Uitwerking pijler 1 i.r.t. DIGIMV Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau

Vergelijkbare documenten
Vragenlijst pijler 1 Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau

Vragenlijst pijler 1

Vragenlijst pijler 1. Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau. VGN, december 2014

Vragenlijst pijler 1

Kerngegevens op organisatieniveau (Pijler 1)

Definitieve vragenlijst Kerngegevens Gehandicaptenzorg 2018

Uitwerking uniforme inkoopcriteria

De rol van cliëntenraden bij het kwaliteitsbeleid en het zorgplan. Dialoog in de dagelijkse praktijk van cliëntenraden en zorgaanbieders

Uitwerking uniforme inkoopcriteria

TOELICHTING MONITOR Onderdeel Kwaliteit. 1. Basis versterken. a. Het resultaat van het meest recente IGZonderzoek

Vragenlijst pijler 2A Kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau

FAQ kwaliteitskader VGN

Vragenlijst pijler 2A Kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau. Uitvraag 2015

Rectificatie Inkoopsystematiek inclusief nieuwe bijlage landelijke criteria

1. Domein Lichamelijk welbevinden

Rapport van het inspectiebezoek aan Totaalzorg 2000 te Almere op 14 januari Hertogenbosch, Februari 2011

Toetsingskader prijscriteria 2015

FAQ kwaliteitskader VGN

Geen zorgen over zorgplannen

De gegevens uit pijler 1 en 2A worden (wettelijk verplicht) jaarlijks opgenomen in het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JVM).

Overzicht kwaliteitsindicatoren gehandicaptenzorg. Versie 12 februari 2008

Wet Zorg & Dwang FACTSHEET. April 2014

Samen leren en verbeteren

Kwaliteitsrapport 2018 Versie voor cliënten

Aan: zorgaanbieders en zorgprofessionals

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Rapport van het inspectiebezoek op 21 januari 2014 aan woon-en trainingslocatie Traject te Zwolle

Thema. De positie van de cliënt na afschaffing van het bouw regime en de rol van de inspectie

gehandicapten ehandicaptenzorg

Amsterdam, Mei Rapport van het inspectiebezoek aan Souvel Thuiszorg te Zaandam op 13 februari 2014

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Maatwerk in Zorg te Amsterdam op 10 juni Utrecht December 2016

s-hertogenbosch Mei 2012 Rapport van het inspectiebezoek aan CDzorg te Heeze op 10 april 2012

Utrecht mei Rapport van het inspectiebezoek aan Esila Zorg te Rotterdam op 7 maart 2014

Commissie VBM September Procedure Besluitvorming toepassen vrijheidsbeperkende maatregelen

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Gezinshuis Ruveyda op 5 november Utrecht Januari 2016

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Utrecht, mei Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Change Your life te Roermond op 15 december 2016

Analyse verbeterpunten psychofarmacagebruik

Stelling 1 De cliënt is eigenaar van zijn eigen ondersteuningsplan

Amsterdam Maart Rapport van het inspectiebezoek aan SKy Zorg te Hilversum op 28 november 2013

NieuwsBRIEF. Special Kwaliteitskader Nr. 4 / Juni Waarom een Nieuwsbrief Special? Inhoud

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Thuiszorg Brasamie te Amsterdam op 7 september Utrecht december 2015

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Boerderij Ruimzicht te Oldelamer op 10 januari Amsterdam, mei 2013

Bijlage criterium kwaliteit: Toelichting Methode kwaliteitsformat

Rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek aan Stichting Philadelphia Zorg, Boerderij Hemmen, te Hemmen op 4 juni 2013

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Thuiszorg

Rapport van het inspectiebezoek aan Planaid B.V. te Steenwijk/De Bult op 22 januari Amsterdam Januari 2014

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kamillehof Dongepark Gehanteerde lijst

Digitale vragenlijst De vragenlijst is opgezet als een "webbased survey", een vragenlijst die via het Internet ingevuld kan worden.

POPULAIR 2015 JAARVERSLAG

Utrecht, maart Rapport van het inspectiebezoek aan Thuizsorg B.V. in Den Haag op 18 februari 2019

Toelichting monitor Onderdeel Kwaliteit. 1. Cliënten - gehandicaptenzorg

Rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek aan Stichting Philadelphia Zorg, locatie De Grip te Zetten, op 4 juni 2013

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorgboerderij De Borkeld te Rijssen op 26 november Utrecht, februari 2017

Rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek aan stichting Philadelphia Zorg, locatie Schotbalk te Urk op 28 maart Amsterdam, juni 2013

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kristal De Doelen 8 januari uur Gehanteerde lijst

HANDREIKING KWALITEITSRAPPORT EN EXTERNE VISITATIE

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorgstad Nederland te Amsterdam op 16 november Utrecht, December 2015

Werden in. Werden de gegevens. Toelichting meest rechter kolom 2015 deze. in 2015 gebruikt in. op planning en control cyclus: informatiebron om

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Ophovenerhof te Sittard op 18 mei Utrecht, oktober 2017

Met deze aanbieders wordt in dialoog bekeken of en op welke wijze de uitkomsten van de proeftuin meegewogen kan worden. 1

Utrecht, juli Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Bewust4Beter Care Services v.o.f. te Baarn op 9 maart 2017

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Hogepad Oosterheem 30 oktober uur Gehanteerde lijst

Rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek aan Philadelphia Zorg, Virgohof te Amsterdam op 14 mei Amsterdam, juli 2013

Rapport van het inspectiebezoek aan Particuliere Thuiszorg Cristal Care v.o.f. te Rotterdam op 13 januari Utrecht maart 2016

Van Wet Bopz naar Wet Zorg en Dwang

Utrecht, juli Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Care 2 Get There in Rotterdam op 6 april 2017

Terugdringen van vrijheidsbeperkingen (?)

Rapport van het inspectiebezoek aan Freya Zorg & Welzijn Friesland B.V. te Leeuwarden op 18 juni Utrecht Oktober 2015

follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Zorg & Welzijn Nederland B.V. te Arnhem op 31 oktober 2016 Utrecht, maart 2017

Rapport van het vervolg inspectiebezoek aan Thuiszorgorganisatie Centraalzorg Vallei & Heuvelrug te Leusden op 3 januari 2014

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Zorgbureau De Tulp te Rotterdam op 26 april Utrecht, augustus 2017

Uw mailbericht, met bijlagen, heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, in oprichting (hierna: de inspectie) in goede orde ontvangen.

Bijlage: Formulier Kwaliteitsformat zorginkoop AWBZ 2013

Rapport van het inspectiebezoek aan Kediante Zorgservice B.V. te Amsterdam op 7 september Utrecht oktober 2015

Wat gaat goed, wat kan beter? Kwaliteitsrapport Pluryn 2017

Follow up Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Esila Zorg te Rotterdam op 7 maart Utrecht Januari 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan H.V.P. Zorg B.V. te Den Haag op 19 januari Den Haag, februari 2012

Benchmarkrapport: Stichting 's Heeren Loo. Stichting 's Heeren Loo. Kengegevens Naam. Stichting 's Heeren Loo. Amersfoort

Benchmarkrapport: Stichting Adullam voor Gehandicaptenzorg. Stichting Adullam voor Gehandicaptenzorg. Kengegevens Naam

Rapport Stichting Brentano Amstelveen (Hulp bij huishouden)

Jaarplanning Medezeggenschapsraad RK de Regenboog schooljaar

Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Indicatoren Zichtbare Mondzorg Tandprothetici. Inleiding. Terugkoppeling praktijkgegevens zorginhoudelijke indicatoren

Zorginhoudelijke indicatoren (ZI) Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. september 2009

Hertoetsrapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Relaunch, handelsnaam van Cok van den Heuvel Motoren in Tiel op 15 november 2018

Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg Geen Punt B.V. te Venlo op 9 september Utrecht Oktober 2015

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Zorgfix Thuiszorg te Almere op 15 januari Utrecht Mei 2014

Stichting 'Samenwerkende Woon- en Zorgvoorzieningen voor Lichamelijk en Meervoudig Gehandicapten' (SWZ)

Sámen maken we de zorg steeds beter. Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Janelco Begeleid Wonen met Zorg BV te Oss op 10 mei Utrecht, september 2017

Utrecht, maart Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Nova Zorggroep in Den Haag op 28 januari 2019

Utrecht, juni Rapport van het inspectiebezoek aan Sterck Amsterdam B.V. te Amsterdam op 28 april 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggarant thuiszorg locatie Apeldoorn op 2 december 2013

Rapport van het onaangekondigde inspectiebezoek aan NOVO, locatie Bruggenhoofd te Appingendam op 27 augustus Amsterdam, november 2013

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek aan NOVO, locatie Helpman, te Groningen op 10 september Amsterdam, november 2013

Wet zorg en dwang. Informatie & toepassing. 28 mei 2019 Irme de Bonth Marjolein van Vliet.

Transcriptie:

1 Uitwerking pijler 1 i.r.t. DIGIMV Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau

2 Jaarverantwoording gehandicaptenzorg 2011 De Jaarverantwoording Gehandicaptenzorg 2011 bestaat uit 3 hoofdstukken. Het maatschappelijk verslag, de jaarrekening en DigiMV. De vragenlijst pijler 1 die de VGN heeft ontwikkeld in het kader van de vernieuwde werkwijze Kwaliteitskader wordt in de systematiek van de Jaarverantwoording opgenomen. De vragenlijst heeft betrekking op paragraaf C1.1.4 van DigiMV. Alleen dit onderdeel van de Jaarverantwoording wijzigt ten opzichte van voorgaande jaren. DigiMV De vragenlijst pijler 1 van de VGN is inpasbaar in DigiMV. In de eerste versie van de vragenlijst pijler 1 van de VGN was een aantal vragen opgenomen over het profiel van de organisatie. Deze vragen werden al in A1 en A4 van DigiMV gesteld en zijn daarom komen te vervallen in de vragenlijst pijler 1. Het uitgangspunt is geweest dat daar waar dubbelingen zitten tussen DigiMV en de vragenlijst pijler 1 van de VGN, de tekst van het DigiMV leidend is. Dit heeft tot gevolg dat de huidige inhoud van categorie C1.1.4 kwaliteitsindicatoren van DigiMV, wordt vervangen door de VGN-vragenlijst pijler 1. DigiMV blijft verder ongewijzigd. Om te kunnen monitoren hoeveel vragenlijsten op cliëntniveau zijn aangeleverd door een zorginstelling wordt het totaal aantal cliënten dat in zorg is op 31 december 2012 aan het begin van de vragenlijst opgevraagd. Hier kunt u het aantal uit het Jaardocument (A.2.13) overnemen. Omdat er voor 1 juni 2012 geen koppeling is tussen beide bestanden zijn wij genoodzaakt dit nogmaals uit te vragen. Vragenlijst en toelichting Deze vragenlijst die is ontwikkeld is m.b.v. een web portal in te vullen. De gegevens die worden ingevoerd worden ter accordering voorgelegd aan de zorgaanbieder voordat zij worden doorgeleverd aan DigiMV. Bij elke vraag is een toelichtende tekst en een definitie beschikbaar, hiervoor kunt u op het help icoontje klikken. Als dat niet voldoende informatie oplevert kunt u ook contact opnemen met de helpdesk, dagelijks van 9.00 17.00 bereikbaar op telefoonnummer xxxxxxxx. Opmerking bij het invullen Bij de meeste vragen wordt onderscheid gemaakt tussen de antwoord categorieën ja/in ontwikkeling/nee. Het gaat bij het antwoord geven op de vragen erom dat de zaken waarom wordt gevraagd aantoonbaar aanwezig zijn. Als men ja invult bij een vraag dan betekent dit dat dit aantoonbaar aanwezig is, bij in ontwikkeling is het aantoonbaar deels aanwezig en bij nee is het niet aanwezig.

3 DigiMV Identificatienummer KvK: Totaal aantal cliënten in zorg op 31 december 2011, conform Jaarverantwoording 1 : C 1.1.4 Kwaliteitsindicatoren BELANGEN 1. Medezeggenschap Heeft uw organisatie beleid geformuleerd op het gebied van medezeggenschap voor cliënten? Heeft uw organisatie beleid geformuleerd op het gebied van medezeggenschap van cliëntvertegenwoordigers? Hoe heeft de organisatie de medezeggenschap voor cliënten en/of verwanten georganiseerd? (Meerdere antwoorden mogelijk) Medezeggenschap Wie neemt deel 0 Centraal niveau (CCR) O Cliënt 0 Verwanten 0 Decentraal niveau (vb huiskamerberaad, locatieberaad) 0 Cliënt 0 Verwanten 0 Geen medezeggenschap georganiseerd Worden de cliënten of verwantenraad betrokken bij de volgende aspecten binnen uw organisatie? (Meerdere antwoorden mogelijk) Verbeterplannen Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Betrokken 0 Ja 0 Nee 0 Ja 0 Nee Welk niveau 0 Centraal niveau 0 Decentraal niveau 0 Centraal niveau 0 Decentraal niveau Kan uw organisatie aantonen dat adviezen van cliëntenraden worden meegenomen o bij het evalueren en aanpassen van beleid o bij de keuze van verbeteracties 1 Hiermee wordt het totaal aantal cliënten bedoeld conform opgave voor de Jaarverantwoording 2011 (A.2.13). Het betreft het totaal van het aantal cliënten in een instelling op basis van een ZZP met en zonder dagbesteding, aantal cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis en aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met begeleiding of dagbesteding (op basis van de functies BGI en/of BGG) voor zover niet opgenomen in een instelling)

4 2. Klachten Beschikt uw organisatie over een klachtenregeling voor cliënten? Heeft uw organisatie voor cliënten een klachtencommissie 2 ingesteld o -met een onafhankelijke 3 voorzitter? o -met onafhankelijke 3 leden? Ontvangen cliënten en hun vertegenwoordigers systematisch op een voor hen begrijpelijke wijze, informatie over de klachtenregeling? Kan uw organisatie aantonen welke verbeteracties zij heeft uitgevoerd naar aanleiding van de aanbevelingen uit het jaarverslag van de klachtencommissie van het afgelopen jaar? 3. Vertrouwensregeling/vertrouwenspersoon Beschikt uw organisatie over een vertrouwensregeling? Ja/in ontwikkeling/nee Heeft uw organisatie voor cliënten een vertrouwenspersoon? Kan uw organisatie aantonen dat de bevindingen (op geaggregeerd niveau) van de vertrouwenspersoon worden meegenomen; o bij het evalueren en aanpassen van beleid o bij het uitvoeren van verbeteracties 4. Cliëntervaring/cliënttevredenheid 4 Wordt in uw organisatie de cliëntervaring/cliënttevredenheid onderzocht? Ja/in ontwikkeling/nee Indien Ja: Hoe vaak onderzoekt u dit? En door wie wordt het onderzoek uitgevoerd? (meerdere antwoorden mogelijk) Hoe vaak onderzoeken cliëntervaring Alle cliënten 5 Wie voert uit 0 Meerdere keren per jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 0 Een keer per jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 0 Een keer in de twee jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 0 Een keer in de drie jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 0 Minder dan een keer in de drie jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 2 Het kan ook zijn dat u bij een externe klachtencommissie bent aangesloten 3 Met onafhankelijk wordt bedoeld, niet in loondienst/werkzaam bij de organisatie 4 Het betreft bij deze vraag de ervaringen en/of tevredenheid van de cliënten en/of verwanten 5 Bij deze categorie kan ook ja worden aangekruist indien het een representatieve steekproef betreft

5 ZORGAFSPRAKEN EN ONDERSTEUNINGSPLAN 5. Zorg- en ondersteuningsplan 5.1 Heeft uw organisatie de zorg- en ondersteuningsplansystematiek beschreven? 5.2 Wordt deze zorg- en ondersteuningsplansystematiek periodiek (volgens een intern vastgestelde frequentie) geëvalueerd en bijgesteld? 5.3 Kunt u aantonen dat de zorg- en ondersteuningsafspraken bij alle cliënten, die langer dan 6 weken in zorg zijn, in een zorg- en ondersteuningsplan zijn vastgelegd? 0 Ja (100% van de cliënten) 0 In ontwikkeling (< 100% en > 75% van de cliënten) 0 Nee (<= 75% van de cliënten) 5.4 Kunt u aantonen dat het zorg- en ondersteuningsplan bij alle cliënten minimaal een keer per jaar geëvalueerd en bijgesteld wordt? 0 Ja (>= 95% van de cliënten) 0 In ontwikkeling (< 95% en > 75% van de cliënten) 0 Nee (<= 75% van de cliënten) 5.5 Hebben alle cliënten 6 ingestemd met hun zorg- en ondersteuningsplan? 0 Ja (>= 95% van de cliënten) 0 In ontwikkeling (< 95% en > 75% van de cliënten) 0 Nee (<= 75% van de cliënten) 6. Besluit Zorgplanbespreking AWBZ zorg, artikel 2 lid 3: Indien de cliënt dan wel, indien artikel 3 van toepassing is, de in dat artikel bedoelde persoon of personen niet tot bespreking van de in het eerste lid bedoelde onderwerpen, de evaluatie of het actualiseren van het zorgplan bereid zijn, houdt de zorgaanbieder bij de vastlegging, evaluatie of actualisering van het zorgplan zoveel mogelijk rekening met de veronderstelde wensen en de bekende mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

6 CLIËNTVEILIGHEID 6. Risico-inventarisatie 7 6.1 Heeft uw organisatie beleid opgesteld voor het uitvoeren van een risico-inventarisatie op cliëntniveau? 6.2 Wordt dit beleid periodiek (volgens intern vastgestelde frequentie) geëvalueerd en bijgesteld? 6.3 Maakt de risico-inventarisatie onderdeel uit van uw zorg- en ondersteuningsplansystematiek? 6.4 Heeft uw organisatie voor alle cliënten een risico-inventarisatie uitgevoerd? 0 Ja (>= 95% van de cliënten) 0 In ontwikkeling (< 95% en > 75% van de cliënten) 0 Nee (<= 75% van de cliënten) 6.5 Worden de uitkomsten van de risico-inventarisatie op cliëntniveau vastgelegd 7. Registratie en evaluatie van incidenten 8 7.1 Heeft uw organisatie beleid opgesteld voor registratie en evaluatie van incidenten? 7.3 Wordt dit beleid periodiek (volgens intern vastgestelde frequentie) geëvalueerd en bijgesteld? 7.4 Heeft uw organisatie een systeem beschikbaar waarmee de prevalentie (het vóórkomen) van incidenten op cliëntniveau beschikbaar is? 7.5 Kunt u aantonen dat de geregistreerde incidenten op organisatieniveau geanalyseerd worden? 7.6 Kunt u aantonen dat de geregistreerde incidenten op cliëntniveau geanalyseerd worden? 7.7 Kunt u aantonen dat de analyse leidt tot verbeteracties? 0 op organisatieniveau 0 op cliëntniveau 7.8 Maakt uw organisatie gebruik van aanvullende methodieken (zoals bijvoorbeeld Prisma of Bowtie) als het gaat om nadere analyse van incidenten? 7 Een gestructureerde en systematische inventarisatie van risico s die de cliënt loopt, gegeven zijn beperkingen en mogelijkheden. Aangevuld met daarop gebaseerde acties en handreikingen om op een verantwoorde manier om te gaan met deze risico s. Het gaat niet primair om het voorkomen van risico s maar om een inventarisatie van risico s en het maken van een verantwoorde aanpak op basis van deze inventarisatie. 8 Onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die tot schade aan de patiënt heeft geleid, of had kunnen leiden, dan wel (nog) zou kunnen leiden.

7 8. Vrijheidsbeperkende maatregelen 9 8.1 Heeft uw organisatie beleid opgesteld op het gebied van vrijheidsbeperkende maatregelen? 8.2 Wordt dit beleid periodiek (volgens intern vastgestelde frequentie) geëvalueerd en bijgesteld? 8.3 Maakt uw organisatie in voornoemd beleid onderscheid tussen vrijheidsbeperkende maatregelen op het gebied van de WGBO (veiligheid) en op het gebied van de wet BOPZ (dwang)? Onderstaande vragen hebben betrekking op BOPZ, u hoeft deze vragen alleen in te vullen als uw organisatie vrijheidsbeperkende maatregelen uitvoert in het kader van de wet BOPZ 8.4 Welk type vrijheidsbeperkende maatregelen worden binnen uw organisatie toegepast? Maatregel Wel/Niet Toegepast 0 Afzondering in afzonderingsruimte Wel/Niet 0 Separeren in separatieruimte Wel/Niet 0 Fixatie Wel/Niet 0 Gedwongen medicatie Wel/Niet 0 Onder dwang geven van vocht en voeding Wel/Niet 8.5 Kunt u aantonen dat u de verantwoordelijkheidstoedeling heeft geregeld bij het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen? 8.6 Kunt u aantonen dat in uw organisatie de toegepaste vrijheidsbeperkende maatregelen periodiek (volgens intern vastgestelde frequentie) worden geëvalueerd? 8.7 Heeft uw organisatie beleid opgesteld over het verminderen en voorkómen (preventie) van vrijheidsbeperkende maatregelen? 9 Alle maatregelen (fysiek en verbaal) die de vrijheid van cliënten beperken. (IGZ, 2010)

8 9. Medicatieveiligheid 10 9.1 Heeft uw organisatie beleid opgesteld op het gebied van medicatie? Indien ja, Is in het beleid een vaste werkwijze voor het hele proces van voorschrijven tot en met gebruik en evaluatie vastgesteld? 0 Ja 0 Nee 9.2 Wordt dit beleid periodiek (volgens intern vastgestelde frequentie) geëvalueerd en bijgesteld? 9.3 Heeft uw organisatie een persoon of commissie aangesteld die verantwoordelijk is voor het medicatiebeleid? 9.4 Heeft uw organisatie een duidelijke, gestructureerde en werkbare werkwijze voor het doorgeven van wijzigingen in de voorgeschreven medicatie aan alle betrokkenen (zowel intern als met externe partners) opgesteld? 9.5 Worden medicatiefouten conform beleid, binnen uw organisatie op cliëntniveau geregistreerd? 9.6 Kunt u aantonen dat in uw organisatie de geregistreerde medicatiefouten periodiek worden geëvalueerd? 0 op organisatieniveau 0 op cliëntniveau 9.7 Kunt u aantonen dat er verbeteracties zijn uitgevoerd naar aanleiding van evaluatie van medicatiefouten? 0 op organisatieniveau 0 op cliëntniveau 10 Zie voor meer informatie de handreiking medicatieveiligheid van de VGN

9 KWALITEIT VAN MEDEWERKERS EN ORGANISATIE 10. Kenmerken medewerkers 10.1 Kunt u voor uw organisatie het gemiddelde ziekteverzuimcijfer (vernet) van het jaar 2010 en 2011 weergeven? Gemiddeld ziekteverzuim 2010:..% Gemiddeld ziekteverzuim 2011:..% Geef de bandbreedte aan van het gemiddelde ziekteverzuim per maand (vernet) op organisatieniveau voor het jaar 2011. van.% (laagste) tot % (hoogste) 10.2 Leeftijdsverdeling o Geef de verdeling van het personeel in dienstverband 11, op 31 december 2011, aan, verdeeld over onderstaande leeftijdsgroepen Leeftijd Tot en met 19 jaar 20-29 jaar 30 39 jaar 40 49 jaar 50 59 jaar 60 jaar en ouder Aantal fte o Hoeveel personen hebben op 31 december 2011 een dienstverband 8 met uw organisatie afgesloten? aantal personen 10.3 Dienstverband Geef aan wat de gemiddelde lengte van het dienstverband 9 van medewerkers is op 31 december 2011.jaar gemiddelde lengte dienstverband medewerkers 10.4 Parttime factor o Geef aan wat de gemiddelde omvang (in fte) is van het dienstverband 9 van uw medewerkers op 31 december 2011. fte gemiddelde omvang dienstverband medewerkers 9 Bij deze vragen dienen alle medewerkers met een arbeidsovereenkomst (vast of tijdelijk) te worden meegeteld. Onder arbeidsovereenkomst wordt verstaan een contract tussen werknemer en werkgever, waarin minimaal vastgelegd wordt wat de arbeidstaken, het dienstverband en bijbehorend loon zullen zijn van de aangenomen werknemer. Werknemers die worden ingehuurd via een uitzendbureau worden in deze vragen niet meegenomen. Leerlingen vallen ook niet onder deze definitie

10 10.5 Scholing o Is er binnen uw organisatie een scholingsbeleid waarin actief wordt ingespeeld op scholingsvragen en -behoeften van medewerkers? 0 Ja 0 Nee Indien Ja: Kunt u aangeven hoeveel medewerkers in 2011 hebben deelgenomen aan: Scholing op zorginhoudelijk gebied Overige scholing aantal medewerkers aantal medewerkers o Besteedt uw organisatie jaarlijks meer of minder als 2% (dit is conform CAO) van uw omzet aan scholing en scholingsactiviteiten? 0 2% of meer van de omzet 0 Minder dan 2% van de omzet o o Heeft uw organisatie (scholings)beleid opgesteld op het gebied van voorbehouden en risicovolle handelingen? (indien nee, ga door met vraag 11) Wordt bovengenoemd (scholings)beleid periodiek (volgens intern vastgestelde frequentie) geëvalueerd en bijgesteld? o Kunt u aantonen dat alle medewerkers die voorbehouden en risicovolle handelingen verrichten bevoegd en bekwaam zijn?

11 11. Medewerkersonderzoek Wordt in uw organisatie een medewerkersonderzoek uitgevoerd? Ja/Nee Indien Ja: Hoe vaak voert u dit onderzoek uit? En door wie wordt het onderzoek uitgevoerd? (meerdere antwoorden mogelijk) Hoe vaak uitvoeren Alle medewerkers Wie voert uit medewerkers onderzoek krijgen vragenlijst 0 Meerdere keren per jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 0 een keer per jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 0 een keer per twee jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 0 een keer per drie jaar Ja/Nee Zelf/externe partij 0 Minder dan een keer per drie jaar Ja/Nee Zelf/externe partij Worden de uitkomsten van het medewerkers onderzoek ook met de cliëntmedezeggenschap-partijen besproken? Ja/Nee Indien Ja, gebeurt dit dan op: (meerder antwoorden mogelijk) 0 Centraal niveau 0 Decentraal niveau 12. Klachten 6. Beschikt uw organisatie over een klachtenregeling voor medewerkers? 7. Heeft uw organisatie voor medewerkers een klachtencommissie ingesteld -met een onafhankelijke voorzitter? -met onafhankelijke leden? 13. Vertrouwenspersoon Heeft uw organisatie voor medewerkers een vertrouwenspersoon gerealiseerd?

12 Concept toelichting De onderhavige operationalisering van de eerste pijler binnen de vernieuwde werkwijze van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg laat zien dat de weg die door de sector wordt ingeslagen van wezenlijk andere aard is dan de tot nu toe gangbare werkwijze om objectieve kwaliteitsinformatie te verzamelen en vast te leggen. Met deze vragenlijst wordt gemeten of en in hoeverre organisaties aan een aantal minimumvoorwaarden voldoen, die de sector voor zichzelf heeft geformuleerd, gebaseerd op de informatiebehoefte van onze stakeholders. Deze hebben betrekking op: Belangen Zorgafspraken en ondersteuningsplan Cliëntveiligheid Kwaliteit van medewerkers en organisatie Door het invullen van deze vragenlijst geven bestuurders van organisaties aan of zij aan deze minimumvoorwaarden voldoen. De onderhavige vragenlijst biedt, na verwerking en analyse van gegevens, inzicht in of organisaties aan een aantal kwaliteitseisen voldoen. Voor (externe) partijen kan dit aanleiding zijn om nader onderzoek te doen naar het waarom achter de antwoorden. Vanzelfsprekend zal de sector hierbij volledige openheid betrachten. Uitgangspunt bij het invullen van de vragenlijst is high trust, high penalty, dit houdt in dat elke bestuurder erop afgerekend kan worden als blijkt dat de vragenlijst niet naar waarheid is ingevuld. Doordat de gegevens uit de onderhavige vragenlijst worden opgenomen in de Jaarverantwoording Gehandicaptenzorg is voor iedereen openbaar in hoeverre aan de minimumvoorwaarden wordt voldaan.

13 Toelichting per vraag BELANGEN 1.De beschikbaarheid van een vorm van medezeggenschap voor cliënten en of de medezeggenschap bij een aantal onderwerpen wordt betrokken Cliënten moeten invloed kunnen uitoefenen op zaken die hen raken of die belangrijk voor hen zijn. Medezeggenschap gaat over het behartigen van belangen van een groep cliënten, niet om individuele zeggenschap over het eigen ondersteuningsplan. Het kan op verschillende niveaus plaatsvinden; op locatieniveau of op centraal niveau. Medezeggenschap kan op verschillende manieren georganiseerd worden en verschillende benamingen hebben. Het gaat erom of de belangen van cliënten op de een of andere manier vertegenwoordigd worden door een groep. Deze groep treedt als gesprekspartner op voor de instelling (centraal niveau) of voor een onderdeel daarvan (decentraal niveau). Een drietal onderwerpen zijn benoemd waarvoor specifiek wordt gevraagd of medezeggenschap hierbij wordt betrokken. 2.De beschikbaarheid van een klachtenregeling voor cliënten Elke organisatie dient te beschikken over een klachtenregeling en een klachtencommissie met een onafhankelijke voorzitter. 3. De beschikbaarheid van een vertrouwensregeling/vertrouwenspersoon voor cliënten Om cliënten te ondersteunen bij het uiten en/of indienen van hun klachten kan het organiseren van een vertrouwensregeling/vertrouwenspersoon van belang zijn. Het is aangetoond dat dit drempelverlagend werkt voor cliënten. 4. Onderzoek naar cliëntervaring Voor elke organisatie is het van belang inzicht te hebben in de ervaringen van de cliënten met het zorg- en ondersteuningsaanbod om het daarop aan te kunnen passen.

14 ZORGAFSPRAKEN EN ONDERSTEUNINGSPLAN Overwegingen: Voor elke cliënt moeten de (zorg)afspraken worden vastgelegd in een zorg- en ondersteuningsplan (wettelijke eis). Echter, het is aannemelijk dat de uitgebreidheid van het zorg- en ondersteuningsplan kan samenhangen met de hoeveelheid zorg die de cliënt afneemt. Als een cliënt een paar uur per maand logeert bij een zorginstelling kan het zijn dat het zorg- en ondersteuningsplan minder uitgebreid is als voor een cliënt met een ZZP 7 die bij een zorginstelling woont. Bij de vragen over dit onderwerp worden beide vormen van zorg- en ondersteuningsplannen bedoeld, het gaat erom dat de afspraken die met de cliënt (op basis van zijn indicatie en van de hoeveelheid zorg die de cliënt wenst af te nemen) worden gemaakt worden vastgelegd. 5. Aanwezigheid van een zorg- en ondersteuningsplan dat aan procedurele voorwaarden voldoet Van de zorgaanbieder mag verwacht worden dat de cliënt de benodigde zorg/behandeling/ondersteuning ontvangt afgestemd op de wensen van de cliënt en de mogelijkheden die de indicatie daarvoor biedt. Het zorg- en ondersteuningsplan vervult hierin een belangrijke rol. Het plan moet daarom aan een aantal voorwaarden voldoen: vastleggen afspraken (5.3), jaarlijkse evaluatie (5.4), instemmen van clienten met zorg- en ondersteuningsplan (5.5)

15 CLIËNTVEILIGHEID 6. Het uitvoeren, vastleggen en evalueren van risico-inventarisatie Een cliënt mag rekenen op adequate bescherming tegen veiligheidsrisico s. Belangrijk is dat veiligheidsrisico s geïnventariseerd worden en dat wordt vastgelegd wat de risico s zijn en dat dit periodiek geëvalueerd wordt. 7. Registratie en evaluatie van incidenten op het gebied van veiligheid Een cliënt mag rekenen op adequate bescherming tegen veiligheidsrisico s door de zorgaanbieder. De systematische registratie van incidenten op cliëntniveau maakt het mogelijk voor de zorgaanbieder om de incidenten systematisch te evalueren en deze te vertalen in verbeteracties. Op deze manier kan de organisatie leren van incidenten. 8. Het toepassen en terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen en het evalueren van het effect Het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen is ingrijpend. Van de zorgaanbieder wordt verwacht dat deze de maatregelen op een zo zorgvuldig mogelijke manier toepast zodat de maatregelen zo min mogelijk inbreuk maken op de rechten van de cliënt. Het is van belang dat de verantwoordelijkheidstoedeling goed is vastgelegd (8.5) en dat de toegepaste maatregelen worden geëvalueerd (8.6). Door het opstellen van beleid inzake vermindering en preventie van vrijheidsbeperkende maatregelen kan het aantal maatregelen doen afnemen (8.7). 9. Medicatieveiligheid Het toedienen van de juiste medicatie is van groot belang voor de cliënt. Van de zorgaanbieder wordt verwacht dat het beleid (9.1,9.2) op dit gebied zorgvuldig wordt toegepast en dat eventuele fouten worden geregistreerd (9.5), geëvalueerd (9.6) en leiden tot verbeteracties (9.7).

16 KWALITEIT VAN MEDEWERKERS EN ORGANISATIE 10. Kenmerken medewerkers Het achterliggende doel van deze vragen is het kunnen monitoren van een aantal parameters die van invloed (kunnen) zijn op de continuïteit van zorg en waardoor relaties kunnen worden gelegd met mogelijke personeelstekorten in de toekomst. In deze vraag komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde: leeftijdsverdeling (10.1), lengte dienstverband (10.2) en parttime factor (10.3). Daarnaast wordt gevraagd naar het scholingsbeleid van de organisatie (10.5). Bij deze vragen dienen alle medewerkers met een arbeidsovereenkomst (vast of tijdelijk) te worden meegeteld. Onder arbeidsovereenkomst wordt verstaan een contract tussen werknemer en werkgever, waarin minimaal vastgelegd wordt wat de arbeidstaken, het dienstverband en bijbehorend loon zullen zijn van de aangenomen werknemer. Werknemers die worden ingehuurd via een uitzendbureau worden in deze vragen niet meegenomen. 11. De beschikbaarheid van een medewerkerstevredenheidsonderzoek voor de organisatie Een medewerkerstevredenheidsonderzoek is verplicht en maakt onderdeel uit van de RIE. Het bevragen van medewerkers over hoe tevreden zij zijn kan voor de organisatie belangrijke informatie opleveren om tot verbeteracties te komen. 12.De beschikbaarheid van een klachtenregeling voor medewerkers Elke organisatie dient te beschikken over een klachtenregeling en een klachtencommissie met een onafhankelijke voorzitter. 13. De beschikbaarheid van een vertrouwensfunctie voor medewerkers Om medewerkers te ondersteunen bij het uiten en of indienen van hun klachten kan het organiseren van een (onafhankelijke) vertrouwensfunctie van belang zijn. Het is aangetoond dat dit drempelverlagend werkt voor medewerkers.