Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2015

Vergelijkbare documenten
Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

1 De directe en indirecte GHG-emissies 2017

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V.

CO 2 -Footprint Utrechtse Heuvelrug 2009

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

De CO2 prestatieladder kent 3 scopes. Deze betreffend de uitstoot van CO2 als gevolg van de volgende activiteiten:

Hoogwaardig en veelzijdig

Emissie-inventaris 2018

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

Hoogwaardig en veelzijdig

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Hoogwaardig en veelzijdig

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

SGS SEARCH CO 2 -FOOTPRINT RAPPORTAGE

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie)

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Hoofdstuk 4 beschrijft ons plan van aanpak, inclusief de te nemen maatregelen in het bedrijf en vervoer (3.B.1 van CO 2 -Prestatieladder).

Search CO2 footprint. Rapportage

SGS SEARCH CO 2 FOOTPRINT RAPPORTAGE

Hoogwaardig en veelzijdig

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

CO2 scope 3 verborgen Netto CO2-uitstoot 216 ton CO2 Tabel 1: CO 2-footprint Waalpartners 2016

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

CO₂ Emissie inventaris 2015

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

CO₂ Emissie inventaris e helft Januari Juni 2018

Periodieke rapportage 2016 H1

Hoogwaardig en veelzijdig

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2016

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016

Voortgangsrapportage

3.B.1 Energiereductieprogramma 2014 ten behoeve van de CO2 -Prestatieladder. Hollandridderkerk Groep

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

Dit document is opgesteld volgens ISO

3.C.1 Voortgangrapportage CO Ter Riele

De emissie inventaris van:

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016

Milieubarometerrapport 2017

Hollandridderkerk Groep

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2015

De emissie inventaris van:

Groen-Punt Groep B.V.

VCMCM CO2 Voortgangsrapportage U

Carbon Footprint Rapportage 2014

CO 2 -Prestatieladder

Rapportage Carbon Footprint 2018 cf. ISO t.b.v. CO2-Prestatieladder

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016

CO₂ Emissie inventaris

Carbon footprint Van Raaijen Groep BV. Carbon Footprint Van Raaijen Groep BV. Mei Pagina 1 van 13

Aannemingsbedrijf M.C. van der Spek en Zn.

Carbon footprint rapportage 2017

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 TUSSENTIJDSE. CO2-FOOTPRINT 2017 (schatting) GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN.

CARBON FOOTPRINT 2014

Sialtech CO2 Voortgangsrapportage U

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2015

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

SGS SEARCH CO 2 -FOOTPRINT RAPPORTAGE

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : TUSSENTIJDSE. CO2-FOOTPRINT 2018 (schatting) GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN VERSIE 2

CO 2 -Prestatieladder

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A A B.2.

Periodieke rapportage 2016 H2

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015

CO 2 Nieuwsbrief

1. INLEIDING Rapportage

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2011

Inventarisatie emissies en evaluatie doelstellingen

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

CO2-reductieplan 2015

CO₂ Emissie inventaris e helft Juli 2017 December 2017

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

Periodieke rapportage 2016 H2

Carbon footprint. De Waterwolf dienstverlening buitenruimte BV

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

Veiligheidsconcept MCM b.v. CO2 Voortgangsrapportage U

Voorlopige CO2 voetafdruk t/m

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Carbon footprint Engelsman Hoveniers B.V. Carbon Footprint. Engelsman Hoveniers B.V. Pagina 1 van 13

CO₂ Emissie inventaris /01/ /12/2017

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016

2014 Dit document is opgesteld volgens ISO

Carbon footprint 2011

Periodieke rapportage 2014

Geheel 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

Transcriptie:

Klimaatvoetafdruk gemeente Utrechtse Heuvelrug 2015 Omgevingsdienst Regio Utrecht juni 2016 opgesteld door beoordeeld door Nancy Lommers Erwin Mikkers

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1 Achtergrond...2 1.2 Klimaatambities gemeente Utrechtse Heuvelrug...2 1.3 Bepalen klimaatvoetafdruk gemeentelijke Utrechtse Heuvelrug...3 1.4 Leeswijzer...4 2. Volledige klimaatvoetafdruk... 5 2.1 Klimaatvoetafdruk van 2015...5 2.2 Klimaatvoetafdruk vergelijking...6 2.3 Klimaatvoetafdruk in relatie met het gehele grondgebied...7 2.4 Conclusie klimaatvoetafdruk 2015...8 3. Nadere vergelijking klimaatvoetafdruk... 9 3.1 Elektriciteitsverbruik...9 3.2 Aardgasverbruik... 10 3.3 Vervoer... 11 3.4 Koudemiddelen... 12 3.5 Papierverbruik... 14 4. Conclusies en aanbevelingen... 15 4.1 Conclusies... 15 4.2 Aanbevelingen... 15 BIJLAGE 1. VERDELING CO 2... 17 BIJLAGE 2. ACHTERGROND CO2-GEGEVENS... 22 BIJLAGE 3. INFORMATIEBRON VAN DE VERZAMELDE GEGEVENS... 25 1

1. Inleiding 1.1 Achtergrond Voor u ligt de klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie van de gemeente Utrechtse Heuvelrug over het jaar 2015. De klimaatvoetafdruk geeft weer hoe groot in 2015 de bijdrage van de gemeentelijke organisatie aan klimaatverandering was, uitgedrukt in ton CO 2. Dit betekent dat de uitstoot van alle broeikasgassen (BKG) die de gemeentelijke organisatie uitstoot is omgerekend naar de uitstoot van het broeikasgas CO 2. Met behulp van deze klimaatvoetafdruk wordt inzichtelijk of de gemeente aan haar eigen klimaatambities voldoet en of ze daarmee op schema ligt. Daarnaast maakt de voetafdruk het volgende duidelijk: a. Waardoor wordt de (resterende deel van) uitstoot veroorzaakt, waar zit er nog veel potentie om verdere verlaging te realiseren? b. Wat is de klimaatvoetafdruk van 2015 in vergelijking met de eerder opgestelde klimaatvoetafdrukken van 2013, 2011 en 2009? c. Wat is het effect, op de CO 2 -emissies en energieverbruik, van maatregelen die in de afgelopen jaren zijn genomen? Er wordt gekeken naar het effect van: o Verhuizing naar het nieuwe gemeentehuis. o Aanpassingen in het wagenpark. Verder zijn er een aantal subdoelen, om duidelijk te krijgen: - Hoe moeilijk/makkelijk is het om de nodige informatie te verzamelen binnen de gemeentelijke organisatie? - Wat is het aandeel van het energieverbruik van de gemeentelijke organisatie in het gehele grondgebied? 1.2 Klimaatambities gemeente Utrechtse Heuvelrug De gemeente Utrechtse Heuvelrug zet zich in voor een beter klimaat en heeft in dat kader haar ambities vastgelegd in de startnotitie: Uitvoeringsprogramma Milieu. De ambitie is om in 2035 klimaatneutraal te zijn voor het gemeentelijk grondgebied. Voor de gemeentelijke organisatie is de ambitie om in 2015 klimaatneutraal te zijn. Dat betekent dat de klimaatvoetafdruk 0 ton CO 2 dient te zijn. De gemeente volgt hierbij de trias energetica. Dit betekent dat de gemeente eerst zo veel mogelijk het energiegebruik verminderd en vervolgens zo veel mogelijk van het energiegebruik zelf duurzaam opwekt of duurzaam inkoopt. De resterende CO 2 uitstoot dan bij voorkeur lokaal te compenseren. In 2035 is de ambitie om klimaatneutraal te zijn zonder compensatie. De gemeente neemt hiermee haar verantwoordelijkheid en laat hiermee zien dat het mogelijk is om de bedrijfsvoering van organisaties en bedrijven klimaatvriendelijk te maken. Ze wil daarmee andere gemeenten en andere organisaties in de gemeente inspireren. In dit kader neemt de gemeente ook deel aan het project Op Kop van de provincie Utrecht en heeft daarvoor in de intentieverklaring haar ambities neergelegd. In de intentieverklaring Op Kop met de Provincie Utrecht en de NMU heeft de gemeente aangegeven dat: - De gemeente Utrechtse Heuvelrug in 2009 een onomkeerbaar proces naar een klimaat neutrale organisatie in gang heeft gezet; - De gemeente Utrechtse Heuvelrug in 2011 voor 75% en in 2015 een volledige klimaat neutrale organisatie heeft; - De gemeente Utrechtse Heuvelrug in 2010 voor 50% en in 2015 voor 100% duurzaam inkoopt; - De gemeente Utrechtse Heuvelrug zich verbindt aan een actieve communicatie over de behaalde resultaten in het kader van een klimaat neutrale organisatie. 2

De gemeente heeft in 2009, 2011 en 2013 een klimaatvoetafdruk gemaakt. De klimaatvoetafdruk in 2009 was de eerste meting en betrof een nulmeting. Door de gemeente is de ambitie gesteld om in 2011 75% klimaatneutraal te zijn en in 2015 volledig. Tabel 1.1: Klimaatambities gemeente Utrechtse Heuvelrug gemeentelijke organisatie Ambities in tonnen CO 2 2009 2011 2014 2015 en verder Ambitie Nulmeting 75% klimaatneutraal 100% klimaatneutraal Klimaatvoetafdruk ambitie 2.513 ton CO 2 628 ton CO 2 0 ton CO 2 De voetafdruk in 2011 betrof 1.330 ton CO 2 en in 2013 621 ton CO 2. De ambitie om in 2011 reeds 75% minder CO 2 te verbruiken was niet gehaald. De ambitie is in 2013 wel gehaald. 1.3 Bepalen klimaatvoetafdruk gemeentelijke Utrechtse Heuvelrug Evenals in 2009, 2011 en 2013 wordt de klimaatvoetafdruk bepaald aan de hand van het GHGprotocol (GreenHouseGas-protocol). Het GHG protocol is opgesteld door een aantal leidende instituten op het gebied van klimaatproblematiek (WRI en WBCSD). Door het gebruik van het GHGprotocol worden dubbeltellingen tussen organisaties en bedrijven voorkomen en is het mogelijk om een vergelijking over de jaren te maken. De CO 2 uitstoot van Utrechtse Heuvelrug zijn volgens het GHG-protocol ingedeeld in scope 1, 2 en 3. Deze scopes zijn gebaseerd op de invloedsfeer van de organisatie (figuur 1.1). De scope duidt de grenzen aan, ofwel: wat wordt meegenomen en wat wordt niet meegenomen in de klimaatvoetafdruk. In de rapportage moet duidelijk zijn welke verbruiken en locaties zijn meegenomen (zie bijlage 1). Voor het bepalen van de CO 2 bijdrage is gebruik gemaakt van www.co2emissiefactoren.nl. Figuur 1.1: Scopes van klimaatvoetafdruk conform GHG-protocol. - Scope 1: Directe emissies door bronnen waarvan de organisatie de eigenaar is. Voor de gemeente betekent dit: aardgasverbruik, brandstof door het wagenpark en het gebruik van koudemiddelen in koelinstallaties. - Scope 2: Emissies door de inkoop van elektriciteit. 3

- Scope 3: Emissies waarvoor Utrechtse Heuvelrug indirect verantwoordelijk is. Een voorbeeld is het woon-werk verkeer, het gebruik van openbaar vervoer en het gebruik van papier. Een klimaatvoetafdruk volgens het GHG- protocol bevat in ieder geval de CO 2 -uitstoot van scope 1 en 2. Het GHG-protocol adviseert om ook de relevante scope 3 emissies in kaart te brengen. Voor de klimaatvoetafdruk van gemeente Utrechtse Heuvelrug zijn voor 2015, overeenkomstig met 2011 en 2013, de onderstaande verbruiken meegenomen, opgedeeld per scope: Scope 1: 1. Aardgasverbruik van alle gebouwen waar de gemeente de rekening van betaalt. 2. Brandstof door het wagenpark van de gemeente. 3. Koudemiddelen in airco s en koelinstallaties. Scope 2: 4. Elektriciteitsverbruik van alle aansluitingen waar de gemeente de rekening van betaalt, ofwel: a. Gebouwen (inclusief sportlocaties). b. Rioolgemalen en pompen. c. VRI s (verkeerslichten). d. Openbare verlichting. e. Reclame. f. Belichtingen en marktaansluitingen. Scope 3: 5. Het woon-werk verkeer van de werknemers bij de gemeente. 6. Het papierverbruik. 7. (Gedeclareerde) zakelijke km s door de gemeente. Een nadere toelichting over wat wel/niet is meegenomen en hoe de informatie verzameld is, staat in bijlage 2 en 3. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de volledige klimaatvoetafdruk over 2015 en toetst deze aan de klimaatambities en vergelijkt de voetafdruk met voorgaande jaren. Hoofdstuk 3 bevat een nadere toelichting op de verschillende onderdelen van de voetafdruk, met name de energieverbruiken. In hoofdstuk 4 staan de conclusies en aanbevelingen. 4

2. Volledige klimaatvoetafdruk 2.1 Klimaatvoetafdruk van 2015 De Klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie in 2015 is bepaald met behulp van informatie uit diverse afdelingen van de gemeenten en de omrekenfactoren uit www.co 2 emissiefactoren.nl. Hiermee wordt het energieverbruik, brandstofverbruik en de andere emissiebronnen, omgerekend naar de hoeveelheid CO 2 -emissies in tonnen per jaar. De klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie voor 2015 bedraagt: 551 ton CO 2 voor het gehele jaar 2015 In figuur 2.1 staat een onderverdeling per onderdeel op de totale voetafdruk. Opbouw klimaatvoetafdruk 2015 650,00 600,00 0% 0% 2% 0% 3% Papier 550,00 500,00 450,00 Woonwerk verkeer (auto) Woonwerk verkeer (OV) ton CO 2 400,00 350,00 300,00 250,00 35% Wagenpark + zakelijk verkeer Koudemiddelen 200,00 150,00 57% Elektriciteit overig 100,00 50,00 3% Elektriciteit openbare verlichting 0,00 Aardgas Figuur 2.1: Klimaatvoetafdruk 2015 in tonnen CO 2 en verdeling. De gemeente koopt Nederlands windkracht in. Tevens wekt de gemeente een deel van haar eigen energievoorziening op door middel van zonnepanelen. Daarnaast compenseert de gemeente de CO 2 - emissies van het aardgasverbruik. Dit is meegenomen in de bovenstaande figuur 2.1. De consequentie is hierdoor dat alle energieverbruiken: elektriciteit en aardgas conform de rekenregels geen CO 2 -emissies veroorzaken. Omdat er nog wel energieverbruiken plaatsvinden, worden deze in dit rapport apart inzichtelijk in hoofdstuk 3. In figuur 2.1 is tevens de klimaatvoetafdruk weergegeven naar verdeling per verbruiker. Het wagenpark met zakelijk verkeer (35%) en het woonwerk-verkeer auto (57%) leveren de grootste bijdrage aan de klimaatvoetafdruk. 5

Zonder compensatie van het aardgas zou de klimaatvoetafdruk hoger zijn en 1031 ton CO 2 bedragen. Per 1 januari 2016 is de compensatie gestopt, de verwachting is dat op basis van de huidige situatie de klimaatvoetafdruk in de komende jaren met 480 ton CO2 zal stijgen. 2.2 Klimaatvoetafdruk vergelijking In deze paragraaf wordt de klimaatvoetafdruk van 2015 vergeleken met die van 2009, 2011 en 2013. De volledige klimaatvoetafdruk van 2009, 2011, 2013 en 2015 zijn weergegeven in figuur 2.2. ton CO2 2750 2500 2250 2000 1750 1500 1250 1000 750 500 250 0 Verdeling klimaatvoetafdruk 2009 2011 2013 2015 Aardgas Elektriciteit openbare verlichting Elektriciteit overig Koudemiddelen Wagenpark + zakelijk verkeer Woonwerk verkeer (OV) Woonwerk verkeer (auto) Papier Figuur 2.2: Volledige klimaatvoetafdruk 2009-2015 in tonnen CO 2 per jaar. In figuur 2.3 is de afname van de klimaatvoetafdruk sinds 2009 weergegeven. In de figuur is zowel de ambitie als de werkelijk berekende voetafdruk opgenomen. Het ambitieniveau van 0 ton CO 2 is in 2015 niet gehaald. Wel heeft er een daling plaatsgevonden ten opzichte van 2013, deze wordt veroorzaakt door: - Een daling van de emissies door het woon-werkverkeer, koudemiddelen en zakelijke verkeer. 6

- Een verandering van de rekenregels voor Nederlandse wind, die vanaf 1 januari op 0 ton CO 2 is gesteld in plaats van 0,015 kg CO 2 /kwh zoals het juiste uitgangspunt was in 2013. 3000 2500 Reductie klimaatvoetafdruk ton CO 2 2000 1500 1000 ambitie werkelijk 500 0 2009 2013 Figuur 2.3 Verloop reductie klimaatvoetafdruk (ambitie en werkelijk gemeten) Sinds 2009 is in 2015 een reductie behaald van 78%. Opgemerkt wordt dat de verschillende klimaatvoetafdrukken over diverse jaren niet 1 op 1 vergelijkbaar zijn. De grootste aandachtspunten zijn: Voor de klimaatvoetafdruk van 2011 en 2013 is er méér meegenomen dan in 2009. In 2011, 2013 en 2015 zijn alle aardgasaansluitingen en elektriciteitsaansluitingen meegenomen. In 2009 is van het wagenpark alleen de wagens van Wijkbeheer meegenomen. In 2011, 2013 en 2015 zijn alle wagen meegenomen. In 2009 is er voor een aantal verbruiken nog een inschatting gemaakt, terwijl die in 2011, 2013 en 2015 in meer detail zijn bepaald. Hierdoor kan het zo zijn dat het verbruik is gedaald, maar op basis van de inschattingen lijkt te zijn gestegen. Andersom kan natuurlijk ook. In 2015 is een herberekening gedaan van de koudemiddelen van het nieuwe gemeentehuis. In 2013 komt de CO2 uitstoot hiermee hoger uit dan in 2013 was berekend. In 2013 is gebruik gemaakt van een onvolledig overzicht van de woon-werk verkeer kilometers. Hierdoor vielen deze in 2013 een factor 2 lager uit. Deze heeft wel invloed op de klimaatvoetafdruk van 2013, maar geen invloed op het/niet halen van de ambities voor 2013. Het effect van de verhuizingen en de aanpassingen van het wagenpark worden inzichtelijk gemaakt in hoofdstuk 3. 2.3 Klimaatvoetafdruk in relatie met het gehele grondgebied De klimaatvoetafdruk van het gehele grondgebied is bepaald en berekend in de startnotitie Heuvelrug Duurzaam. De meest recente klimaatvoetafdruk die is bepaald is die van 2012 en bedroeg: 261.917 ton CO 2 per jaar. De voetafdruk van 2015 van de gemeentelijke organisatie bedraagt 551 ton CO 2. Dit komt overeen met een bijdrage van minder dan 0,2% van de geheel de jaarlijkse voetafdruk van het grondgebied. 7

2.4 Conclusie klimaatvoetafdruk 2015 De ambitie van een CO 2 -emissie van 0 voor de gemeentelijke organisatie is niet behaald. Doordat de gemeente groene elektriciteit inkoopt (Nederlandse wind) en de aardgasemissies compenseert met certificaten (als inherent onderdeel van het gascontract) draagt het energieverbruik niet bij aan de CO 2 -emissies. Zonder compensatie van aardgas zou de klimaatvoetafdruk stijgen van 551 ton naar 1004 ton CO 2. De reductie van de totale klimaatvoetafdruk van 2015 is 78% ten opzichte van 2009. De CO 2 - emissie is dus licht verder gedaald ten opzichte van 2013. 8

3. Nadere vergelijking klimaatvoetafdruk In dit hoofdstuk wordt de klimaatvoetafdruk en de verbruiken van 2015 in meer detail bekeken. Achtereenvolgens wordt ingegaan op het elektriciteitsverbruik, gasverbruik, vervoer, koudemiddelen en papierverbruik. 3.1 Elektriciteitsverbruik In figuur 3.1 staat links het elektriciteitsverbruik verdeeld over de categorieën gebouwen, openbare verlichting, riool, vri (verkeersregelinstallaties) en overig elektriciteitsverbruik. Eronder staat het totale verbruik en het verloop van het verbruik over de jaren. Elektriciteitsverbruik 2015 2% 15% 2% gebouw openbare verlichting 44% overig 37% riool vri Figuur 3.1 Elektriciteitsverbruik per categorie De totale elektriciteit verbruiken over de afgelopen jaren zijn: Tabel 3.1: Elektriciteitsverbruik per categorie in de periode 2009-2015. Elektriciteit Verbruik 2009 Verbruik 2011 Verbruik 2013 Verbruik 2015 gebouw 1.662 MWh 1.913 MWh 1.788 MWh 1.577 MWh openbare verlichting 1.431 MWh 1.349 MWh 1.308 MWh 1.300 MWh overig 26 MWh 175 MWh 169 MWh 60 MWh riool 490 MWh 596 MWh 536 MWh 544 MWh vri 80 MWh 75 MWh 74 MWh 59 MWh Totaal 3.689 MWh 4.108 MWh 3.875 MWh 3.539 MWh Ten opzichte van 2009: 100% 111% 105% 96% De categorieën openbare verlichting en gebouwen verbruiken de meeste elektriciteit. Ten opzichte van 2013 is het verbruik van gebouwen licht gedaald. Topverbruikers bij gebouwen zijn het gemeentekantoor in Doorn (Raadhuisplein 2) en Het Cultuurhuis. In de bijlage staat per gebouw de ontwikkelingen van de verbruiken over de jaren. Ondanks dat het nieuwe gemeentekantoor verwarmd wordt met elektriciteit middels warmtepompen, is het totale elektriciteitsverbruik van de gemeentelijke organisatie gedaald. De categorie openbare verlichting verbruiken 37% van de elektriciteit. Ten opzichte van voorgaande jaren is het verbruik licht gedaald, ten opzichte van 2013 is het verbruik vergelijkbaar. Er zijn geen maatregelen getroffen om het verbruik terug te dringen. De verklaring voor de daling over meerdere jaren is niet bekend. 9

Een totaal overzicht van het elektriciteitsverbruik van gebouwen staat in bijlage 1. 3.2 Aardgasverbruik Het aardgas verbruik is in 2015 verder gedaald. Tabel 3.2: Aardgas verbruiken in de periode 2009 2015. Aardgas 2009 2011 2013 2015 Ongecorrigeerd Verbruik 436.169 m3 538.074 m3 323.701 m3 237.150 m3 Gecorrigeerd verbruik 436.169 m3 578.574 m3 299.723 m3 255.000 m3 In tabel 3.2 staat het totale aardgasverbruik. In figuur 3.2 staat ook de verdeling van het aardgasverbruik over verschillende categorieën. Om de voorgaande jaren goed te vergelijken is het verbruik gecorrigeerd. Het aardgasverbruik is namelijk medeafhankelijk of het een koud of warm jaar is geweest. 2015 was, net zoals 2011 (gemiddeld 10,9 graden) een relatief warm jaar ten opzichte van 2009 (gemiddeld 10,5 graden). 2013 was relatief een koud jaar (gemiddeld 9,8 graden). Voor de correctie is gebruik gemaakt van de graaddagen 1 methodiek. Verbruik 2015 1% 1% 13% 0% 6% 11% 18% 50% Begraafplaatsen Brandweer Gem. huizen Overig Sociale ruimte Sport Werf Figuur 3.2 Aandeel aardgas per categorie. Figuur 3.3 Aardgasverbruik per categorie over de jaren 2009 2015. De (voormalige) gemeentehuizen verbruiken het meeste aardgas, 50% van het totale verbruik. Binnen deze categorie zijn het Cultuurhuis (34%) en het gemeentehuis Driebergen (24%) de grootverbruikers. In de bijlage zijn de aardgasverbruik per gebouwen en per categorie en het verloop over de jaren inzichtelijk gemaakt. Effect verhuizing Het aardgasverbruik (gecorrigeerd) van de categorie: gemeentehuizen, is in 2015 sterk gedaald ten opzichte van 2011 (voor de verhuizing. De daling is van 248.000 m3 naar 128.000 m3 gedaald. Het is weliswaar een sterke daling, maar het geeft ook aan de oude gemeentehuizen nog steeds veel aardgas verbruiken. Het nieuwe gemeentekantoor heeft geen aardgasaansluiting en verbruiken. 1 Een graaddag is een rekeneenheid om de (variërende) temperatuur op een eenvoudige manier mee te kunnen nemen vergelijkingen over energieverbruik. Een graaddag is relatief ten opzichte van een referentie temperatuur, meestal die waarbij geen verwarming meer nodig is (typisch 18 graden Celsius). Als bron is gebruikt: KWA bedrijfsadviseurs, www.kwa.nl. (Locatie De Bilt, gewogen graaddagen). 10

Verdeling verbruik 2009-2011-2013-2015 m 3 250.000,00 200.000,00 150.000,00 100.000,00 50.000,00 0,00 Som van verbruik 2009 Som van verbruik 2011 Som van verbruik 2013 Som van verbruik 2015 data gecorrigeerd voor graaddagen Het aardgasverbruik bij de categorie sociale ruimte is sterk gedaald. Dit wordt verklaard doordat de locatie Dorpsstraat 33 Doorn is afgebroken, deze locatie had het grootste verbruik binnen de categorie Sociale ruimte. 3.3 Vervoer Onder de categorie vervoer wordt de voetafdruk berekend van de kilometers die zijn gereden met betrekking tot woon-werk, het wagenpark en de dienstkilometers (dienstreizen met privé auto s en met dienstauto s). De gemeente stimuleert sinds 2012 het gebruik van openbaar vervoer en de dienstauto s voor het zakelijk verkeer. Van het zakelijk verkeer zijn alleen de autokilometers bekend en gebruikt voor de CO2-emissies. Bijdrage CO 2 voetafdruk vervoer 2015 wagenpark 59% 34% 4% 3% zakelijk verkeer woonwerk OV woonwerk auto Figuur 3.4 opbouw Co2-voetafdruk van vervoer. Tabel 3.3: Co2-voetafdruk in de periode 2009 2015. CO 2 2009 2011 2013 2015 wagenpark 39,92 368,74 178,00 180,90 zakelijk verkeer 41,08 45,98 18,31 14,50 woonwerk OV 18,93 41,83 10,98 18,42 woonwerk auto 341,36 333,68 324,85 311,13 11

Voor 2013 is een correctie aangebracht met betrekking tot de autokilometers voor woonwerk verkeer. Voor de gegevens van 2013 is aanvullende informatie ontvangen, waaruit blijkt dat deze correctie nodig is. In de bovenstaande tabel en verder in dit rapport is deze correctie meegenomen. Het effect is een stijging van de klimaatvoetafdruk van 2013 met 162 ton CO 2. Effect wagenpark Het brandstofverbruik van het wagenpark is in 2015 ligt gestegen ten opzichte van 2013. Dus de aanpassingen in het wagenpark hebben niet geleid tot een daling van het brandstofverbruik. Tabel 3.4: Brandstofverbruik wagenpark 2013 2015. Brandstofverbruik Benzine Diesel 2013 3531 liter 52252 liter 2015 3053 liter 54996 liter Het verbruik per voertuig en het verbruik in beide jaren zijn in de bijlage te vinden. Woonwerk verkeer en openbaar vervoer Er is weinig onderscheid in de bijdrage aan de voetafdruk tussen het woonwerk verkeer en het zakelijk verkeer. In vergelijking met voorgaande jaren is voor zowel het woonwerk verkeer als het zakelijk verkeer een afname zichtbaar. Medewerkers komen naar het gemeentehuis met eigen vervoer, openbaar vervoer, op de fiets of zijn lopend. Medewerkers maken gebruik van een openbaarvervoer kaart (Business Card). De totale kosten voor het openbaarvervoer is inzichtelijk. Het aantal exacte gereisde kilometer niet. Op basis van aannamen (zelfde als in 2013) is de voetafdruk berekend (zie bijlage 2). Tevens is aangenomen dat deze medewerkers de OV kaart gebruiken voor het woon-werk verkeer. De gemeente stimuleert het gebruik van de fiets voor het woon-werk verkeer. Medewerkers kunnen door het registreren van hun gefietste kilometers punten sparen. De registratie is niet verplicht. In 2015 zijn 133 medewerkers geregistreerd. Van deze medewerkers namen bijna 50% regelmatig de fiets. 3.4 Koudemiddelen In de categorie koudemiddelen wordt de uitstoot bepaald door het gebruik van koelvloeistoffen ten behoeve van koelinstallaties en warmtepompen. Er komen koudemiddelen vrij op het moment dat bijvoorbeeld een leiding knapt, dit zijn jaarlijks kleine hoeveelheden. Er is geen melding gedaan dat koudemiddelen bijgevuld werd bij één van de koelinstallaties. De bijdrage aan de voetafdruk bestaat daarom enkel uit de jaarlijkse lekverliezen. ton CO 2 8 7 6 5 4 3 2 1 0 CO 2 voetafdruk koudemiddelen 2009-2011-2013-2015 2009 2011 2013 2015 12

Figuur 3.5: CO 2-emissies koudemiddelen over de jaren 2009 2015. In figuur 3.6 is de opbouw van de koudemiddelen aan de voetafdruk weergegeven. De bijdrage van het nieuwe gemeentehuis is groot. Dit komt door het gebruik van de warmtepompen. Opbouw CO2 voetafdruk koudemiddelen 2015 20% 59% 15% 6% Cultuurhuis Gemeentehuis Maarn Binder Nieuw gemeentehuis Figuur 3.6: opbouw CO 2-emissies koudemiddelen. Ten opzichte van voorgaande jaren is er geen uitstoot van koudemiddelen bij de voormalige gemeentehuizen Amerongen en Leersum. Echter is bij het cultuurhuis De Binder in Leersum nu wel meegenomen. De totale uitstoot aan koudemiddelen is in 2015 afgenomen in vergelijking met voorgaande jaren. 18 CO 2 voetafdruk koudemiddelen 2009-2011-2013-2015 ton CO 2 16 14 12 10 8 6 4 2 0 2009 2011 2013 2015 Gemeentehuis Amerongen Gemeentehuis Leersum Cultuurhuis Gemeentehuis Maarn Binder Nieuw gemeentehuis totaal Figuur 3.7: CO 2-emissies over de jaren 2009-2015. In 2013 is in de berekeningen een rekenfout gemaakt, dit is gecorrigeerd. Het effect hiervan was totaal 6 ton CO 2. 13

3.5 Papierverbruik In figuur 3.8 staat de verdeling van het papierverbruik en een vergelijking van het papierverbruik met 2011 en 2013. Het totale jaarlijkse papierverbruik van de gemeentelijke organisatie was 12.336 kg. Opgebouwd uit vellen papier, envelop en rollen papier. Verdeling papierverbuik 2015 4% A3 38% A4 enveloppe 50% overig 8% Figuur 3.8 Verbruik papier 14 12 10 CO 2 voetafdruk papier 2011-2013-2015 8 6 4 2011 2013 2015 2 0 A3 A4 enveloppe overig Figuur 3.9 CO2-emissies door papierverbruik in de periode 2009-2015. Het papierverbruik is binnen de gemeentelijke organisatie sterk gedaald. Het beleid om papierlozer te werken, lijkt hiervan de oorzaak te zijn. Vooral het verbruik in overige papiersoorten (afwijkende maten) is sterk afgenomen. 14

4. Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Algemeen De klimaatvoetafdruk van de gemeentelijke organisatie bedraagt 551 ton CO 2. Dit komt overeen met bijna 69 huishoudens 2. De ambitie van een CO 2 -emissie van 0 voor de gemeentelijke organisatie is niet behaald. Doordat de gemeente groene elektriciteit inkoopt en de aardgasemissies compenseert met certificaten (als inherent onderdeel van het gascontract) draagt het energieverbruik niet bij aan de CO 2 -emissies. Zonder compensatie van het aardgas zou de klimaatvoetafdruk stijgen van 551 ton nar 1031 ton CO 2. De reductie van de totale klimaatvoetafdruk van 2015 is 78% ten opzichte van 2009. De CO 2 - emissie is dus licht verder gedaald ten opzichte van 2013. De klimaatvoetafdruk wordt met name bepaald door het thema vervoer. Het verzamelen van de benodigde gegevens is redelijk verlopen. Medewerkers werken graag mee met het aanleveren van de data. Toch blijkt dat niet alle informatie makkelijk boven tafel te krijgen is. De gegevens die makkelijk beschikbaar waren zijn: de brandstofverbruik van het wagenpark,, het papierverbruik en de koudemiddelen. Moeilijker te verzamelen waren het OV-gebruik en de woonwerkverkeerkilometers. Achteraf bleek deze informatie wel beschikbaar te zijn in de gemeentelijke organisatie maar men is niet gewend dit te gebruiken. Verder waren de energieverbruiken moeilijker te verzamelen, vooral omdat dit nog grotendeels gebaseerd is op handmatige op te nemen meterstanden en de veranderingen in de gebouwen die van de gemeente zijn. Energieverbruik, vervoer en papier Het energieverbruik is sterk gedaald ten opzichte van 2013, zowel het elektriciteit- (ca. 9%) als het aardgasverbruik (15%) zijn sterk afgenomen. De belangrijkste oorzaak hiervan is de verhuizing. Het totale effect van deze verhuizing op het energieverbruik is groter, omdat het energieverbruik in 2013 ook al deels werden verlaagd door de verhuizing. Het zakelijk verkeer en het woon-werk verkeer zijn licht gedaald. Van het woonwerk verkeer is het aandeel openbaar vervoer licht gestegen. Het verbruik van brandstof door het wagenpark is gestegen. Het papierverbruik is verder gedaald (ca. 12%) ten opzichte van 2013. 4.2 Aanbevelingen De aanbevelingen voor een lagere klimaatvoetafdruk en het makkelijker opstellen ervan zijn: 1. De energieverbruiken worden nog grotendeels gebaseerd op de meterstanden die door de gemeente zelf worden aangeleverd. Dit kost tijd en het is moeilijk om hiermee precies het verbruik van 1 januari t/m 31 december inzichtelijk te krijgen. Aangeraden wordt om meer gebruik te gaan maken van slimme meters. 2. Maak afspraken met de diverse afdelingen dat ze de informatie al doorsturen naar een centraal punt, op het moment dat het binnenkomt. Dan is bij aanvang van het opstellen van de klimaatvoetafdruk, al veel info beschikbaar. Er kan ook gedacht worden om voor elk jaar de gegevens te verzamelen, zo kan er een mate van routine ontstaan. 3. Het brandstofverbruik van het wagenpark is niet gedaald maar gestegen. Kijk welk afspraken, maatregelen mogelijk zijn om het brandstofverbruik te verlagen. 4. De verbruiken van de energie-aansluitingen van de gemeente vertonen grote variaties. In veel gevallen is niet inzichtelijk wat hiervan de oorzaak is. Er wordt aangeraden om in ieder geval voor de aansluitingen met de grootste verbruiken te kijken naar de mogelijkheden van het opzetten van 2 Volgens Milieucentraal is de voetafdruk van een gemiddeld huishouden 8 ton CO 2 per jaar voor energie in huis en vervoer. 15

een energie-management systeem en het plaatsen van slimme meters bij alle gemeentelijke aansluitingen. 5. Vanaf 2015 wordt het aardgasverbruik niet meer met certificaten gecompenseerd. Hierdoor zal de klimaatvoetafdruk verdubbelen. Er wordt aangeraden om maatregelen te nemen om het energieverbruik te beperken. 16

BIJLAGE 1. VERDELING CO 2 Categorieën 2009 2011 2013 2015 Papier 146,00 25,00 15,18 13,57 Woonwerk verkeer (auto) 360,29 375,51 324,85 311,13 Woonwerk verkeer (OV) 10,98 18,42 Wagenpark + zakelijk verkeer 81,00 406,00 197,10 195,40 Koudemiddelen 7,88 7,88 15,27 12,53 Elektriciteit overig 688,00 50,20 38,49 0,00 Elektriciteit openbare verlichting 426,40 20,24 19,61 0,00 Aardgas 803,00 454,00 0,00 0,00 Totaal CO 2 2.512,57 1.331,50 621,48 551,05 CO 2 -reductie ten opzichte van 2009: 47% 75% 78% 17

Aardgasverbruik in m 3 (gecorrigeerd naar graaddagen) Som van Som van Som van Som van Rijlabels verbruik 2009 verbruik 2011 verbruik 2013 verbruik 2015 Begraafplaatsen 12.357,00 18.312,90 10.958,33 14.102,15 Heuvelweg in Doorn 0,00 0,00 0,00 0,00 Jacob van Wassenaerlaan in Maarn 3.654,00 5.872,04 3.778,70 4.300,00 Oude Arnhemse Bovenweg in Doorn 3.171,00 2.205,38 731,48 2.487,10 Traaij in Driebergen 5.532,00 10.235,48 6.448,15 7.315,05 Brandweer 39.860,50 50.453,76 29.375,93 28.958,06 Industrieweg noord in Amerongen 7.932,00 9.940,86 0,00 0,00 Kampweg in Doorn 11.577,50 10.240,86 10.183,33 13.378,49 Raadhuisplein in Maarn 4.031,00 8.333,33 3.289,81 0,00 Schermlaan in Leersum 12.289,00 18.553,76 12.946,30 12.484,95 Woudenbergseweg in Maarsbergen 0,00 3.384,95 2.956,48 3.094,62 (leeg) 4.031,00 0,00 0,00 0,00 Gem. huis 178.467,00 248.012,90 174.337,04 128.619,35 Bosstraat in Driebergen 34.354,00 43.796,77 24.735,19 31.410,75 Dorpshuisplein in Amerongen 15.628,00 14.094,62 0,00 0,00 Hof in Amerongen 22.108,00 35.562,37 40.224,07 21.004,30 Kerkplein in Doorn 56.012,00 47.179,57 46.745,37 43.621,51 Maarsbergseweg in Leersum 0,00 8.303,23 6.465,74 5.060,22 Raadhuisplein in Maarn 50.365,00 55.910,75 26.180,56 13.393,55 Rijksstraatweg in Leersum 0,00 35.494,62 26.560,19 14.129,03 Traaij te Driebergen 0,00 7.670,97 3.425,93 0,00 Overig 0,00 0,00 2.475,27 Engweg 10 in Driebergen 0,00 0,00 0,00 Engweg 14 in Driebergen 0,00 0,00 2.475,27 Sociale ruimte 2.885,92 26.244,09 10.412,96 2.400,00 Dorpsstraat in Doorn 2.885,92 23.397,85 8.510,19 0,00 Trompstaete in Maarn 0,00 2.846,24 1.902,78 2.400,00 Sport 118.371,95 188.460,22 35.092,59 45.195,70 Buurtsteeg (Eikenlaan) 6.175,00 42.139,78 5.428,70 5.191,40 Buurtweg (korfbal) in Doorn 5.353,95 4.483,87 0,00 0,00 Haarweg (gymzaal) Overberg 10.525,00 8.304,30 5.805,56 8.031,18 Hoflaan (Binder) in Leersum 24.220,00 23.273,12 0,00 0,00 Jagerspad (voormalig dolfijn) in Driebergen 0,00 0,00 16.359,14 Van der Leelaan 1a (gymzaal) in Doorn 0,00 26.887,10 16.579,63 6.777,42 Veenseweg (Blauwe Schuur) in Amerongen. 9.006,00 8.107,53 0,00 0,00 Weidestraat (gymzaal) in Driebergen 5.313,00 1.572,04 7.278,70 8.836,56 Wijngaardsesteeg (sporthal) in Doorn 57.779,00 73.692,47 0,00 0,00 Werf 84.227,00 47.090,32 39.546,30 33.111,83 Burg. Jhr H vd boschstr in Amerongen 10.798,00 5.526,88 0,00 0,00 Jacob van Wassenaerlaan in Maarn 0,00 18.508,60 7.534,26 16.291,40 Pomplaan in Leersum 4.024,00 6.531,18 4.117,59 2.879,57 Sportlaan in Driebergen 69.405,00 16.523,66 23.000,00 8.841,94 Velperengh in Doorn 0,00 0,00 4.894,44 5.098,92 Woning 0,00 0,00 137,63 Acacialaan in Doorn 0,00 0,00 137,63 Eindtotaal 436.169,38 578.574,19 299.723,15 255.000,00 18

Elektra verbruik Kenmerk Straat Huisnr Toev. Plaats verbruik 2009 verbruik 2011 verbruik 2013 verbruik 2015 gebouw Acaialaan (woning) 5 Doorn 2.000 BOSSTRAAT gebouw (brandweerkazerne) 1 DRIEBERGEN-RIJSENBURG 20.530 19.783 25.150 119.471 gebouw Bosstraat (gemeentekantoor) 1 DRIEBERGEN-RIJSENBURG 403.845 376.787 247.365 131.925 Bosstraat 3 gebouw (brandweerkazerne) 3 DRIEBERGEN-RIJSENBURG gebouw Burg Jhr H vd Boschstr 4 AMERONGEN 9.255 8.671 0 0 gebouw BURG VAN DEN BOSCHLAAN 63 LEERSUM 131 41 54 gebouw BURG VAN DEN BOSCHLAAN 63 LEERSUM 2 4 0 gebouw Burg. Jhr. Van de Boschstraat 8 AMERONGEN 137.300 0 gebouw DORPSHUISPLEIN 1 AMERONGEN 12.679 12.859 0 0 gebouw DORPSSTRAAT 2 AC DOORN 10 10 20 gebouw DORPSSTRAAT 33 DOORN 5.094 23.112 0 0 gebouw Eikenlaan 48 MAARN 11.660 6.567 0 7.027 gebouw Engweg (Hoek terrein) 10 DRIEBERGEN-RIJSENBURG 14.750 gebouw Haarweg 31 A OVERBERG 9.990 6.145 6.970 7.525 gebouw Heuvelweg (begraafplaats) Doorn 1.688 0 0 0 gebouw Hof (vml gem huis) 1 AMERONGEN 73.586 43.746 35.761 32.781 gebouw Hof (vml gem huis) 3 Amerongen 3.706 2.723 2.497 gebouw HOFLN 29 LEERSUM 228.530 232.271 0 0 gebouw JACHTLAAN 37 BY DRIEBERGEN-RIJSENBURG 19.463 41.758 41.758 gebouw JACOB VAN WASSENAERLAAN 23 MAARN 0 12.546 4.643 9.406 JACOB VAN WASSENAERLAAN gebouw (aula begraafplaats) 2 MAARN 0 632 2.923 2.659 gebouw Jagerspad (vml Dolfijn Zuid) 7 DRIEBERGEN-RIJSENBURG 3.912 gebouw KAMPWEG (brandweer) 57 DOORN 32.482 39.399 28.126 28.220 gebouw Kerkplein 2 DOORN 512.484 488.967 476.406 418.859 kleedaccommodaties gebouw Amerongen AMERONGEN 7.242 8.804 0 0 gebouw Leersumsestraatweg (woning) 9 Doorn 1.532 gebouw MAARSBERGSEWG (gem huis) 2 LEERSUM 19.221 9.871 6.778 Oude Arnhemse Bovenweg gebouw (aula begraafplaats) 18 DOORN 17.859 2.080 2.567 24.688 gebouw POMPLAAN 3 LEERSUM 1.029 9.900 4.306 9.118 gebouw Raadhuisplein 2 DOORN 232.648 456.866 gebouw Raadhuisplein 1 MAARN 99.020 101.359 103.318 45.414 gebouw RAADHUISPLEIN 2 MAARN 17.870 21.830 160.700 2.766 gebouw Rijksstraatweg 46 LEERSUM 129.148 84.005 52.042 21.816 gebouw SCHERMLAAN 37 LEERSUM 26.477 0 12.862 9.028 gebouw SPORTLAAN 67 DRIEBERGEN-RIJSENBURG 19.941 53.931 33.389 17.629 gebouw TRAAIJ (aula) 301 DRIEBERGEN-RIJSENBURG 14.525 4.130 1.328 1.047 gebouw TRAAIJ (begraafplaats) 303 DRIEBERGEN-RIJSENBURG 6.208 3.223 1.612 gebouw TROMPSTAETE 24 MAARN 8.492 3.417 1.493 gebouw Trompstaete 46 MAARN 3.532 3.470 3.725 19

gebouw TROMPSTAETE 48 MAARN 5.123 6.922 6.420 gebouw Van Bennekomweg (woning) 2 Doorn 666 gebouw VEENSEWEG 27 NABIJ AMERONGEN 21.254 49 18 7 gebouw Veenseweg 29 NST AMERONGEN 7.307 4.736 1.184 gebouw Velperengh 7 DOORN 108.282 114.124 112.415 Weidestraat (gymzaal De gebouw Dolfijn) 7 DRIEBERGEN-RIJSENBURG 4.150 14.206 10.395 10.313 gebouw Wijngaardsesteeg 2 DOORN 0 134.482 0 0 gebouw WOUDENBERGSEWEG 7 MAARSBERGEN 0 17.882 13.412 11.642 gebouw Woudenbergseweg 36 Maarsbergen 6.394 6.331 6.331 20

Wagenpark Afdeling Kenteken Merk Soort brandstof Liters 2015 Liter 2013 wijkbeheer 2 - VZX - 10 Carfter D 2119 965,87 wijkbeheer 2 - VZX - 11 Carfter D 2707 1907,48 wijkbeheer 28 - BS - HN VW LT D 916 865,17 wijkbeheer 11 - VDS - 6 Nissan D 1079 1812,02 wijkbeheer 12 - VDS - 6 Nissan D 711 992,1 wijkbeheer 13 - VDS - 6 Nissan D 2473 2336,71 wijkbeheer 14 - VFK - 5 Nissan D 1531 860,85 wijkbeheer 18 - VLR - 6 Iveco D 1160 2184,99 wijkbeheer 26 - VLR - 6 Iveco D 1788 1308,06 wijkbeheer BZ - DJ - 31 Canter D 688 995,71 wijkbeheer 8 - VSJ - 34 L 200 D 869 1085,09 wijkbeheer VG - 042 - F Opel Movano D weg 529,33 wijkbeheer 45 - BH - VR Opel combo B 252 1200,72 wijkbeheer 10 - BB - DL Toyota D 2180 1048,21 wijkbeheer 74 - BL - KB Toyota D 1087 425,34 wijkbeheer 53 - BV - DG Peugeot D weg 599,42 wijkbeheer 93 - VBK - 1 Piaggio B 32 82,08 wijkbeheer 90 - VRG - 3 Piaggio B 1000 488,06 wijkbeheer 3 - VLZ - 08 Citroen B 1066 1097,47 wijkbeheer 37 - BZ - HP Citroen D 799 647,35 wijkbeheer 40 - BZ - HP Citroen D 722 943,78 wijkbeheer 34 - BP - GF Opel D weg 934,55 wijkbeheer 78-BD-KF Isuzu pickup D 1282 nieuw wijkbeheer 1-VNB-47 Renault Kangoo D 1371 nieuw wijkbeheer 14-VNL-3 Renault Kangoo D 582 nieuw wijkbeheer BV - SB - 54 MAN D 15679 13980,63 wijkbeheer BZ - PB - 41 MAN D 7621 6995,06 wijkbeheer Alhmann D 122 1460,06 wijkbeheer Kubota D 581 1650,33 wijkbeheer John deere D weg 1074,6 wijkbeheer New Holland D 4000 2262,87 service centrum 64-JTG-7 Renault Twingo B 287 355,64 gegevens 2014 voor 2015 service centrum 63-JTG-7 Renault Twingo B 416 306,73 gegevens 2014 voor 2015 service centrum 77-VNX-1 Renault Kangoo D 429 1.464,79 gegevens 2014 voor 2015 service centrum 2-VRR-78 Renault Kangoo D 594 731,94 gegevens 2014 voor 2015 toez hh 35-BZ-HP Citroen Berlingo D 554,39 627,07 toez hh 39-BZ-HP Citroen Berlingo D 309,81 369,68 toez hh 41-BZ-HP Citroen Berlingo D 183,19 334,35 toez hh 42-BZ-HP Citroen Berlingo D 858,75 858,8 Totaal 58049,14 55782,90 21

BIJLAGE 2. ACHTERGROND CO 2 -GEGEVENS Allereerst wordt er toelichting gegeven over wat er wel en niet is meegenomen in de klimaatvoetafdruk per categorie. Daarnaast wordt een overzicht gegeven wat de bron ofwel herkomst van de gegevens zijn geweest. Toelichting: Aardgas Het aardgas wordt gebruikt in gebouwen voor verwarming. In de klimaatvoetafdruk is dat verbruik meegenomen waarvoor de gemeente de rekening betaald. In enkele gevallen zoals bij sportgebouwen kan het wel zo zijn dat de rekening aan bijvoorbeeld een sportvereniging of exploitant wordt doorgesluisd. Elektriciteit: Openbare verlichting, reclame en abri s: De gemeente betaald Greenchoice voor het elektriciteitsverbruik van de openbare verlichting, reclame s en abri s. Deze verbruiken worden niet gemeten, er wordt alleen een post in rekening gebracht bij de gemeente voor het elektriciteitsverbruik op basis van een berekening. Conform afspraken wordt er elektriciteit geleverd die is opgewekt door windturbines waarvan de certificaten SMK-gekeurd zijn. Het verbruik is ingeschat op basis van de kosten die bij de gemeente in rekening zijn gebracht. Elektriciteit algemeen: De elektriciteit die de gemeente verbruikt wordt zelf opgewekt (zonne-energie) en geleverd door Greenchoice. Conform afspraken wordt er elektriciteit geleverd die is opgewekt door windturbines waarvan de certificaten SMK-gekeurd zijn. Hierdoor is de uitstoot hiervan bijna nul. Conversiefactoren (bron Handboek CO2 prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen: Wind: 15 g CO2/kWh Koudemiddelen: Bij koelinstallaties waaronder ook airco s wordt gebruik gemaakt van koudemiddelen. Bij het gebruik hiervan is er altijd een minieme hoeveelheid die ontsnapt en dan gaat bijdragen aan het broeikaseffect. Het effect van de koudemiddelen wordt bepaald op basis van kengetallen en de hoeveelheid kg koudemiddel dat de gemeentelijke organisatie gebruikt. De richtlijnen hiervoor staan in tabel B.1. Tabel B.1 Richtlijnen lekverliezen Type koelinstallaties Lekverlies richtwaarde Toelichting Water-koelinstallaties - Package unit 2 % Compacte en robuuste bouw koelinstallatie waarbij het gehele koudemiddelcircuit in de fabriek is gemonteerd en getest - Split systeem 3,5 % Gemonteerd en met koudemiddel gevuld op locatie Split systemen, DX 3,5 % Gevoelig voor montage DX in LB-kast 3,5 % Bron: GPG Airco Utiliteit Achtergrondrapport, B&O-A R 2005/294, TNO-rapport, oktober 2005. 22

Conversiefactoren (bron Handboek CO2 prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen: R407C: 1.775 kg CO2/kg R410A: 2.090 kg CO2/kg Wagenpark: Het wagenpark bestaat uit 36 auto s van de afdelingen wijkbeheer, service centrum en toezicht/handhaving. Tabel B2 Overzicht dienstauto s wijkbeheer service centrum Toezicht en handhaving 2 - VZX - 10 64-JTG-7 35-BZ-HP 2 - VZX - 11 63-JTG-7 39-BZ-HP 28 - BS - HN 77-VNX-1 41-BZ-HP 11 - VDS - 6 2-VRR-78 42-BZ-HP 12 - VDS - 6 13 - VDS - 6 14 - VFK - 5 18 - VLR - 6 26 - VLR - 6 BZ - DJ - 31 8 - VSJ - 34 VG - 042 - F 45 - BH - VR 10 - BB - DL 74 - BL - KB 53 - BV - DG 93 - VBK - 1 90 - VRG - 3 3 - VLZ - 08 37 - BZ - HP 40 - BZ - HP 34 - BP - GF BV - SB - 54 BZ - PB - 41 Alhmann Kubota John deere New Holland Conversiefactoren (bron Handboek CO2 prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen: Benzine: 2,78 kg CO 2 /liter brandstof Diesel: 3,135 kg CO 2 /liter brandstof 23

Woonwerk verkeer: Het woonwerkverkeer bestaat uit het gebruik van brandstoffen door auto s, scooters, trein en bus, door het personeel om op het werk te komen. De medewerkers maken gebruik van een openbaarvervoerspas. Deze pas registreert echter niet het aantal gereden kilometers. Op basis van het uitgekeerde OV-bedrag door de salarisadministratie is berekend hoeveel kilometers de medewerkers met het openbaar vervoer hebben gereisd. Hiervoor zijn de volgende aannames gemaakt: - Een medewerker reist 2 dagen/week met het openbaar vervoer. - Het tarief om te reizen met het openbaar vervoer is 0,145 euro/kilometer. - 50% van de OV-kilometers is afgelegd met een bus, 50% van de OV-kilometers is afgelegd met de trein. Conversiefactoren (bron Handboek CO2 prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen: Bus: 14 g CO 2 /reizigerskm Trein: 39 g CO 2 /reizigerskm Brandstoftype niet bekend: 220 g CO 2 /voertuigkm Zakelijke verkeer: Het autoverkeer en openbaar vervoer voor verkeer tijdens en voor werktijd. Papier Het papierverbruik 2015 is gebaseerd op facturen/leveringsbonnen voor alle vormen van papierverbruik. In de literatuur zijn verschillende conversiefactoren om te berekenen hoeveel CO 2 -uitstoot de productie van een kilo papier levert. De papier industrie heeft veel gedaan om de CO 2 - uitstoot in kaart te brengen en te verlagen. Zo bestaat 80% van het nieuwe papier en karton uit gerecycled oudpapier en karton. De conversiefactor is op basis van informatie van papier en karton en de Climate neutral Group verlaagd naar 1,1 kg CO 2 /kg papier 3. 3 Bron: Review emissiefactoren 2013, Climate neutral Group 24

BIJLAGE 3. INFORMATIEBRON VAN DE VERZAMELDE GEGEVENS Aardgas Dit betreft het aardgasverbruik voor gebouwen. De aardgas voor de gemeente wordt geleverd door Eneco Energie. Op basis van jaarrekeningen is het aardgas verbruik bepaald. Informatie: Mevrouw J. Quint. Elektriciteit algemeen: De leverancier van elektriciteit voor alle aansluitingen van de gemeente is Eneco. Deze partij levert groene stroom opgewekt met wind met SMK-keur, vanaf januari 2010 aan alle gemeenten die deelnemen aan de collectieve inkoop van energie zoals die via de BRU is georganiseerd. Op basis van facturen (jaarafrekening) is het verbruik aansluit bepaald. Informatie elektriciteit: Mevrouw J. Quint Informatie openbare verlichting, reclame en abri s: De heer P. Witmer Informatie zonnepanelen (PV): De heer E. Mikkers (Omgevingsdienst regio Utrecht) Wagenpark: De gemeente Utrechtse Heuvelrug is in 2014 een project gestart om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het wagenpark te verduurzamen. In het kader van het onderzoek is het wagenpark geïnventariseerd. De resultaten van deze inventarisatie zijn gebruikt voor het bepalen van de klimaatvoetafdruk. Informatie: De heer E. Mikkers (Omgevingsdienst regio Utrecht) Koudemiddelen: Het gebruik van koudemiddelen in de gemeentelijke gebouwen is ingeschat door te kijken naar het aantal airco s en koelinstallaties. Informatie: De heer C. Radix. Woon-werk verkeer: Het aantal woon-werk kilometers is gebaseerd op de reiskostenvergoeding. Medewerkers maken ook gebruik van een openbaar vervoerpas (47 medewerkers) en worden gevraagd het aantal fietskilometers te registreren. De registratie is hiervan is echter op basis van vrijwilligheid. Informatie: Mevrouw C. Petersen-Methorst Zakelijke verkeer: Het aantal zakelijke kilometers is aangeleverd door de salarisadministratie (postbussalaris@heuvelrug.nl). Informatie: mevrouw C. Petersen-Methorst 25

Papier: De benodigde overzichten van het papierverbruik zijn berekend op basis van bestellingen. Het betreft informatie van: - Papier voor grootformaat afdrukmachines A0 en A1 - Aantal pakken/vellen A4 en A3 - Enveloppen en briefpapier Informatie: mevrouw A. Hop 26