoof de inzet van de politie naar grote(re) zaken. Hierdoor zijn in ieder geval in de regio Zuidoost gemelde categorie I overtredingen blijven liggen dan wel pas heel laat opgepakt. In de regio Zuidoost heeft de samenwerking met het RMT ook binnen het Regionaal College geleid tot plannen om strafrechtelijke samenwerking in 2008 anders in te vullen. In het najaar van 2007 is geprobeerd om met het OM en FP afspraken te maken over de praktische uitwerking van de verbreding, met name voor de overtredingen die niet onder de WED vallen. Hier zit een knelpunt dat landelijk is onderkend. Daarom heeft het OM verwezen naar de landelijke uitwerking hiervan. Concrete afspraken zijn dan ook niet gemaakt in 2007. Al met al betekent dit dat de afspraken m.b.t. de Brabantse handhavingstrategie nog niet volledig in de praktijk tot hun recht zijn gekomen en de aanvullende voorwaarden daarvoor nog onvoldoende gerealiseerd zijn. Desondanks kunnen de bestuurlijke partners het stappenplan uit deze strategie tijdens het toezicht volgen. 4

2.6 Notities Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant De BOK is vlak voor de zomervakantie 2007 ondertekend. Voor de uitwerking van de impulsen was in 2007 daarna nog slechts een paar maanden beschikbaar. Dit betekent dat in 2007 nog niet alle impulsen hun beslag hebben kunnen krijgen. Alvorens we ingaan op de realisatie in 2007, geven we eerst een samenvatting van de nieuwe impulsen. 2.6.1 Inleiding Deel I (d.d. 17 oktober 2006) heeft als ondertitel meegekregen Toewijding aan de handhaving. In de aanloop naar de nieuwe bestuursovereenkomst is erkend dat de praktijk van alledag niet gevangen kan worden in een tekst van een overeenkomst. De nieuwe impulsen moeten dan ook veeleer in de praktijk tot stand worden gebracht en zo tot verbetering van de samenwerking leiden. De realisatie van de voorstellen die in de notitie(s) zijn opgenomen, vergen toewijding, toewijding aan de handhaving en aan de samenwerking daarbij. Deel I was vooral bedoeld als inspiratiebron voor de regionale discussie. Na deze discussies zouden de resultaten worden verwerkt en zou voor de structuur van de handhavingsamenwerking een voorstel worden gedaan. Deel II is op 2 maart 2007 verschenen. De ideeën die in deel I waren gebundeld zijn in deel II verder uitgewerkt. Deel II bevat een concreet pakket voorstellen waardoor de handhaving in Brabant effectiever en efficiënter wordt. In hoofdlijnen hebben de voorstellen betrekking op twee zaken. Ten eerste is dat de verbreding van de Brabantse handhavingstrategie van het milieurecht naar het gehele omgevingsrecht. De resultaten met betrekking tot de Brabantse handhavingstrategie komen hierna apart aan bod. De tweede hoofdlijn van de voorstellen betreft het opzetten van een veel flexibelere en vraaggestuurde handhavingsamenwerking. Dit betekent dat een beperkt deel wordt ingezet op de vaste overlegstructuur en landelijk vastgestelde prioritaire thema s. Deze voorstellen kwamen voort uit de conclusie dat de handhavingsamenwerking onvoldoende presteert als het gaat om de uitvoering van het gezamenlijke handhavingsprogramma. De vrijblijvendheid waarmee dit programma tot 2007 was omgeven is hier debet aan. Impuls: Programmering Om te komen tot een gedragen gezamenlijk programma is voorgesteld om een inhoudelijke discussie te voeren op het gebied van programmering en uitvoeren van projecten in elke regio. Daarbij werd onderscheid gemaakt in een vast deel (voor onderwerpen waar we elkaar echt nodig hebben) en een flexibel deel (waarbij samenwerking nuttig kan zijn maar niet noodzakelijk is). Een aanvullend voorstel is om deze discussie voorlopig jaarlijks te voeren. Om op termijn de frequentie te verlagen wanneer de partners vertrouwd zijn met elkaars prioriteiten. Verder is aangegeven dat we sterker moeten inzetten op het beïnvloeden van de landelijke prioriteiten. Reden hiervoor is dat de landelijke prioriteiten onvoldoende worden herkend. Daarom is besloten tot het instellen van een samenwerkingsknooppunt. Impuls: Aanpassing overlegstructuur Een ander voorstel om de vrijblijvendheid om te zetten in meer toewijding aan de samenwerking was de aanpassing van de overlegstructuur. Het idee was om, naast de bestuurders, de beleidsambtenaren en de uitvoerders, de handhavingsmanagers meer te betrekken bij de samenwerking. Zij zijn immers ervoor verantwoordelijk dat gemaakte afspraken worden vertaald in de eigen programma s, dat er capaciteit wordt vrijgemaakt, zowel als het gaat om ontwikkelkracht als om de uitvoering van handhavingsacties in het kader van de samenwerking. De nieuwe overlegstructuur zou er als volgt uit moeten zien, waarbij wordt opgemerkt dat regionaal de frequentie naar eigen inzicht is ingevuld.: Één jaarlijks bestuurlijk regionaal overleg handhaving (B-RHO) Één jaarlijks voorbereidend managementoverleg 5

Het voorbereidende ambtelijk overleg (A-RHO) Uitvoeringsoverleggen (UVO). Impuls: Andere samenwerkingsvormen Het netwerk heeft op dit vlak vooral behoefte aan gelegenheid om instrumentarium met elkaar uit te wisselen. Men wil graag kennis en ervaringen rond bepaalde handhavingsthema s of nieuwe ontwikkelingen met elkaar uitwisselen. Dit vraagt een vraaggestuurde en flexibele inzet van de SEPH s. In 2007 gold deze behoefte vooral voor het onderwerp integratie van de kleursporen. Impuls: Nieuwe rol SEPH In de impulsnotities is geconcludeerd dat de rol van het SEPH gaat verschuiven. Er komt een sterker accent te liggen op kennismakelen. Verder is, naast het faciliteren van de regionale overleggen, een belangrijke taak het in beeld brengen van de vraaggestuurde ondersteuningsbehoefte. De SEPH s zullen een belangrijke motor zijn voor de voorgestelde impulsen. 2.6.2 Resultaten t.a.v. nieuwe impulsen Impuls: Programmering Bij het opstellen van het Gezamenlijk handhavingsprogramma Noord-Brabant 2008 is zoveel mogelijk geprobeerd de boodschap van de notities Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking te verwerken. Zo is op een andere wijze invulling gegeven aan de diverse overlegvormen en is ruimte opgenomen om de vraaggestuurde ondersteuningsbehoefte in beeld te brengen en te leveren. Er zijn ook activiteiten opgenomen om de samenwerking te verbreden naar de andere kleursporen. In het voorjaar van 2007 is de discussie over het programma in alle drie de regio s gevoerd in het A- RHO en het B-RHO. De uitkomst hiervan is dat, naast de landelijk afgesproken thema s voor de handhavingsamenwerking, per regio nog een aanvullend programma is vastgesteld. Zo zal in de regio Brabant Zuidoost het project Buitengebied in 2008 worden uitgevoerd. Verder heeft deze regio voor 2008 drie bijzondere projecten vastgesteld. Deze worden niet met SEPH-budget gefinancierd maar wel met medewerking van het SEPH Brabant ZO uitgevoerd. In de regio Midden- en West Brabant is gekozen voor het organiseren van diverse regionale themabijeenkomsten om de behoefte van de partners om het netwerk te benutten voor het uitwisselen van kennis en ervaringen in te vullen. De regio Brabant Noord heeft vier aanvullende projecten omarmd, waaronder het project Branchegerichte aanpak en Administratieve controles. Sinds 2007 neemt een van de SEPH-ers deel aan het landelijke netwerk van Samenwerkingsknooppunten. Dit overleg geeft invulling aan de doorwerking van de landelijk gemaakte afspraken. Er heeft eind 2007 een wisseling plaatsgevonden. Patrick Swinkels (SEPH Brabant Noord) heeft de SKP-taak van Dick van Dop overgenomen. Impuls: Aanpassing overlegstructuur De drie regio s laten een verschillende uitwerking zien van de voorstellen voor de nieuwe vaste overlegstructuur. Voor de regio Brabant Noord heeft het geresulteerd in een Bestuurlijke contactgroep naast de jaarlijkse bijeenkomst van het B-RHO. Verder is gekozen voor een M-RHO dat regelmatig bij elkaar komt en werkgroepen instelt voor de uitwerking van bepaalde thema s. Het A-RHO is in deze regio komen te vervallen. In de regio s Zuidoost Brabant en midden- & West Brabant is voor 2008 gekozen voor het in stand houden van de bestaande overlegstructuur, aangevuld met themabijeenkomsten voor de managers. In het Gezamenlijk handhavingsprogramma Noord-Brabant 2008 zijn de nieuwe vaste overlegvormen terug te lezen. In het jaarverslag 2008 en met de evaluatie van de BOK, inclusief de impulsennotities, in 2009 zullen de resultaten hiervan binnen de verschillende regio s duidelijk gaan worden. 6

Als het gaat om het meer betrekken van de managers zijn in 2007 de volgende activiteiten uitgevoerd. De managers zijn in 2007 benaderd door middel van de provinciebrede conferentie Integrale handhaving van 29 juni. Vanuit de diverse SEPH-regio s zijn bezoeken gebracht aan de managers uit de regio om problemen, vraagstukken en andere informatie boven water te krijgen en zo een volledig beeld te krijgen van de vraaggestuurde ondersteuningsbehoefte. Impuls: Andere samenwerkingsvormen Aan de behoefte van de partners om met elkaar kennis en ervaringen uit te wisselen, werd in 2007 voldaan door diverse overlegvormen te organiseren zoals themabijeenkomsten en cursussen. We noemen: Besluit bodemkwaliteit Op 1 januari 2008 is het Besluit bodemkwaliteit gedeeltelijk van kracht geworden (het resterende deel treed per 1juli 2008 in werking). Dit besluit regelt het toepassen van grond en bouwstoffen op en in het oppervlaktewater en de bodem. In juni 2007 hebben de gezamenlijke servicepunten hiervoor een tweedaagse cursus georganiseerd voor handhavers. Er hebben 62 personen (Noord:20, ZO: 22, M&W:20) deelgenomen aan deze cursus. Asbest DTA C In juni 2007 hebben 40 personen (Noord:15, ZO:18, M&W:7) deelgenomen aan een cursus asbest DTA-C. De cursus is georganiseerd door de gezamenlijke servicepunten. Door de cursus beschikken de deelnemers over voldoende kennis en vaardigheid om het gemeentelijk toezicht bij asbestsloop gerelateerde werkzaamheden op een adequaat niveau te kunnen uitvoeren. Asbest in grond en puin In oktober 2007 hebben de Servicepunten een cursus asbest in grond en puin georganiseerd. Er hebben 16 personen (Noord:1, ZO:1, M&W:10, politie RMT Noord: 3, VROM Inspectie:1) aan deze cursus deelgenomen. Door de cursus beschikken de deelnemers over voldoende kennis en vaardigheid om praktische problemen met asbest in grond en puin aan te kunnen pakken. Uitvoeringsmethode asbest In juni 2007 is de landelijk uitvoeringsmethode asbestverwijderingsbesluit 2005 gepubliceerd. In november 2007 zijn door de gezamenlijke servicepunten informatiebijeenkomsten hierover georganiseerd. Aan deze informatiebijeenkomsten hebben 79 personen (Noord:28, ZO:34, M&W:17) deelgenomen. Cursus Activiteitenbesluit (Barim) BARIM was een trainings- en coachingstraject om de invoering van het Activiteitenbesluit goed te laten verlopen. Het is een initiatief van het Platform milieuhandhaving grote gemeenten (PMGG) in samenwerking met InfoMil. Het ministerie van VROM financiert de activiteiten. De Servicepunt handhaving hebben Barim ondersteund bij de organisatie van trainingen. Vanuit Noord-Brabant hebben 348 personen (Noord: 131, ZO:180, M&W:180) deelgenomen. Agrarisch IPPC-bedrijven In het Ambtelijk Provinciaal Handhavingsoverleg van 14 september is besloten tot het instellen van een projectgroep die het handhavingstraject voor deze bedrijven voorbereid. Doelstelling is een Brabantbrede, uniforme aanpak van deze bedrijven. Vooruitlopend op een te ontwikkelen handreiking is toezichthouders de mogelijkheid geboden eind november 2007 en in januari 2008 een 2-daagse cursus emissiearme staltechnieken te volgen. Aan deze cursus hebben provinciebreed 34 personen deelgenomen. Brandpreventiefunctionaris In samenwerking met de regionale brandweer is in Zuidoost Brabant twee maal de cursus brandpreventiefunctionaris georganiseerd. De cursus is bedoeld om integrale controles op een hoger niveau te brengen. Toezichthouders / handhavers die geslaagd zijn voor de opleiding worden in staat geacht een goede controle op het gebied van brandveiligheid c.q. veilig gebruik van bouwwerken uit te voeren. Aan de twee cursussen hebben 33 personen deelgenomen. Studiedag LOG, luchtwasser en duurzaamheid Luchtwassers worden bij agrarische bedrijven gebruikt om emissies van stof, geur en ammoniak te verminderen. Het toezicht op het goed functioneren van luchtwassers blijkt lastig te zijn. De 7

Servicepunten handhaving hebben samen met de provincie op 8 november een studiedag georganiseerd. Tijdens deze studiedag hebben 13 toezichthouders en een aantal andere geïnteresseerde uitleg gekregen over de werking van luchtwassers, de achtergrond van Landbouwontwikkelingsgebieden en een bezoeken gebracht aan twee luchtwassers. In 2008 worden voor de overige 45 belangstellenden vergelijkbare studiedagen georganiseerd. B5-overleg In dit overleg ontmoeten de handhavingscoördinatoren van de 5 grote gemeenten elkaar om nieuwe ontwikkelingen en knelpunten te bespreken. In 2007 zijn deze gemeenten 2 keer bij elkaar gekomen. Onderwerpen die aan bod zijn gekomen, zijn ervaringen met integrale handhaving en de implementatie van het Activiteitenbesluit. Impuls: Nieuwe rol SEPH Om een meer flexibel inzetbaar SEPH te krijgen is het programma van 2008 niet meer volledig ingevuld. Er is ruimte gehouden om gedurende het jaar op nieuwe vragen in te kunnen spelen. In het gezamenlijke programma zijn een aantal mogelijke thema s genoemd ( integrale handhaving, invoering WABO, Besluit bodemkwaliteit, Activiteitenbesluit, Gebruiksbesluit, aanlegvergunningen). 2.7 Overige algemene resultaten van de handhavingsamenwerking Uitwisseling operationele informatie Binnen het handhavingsnetwerk wordt op diverse manieren informatie uit het veld gewisseld. Belangrijkste overlegvorm daarvoor zijn de uitvoeringsoverleggen die periodiek worden gehouden. Uit dit overleg kunnen probleembedrijven of aandachtsbedrijven boven komen waarvoor een gezamenlijke aanpak wenselijk is. In 2007 zijn op deze manier 6 probleembedrijven geïdentificeerd. Zie verder bijlage 3. Daarnaast kennen we het Transportcontroleoverleg (TCO; zie bijlage 3) waarin eveneens aandachtsvestigingen worden benoemd. Deze informatie wordt vervolgens met de partners gedeeld via het UVO. Provinciale werkgroepen In 2007 is besloten om de PHO-werkgroep Bouwstoffen en de PHO-werkgroep Ketenbeheer samen te voegen. De reden was dat vrijwel dezelfde personen deelnamen aan beide overleggen. Andere belangrijke reden was het feit dat de ketenonderwerpen voor het merendeel bouwstoffen zijn (grond, asbest, overig bouw- en sloopafval). Voor de activiteiten van deze werkgroep in 2007 wordt verwezen naar bijlage 3. Website In november 2007 is de vernieuwde website van de Servicepunten handhaving (www.sephbrabant.nl) gelanceerd. De Servicepunten hebben geen afzonderlijke site meer. In plaats hiervan is er nu 1 site waarop alle informatie te vinden is. Onder het tabblad "Regio info" is de informatie van de diverse structurele overleggen te vinden. Er is veel tijd besteed aan het verwijderen en actualiseren van documenten en het plaatsen van de nieuwe documenten. Samenwerking invoering activiteitenbesluit Het activiteitenbesluit is op 1 januari 2008 van kracht geworden en heeft grote consequenties voor met name de gemeenten. De meeste partners gaven aan bij de invoering van dit besluit te willen samenwerken. Aangezien er al zoveel wordt ontwikkeld en afgestemd rondom dit thema is besloten de servicepunten in te zetten als kennismakelaar. Dit betekent dat de servicepunten actief op zoek zijn gegaan naar kennis en informatie en deze met de partners gedeeld heeft. Elke partner kon vervolgens zelf een afweging maken wat te doen met deze kennis en informatie. 8

In de regio Brabant Noord is er in december 2007 een overleg geweest tussen Waterschap Aa en Maas, Waterschap de Dommel en een aantal gemeenten. De Brabantse Delta was hierbij aanwezig als toehoorder. Daarin zijn werkafspraken gemaakt over de samenwerking in het kader van het activiteitenbesluit. Dit is nodig omdat naast de gemeente of provincie tegelijkertijd ook het waterschap bevoegd gezag kan zijn op grond van het activiteitenbesluit. De werkafspraken zijn verspreid onder alle partners. 2.8 Afwijkingen van de BOK en andere knelpunten Begroting 2008 In 2007 is een gezamenlijk handhavingsprogramma voor 2008 opgesteld. Dit heeft ieders goedkeuring gekregen behoudens de begroting van de SEPH-regio Midden en West Brabant. Er zijn vragen gesteld over de financiering van het SEPH en de verdeling van de bijdragen van de bovenregionale partners. De discussie die hieromtrent is ontstaan tussen het Dagelijks bestuur van de SEPH regio M&W Brabant en de provincie wordt in 2008 afgerond en moet leiden tot een eenduidig vastgesteld model voor de SEPH-begroting conform de intentie van de BOK. Meerjarenvisie In artikel 5 van de BOK 1 is vastgelegd dat partijen een gemeenschappelijke meerjarenvisie voor de samenwerking opstellen. Deze wordt gebaseerd op de risicoanalyses van de afzonderlijke partijen en de door partijen op regionaal niveau vastgestelde prioriteiten. Deze visie moet aangeven hoe de samenwerking op het gebied van de handhaving van het omgevingsrecht zich op provinciale en regionale schaal de komende jaren zal ontwikkelen. De overwegingen die in de aanhef van de Bestuursovereenkomst zijn opgenomen en de in artikel 2 van de bestuursovereenkomst opgenomen doelstelling 2 vormen samen de basis voor de meerjarenvisie. De concrete uitwerking hiervan in gezamenlijke prioriteiten en afspraken met betrekking tot de samenwerking op deze terreinen wordt in het gezamenlijke handhavingsprogramma vastgelegd. Door de jaarlijkse vaststelling hiervan wordt gevolg gegeven aan artikel 5 van de BOK. Ook in 2007 is volgens dit stramien gewerkt. De intenties van de overeenkomst worden op die manier gevolgd. Er is daarom geen afzonderlijke meerjarenvisie voor 5 jaar vastgesteld. Ook voor de komende jaren is dit niet onze bedoeling. In het gezamenlijke programma moet de visie tot uitdrukking komen. 1 Artikel 5 van de Bestuursovereenkomst. Handhaving omgevingsrecht Noord-Brabant 2007-2012 Meerjarenvisie 5.1 Partijen stellen in onderlinge afstemming een gemeenschappelijke meerjarenvisie voor samenwerking op. De gemeenschappelijke meerjarenvisie wordt gebaseerd op de risicoanalyses (vooralsnog opgesteld voor het blauwe en grijze spoor) van de afzonderlijke partijen en de door partijen op regionaal niveau gestelde prioriteiten. 5.2 In de meerjarenvisie wordt aangegeven hoe de samenwerking op het gebied van handhaving van het omgevingsrecht zich op provinciale en regionale schaal de komende jaren zal ontwikkelen. 5.3 De meerjarenvisie voor samenwerking behelst minimaal vijf jaar en wordt zonodig jaarlijks geactualiseerd. Ze maakt onderdeel uit van de jaarlijkse programmering van samenwerking, zoals beschreven in artikel 7 van deze bestuursovereenkomst. 2 Artikel 2 van de Bestuursovereenkomst. Handhaving omgevingsrecht Noord-Brabant 2007-2012 Doel Doel van de bestuursovereenkomst is het realiseren en in stand houden van een gewenste milieu-, water- en omgevingskwaliteit door het bevorderen en vasthouden van structureel, systematisch en samen handhaven door de verschillende partijen bij de uitvoering van hand havingstaken, bij of krachtens grijze, groene, blauwe en rode wet- en regelgeving, gericht op: het realiseren en in stand houden van een adequate werkwijze door een efficiënte en effectieve inzet van menskracht en middelen; het maken van gezamenlijke afspraken over de uitoefening van de handhaving ter voorkoming van rechtsongelijkheid, en; het bevorderen van een goede samenwerking tussen de verschillende partijen bij de uitvoering van de eigen taak in zaken waarbij ook andere instanties bevoegd zijn, zoals strafrechtelijk versus bestuursrechtelijk optreden, bovenlokale en gebiedsgerichte activiteiten alsmede ketenbeheer. 9

3 RESULTATEN T.A.V. HET GEZAMENLIJK HANDHAVINGSPRO- GRAMMA NOORD-BRABANT 2007 Voor uitvoering van de afgestemde en gezamenlijke handhaving is het Gezamenlijke handhavingsuitvoeringsprogramma 2007 opgesteld. In dit programma zijn de provinciebrede en regionale activiteiten vastgelegd. In bijlage 3 is een tabel opgenomen met daarin de verantwoording van de verschillende activiteiten. Tevens worden de activiteiten van de PHO-werkgroepen toegelicht. In dit hoofdstuk willen we een paar activiteiten uit het gezamenlijke programma extra noemen. Handhavingsestafette 2007(provinciebreed) In 2007 heeft de jaarlijkse handhavingsestafette weer plaatsgevonden. Doel was samen op pad gaan en daarbij in de praktijk daadwerkelijk integraal te handhaven (resultaatgerichte samenwerking). Naast 42 gemeenten hebben ook de volgende partners bijgedragen aan deze actie: * VROM-Inspectie-Zuid * Douane * Inspectie Verkeer en Waterstaat * Brandweer * Algemene Inspectie Dienst * Regionale Milieudiensten * Rijkswaterstaat * Provincie Noord-Brabant * Brabantse Waterschappen * Staatsbosbeheer * Openbaar Ministerie * Natuurmonumenten * Regionale politie * Brabants Landschap * KLPD * Diverse jachtopzieners * Koninklijke Marechaussee Een aantal opvallende constateringen waren: - Slopen in strijd met de vergunning; - 6 processen verbaal voor het lozen van vet op de riolering, in een aantal gevallen veroorzaakt door het niet goed functioneren van de vetvangput; - drie maal illegale sloop van asbesthoudend materiaal; - hennepplantage ontmanteld; - illegale opslag vuurwerk; - illegale bewoning van recreatiehuisjes; - opslag van gevaarlijke stoffen niet volgens de wet; - bouwactiviteiten zonder bouwvergunning. Overigens is bij een aantal controles geen enkele overtreding geconstateerd. Zo zijn bijvoorbeeld tijdens een nachtelijke controle op het groene kleurspoor tegen de verwachting in geen constateringen gedaan. Tijdens de controle van 7 sportvissers is geconstateerd dat zij allen in het bezit waren van de juiste papieren. Ook bij de controle van een ontgronding zijn geen onvolkomenheden geconstateerd. Tijdens deze controle bleek dat de hoeveelheid opgezogen grond de vergunde waarden niet overschreed. Zie ook bijlage 3. Ketentoezichtsproject Asbest en BSA (provinciebreed) In dit project zijn twee landelijke thema s gebundeld. Dit project was een vervolg op het project in 2006. Er is ten eerste gewerkt aan het verbeteren van de uitvoeringspraktijk rondom toezicht en handhaving m.b.t. asbest. De bijeenkomsten en cursussen die hiervoor zijn aangeboden zijn goed bezocht. Ten tweede is een informatiemakelaar actief geweest om operationele informatie uit het veld over bedrijven in de asbest keten te bundelen. Deze bundeling heeft geleid tot de identificatie van een aantal aandachtsbedrijven, en het besef dat het niet eenvoudig is om te komen tot een selectie op basis van objectieve informatie. Informatie-uitwisseling door heel praktisch een emailadres hiervoor open te stellen, heeft niet geleid tot een substantiële stroom van informatie over constateringen. De 10

informatiemakelaar heeft ook zelf partners benaderd en gevraagd om informatie over bedrijven die mondeling als mogelijk aandachtsbedrijf werden genoemd. De onderbouwing vanuit toezichtsrapporten en handhavingsdossiers wordt vervolgens meestal niet gegeven. Hierdoor is het lastig om een degelijk gefundeerde lijst van aandachtsbedrijven op te leveren. Verder heeft het projectteam de indruk dat, ondanks de aandacht die er is geweest voor kennisoverdracht t.a.v. asbest, de aandacht in het veld rondom de asbestketen nauwelijks is toegenomen. Mocht dat wel zijn gebeurd, dan is het projectteam daar niet van op de hoogte gesteld. Vanuit het OM kwam het signaal dat de asbestzaken die werden voorgebracht voor de strafrechter nog steeds voortkomen uit incidenten, niet uit een gestructureerde aanpak. Het blijkt lastig om de sense of urgency als het gaat om de asbestproblematiek goed over te brengen bij bestuurders en management van met name gemeenten. Dit is eind 2007 ook landelijk geconcludeerd. Risicovolle bedrijven (SEPH Midden en West-Brabant) Dit project dat in 2006 is gestart, is in 2007 afgerond door het uitvoeren van controles bij bedrijven met risico s voor de externe veiligheid aan de hand van de eerder ontwikkelde handreiking. Provinciebreed bezien heeft slechts een beperkt aantal gemeenten interesse getoond voor het project. 7 van de 10 bij de voorbereiding betrokken gemeenten hebben daadwerkelijk uitvoering gegeven aan het project. De aanpak binnen deze groep van deelnemers is succesvol geweest. De geplande controles zijn vrijwel allemaal uitgevoerd. Alle gemeenten hebben de overzichten toegezonden, waarbij 134 van de geplande 135 controles zijn uitgevoerd (99%). De gemeenten, die het project hebben uitgevoerd, hebben inzicht verkregen in het naleefgedrag van de RIS-bedrijven binnen hun gemeente. Voor het grijze spoor valt op, dat bijna de helft van de bedrijven met betrekking tot het gecontroleerde onderwerp niet voldoet aan de voorschriften en dat dit voor ongeveer een kwart van de gevallen heeft geleid tot een hercontrole. Hieruit wordt geconcludeerd, dat veel overtredingen ofwel vrijwel meteen ongedaan zijn gemaakt ofwel na toezending van de opgevraagde stukken alsnog in orde zijn bevonden. Dit verklaart ook het zeer beperkte aantal bedrijven, dat bestuurlijk is aangeschreven. Met andere woorden: geconstateerde overtredingen zijn relatief snel ongedaan gemaakt. Administratieve controles (SEPH Brabant Zuidoost) In dit project is gewerkt met controles door bedrijven zelf. Door de deelnemende gemeenten (11 van de 21) zijn controlelijsten gemaakt die bedrijven zelf konden invullen. Vervolgens zijn steekproefsgewijs controles uitgevoerd bij een beperkt aantal bedrijven. Uit de evaluatie van dit project blijkt onder andere dat deze wijze van controleren door het bedrijfsleven goed wordt ontvangen. Als belangrijk pluspunt wordt genoemd het feit dat de verantwoordelijkheid op deze manier meer bij de ondernemer wordt gelegd. Ook is geconcludeerd dat de aanpak efficiënter is bij een groot aantal bedrijven uit dezelfde branche. De steekproefsgewijze controles hebben niet geleid tot bestuursrechtelijk handhaven. Dit geeft hoop voor het effect op het naleefgedrag van deze manier van toezicht. In 2008 wordt deze aanpak binnen de regio Noord mogelijk verder ontwikkeld binnen het project Branchegerichte aanpak. 11

4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 4.1 Inleiding Op basis van de gegevens van de handhavingspartners in Brabant worden in dit hoofdstuk op hoofdlijnen conclusies getrokken. Deze conclusies hebben betrekking op de programmering en de wijze van samenwerking. Op basis van deze conclusies worden aanbevelingen gedaan. 4.2 Conclusies In de resultaatbeschrijvingen in bijlage 3 zijn op projectniveau conclusies geformuleerd. Samen met meer algemene tendensen leiden deze tot de volgende hoofdconclusies: 2007 is het jaar van de nieuwe bestuursovereenkomst geweest. Veel energie is in de totstandkoming hiervan gestoken. Dit betreft met name het betrekken van alle partners bij de overeenkomst. Het resultaat hiervan is dat in juni alle 80 Brabantse handhavingspartners zijn toegetreden tot de Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht 2007 2012. Na consultatie van alle Brabantse handhavingspartners is een geactualiseerde handhavingstrategie vastgesteld. Verder is de handhavingstrategie Zò handhaven we in Brabant verbreed naar het omgevingsrecht. De verbreding van de handhavingstrategie Zó handhaven wij Brabant is in de praktijk nog niet goed mogelijk voor het onderdeel strafrechtelijke aanpak. Bij de bestuurlijke partners moet de implementatie nog verder vorm krijgen. Binnen de samenwerking wordt een groot aantal activiteiten ontplooid die uiteenlopend van aard zijn. Zo worden diverse bijeenkomsten en opleidingen georganiseerd om kennisoverdracht te bewerkstelligen, wordt voor aandachtsbedrijven een gezamenlijke aanpak ontwikkeld en worden gezamenlijke handhavingsprojecten opgezet op diverse terreinen. Alle in LOM-verband vastgestelde landelijke thema s voor de handhavingsamenwerking worden in Brabant opgepakt. Via het LOM wordt Brabant geregeld benaderd om medewerking te krijgen. Dit is een signaal dat de basis van de Brabantse samenwerkingsstructuur werkt. De eerste stappen om de voorgestelde nieuwe impulsen in te voeren, zijn gezet. Zo is in de drie regio s een aanpassing van de overlegstructuur ingevoerd. Dit lijkt verschillende uitvoeringspraktijken qua overlegstructuur in de drie regio s op te gaan leveren. Dit wordt (nog) niet als een knelpunt ervaren. In 2009 zal een tussentijdse evaluatie van de bestuursovereenkomst plaatsvinden waarbij dit onderwerp wodt meegenomen. De partners lijken bijeenkomsten waarin kennis en informatie wordt uitgewisseld het meest te waarderen. Deze bijeenkomsten worden doorgaans zeer goed (in grote getalen) bezocht. De Seph s en de provinciale regisseurs, of beter gezegd provinciale coördinatoren handhavingsamenwerking, faciliteren de activiteiten niet alleen procedureel en organisatorisch maar ook veelal inhoudelijk. Het aantal partners dat deelneemt aan gezamenlijke projecten en daadwerkelijk in het veld daar uitvoering aan geeft, was ook in 2007 over het algemeen klein. De deelname aan de provinciebrede overleggen door de partners (A-PHO en B-PHO) is na de ondertekening van de Bestuursovereenkomst afgenomen. 12

Het voorgaande leidt tot de volgende slotconclusie: De samenwerkende partners hebben vooral behoefte aan bijeenkomsten waarin kennisoverdracht plaatsvindt over ontwikkelingen zoals nieuwe wetgeving en nieuwe instrumenten om effectiever en efficiënter te kunnen handhaven. Het gezamenlijk ontwikkelen van dergelijke nieuwe instrumenten vergt veel ontwikkelkracht van de partners. Deze is, ondanks de goede wil van velen, in de praktijk nauwelijks voor handen waardoor gezamenlijke voornemens niet goed of traag van de grond komen. Een goede voorbereiding maakt de kans van slagen van gezamenlijke projecten groter maar is nu nog te zeer afhankelijk van de inzet van de SEPH s. Het gebrek aan capaciteit is ook de oorzaak van de geringe deelname van partners aan concrete uitvoeringsprojecten. Uitzondering hierop is de handhavingsestafette. De beperkte inzet die van de partners wordt gevraagd voor deze gezamenlijke actie is wellicht de succesfactor voor dit project als het gaat om de grote deelname in aantal partners. Het handhavingsnetwerk wordt vooral benut, en gewaardeerd, om met elkaar van gedachten te wisselen over nieuwe ontwikkelingen en knelpunten om zodoende de eigen organisatie op een hoger niveau te brengen. Het streven om in gezamenlijkheid probleemthema s aan te pakken komt minder uit de verf. Daarmee komt een van de doelstellingen van de Bestuursovereenkomst handhavingsamenwerking Noord-brabant 2007 2012, namelijk het bevorderen van een goede samenwerking tussen de verschillende partijen bij de uitvoering van de eigen taak in zaken waarbij ook andere instanties bevoegd zijn, zoals strafrechtelijk versus bestuursrechtelijk optreden, bovenlokale en gebiedsgerichte activiteiten alsmede ketenbeheer, mogelijk nog onvoldoende tot zijn recht. 4.3 Aanbevelingen De zojuist geformuleerde conclusies geven aanleiding tot de volgende aanbevelingen. Om gezamenlijk te komen tot nieuwe instrumenten en aanpak van probleemthema s is het nodig dat partners meer denkkracht c.q. ontwikkelkracht inbengen. De ambities van de samenwerkende partners moeten worden vertaald in een beperkt aantal acties. De samenwerking blijven steunen met themabijeenkomsten en andere manieren om kennis uit te wisselen en het netwerk voor elkaar te ontsluiten. Het enthousiasme dat uit deze bijeenkomsten komt, gezamenlijk proberen vast te houden en in te zetten voor de samenwerking. De SEPH s kunnen deelnemers vragen naar hun wil om mee te werken aan een samenwerkingsproject. Vervolgens kunnen zij de betreffende managers benaderen om het enthousiasme en commitment om te zetten in capaciteit voor de samenwerking. 13

Bijlage 1 Overeengekomen afspraken t.a.v. jaarrapportages In deze bijlage zijn de artikelen uit de betreffende overeenkomsten opgenomen die mede ten grondslag liggen aan dit jaarverslag. Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant 2007-2012 Artikel 13. Jaarrapportage 13.1 Het Seph stelt jaarlijks, op een vóór 1 juli vast te stellen datum, een rapportage op met betrekking tot haar bijdrage aan de handhavingsamenwerking. In de rapportage worden per samenwerkingsregio de volgende thema s behandeld: realisatie van de programmapunten (in termen van producten, tijd en middelen); relatie tussen geplande en gerealiseerde inzet; mate waarin de (handhavings)doelen gerealiseerd zijn; motivering waarom inzet en resultaten al dan niet gerealiseerd zijn; evaluatie van de planning; evaluatie van de werkwijze; conclusies en aanbevelingen. Verder wordt in de rapportage de realisatie van de verbeterpunten als beschreven in de notitie Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant beschouwd. 13.2 Op basis van de rapportages van de partijen stellen de regionale servicepunten handhaving een jaarrapportage op over de uitvoering van de handhavingsamenwerking. Een samenvatting van de eigen handhavingtaakuitvoering van de afzonderlijke partijen vormt een bijlage bij de jaarrapportage. 13.3 De jaarrapportage wordt door elk B-RHO en vervolgens in het B-PHO vastgesteld. Het B-PHO zendt de vastgestelde verslagen naar besturen van alle partijen. Overeenkomst servicepunten handhaving 2007 Artikel 7. Verantwoording a. De milieudienst rapporteert jaarlijks vóór 15 mei aan Gedeputeerde Staten over het voorgaande kalenderjaar betreffende de in het kader van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden; b. De rapportage wordt opgesteld conform een door Gedeputeerde Staten opgesteld model; c. De rapportage bevat het volgende: de werkzaamheden van het servicepunt, getoetst aan het werkprogramma en het regionale handhavingsprogramma; een verantwoording van de uitgaven ten behoeve van de exploitatie van het servicepunt en het werkprogramma; d. De inhoudelijke en financiële verantwoordingen behoeven de goedkeuring van het Bestuurlijk regionaal handhavingsoverleg; e. De financiële verantwoording dient te worden geborgd door een accountantsverklaring. 14

Bijlage 2 Organisatie van de handhavingsamenwerking Inleiding De basis van de handhavingsamenwerking wordt gevormd door ambtelijke en bestuurlijke overlegstructuren op diverse niveaus. De samenwerking wordt per handhavingsregio door een Servicepunt handhaving (Seph) ondersteund. De volgende partijen werken op basis van de Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht samen: Noord-Brabantse gemeenten (vanaf 1 juli 2007 inclusief de gemeenten Etten-Leur en Moerdijk), waterschappen Brabantse Delta, De Dommel, Aa en Maas en Rivierenland, VROM-Inspectie Zuid, Algemene Inspectie Dienst Zuid, Rijkswaterstaat Noord-Brabant, Politieregio s Brabant Noord, Brabant Zuidoost en Midden- en West-Brabant; Korps Landelijke Politie Diensten, Functioneel parket - Zuid, Koninklijke Marechaussee, Provincie Noord-Brabant. Servicepunten Handhaving De taakuitvoering en (financiële) verantwoording van de Seph s is in de Overeenkomst servicepunten handhaving 2007 bij de drie Brabantse milieudiensten neergelegd. De taakopdracht voor het Seph wordt door de provincie (Gedeputeerde Staten) aan de directeur van de milieudienst gegeven. Dit gebeurt op basis van het gezamenlijke handhavingsprogramma dat door het Bestuurlijk Provinciaal Handhavingsoverleg (B-PHO) wordt vastgesteld. Taak provincie De gezamenlijke handhavingpartners stellen -per Seph-regio jaarlijks een regionaal werkplan op voor het daarop volgende jaar. Gedeputeerde Staten verlenen de betreffende regionale milieudienst de opdracht -namens de samenwerkende handhavingspartners- het werkplan door het Seph uit te laten voeren. De provincie heeft verder tot taak het organiseren van het Provinciaal Handhavingsoverleg (PHO). Dit bestaat uit een ambtelijk en bestuurlijk overleg en een tweetal werkgroepen (werkgroep Kwaliteit, werkgroep Handhaving Bouwstoffenbesluit en Ketenbeheer). Op landelijk niveau vindt tussen de provinciale coördinatoren afstemming plaats binnen de (IPO) Regiegroep handhaving. Ook vindt er afstemming plaats met het Landelijk Overleg Milieuhandhaving. 15

B - PHO Werkgroep Kwaliteit Werkgroep Bouwstoffen en ketenbeheer A - PHO Overleg Woonwagenzaken Regio M&W Regio NRD Regio ZO B - RHO Voorzittersoverleg B - RHO Bestuurlijke contactgroep (DB) B - RHO Regionaal Overleg Eindhoven Bouwconstructeurs A - RHO M - RHO A - RHO UVO Breda Bergen op Zoom UVO Tilburg Oosterhout UVO Aa & Dommel UVO Leijgraaf / Maasland UVO Land v. Cuijk UVO Rood UVO De Peel UVO De Kempen, conceptversie 31 juli 2008

Bijlage 3 Gezamenlijk handhavingsuitvoeringsprogramma 2007 Inleiding Voor uitvoering van de afgestemde en gezamenlijke handhaving is het Gezamenlijke handhavingsuitvoeringsprogramma 2007 opgesteld. In dit programma staan de provinciebrede en regionale activiteiten. In de onderstaande tabel vindt u de verantwoording van de verschillende activiteiten. Tevens worden de activiteiten van de ingestelde PHO werkgroepen toegelicht. Realisatie provinciebrede handhavingsprojecten Project G.1.1 Integrale handhaving Bestuurlijk verantw.: Brabant Noord: burgemeester Maas Brabant Zuidoost: burgemeester Daandels Midden- en West-Brabant: wethouder W. Willems Brabant Noord: Dhr. Swinkels Brabant Zuidoost: Dhr. Emmerik Midden- en West-Brabant: Dhr. Heijboer Kennisbundeling op de website www.seph.nl. Cursus i.s.m. de Bestuursacademie Zuid-Nederland Omschrijving en realisatie Van 2005 tot en met 2007 hebben de gezamenlijke Servicepunten handhaving Noord-Brabant een begeleidingstraject integrale handhaving uitgevoerd. Voor dit traject is subsidie ontvangen van de provincie Noord-Brabant. Doel van dit traject was om de samenwerkingspartners te ondersteunen bij de ombouw van sectorale naar integrale handhaving. De ondersteuning was in eerste instantie onderverdeeld in het ontwikkelen van een cursusprogramma en een ondersteuningsunit. Tussentijdse ontwikkelingen (komst Wabo) en voortschrijdend inzicht hebben er toe geleid dat de ondersteuning uiteindelijk deels in een afwijkende vorm is verleend. Naast het ontwikkelde cursusprogramma en de inzet van een ondersteuningsunit is een brabantbreed symposium integrale handhaving georganiseerd en is een Wabo-quickscan ontwikkeld. Organiseren symposium integrale handhaving Op 29 juni 2007 is door de gezamenlijke servicepunten handhaving een symposium integrale handhaving georganiseerd. Er is voor gekozen de organisatie van het symposium te koppelen aan ondertekening van de nieuwe bestuursovereenkomst. Het symposium bestond uit een plenair deel, een informatiemarkt en een aantal workshops. Het symposium was bedoeld voor afdelingsmanagers. Later is dit, in verband met onvoldoende belangstelling, uitgebreid naar coördinatoren en beleidsmedewerkers. Uiteindelijk hebben 75 medewerkers van verschillende instanties aan het symposium deelgenomen. De bestuurders die aanwezig waren voor ondertekening van de bestuursovereenkomst hebben via de informatiemarkt kennis gemaakt met integrale handhaving. Uitbouw website De voor integrale handhaving bestemde website is niet verder ontwikkeld omdat eind 2007 een nieuwe gezamenlijke website van de servicepunten is gelanceerd. Daarbij is eveneens een verbreding gerealiseerd naar andere kleursporen. G.1.2 Transport controle overleg (TCO) Bestuurlijk verantw.: Dhr. J. Robberse, VROM Inspectie Zuid Dhr. C. Huijbregts VROM Inspectie Zuid Afgestemde planning Wabo-quickscan / Opstellen plan van aanpak integrale handhaving Bij diverse gemeenten in de regio Noord zijn quickscans uitgevoerd. Binnen andere regio s is hiervan geen gebruik gemaakt. Er is door gemeenten geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een plan van aanpak op te laten stellen. Het TCO-Noord-Brabant is in 2007 vier maal in vergadering bijeen geweest. Tijdens het overleg werden tussen de verschillende handhavingpartners nadere afspraken gemaakt over de uitvoering van gezamenlijke transportcontroles maar ook werden partijen in kennis gesteld over andere transportcontroles in kleiner verband. Die controles worden op vooraf geplande tijdstippen gehouden in Noord-Brabant, waarbij soms aansluiting wordt gezocht bij landelijk vastgestelde controles. In specifiek georganiseerde netwerkbijeenkomsten wordt de organisatie en werkwijze van de controles besproken, waarbij de insteek van de werkwijze steeds meer ketengericht plaatsvindt. Voorts wordt, via zogenaamde aandachtsvestigingen, de nodige informatie uitgewisseld tussen het TCO en de uitvoeringsoverleggen (UVO s) in Noord- Brabant. Het overleg levert tevens Brabant breed de input in kennisoverdracht met betrekking tot de EVOA en zorgt ook voor ondersteuning van de EVOA-vraagbaken., conceptversie 31 juli 2008