Beschrijving en theoretische onderbouwing van de huiskamer in het Centrum voor Jeugd en Gezin in de wijk Beijum in Groningen.



Vergelijkbare documenten
Gewoon opvoeden in Groningen

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Beschrijving en theoretische onderbouwing van de ouderparticipatiecrèche de Krakeling in Utrecht.

Publiciteit en werving OSA

Opvoeden en opgroeien doen we samen

OPVOEDINGSONDERSTEUNING BIJ

Van de 459 respondenten was het merendeel vrouwelijk (75 procent).

Denktank beroepskrachten & vrijwilligers over de waarde van vrijwilligerswerk

Beschrijving en theoretische onderbouwing van Ouder in Actie in de Kocatepe moskee in Rotterdam

Sociale Steun Stimuleren

KLEINE MENSEN GROTE WENSEN

Ouders over kindcentra

Toolkit. Mijn kind wil een kind. Kinderen, waar kies ik voor?

Beschrijving en theoretische onderbouwing van het Marokkaanse buurtvaderproject Al-Wasl in Den Haag.

De logo s heb ik zelf gemaakt.

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Opvoeding & Ontwikkeling

Opvoeden in andere culturen

Informele netwerken. Ouders ondersteunen elkaar. RadarGroep

Wiekslag Speciaal. Vanuit het kamertje

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Ondersteuning en hulp. in de gemeente Bunnik vanaf 1 januari 2015

Lady s Sport. Een Gorinchems initiatief!

Samen opvoeden in de buurt.

Tweede wereldoorlog:

IN GESPREK MET OUDEREN UIT VERSCHILLENDE CULTUREN OVER EENZAAMHEID

Allemaal Opvoeders Voorlopige resultaten van de meting onder ouders uit de pilotgemeenten

Beginsituatie. Aanpak

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht.

Child Friendly Cities...1. Gemeente Huizen...2. Gemeente Gilze en Rijen...2. Gemeente Hoogeveen...2. Gemeente Den Haag...3

Sociale wijkteams en wijkpilots in Nijmegen

De waarde van de buitenschoolse opvang. Hoofdstuk 9

! LERAREN HANDBOEK!!! 1e Editie, 2014

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

Kenniswerkplaats Tienplus

Iedereen heeft een eigen verhaal

Jaarverslag Tilburg. Stichting Prisma Tilburg

Mother and Father for the First time Greve, Denemarken

4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen

&Ons Tweede Thuis VOLWASSENEN

2010D Lijst van vragen totaal

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

Voorbeeld vragenroute die is te gebruiken bij het voeren van een focusgroepinterview (bron: Bewegen valt Goed!)

De lessen kunnen op elk gewenst tijdstip bekeken worden. Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

Buna Tetu (kort overzicht)

De KrimpenWijzer is er voor al uw vragen en ondersteuning op het gebied van welzijn, zorg, opvoeden en opgroeien.

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind

Dagritme en activiteiten

Belangrijk nieuws voor alle Utrechters! Ondersteuning, zorg, jeugdhulp en werk in 2015

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Uitspraken kinderen van Aruba Voordat de voorzitter overgaat tot de discussie, vertelt hij eerst nog iets meer over het rapport van UNICEF.

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Beschrijving en theoretische onderbouwing van de CJG-ouders van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Breda

School en CJG: pedagogische

Activiteiten Jaarverslag 2013

Ik heb een vraag over: Voorwoord. Ik voel me thuis niet prettig, kan ik met iemand praten?

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

trendsetters 3 Inloophuis voor mensen met dementie, hun familie en vrienden: Ik mag zijn, wie ik ben

Enquête onder de vrijwilligers van de Gemiva-SVG Groep 2010

Werkconferentie Transformatie Sociaal Domein Baarn

gezinsvormen [ behandeling in een gezin ]

Vraag 4 Wat vind jij de meest geschikte houding? Vergelijk je antwoord met dat van je medestudenten. Typ het antwoord in in het antwoordformulier.

Projecten CJG = structureel aanbod = pilot/tijdelijk aanbod

Centrum voor Jeugd en Gezin

Sociale/pedagogische vragenlijst

Personeel. jouw gezondheid telt! HAIRDRESSER

Oogst Netwerkborrel Samenwerkingspartners Nieuwland

Advies aan de stuurgroep CJG & Gemeente Assen

Het geheel moet meer worden dan de som der delen

Inhoudsopgave...2. Voorwoord...3. Inleiding...3. Hoofdstukken Wat is een verpleeghuis? De geschiedenis van het verpleeghuis...

Voorwoord. In het licht van de naderende gemeenteraadsverkiezingen en de verschuiving van verantwoordelijkheden

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

CJG Delft in transitie

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

De eerste activiteiten op het plein

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Allemaal Opvoeders Resultaten van de meting onder ouders, uitgesplitst naar gemeente

Jeugdzorg en sport. Niels Hermens (Verwey-Jonker Instituut & Wageningen Universiteit) nhermens@verwey-jonker.nl

De Bibliotheek en Jeugdgezondheidszorg Utrecht: korte lijnen! EEN INTERVIEW

Verslag bijeenkomst Preventieprogramma Jeugdhulp Hoeksche Waard september 2015

In deze nieuwsbrief. Inzameling voor vluchtelingen

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

COACH JE KIND. ouders worden zelfredzame opvoeders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft

Vluchtelingenjeugd Centraal

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal t Klinkertje

Wat werkt in wijkteams jeugd? Amsterdamse ervaringen doordenken

Inge Test

Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling.

Je moet ze loslaten?!

Gebruik van kinderopvang

De GroeiGids implementatie-checklist: hulp bij implementatie

Transcriptie:

Beschrijving en theoretische onderbouwing van de huiskamer in het Centrum voor Jeugd en Gezin in de wijk Beijum in Groningen. Universiteit Utrecht, 31-05-2011

Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 Deel A. Interventiebeschrijving 4 Deel B. Theoretische onderbouwing 8 Deel C. Overige informatie 12 Literatuur 15 Bijlage Observatie Centrum voor Jeugd Beijum 17 Universiteit Utrecht, 2011 2

Voorwoord Voor u ligt de interventiebeschrijving van de huiskamer in het Centrum voor Jeugd en gezin in de wijk Beijum in Groningen. Deze interventiebeschrijving is gemaakt in het kader van het project Allemaal Opvoeders van de Universiteit Utrecht. Het doel van dit project is verkennen hoe de banden tussen gezinnen en hun sociale omgeving versterkt kunnen worden en welke rol het Centrum voor Jeugd en Gezin hierbij kan spelen. In samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en elf Nederlandse gemeenten is de Universiteit Utrecht een pilot gestart. In deze pilot hebben gemeenten de ruimte om, met ondersteuning van het NJi activiteiten op te zetten die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van deze sociale netwerken. Aangezien zowel in Nederland als in het buitenland veel meer gebeurt om de sociale netwerken van gezinnen te versterken, willen wij ook activiteiten buiten de pilotwijken beschrijven. Door te kijken wat de werkzame mechanismen van deze activiteiten zijn, kunnen we leren wanneer dit soort activiteiten al dan niet succesvol zijn. Deze informatie kan vervolgens gebruikt worden bij het opzetten van toekomstige activiteiten en het verbeteren van bestaande activiteiten. Mayke Schouten Universiteit Utrecht Voor vragen over deze beschrijving kunt u contact opnemen met de Universiteit Utrecht. De contactpersoon is Marije Kesselring: M.C.Kesselring@uu.nl; 030-2539754 Universiteit Utrecht, 2011 3

Samenvatting De huiskamer in het Centrum voor Jeugd en Gezin(CJG) in Beijum is een plek waar ouders elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar kunnen praten over hun kinderen en opvoeden en opgroeien. De CJG consulente draait, samen met enkele vrijwilligers en stagiaires deze huiskamer. Hun rol is voornamelijk het faciliteren en ondersteunen van de huiskamer. De rest wordt aan de ouders zelf overgelaten. De huiskamer is vrijblijvend en laagdrempelig en bedoeld voor alle ouders uit Beijum en de omliggende wijken. Deel A. Interventiebeschrijving Naam van de activiteit Huiskamer Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in de wijk Beijum in Groningen. Organisator Evalien Verschuren. Zij is de CJG consulente in Beijum en is vanaf het begin betrokken bij het CJG in Beijum. Gemeente waar de activiteit plaatsvindt Groningen Locatie van de activiteit Het gezondheidscentrum in Beijum. Aanleiding Beijum was lange tijd de kinderrijkste wijk van Nederland (Regiokrant Groningen, 2004). In het verleden waren er in bijna alle wijken in Groningen spel- en opvoedwinkels. Alleen in Beijum ontbrak zo n spel- en opvoedwinkel. De vraag vanuit de gemeente kwam of deze spel- en opvoedwinkels nog wel up to date waren en of dit dan ook in de wijk Beijum van start on gaan. In Beijum was al erg veel voor ouders en kinderen. De gemeente wilde weten of er nog iets ontbrak in Beijum en liet daarom een onderzoek doen onder de ouders in Beijum. Uit dit onderzoek kwam de behoefte van ouders naar voren om elkaar te ontmoeten in een ontmoetingsruimte. Ze hadden niet zozeer behoefte aan opvoedthema s of opvoedcursussen, maar aan gezelligheid van ouders onderling 1. Er werd gekozen voor het consultatiebureau als ontmoetingsplek, omdat veel ouders hier naartoe komen met hun kinderen. De CJG consulente kreeg de taak om ouders onderling met elkaar in contact te brengen in de wachtkamer van het consultatiebureau. Dit deed ze door een leuke aankleding van de ruimte (een tafel met koffie/thee/tijdschriften) en door een gesprekje te beginnen met de ouders. Hierdoor raakten ouders ook met elkaar in gesprek (terwijl er eerst geen interactie was tussen de ouders). Daarnaast kregen de kinderen een plek om te spelen, zodat ouders ook langer wilden blijven voor hun kinderen. Langzamerhand ontstond zo het idee voor de huiskamer. 1 De resultaten van dit onderzoek zijn opgevraagd bij de gemeente Groningen, maar zijn niet meer beschikbaar. Universiteit Utrecht, 2011 4

Doelen De huiskamer in het CJG in Beijum kent de volgende doelen: - Ontmoeting tussen ouders stimuleren. Ontmoeting tussen ouders is het centrale thema in de huiskamer. Er zijn geen aparte thema s. Juist deze laagdrempeligheid is volgens de CJG consulente erg belangrijk voor het slagen van de huiskamer. De huiskamer heeft een groot bereik en heeft daarom veel gezinnen in Beijum in beeld; - De eigen kracht van ouders benutten; - Preventie (ouders op de goede weg houden door extra steun vanuit de huiskamer, zodat ze niet in het officiële hulpverleningscircuit terecht komen); - Alle WMO-taken, onder andere: informeren, signaleren en waar nodig het doorverwijzen van ouders. Eén keer per week is er een orthopedagoog aanwezig in het CJG. Zowel de school als medewerkers van de huiskamer kunnen ouders hier naartoe verwijzen. Het wordt gezien als eerstelijnshulp en is eigenlijk een stapje tussen de huiskamer en Bureau Jeugdzorg. Doelgroep Alle ouders uit Beijum met thuiswonende kinderen. Aangezien het CJG gekoppeld is aan het consultatiebureau wordt er gekeken naar het werkgebied van het consultatiebureau. Hier vallen niet alleen de wijk Beijum maar ook de wijken Starkenborch en de Hunze onder. Achtergrond deelnemers Het gaat om ouders van allerlei leeftijden en zowel om vaders als om moeders uit allerlei verschillende sociale milieus. In de huiskamer komen ouders met allerlei verschillende etnische achtergronden. Wel zijn autochtone ouders oververtegenwoordigd. Aantal deelnemers Het aantal ouders dat de huiskamer bezoekt is ongeveer twaalf tot vijfiten per dag, vijf dagen per week. Ouders mogen zelf kiezen of ze hun kinderen meenemen. Hier maken veel ouders gebruik van. Aanpak Opzet van de interventie De activiteit wordt georganiseerd door het CJG in Beijum. Het is een activiteit die vijf keer per week plaatsvindt tussen 09.30 en 12.00 uur. Op woensdag zijn er twee huiskamers open, zowel de groepskamer als de reguliere huiskamer. De groepskamer is een aparte kamer waar groepen die in de huiskamer zijn gevormd die behoefte hebben aan een afzonderlijke plek bij elkaar kunnen komen. De ouders mogen zelf weten op welk tijdstip ze binnenkomen. De activiteit is vrijblijvend en ouders hoeven zich niet van te voren op te geven om deel te nemen aan de activiteit. Sommige ouders maken gebruik van de huiskamer terwijl zij wachten op hun afspraak met de verpleegkundige van het Universiteit Utrecht, 2011 5

consultatiebureau. De verpleegkundige komt ze dan, in plaats van in de wachtkamer, in de huiskamer ophalen. Setting De activiteit vindt plaats in het gezondheidscentrum in Beijum. In het gebouw bevinden zich ook het consultatiebureau, een diëtiste, enkele huisartsen, een verloskundige en het CJG. Stukje uit de observatie: Het is een nieuw gebouw op het terrein waar o.a. het gezondheidscentrum van Beijum zit. Het gebouw ziet er verzorgd en kindvriendelijk uit. Er zijn meerdere ruimten die allemaal op elkaar aansluiten. Alle deuren (behalve de spreekkamer van de arts) staan open, wat een laagdrempelig gevoel geeft. Beschrijving van de verschillende ruimten: Allereerst is er het consultatiebureau met een wachtruimte en enkele spreekkamers. In de wachtruimte staan stoelen en een bankje waar de ouders kunnen zitten. Direct aan de wachtruimte van het consultatiebureau grenst de huiskamer van het CJG. Ouders kunnen hierdoor ook in de huiskamer wachten voor hun afspraak met de arts of één van de verpleegkundigen. Met een directe deur naar zowel de wachtruimte van het consultatiebureau als de ouderkamer zit het kantoor van de CJG consulente (ze geeft zelf aan dat dit met opzet is, zodat ze op de achtergrond altijd aanwezig is in de ouderkamer). De ouderkamer is ingericht als huiskamer, met een grote tafel met stoelen een zithoek (met twee banken en een bijzettafeltje) en een speelhoek voor de kinderen. Er hangt een fotolijst met foto s van ouders die nu of vroeger regelmatig in de huiskamer kwamen. Daarnaast staat er koffie/thee/limonade en een koektrommel op tafel. Via de hal kom je in een volgend gedeelte. Hier zit nog een ruimte. Dit wordt de groepsruimte genoemd. Hier staat ook weer een grote tafel met allemaal stoelen en staat ook koffie/thee en koekjes op tafel. In de hal naar deze ruimte toe staat allemaal speelgoed (tafel en stoeltjes, kist met speelgoed) waar de kinderen kunnen spelen. Vrijwilligers lopen rond en spelen met de kinderen. Daarnaast is er één vrijwilliger in de huiskamer aanwezig die ouders vanuit de wachtkamer van het CJG uitnodigt om in de huiskamer te komen zitten. De laatste ruimte op de begane grond is de keuken. Ook hier staat een grote tafel met stoelen. Daarnaast is er een kookeiland, twee ovens, een grote koelkast en een aanrecht. De CJG consulente legt uit dat hier vaak kookcursussen worden gehouden (ook vandaag is het druk in de keuken. Er worden brownies gebakken vanwege een verjaardag en er is een activiteit bezig waarbij moeders zelf moeten koken). Boven zijn de kantoorruimte en is er een plek(op de gang) waar een keer in de twee weken een orthopedagoog langskomt om vragen van de ouders te beantwoorden. Dit is de schakel tussen de jeugdzorg en de huiskamer. Ook is er een aparte ruimte waar de orthopedagoog ouders of kinderen mee naartoe kan nemen om even rustig te praten. Deze ruimte wordt ook gebruikt als ruimte om ouders en kinderen films te laten kijken. Tot slot is er een winkeltje, waar ouders voor een symbolisch bedrag kleding kunnen ruilen. Ouders kunnen oude kleding inleveren en krijgen voor 50 cent een ander kledingstuk terug. Universiteit Utrecht, 2011 6

Inhoud van de interventie De huiskamer is een plek waar ouders uit Beijum en omliggende wijken elkaar kunnen ontmoeten om over hun kinderen en opvoeden en opgroeien te praten. Zij kunnen hun kinderen meenemen en regelmatig zijn er activiteiten voor zowel ouders als voor ouders met kinderen in het CJG. Voorbeelden hiervan zijn koken samen met je kind, een borstvoedingscafé, leren fietsen en computerles. De huiskamer is vrijblijvend; ouders mogen zelf weten wanneer ze wel en niet komen, en laagdrempelig; ouders hoeven zich niet van te voren aan te melden. Voor enkele activiteiten geldt overigens dat ze zich wel van te voren moeten inschrijven. Op deze manier kan de CJG consulente inschatten of het zinvol is de activiteit door te laten gaan en hoeveel materialen er moeten komen. Verschillende ouders leren elkaar via de huiskamer kennen en soms ontstaan er vriendschappen, ook buiten de huiskamer. De CJG consulente legt uit dat sommige ouders voor hun rust naar de huiskamer komen om een boek te lezen en even te ontsnappen aan de vier muren die thuis op ze afkomen. Professional In de huiskamer is één professional aanwezig, de CJG consulente. Opvallend is dat de professional zich voornamelijk op de achtergrond houdt. Zelf geeft ze aan een faciliterende rol te hebben. Dit houdt in dat ze aanwezig is en de activiteiten voorbereidt. Als het nodig is, helpt ze de ouders met de activiteit of beantwoordt ze vragen. Soms geeft ze tips en advies. Stagiaires en vrijwilligers De vrijwilligers begeleiden de activiteiten in de huiskamer en praten met de ouders. Ze zorgen ervoor dat de ouders zich op hun gemak voelen en maken een praatje met nieuwe ouders die nog niet zoveel contacten hebben gelegd. Terugkomende opvoedthema s Binnen de huiskamer werken ze niet met vooraf vastgestelde thema s. Wel zijn er thema s die vaak worden besproken in de huiskamer. Het gaat om thema s waar de ouders in Beijum zich veel mee bezig houden: - Het bieden van structuur aan je kind(eren); - (gezonde) voeding; - Lifestyle, wat is een goede manier van leven met kinderen; - Liefde/relaties; - Gezondheid; - Seksuele voorlichting voor de moeders, om te voorkomen dat ze (nogmaals) ongewenst zwanger raken; - Praktische dingen (zoals bijvoorbeeld op zoek naar goede fiets); - De financiële situatie van de gezinnen. Beschikbare materialen Allereerst kan iedereen die geïnteresseerd is in de huiskamer kijken op de website van het CJG in Beijum (http://www.cjg.groningen.nl/beijum). In het beleidsstuk: Het Groningse Universiteit Utrecht, 2011 7

Centrum Jeugd en Gezin: Perspectief eind 2011 wordt de algemene visie van Groningen op het jeugdbeleid beschreven. Een inlooppunt voor informatie, advies en ontmoeting wordt genoemd als belangrijke pijler in elke wijk (Dienst OCSW, 2008). De huiskamer in Beijum is zo n inlooppunt in de wijk. Deel B. Theoretische onderbouwing Analyse van de situatie Al voordat er landelijk werd besloten dat er CJG s moesten komen met een herkenbaar punt in de wijk, waar ouders naartoe konden gaan, was er in Beijum een ouder-kind centrum (OKC) sinds 2005 (Schnieders, 2008). De huiskamer maakte toen al onderdeel uit van het laagdrempelige inlooppunt in de wijk. In Beijum is met de landelijke invoering van de CJG s besloten geen nieuw CJG op te zetten, alleen de naam van het OKC is veranderd in Centrum voor Jeugd en Gezin. Aan de inhoud is nauwelijks wat veranderd, aldus de CJG consulente in Beijum. Bij de oprichting van het OKC is de gemeente bottom-up te werk gegaan, vanuit één van de vensterscholen in de wijk. Dit houdt in dat er vanuit de behoefte van ouders en professionals in het veld een OKC is opgebouwd. De landelijke invoering van de CJG s zorgde ervoor dat de verdere uitwerking een meer top-down karakter kreeg, wat de nodige frustratie bij de betrokken professionals opleverde (Schnieders, 2008). Het consultatiebureau is voor de meeste ouders het eerste contactmoment met het CJG. Vanuit de wachtkamer van het consultatiebureau, worden ouders (vrijblijvend) uitgenodigd om een kijkje te nemen in de huiskamer. Aangezien bijna alle ouders met kinderen tot twee jaar in Nederland het consultatiebureau bezoeken (Reerink et al., 1994) worden op deze manier zo goed als alle ouders in Beijum en de omliggende wijken, bereikt. De huiskamer is bedoeld voor verschillende doelgroepen en voor zowel vaders als moeders. Vaders geven aan geen interesse te hebben in specifieke vaderactiviteiten, maar maken wel gebruik van de huiskamer en gemengde activiteiten zoals computerles en leren fietsen met je kind. Vanuit het CJG wordt geprobeerd vaders te stimuleren om te komen en wordt er gekeken naar vaderactiviteiten. Activiteiten specifiek gericht op vaders komen om bovengenoemde redenen tot nu toe nog niet echt van de grond. Er lijkt gewoonweg geen behoefte aan. De CJG consulente noemt vadercentrum ADAM als voorbeeld van een activiteit specifiek voor vaders en geeft aan dat vaders bij dit centrum zelf behoefte hadden aan activiteiten speciaal voor vaders. Volgens haar is dat een sleutel tot succes, datgene aanbieden waar de ouders behoefte aan hebben. Daarnaast komen er zowel hoog- als laagopgeleide ouders in het CJG. Hoogopgeleide ouders lijken met andere redenen naar de huiskamer te komen dan laag opgeleide ouders. Ze komen vaker met specifieke opvoedvragen (zoals: mijn kind wil niet eten, wat nu?) en om even tot rust te komen. De CJG consulente vertelt: Ze gaan soms lekker in een hoekje zitten lezen, iets waar ze thuis niet aan toekomen. Een lastige groep is de Antilliaanse gemeenschap in Beijum, aldus de CJG consulente. Ouders uit de Antilliaanse gemeenschap komen wel af op de doeactiviteiten (zoals leren fietsen en samen koken), maar zijn in de huiskamer nog ondervertegenwoordigd. Een oorzaak voor het minder goede bereik verschillende groepen allochtone ouders is volgens De CJG consulente de taalbarrière. Universiteit Utrecht, 2011 8

Ouders voelen zich minder snel op hun gemak als ze de taal niet spreken. Uit onderzoek blijkt dat ouders van allochtone kinderen inderdaad lastig te bereiken zijn voor scholen en andere organisaties die zich richten op de ontwikkeling van kinderen (Fowler & Corley, 1996). In Beijum wordt toch geprobeerd om alle ouders te bereiken. Dit doen de medewerkers van de huiskamer door outreachend te werken. Zo gaan ze langs bij scholen (Schnieders, 2008) en worden laagopgeleide ouders en multiproblem gezinnen in de wijk vaak bereikt in winkelcentra, waar voornamelijk deze moeders vaak te vinden zijn. Tot slot wordt er gebruik gemaakt van sociale media, zoals facebook en twitter, advertenties en oproepen in het wijkkrantje en op de website van het CJG. Voordat het OKC in Beijum is opgezet, is er in de wijk onderzoek gedaan naar de behoeften van ouders 2, waaruit naar voren kwam dat het ouders vooral geïnteresseerd zijn in een plek waar ze elkaar kunnen ontmoeten. Het CJG werkt met een vraaggerichte aanpak; door ouders regelmatig te vragen naar hun behoeften als klanten van het CJG, kan het aanbod in het CJG zo goed mogelijk aansluiten op de vraag (Dienst OCSW, 2008). Werkzame mechanismen Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid In het CJG beleid van Groningen wordt het belang van de pedagogische civil society, genoemd (Projectbureau CJG, 2010). De pedagogische civil society is onder andere de bereidheid van ouders om de opvoedingsverantwoordelijkheid te delen (De Winter, 2011; Kesselring, Schouten, Horjus & De Winter, 2010). Ouders die in de huiskamer komen, lijken bereid om andere ouders te ontmoeten. In de huiskamer kunnen zij met andere ouders praten over hun kinderen en opvoeden en opgroeien en op deze manier de opvoedingsverantwoordelijkheid te delen. De gedeelde bereidheid van ouders om zich positief met elkaars kinderen bezig te houden lijkt een positief effect te hebben op de ontwikkeling van kinderen (Sampson, Morenoff & Earls, 1999). Non-related adults als rolmodel voor kinderen is dan ook één van de assets (bouwstenen) in de asset-building approach van het Search Institute in de Verenigde Staten (Mannes, Roehlkepartain & Benson, 2005). De asset-building approach gaat uit van een autoritatieve gemeenschap die de zorg voor kinderen als een gedeelde verantwoordelijkheid voor verschillende generaties ziet (Commission on Children at Risk, 2003). De bereidheid om de opvoedingsverantwoordelijkheid te delen, kan zich op verschillende manieren uiten, bijvoorbeeld door het delen van ervaringen maar ook doordat ouders in de huiskamer van elkaar kunnen leren door te kijken hoe zij met hun eigen kinderen omgaan (Vinson, Baldry & Hargreaves, 1996). Vanuit de drie acties binnen de pedagogische civil society die in de programmatheorie van de pedagogische civil society in het onderzoek Allemaal Opvoeders worden beschreven: onderlinge steun, intergenerationeel contact en informele sociale controle, zullen nu de onderliggende mechanismen van de huiskamer wordt uitgewerkt. Vervolgens wordt de rol van de professional uitvoerig beschreven, omdat de manier waarop de professional zich opstelt binnen de activiteit ook een belangrijk mechanisme 2 De resultaten van dit onderzoek zijn opgevraagd bij de gemeente Groningen, maar zijn niet meer beschikbaar. Universiteit Utrecht, 2011 9

lijkt te zijn binnen de huiskamer. Tot slot wordt er stilgestaan bij het mechanisme vertrouwen, dat aansluit bij de rol die de professional speelt binnen de activiteit. Onderlinge steun In de pedagogische civil society spelen alle volwassen, niet-professionele medeopvoeders een rol. Voorbeelden hiervan zijn vrienden, buren, familieleden en trainers op de sportclub. Binnen de huiskamer gaat het voornamelijk om andere ouders die ook naar de huiskamer komen. Ouders kunnen met elkaar praten over opvoeding en elkaar tips of advies geven. Daarnaast is het uitwisselen van ervaringen tussen ouders een vorm van onderlinge steun (Kesselring et al., 2010). In de huiskamer krijgen ouders de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen in groepsverband. Vervolgens kunnen er ook individuele contacten tussen ouders ontstaan, waar ouders steun uit halen. In het perspectief op de Groningse CJG s komt naar voren dat het versterken van onderlinge steun tussen ouders één van de succesfactoren van de frontoffice van het CJG is. De frontoffice dient als eerste plek waar ouders naartoe kunnen komen met vragen en om andere ouders te ontmoeten. Een belangrijk doel hierbij is het stimuleren van netwerkvorming tussen ouders (Projectbureau CJG, 2010). De huiskamer is onderdeel van het frontoffice van het CJG in Beijum en kan zo een bijdrage leveren aan de netwerkvorming tussen ouders. Deze netwerken kunnen ouders helpen bij emotionele ondersteuning en elkaar opvoedadviezen geven (Harknett, 2006). Daarnaast kunnen deze netwerken ook toegang bieden tot bepaalde hulpbronnen die hen in staat stellen doelen te bereiken die ze zonder deze hulpbronnen niet hadden kunnen realiseren (Sampson et al., 1999). Het hebben van meervoudige (multiplexe) relaties, lijkt hierbij belangrijk. Dit houdt in dat ouders elkaar op verschillende manieren kennen (Coleman, 1988), bijvoorbeeld als ouder van de huiskamer en als vader of moeder van de vriendjes/vriendinnetjes van hun kinderen. Intergenerationeel contact/informele sociale controle De gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid kan ook doorwerken buiten de huiskamer, in de buurt. In de huiskamer komen allerlei verschillende ouders uit Beijum bijeen, die elkaar zonder de huiskamer niet zo snel zouden ontmoeten. Er kan publieke familiariteit ontstaan tussen deze ouders in de buurt. Publieke familiariteit zorgt ervoor dat ouders in de buurt elkaar herkennen, zonder dat ze elkaar direct tot hun kennissenkring rekenen (Blokland, 2008). Ouders zullen elkaar hierdoor gemakkelijk aanspreken op elkaars gedrag in de buurt. Sommige ouders nemen hun kinderen mee naar de huiskamer. Op deze manier komen kinderen met een verschillende sociale achtergrond in contact met ouders waar zij anders niet snel mee in aanraking zouden komen. Deze ouders kunnen dienen als positieve rolmodellen voor kinderen in de huiskamer (Benson, Leffert, Scales & Blyth, 1998). Buiten de huiskamer in het publieke domein, ontstaat ook publieke familiariteit tussen ouders en kinderen. Het is voor ouders hierdoor gemakkelijker om kinderen in de buurt aan te spreken op hun gedrag (Flap & Völker, 2005). Universiteit Utrecht, 2011 10

Faciliterende rol van professional: meer dan een randvoorwaarde Niet alleen het delen van opvoedingsverantwoordelijkheid tussen ouders onderling, maar ook het delen van verantwoordelijkheid tussen professionals en ouders, lijkt belangrijk bij het opzetten van een succesvolle huiskamer. Onderzoek laat zien dat als ouders meer verantwoordelijkheid krijgen van de professional, zij deze verantwoordelijkheid ook zullen nemen (Friend & Cook, 2007). In de afgelopen decennia lijkt er een ongelijke relatie te zijn ontstaan tussen professionals en ouders, waarbij de professional, meestal vanuit de beste bedoelingen, optreedt als deskundige die meer weet van kinderen dan de ouder. Sommige professionals lijken de ouders daarbij als bron van het probleem te zien (Fylling & Sandvin, 1999). Andere professionals lijken ouders eerder als slachtoffer te zien en dat kan ouders het gevoel geven dat ze zielig zijn (Osher & Osher, 2002). Deze houding van professionals kan bij ouders op weerstand stuiten. Ze kunnen zich onbegrepen voelen en hierdoor samenwerking met de professional weigeren (Hughes & McNaughton, 2002). Om ouders betrokken te maken bij opvoedactiviteiten in de buurt, zal deze relatie weer hersteld moeten worden, waarbij professionals ouders als gelijke behandelen. In het CJG in Beijum is dit een belangrijke voorwaarde. De professional houdt zich op de achtergrond en laat ouders met elkaar oplossingen zoeken op vragen over opvoeding en bij het doen van activiteiten. Pas als hierom gevraagd wordt, zal zij zich in het gesprek mengen. Op deze manier wordt er voor ouders een veilige basis gecreëerd om met elkaar over opvoeding te praten. Zo krijgen ouders de kans om een sociaal netwerk op te bouwen, dat hen kan steunen bij de opvoeding. Vertrouwen Een goede relatie tussen ouders onderling en ouders en professionals, is niet binnen enkele weken opgebouwd. De factor tijd lijkt hierbij een rol te spelen. De CJG consulente geeft aan dat ze met sommige moeders anderhalf jaar bezig is geweest voordat ze hen zover had dat ze hulp gingen zoeken bij bepaalde problemen (Schnieders, 2008). Investeren in de vertrouwensband lijkt hierbij belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat de mate van samenwerking tussen ouders en professionals samenhangt met de mate van vertrouwen die ouders en professionals wederzijds hebben (Tschannen-Moran, 2001). Ouders hebben vaak een bepaalde verwachting over de bijdrage die andere ouders kunnen leveren aan de opvoeding van hun kinderen (Sampson et al., 1999). Ouders willen ervan uit kunnen gaan dat, op het moment dat zijzelf niet aanwezig zijn, medeopvoeders op een pedagogisch juiste manier handelen. Om je kind over te laten aan een non-related adult is vertrouwen nodig (Benson et al., 1998). In de huiskamer kunnen andere ouders wennen aan het idee dat niet-gekwalificeerde volwassenen, zoals andere ouders en vrijwilligers, zich bezighouden met het opgroeien en opvoeden van hun kinderen. Dit doen ze onder de supervisie van de CJG consulente, die ervaren is met het creëren van vertrouwen in dit soort situaties. Een voorbeeld hiervan is dat de huiskamer echt is ingericht als een huiskamer. Dit heeft twee doelen. Voor bepaalde ouders is dit ter herkenning; er wordt een huiselijke sfeer gecreëerd om aan te geven dat er een informele sfeer is. Voor andere ouders is het als voorbeeld. Zo kan een huiskamer er dus ook uitzien (met een eettafel en Universiteit Utrecht, 2011 11

een speelhoek i.p.v. alleen een zithoek met tv en computers). Hierdoor creëer je een bepaalde sfeer waarbij ouders zich snel op hun gemak voelen, aldus de CJG consulente. Soms ontstaan er groepen ouders. Dit is niet erg, zegt de CJG consulente, maar ze moeten geen belemmering vormen voor nieuwe ouders. Om dit te voorkomen worden groepen soms apart gezet in de daarvoor bedoelde groepsruimte. Vanuit het beleid was hier in het begin veel weerstand op, omdat ouders moesten mengen. Dit is wel eens geprobeerd, maar lijkt geen succes. Een voorbeeld van een groep die nu vaak apart zit is een groep moeders van multi-problemgezinnen. Zij ondernemen gezamenlijk allerlei activiteiten. De CJG consulente merkt dat dit voor zowel deze moeders als de overige ouders prettig is. Deel C. Overige informatie Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Randvoorwaarden voor de activiteit - Allereerst een gebouw met voldoende ruimte voor activiteiten. Er moeten altijd nieuwe mensen bij kunnen komen. - Nabijheid van de CJG consulente. Het kantoor van de CJG consulente zit direct aan de huiskamer vast. Zo kan ze gemakkelijk in en uit lopen en op de achtergrond aanwezig zijn. - Professionals moeten een laagdrempelige houding aannemen en zich op de achtergrond houden in plaats van steeds als professional te willen intermediëren. De professional moet voornamelijk toeschouwer zijn en alleen interacteren indien dit nodig is. De rest zou moeten worden overgelaten aan vrijwilligers en natuurlijk aan de ouders zelf; - Financiën zijn ook van belang voor de activiteit. Eisen ten aanzien van opleiding De CJG consulente heeft een opleidingsachtergrond in de kinder- en jeugdverzorging en daarnaast veel ervaring met het begeleiden van ouders en hun kinderen. De stagiaires volgen meestal een opleiding tot sociaal pedagogisch werker of maatschappelijk werker. Voor de gastvrouwen is er een stadsbrede training geweest. Daarnaast wordt per vrijwilliger gekeken wat ze nodig hebben om goed te functioneren in de huiskamer. Voor de ouders gelden geen opleidingseisen. Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie van de activiteit Nieuwe ouders hoeven niks te kunnen of te doen om deel te nemen aan de huiskamer. Om de huiskamer laagdrempelig te houden voor alle ouders, worden kleine groepjes ouders die een hecht netwerk opgebouwd hebben in de huiskamer, soms apart gezet. Zo krijgen nieuwe ouders de kans om elkaar te ontmoeten en te mengen. Financiering van de activiteit De huiskamer wordt gefinancierd vanuit twee geldstromen. De geldstroom vanuit de overheid financiert de huiskamer vanuit de subsidie die aan gemeenten wordt gegeven om een CJG op te starten/te onderhouden. Een voorwaarde vanuit de overheid voor het Universiteit Utrecht, 2011 12

verstrekken van deze subsidie was dat het OKC in Beijum de naam CJG kreeg. Daarnaast is er vanuit de gemeente geld beschikbaar vanuit de geldstroom: activiteitengeld. Rol van het Centrum voor Jeugd en Gezin bij de activiteit De huiskamer was in het OKC. Toen de CJG s opkwamen in Nederland is de naam van het OKC om pragmatische en financiële redenen veranderd in het CJG. Aan de inhoud is eigenlijk nauwelijks wat veranderd. Relatie met andere opvoedactiviteiten Alles valt in principe onder het CJG. Consultatiebureau is eerste inlooppunt, daarna volgt zowel de huiskamer als andere activiteiten zoals fietscursussen, kookworkshops et cetera. Alle activiteiten zijn vrijblijvend. Voor enkele activiteiten moeten ouders zich van te voren opgeven. Voor de huiskamer hoeft dit niet. Onderzoek naar de activiteit De huiskamer in het CJG is meegenomen in een onderzoek van de Hanzehogeschool naar de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Nederland (Schnieders, 2008). In dit onderzoek zijn zeven CJG s in Nederland meegenomen. De meest bevorderende factoren voor het CJG in Beijum waren: - Er wordt veel gebruik gemaakt van de bestaande infrastructuur voor onderwijs en jeugd; - Er wordt voortgebouwd op lokale ontwikkelingen op het gebied van jeugd. Hierdoor verloopt de CJG-ontwikkeling voorspoedig; Enkele belemmerende factoren waren: - Er lijkt nog geen hechte CJG organisatie te zijn, met een eenduidige pedagogische visie en uitstraling; - Het CJG in Beijum is in de eerste fase bottom-up opgezet. Naarmate er meer richtlijnen vanuit de landelijke overheid kwamen, is het proces meer top-down ingevuld. Dit geeft soms de nodige frustratie, omdat sommige wijken (waaronder Beijum) soms harder willen dan het beleid het toelaat; - Het succes van het CJG is nu nog te persoonsafhankelijk, wat het CJG erg kwetsbaar maakt. Methode om ouders te bereiken De medewerkers van deh uiskamer bereiken ouders door hen aan te spreken op plekken waar ze al zijn. Dit is bijvoorbeeld het winkelcentrum (voornamelijk laagopgeleide ouders en multiproblem gezinnen worden hier aangesproken. Zij maken niet of nauwelijks gebruik van de speelfaciliteiten voor kinderen in de buurt). Daarnaast proberen ze met behulp van vrijwilligers uit de doelgroep ouders te bereiken en te werken via mond op mond reclame. Universiteit Utrecht, 2011 13

Hogeropgeleide ouders komen sneller uit zichzelf. Ze komen dan met gerichte vragen of gebruiken de huiskamer als rustplek. Deze ouders komen vaak langs op de dagen dat ze niet werken. Ook vaak om hun kinderen te laten spelen. Tot slot werven ze ouders via twitter,hyves en facebook, waarop de CJG consulente erg actief is en doen ze aan PR via het wijkkrantje, scholen en websites. Universiteit Utrecht, 2011 14

Literatuur Benson. Pl. L., Leffert, N., Scales, P. C. & Blyth, D. A. (1998). Beyond the Village Rhetoric: Creating Healthy Communities for Chidlren and Adolescents. Applied Developmental Science, 2, 138-159. Blokland, T. (2008). Ontmoeten doet ertoe. Rotterdam: Vetia. Coleman, J. S. (1988). Social capital in the creation of human capital. American Journal of Sociology, 94, 95-120. Commission on Children at Risk. (2003). Hardwired to connect: The new scientific case for authoritative communities. New York: Institute for American Values New York. Dienst OCSW, (2008). Projectplan CJG 2008-2010. Gemeente Groningen. Flap, H. & Völker, B. (2005). Gemeenschap, informele controle en collectieve kwaden in de buurt. In B. Völker (eds.). Burgers in de buurt. Samenleven in wijk, buurt en verenigingen (42-67). Boekuitgave Mens en Maatschappij, Amterdam: University Press. Fowler, C. & Corley, R. K. (1996). Linking families. Building community. Educational Leadership, 53, 24-26. Friend, M. & Cook, L. (2007). Interactions: Collaboration skills for school professionals (5 th ed.) Boston: MA: Pearson Allyn & Bacon. Fylling, L. & Sandvin, J. T. (1999). The role of parents in special education: The notion of partnership revised. European Journal of Special Needs Education, 14, 144-157. Harknett, K. (2006). The relationship between private safety nets and economic outcomes among single mothers. Journal of Marriage and Family, 68, 172-191. Hughes, P. & MacNaughton, G. (2002). Preparing early childhood professionals to work with parents: The challenge of diversity and dissensus. Australian Journal of Early Childhood, 28, 14-20. Kesselring, M. C., Schouten, M. A., Horjus, B. & Winter, M. de (2010). Allemaal Opvoeders, webpublicatie 2: Voorlopige resultaten van de meting onder ouders uit de pilotgemeenten. Verkregen op 30-12-2010 van http://www.allemaalopvoeders.nl. Mannes, M., Roehlkepartain, E. C. & Benson, P. L. (2005). Unleashing the power of community to strengthen the well-begin of children, youth and families: an assetbuilding approach. Child Welfare League of Africa, LXXXIV, 233-250. Universiteit Utrecht, 2011 15

Osher, T. W. & Osher, D. M. (2002). The paradigm shift to true collaboration with families. Journal of child and family studies, 11, 47-60. Projectbureau CJG, (2010). Het Groningse Centrum Jeugd en Gezin: perspectief eind 2011. Groningen, OCSW. Regiokrant Groningen, (2004). Vroeger in Beijum: Klei, muziek, sneeuw en duiventil. Verkregen op 31-05-2011 van http://www.regiokrantgroningen.nl/site/r2e08/r2e0803.htm Reerink, J. D., Herngreen, W. P., Meulmeester, J. F., Ouden, A. L., den, Verloove- Vanhorick, S. P. & Ruys, J. H. (1994). Gebruik van gezondheidszorgvoorzieningen voor kinderen in de eerste 2 levensjaren in Nederland. Nederlands Tijdschrift Geneeskunde, 138, 1427-31 Sampson, R. J., Morenoff, J. D. & Earls, F. (1999). Beyond social capital: spatial dynamics of collective efficacy for children. American Sociological Review, 64, 633-660. Schnieders, A. (2008). Het CJG in-zicht. Onderzoek naar het Centrum voor Jeugd en Gezin in Nederland. Verkregen op 20-04-2011 van www.hanze.nl/integraaljeugdbeleid. Tschannen-Moran, M. (2001). Collaboration and the need for trust. Journal of Educational Administration, 39, 308-331. Vinson, T., Baldry, E. & Hargreaves, J. (1996). Neighborhoods, networks and child abuse. British Association of Social Workers, 26, 523-542. Winter, M. de (2011). Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding. Vanachter de voordeur naar democratie en verbinding. Amsterdam: SWP. Website: http://www.cjg.groningen.nl/beijum Universiteit Utrecht, 2011 16

Bijlage Observatielijst activiteiten Allemaal Opvoeders ID-code observant: MASC Datum: 09-03- 2011 ACTIVITEIT 1. Naam en locatie activiteit Huiskamer in het CJG in Beijum 2. Omschrijving van de ruimte (Wat valt op aan de inrichting etc.) Het is een nieuw gebouw op het terrein waar o.a. het gezondheidscentrum van Beijum zit. Het gebouw ziet er verzorgd en kindvriendelijk uit. Er zijn meerdere ruimten die allemaal op elkaar aansluiten. Alle deuren (behalve de spreekkamer van de arts) staan open, wat een laagdrempelig effect heeft. Beschrijving ruimten: Allereerst is er het consultatiebureau met wachtruimten en enkele spreekkamers. In de wachtruimten kunnen ouders zitten. Direct aan de wachtruimte van het consultatiebureau grenst de huiskamer van het CJG. Ouders kunnen hierdoor ook in de huiskamer wachten voor hun afspraak met de arts of één van de verpleegkundigen. Met een directe deur naar zowel de wachtruimte van het consultatiebureau als de ouderkamer zit het kantoor van de CJG consulente (ze geeft zelf aan dat dit met opzet is, zodat ze op de achtergrond altijd aanwezig is in de ouderkamer). De ouderkamer is ingericht als huiskamer, met een grote tafel met stoelen een zithoek (met twee banken en een bijzettafeltje) en een speelhoek voor de kinderen. Om de huiskamer een huiselijke sfeer te geven, is er een fotolijst gemaakt met allemaal ouders die nu of vroeger regelmatig in de huiskamer te vinden waren. Daarnaast staat er koffie/thee/limonade en een koektrommel op tafel. Via de hal kom je in een volgend gedeelte. Hier zit nog een ruimte. Dit wordt de groepsruimte genoemd. Hier staat ook weer een grote tafel met allemaal stoelen en staat ook koffie/thee en koekjes op tafel. In de hal naar deze ruimte toe staat allemaal speelgoed (tafel en stoeltjes, kist met speelgoed) waar de kinderen kunnen spelen. Vrijwilligers lopen rond en spelen met de kinderen. Daarnaast is er één vrijwilliger in de huiskamer aanwezig die ouders vanuit de wachtkamer van het CJG uitnodigt om in de huiskamer te komen zitten. De laatste ruimte op de begane grond is de keuken. Ook hier staat een grote tafel met stoelen. Daarnaast is er een groot kookeiland, twee ovens, een grote koelkast en een enorm aanrecht. Hier zijn vaak kookcursussen en wordt ook doordeweeks veel gekookt en gedaan (ook vandaag is het druk in de keuken. Er worden brownies gebakken vanwege een verjaardag en er is een activiteit bezig waarbij moeders zelf moeten koken). Boven zijn de kantoorruimte en is er een plek(op de gang) waar een keer in de twee weken een orthopedagoog langskomt om vragen van de ouders te beantwoorden. Dit is de schakel tussen de jeugdzorg en de huiskamer. Zowel mensen uit de huiskamer als van de school mogen mensen doorverwijzen naar deze orthopedagoog. Ook is er een aparte ruimte waar de orthopedagoog ouders of kinderen mee naartoe kan nemen om even rustig te praten. Deze ruimte wordt ook gebruikt als ruimte om ouders en kinderen films te laten kijken. Tot slot is er een winkeltje, waar ouders voor een symbolisch bedrag kleding kunnen ruilen. Ouders kunnen oude kleding inleveren en krijgen voor 50 cent een ander kledingstuk terug. 3. Beschrijving van de start/ introductie (Wordt de activiteit ingeleid? Zo ja, hoe? En door wie? Wat wordt er gezegd over de doelen?) Er is niet echt een start van de activiteit. Vanaf kwart over 9 komen de eerste moeders binnen. Sommige weten de weg en gaan vanzelf in de groepsruimte zitten met ouders die ze al kennen. Andere zitten afwachtend in de huiskamer en Universiteit Utrecht, 2011 17

maken een praatje met andere ouders of de vrijwilligers. De kinderen spelen overal tussendoor. 4. Beschrijving van de afsluiting (Wordt de activiteit afgesloten? Zo ja, hoe? En door wie? Wat wordt er gezegd over een eventueel vervolg? Wordt er gevraagd naar de tevredenheid/ ervaringen van de deelnemers? Zo ja, wat valt op aan die reacties?) NVT. DEELNEMERS 1. Aantal deelnemers (zowel volwassenen als kinderen) In totaal zijn er gedurende de ochtend een stuk of 15 ouders aanwezig en 8 kinderen. 2. Achtergrond deelnemers (geslacht, etniciteit) Er is 1 vader, verder allemaal moeders. Er zijn zowel Nederlandse als buitenlandse moeders (een Indonesische moeder, een Colombiaanse, twee Turkse etc). Daarnaast vertellen sommige ouders over hun baan en anderen juist de ze werkloos zijn. Hieruit kan opgemaakt worden dat er allerlei ouders met verschillende SES aanwezig zijn in het CJG. 3. Rol deelnemers (Denk aan: inzet, inbreng, enthousiasme, actief/ passief) Sommige ouders doen mee aan een activiteit (Voor 5 euro worden ze in groepjes op pad gestuurd om een gezonde traktatie te bedenken). Andere ouders zitten in de huiskamer en praten met elkaar. De vader is nieuw vandaag en een vrijwilliger legt hem van alles uit over het doel van de huiskamer en wanneer de langs mag komen. Ook wordt de vader ervan verzekerd dat er normaal meer vader zijn. Sommige ouders zijn vrij aanwezig en praten voluit. Anderen blijven meer op de achtergrond. Er zijn zowel ouders met als zonder kinderen aanwezig. 4. Interactie deelnemers (Contact/ uitwisseling tussen ouders?) De ouders die elkaar al lang kennen praten voluit met elkaar en wisselen veel tips en ideeën uit (bijvoorbeeld over wat gezonde voeding is voor je kind). Andere ouders zijn afwachtender of houden zich voornamelijk bezig met hun eigen kind. De kinderen spelen zowel samen als alleen als met de vrijwilligers/ouders. 1. Aantal aanwezige professionals en hun functie Er is 1 professional aanwezig, de CJG consulente. Daarnaast lopen er drie stagiaires rond. 2. Zijn er vrijwilligers aanwezig? (Zo ja, hoeveel en wat is hun rol?). Daarnaast zijn de arts van het consultatiebureau een sociaal verpleegkundige en twee wijkverpleegkundigen aanwezig. Zij hebben een duidelijke professionele rol en houden zich verder niet bezig met de huiskamer. Er zijn drie vrijwilligers aanwezig. Een van hen leidt de activiteit in de groepsruimte. Een van de vrijwilligers loopt overal tussendoor en eentje is bezig met de ouders in de huiskamer. De vrijwilligers kennen de ouders goed. 3. Rol professionals (Denk aan: Opstelling professional als deskundige of meer op de achtergrond? Hoe betrekt/ activeert de professional de deelnemers? Besteedt de professional expliciet aandacht aan onderling contact tussen ouders/ uitwisseling van ervaringen/ informele steun etc.?) Universiteit Utrecht, 2011 18

De CJG consulente houdt zich op de achtergrond. Ze kijkt goed rond wat ze ziet en maakt af en toe een praatje met de ouders. Ze complimenteert de moeders die aan het koken zijn en praat met een nieuwe ouder. Verder laat ze het meeste aan de ouders en de vrijwilligers over. Twee stagiaires spelen voornamelijk met de kinderen. De andere stagiaire zit in de huiskamer aan tafel met de ouders. ALGEMENE INDRUK Algemene beschrijving van de activiteit. Wat zie je? Wat valt je op? Wat opvalt, is dat er veel verschillende ouders aanwezig zijn met allerlei verschillende achtergronden. Deze ouders hebben niet allemaal contact met elkaar. Een aantal moeders hebben moeite met het opvoeden van hun kinderen. Zij zitten apart. Ze kennen elkaar goed en deze woensdag is hun uitje om even weg te zijn van huis. De kinderen zijn naar de opvang of spelen met de stagiaires. De andere ouders zijn samen met hun kinderen en komen om een praatje te maken of om hun kind te laten spelen in het CJG. In de huiskamer zijn verder veel boeken aanwezig, zowel voor kinderen als voor ouders om te lezen over de opvoeding. De stagiaires houden zich wat op de achtergrond. Ze spelen met de kinderen, maar zijn in gesprekken met de ouders wat op de achtergrond. De vrijwilligers daarentegen zijn duidelijk aanwezig. Ze voelen zich vertrouwd in het CJG en de meeste ouders kennen de vrijwilligers. Ouders lopen in en uit. Sommige ouders komen alleen even kijken terwijl ze wachten op hun bezoek aan de arts van het consultatiebureau. Universiteit Utrecht, 2011 19