b) Is een afwijkend ontwerp - hoe uniek ook - een argument om niet aan de VLAREM-voorwaarden te moeten voldoen?

Vergelijkbare documenten
AMV/ /1036B DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW.

Vlaamse regelgeving inzake lekverliezen Studiedag reductie F-gassen in de koelsector 7 juli 2016

Bepalingen voor koelinstallaties met F-gassen en/of ozonlaag afbrekende stoffen -...

Wetgeving en beleid rond koelmiddelproblematiek

(EU) nr. 517/2014 (F-gassen) Wat zijn F-gassen? Europese regelgeving F-gassen Aanpassingen VLAREL Aanpassingen VLAREM II

Extracten uit titel II van het Vlarem. Uit artikel

HSE World Event 2018 Koelinstallaties: Beter voorbereid op controles

De eindverantwoordelijkheid voor het naleven van de VLAREM-voorwaarden ligt bij de exploitant (of eigenaar) van de koelinstallatie.

AMV/ /1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

Vlarem trein Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel

Bevindingen AMI omtrent Koelinstallaties

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

Actieplan reductie uitstoot van F- gassen Studiedag reductie F-gassen bij koeling 7 juli 2016

MLVER/ /PAG/sdv

Problematiek van F-gassen en opportuniteiten voor natuurlijke koelmiddelen

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

::7 :.~~~ AMV/ /1027

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

Doel van het formulier

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

nr. 610 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 23 januari 2017 aan BEN WEYTS Gewest- en autosnelwegen - Zwerfvuil

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

enverto bvba Facility Management energie - verwarmingsdeskundige - energieprestatiecertificaten

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Industriële koeling: Huidig en toekomstig beleid voor het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen.

VR MED.0081/1

Wetgeving en beleid rond koelmiddelproblematiek

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

Bedrijfshandboek. ROTEX warmtepompen. Voor de eigenaar. Types

Infosessies geluidsnormen muziek

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen?

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2018/15149]

Verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit

EEN certificering voor koeltechnische bedrijven leidraad voor bedrijven

Samenvatting: 1. Lekkage van koelmiddelen

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

3. Hoeveel tankstations in Vlaanderen beschikken thans over een vergunning voor CNG-levering? Graag een overzicht per provincie.

Besluit van de Deputatie

Belgisch Staatsblad dd

Koudeproductie. Verbod op het gebruik van koelmiddelen die de ozonlaag afbreken = Euthanasie of anesthesie?

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

Milieuvriendelijke koeling in de praktijk Duurzame koudeketen Colruyt Group. Julien Meert 07/07/2016

Certificering voor koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici

MLAV1/ /RP/si

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

Doel van het formulier

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/lydr.

Engineering. Let us show the way. Optimalisation. Personalization

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

7 Belgisch Staatsblad d.d VLAAMSE OVERHEID

Besluit van de Deputatie

Inhoud DE CONSEQUENTIES...3

AMV/ /1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

VLAREM-trein /03/2016. Regionaal Overleg Milieu 03/03/2016. Mireille De Schepper LNE, Afdeling Milieuvergunningen.

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

INTEGRAAL MILIEUJAARVERSLAG

Melding van de overdracht van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

p r o v i n c i e Limburg

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. 20 NOVEMBER Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende koelinstallaties

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

Besluit van de Bestendige Deputatie

Francis Altdorfer, ECONOTEC Tom Dauwe, VITO. LNE Rondetafelconferentie: F-gassen in koel- en luchtbehandelingsinstallaties 14 mei 2012.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

VLAREM II Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Besluit van de Deputatie

MLVER/ /RTH/AG/sdv

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ADVERTENTIE BESLISSING MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1

Verplicht minimumaandeel hernieuwbare energie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Export WebsiteBulletin :17

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = " " AMV/ /1009

Omgevingsvergunning in de praktijk taken en procedures procedures in 1ste aanleg. Studiedag 15 mei 2017 organisatie provinciaal Milieu-overleg

Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen

ADVERTENTIE BESLISSING MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1

Ontheffing tot het opstellen van een MER

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

VLAAMSE REGERING AMV/ /1025

Besluit van de Deputatie

Milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het Verbond van de Glasindustrie vzw betreffende de reductie van de NOx emissies

Overwegende dat het verzoek voldoet aan artikel 45 3 van het voormeld reglement;

:.~~'l. ::?i. n'l AMV/ /1017

Wetgeving en beleid rond koelmiddelproblematiek

Deel A. Algemene doelstellingen en controleprogramma s voor het water bestemd voor menselijke consumptie

Transcriptie:

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 191 van JOHAN DANEN datum: 8 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Vynova Tessenderlo - Koelvloeistofemissies - Toegestane afwijking Een ministerieel besluit (AMV/00042855/1036B) van 29 juli 2015 stond een afwijking van artikel 5.16.3.3 6 van titel II van het VLAREM toe aan Ineos Chlorvinyls Belgium, het huidige Vynova uit Tessenderlo. Het artikel 5.16.3.3 6 van titel II van het VLAREM stelt onder andere dat het relatief lekverlies aan koelvloeistof beperkt dient te worden tot maximaal 5% per kalenderjaar, wanneer alle maatregelen worden genomen die overeenkomstig de best beschikbare technieken haalbaar zijn. Dit artikel bevat ook de bepaling dat wanneer het relatief lekverlies gedurende twee opeenvolgende jaren meer dan 10% bedraagt, de installatie binnen twaalf maanden na de vaststelling buiten bedrijf wordt gesteld. Het ministerieel besluit staat deze afwijking toe onder een aantal voorwaarden. Een van deze voorwaarden is dat koelmiddelenverlies vanaf 2020 wordt beperkt tot maximaal 1,8 ton op kalenderjaarbasis. De evaluatie van deze voorwaarde wordt als agendapunt opgenomen tijdens de verplichte toelichtingsvergadering met de betrokken overheden. 1. Een van de argumenten om deze afwijking toe te staan, was dat de exploitant stelde dat de Carrier-koelinstallatie geen klassieke koelinstallatie is en dat deze Carrierinstallatie moet worden beschouwd als een procesinstallatie. Nochtans werd door de exploitant een afwijking aangevraagd voor het artikel 5.16.3.3 Koelinstallaties. a) Werd deze Carrier-installatie onder rubriek 16.3 vergund als koelinstallatie? Zo ja, waarom wordt deze installatie dan anders behandeld in vergelijking met de andere koelinstallaties? b) Is een afwijkend ontwerp - hoe uniek ook - een argument om niet aan de VLAREM-voorwaarden te moeten voldoen? c) Er wordt aan de exploitant opgelegd om alle maatregelen die overeenkomstig de best beschikbare technieken haalbaar zijn om het relatief lekverlies te beperken te nemen. Waarom was het definitief buiten gebruik stellen geen optie? d) Carrier is een veelvoorkomend merk van koelinstallaties.

Is de minister op de hoogte van andere Carrier-installaties die met dezelfde problemen worden geconfronteerd? Hebben andere gebruikers van dit type koelinstallatie een afwijking aangevraagd op art. 5.16.3.3 Koelinstallaties? Hoe werd de toekenning of weigering van de vraag tot afwijking beargumenteerd en om hoeveel installaties gaat het? 2. De Carrier-installatie was ontworpen om te functioneren op basis freonen. Hiervoor was een nominale koelinhoud van 37,6 ton noodzakelijk om normaal te functioneren. Door de overschakeling naar het koelmiddel R134a is er echter geen behoefte meer aan een nominale inhoud van 37,6 ton en zou 25 ton volstaan. Het artikel 1.1.2 van titel II van VLAREM stelt: de hoeveelheid koelmiddel waarmee een koelsysteem is gevuld om te functioneren onder de voorwaarden waarvoor het is ontworpen; dat is normaliter de hoeveelheid die is ingebracht bij de eerste indienststelling. a) De installatie was ontworpen om te functioneren op basis van freonen. De nominale inhoud was dan ook berekend op dit type koelmiddel. Door de overschakeling naar het koelmiddel R134a kan deze installatie functioneren met een nominale inhoud van 25 ton. Op welke basis stelt de minister dat er voor een normaal functioneren van deze installatie een nominale inhoud van 37,6 ton R134a is vereist? b) Werd deze bewering gestaafd door deskundigen op het vlak van HVAC? c) Werd de toezichthouder, met name de Afdeling Milieu-Inspectie, om advies gevraagd? Wat was de interpretatie en argumentatie van de Afdeling Milieu- Inspectie en welk gevolg werd daaraan gegeven? d) Kan de minister deze bevindingen van de deskundigen bezorgen? 3. Een van de voorwaarden die in het ministerieel besluit werd opgenomen, is dat het koelmiddelenverlies vanaf 2020 wordt beperkt tot maximaal 1,8 ton op kalenderjaarbasis. a) Werd de koelinstallatie voorzien van een permanent lekdetectiesysteem cf. de F- gasverordening? b) Werd er tot op heden cf. de opgelegde voorwaarden zesmaandelijks gerapporteerd aan de Afdeling Milieu-Inspectie? c) Wat was het koelmiddelenverlies in 2015? d) Hoelang zijn de lekverliezen al aan de gang? e) In welke sanctie is voorzien indien de exploitant niet aan deze voorwaarde kan voldoen? Kan de Afdeling Milieu-Inspectie bijkomende maatregelen opleggen indien zij dat nodig acht? f) Wanneer heeft de laatste verplichte toelichtingsvergadering plaatsgevonden? Kan de minister het verslag van deze vergadering bezorgen? 4. Freonen (R12, ) en de latere vervangmiddelen (o.a. R134a) hebben een hoog Global Warming Potential. Hoeveel bedraagt de totale uitstoot in CO 2 -equivalenten van deze lekverliezen tot op heden?

5. Ineos Chlorvinyls Belgium werd in 2015 omgevormd tot Vynova. Vynova diende begin 2016 een milieuvergunningsaanvraag klasse 1 in. Blijft de toegestane afwijking van kracht voor de nieuwe exploitant? Werd deze afwijking mee opgenomen in de nieuwe vergunning?

JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW ANTWOORD op vraag nr. 191 van 8 december 2016 van JOHAN DANEN 1. a) Ja. In een normale koelinstallatie wordt door middel van een koelmiddel een tussenmedium gekoeld. Dit medium wordt dan rondgepompt in de installatie. Bij de installatie zoals ze voorzien is bij Vynova, wordt het koelmiddel zelf rondgepompt in de procesinstallatie. Dat zorgt ervoor dat de koelinstallatie van Vynova een atypische koelinstallatie is. b) De specifieke kenmerken van de installatie vormen een van de elementen waarmee rekening wordt gehouden bij de evaluatie van een afwijkingsaanvraag, op voorwaarde dat alternatieve waarborgen worden uitgevoerd die gelijkwaardige waarborgen bieden voor de bescherming van de mens en het leefmilieu dan de bepaling waarvan gevraagd wordt te mogen afwijken. c) De koelinstallatie is een essentieel onderdeel van de procesinstallatie. De exploitant heeft de laatste jaren verschillende maatregelen genomen om lekverliezen te beperken, zoals systematische metingen en continue monitoring van het koelmiddelniveau in het buffervat. De exploitant zal de emissies van de koelinstallatie opvolgen via het fugitieve emissieprogramma LDAR (leak detection and repair) met maandelijkse meetrondes in plaats van driemaandelijkse meetrondes. Deze maatregelen bieden een gelijkwaardige waarborg dan de bepaling in VLAREM waarvan afwijking wordt gevraagd. d) Neen. Voor de motivering van de beslissing verwijs ik naar het ministerieel besluit. 2. a) Ik verwijs naar de definitie van nominale koelinhoud in artikel 1.1.2 van titel II van het VLAREM. De koelinstallatie is ontworpen voor 37,6 ton koelmiddel. Bij de omschakeling naar een ander koelmiddel werden de buffervaten niet vervangen waardoor het volume koelmiddel hetzelfde is gebleven. b+d) In het kader van deze afwijkingsaanvraag werden geen deskundigen op het vlak van HVAC geconsulteerd. c) Dit is niet voorzien in de procedure voor afwijkingsaanvragen van het VLAREM. 3. a) De F-gasverordening bepaalt dat exploitanten met apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevat in hoeveelheden van 500 ton CO2-equivalent of meer, ervoor moeten zorgen dat de apparatuur is voorzien van een lekkagedetectiesysteem dat de exploitant of een onderhoudsbedrijf voor elke lekkage waarschuwt. Bij Vynova wordt het vloeistofpeil van het koelmiddel in de buffervaten online gemeten waardoor een continue opvolging verzekerd wordt. Wanneer zich tijdens een korte periode een merkbare variatie van het vloeistofpeil voordoet, geeft dit een alarm in de controlekamer. Verder is er een continu monitoringssysteem operationeel waarbij verspreid over de fabriek 60 meetkoppen geplaatst zijn die koelmiddel in de omgevingslucht kunnen detecteren. De meetgegevens worden continu doorgestuurd naar de controlekamer. b) Er gebeurt door Vynova een zesmaandelijkse rapportering aan de afdeling Milieuinspectie. De rapportering van 3 februari 2016 omschrijft de structurele aanpak

voor vermindering van freonlekken tijdens de tweede jaarhelft van 2015. De rapportering van 13 september 2016 omschrijft de aanpak tijdens de eerste jaarhelft van 2016. c) Het koelmiddelenverlies in 2015 bedroeg 2,435 ton. d) De afdeling Milieu-inspectie beschikt sinds 1997 over gegevens van lekverliezen van deze installatie. e) Indien blijkt dat de exploitant niet aan de opgelegde voorwaarden voldoet, kunnen de nodige handhavingsacties genomen worden. Wanneer een proces-verbaal wordt opgesteld, kan de Procureur des Konings beslissen tot strafrechtelijke behandeling of beslissen dat het dossier in aanmerking komt voor bestuurlijke sanctionering. De toezichthouder kan de exploitant aanmanen de nodige maatregelen te treffen om te voldoen aan de opgelegde voorwaarden, en kan desnoods overgaan tot het opleggen van bestuurlijke maatregelen. De toezichthouder kan eveneens aan de vergunningverlenende overheid vragen om aanvullende voorwaarden in de milieuvergunning op te leggen. f) De laatste toelichtingsvergadering met de betrokken overheden heeft plaatsgevonden op 13 juni 2016. De presentatie van deze toelichtingsvergadering is opvraagbaar bij de afdeling Milieu-inspectie. 4. Sinds 1997 tot eind 2015 wordt een totaal lekverlies van 61,5 ton koelmiddel R134a wat overeenkomt met een totale uitstoot van 87.945.000 kg CO 2 equivalenten. 5. De vergunningsaanvraag van begin 2016 waarnaar u verwijst, had als voorwerp het veranderen van de installatie door het vervangen van de kwikelektrolysecellen voor de productie van chloorgas door membraancellen. De koelinstallatie vormde geen voorwerp van deze milieuvergunningsaanvraag en is ook geen onderdeel van de installatie voor de productie van chloorgas.