Provinciale Staten Voorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Coördinatie vergunningen Traverse Dieren HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting van inhoud voorstel: Traverse Dieren verkeert in de fase van formele planologische besluitvorming. Naar verwachting wordt het inpassingsplan ter vaststelling aan uw Staten voorgelegd in juni 2013. De tervisielegging van het ontwerp is voorzien voor een periode van 6 weken vanaf 20 december 2012. Parallel aan dit planologische spoor wordt het vergunningenspoor ingezet, dat een dertigtal besluiten van zeker 6 betrokken bestuursorganen omvat, opdat de Traverse tussen 2014 en eind 2018 kan worden gerealiseerd. Een aantal besluiten daarvan is rechtstreeks bepalend voor de uitvoerbaarheid van het plan, met name waar het gaat om de te verwachten effecten van de aanleg en het gebruik van de Traverse op natuur- en cultuurhistorische waarden. Het ligt voor de hand om deze besluiten naar voren te halen en zo veel mogelijk af te stemmen op de verwerking van zienswijzen op het provinciaal inpassingsplan. Daarbij verdient het aanbeveling om voor deze en de daarop volgende besluiten de coördinatieregeling van artikel 3.33 Wro toe te passen. Het gevolg daarvan is de toepasselijkheid van één uitgebreide procedure (per cluster van besluiten), met waarborgen voor de burgers (rechtszekerheid en toegankelijkheid) en procedurele voordelen voor de provincie en andere betrokken bestuursorganen (consistentie en doorlooptijd). Deze coördinatie is door uw Staten eerder toegepast voor de uitvoering van de PKB Ruimte voor de Rivier. Toepassing van deze regeling vergt een besluit van uw Staten. De uitwerking voor Traverse Dieren is afgestemd op voortschrijdend juridisch inzicht (specifieke clustering met vangnetbepaling) en op de bijzonderheden van het project, zoals de wens van de gemeente Rheden en andere betrokken bestuursorganen om inhoudelijk regie over de eigen besluiten te blijven voeren en de nu bekende faseringsplanning van de uitvoering. ===== Aan Provinciale Staten 1 Inleiding en probleemstelling Stand van zaken project Traverse Dieren De voorgenomen reconstructie van de N348/N786, zoals gedefinieerd in project Traverse Dieren, verkeert in de fase van formele planologische besluitvorming. Bij Statennotitie van 11 december 2012, hebben wij u geïnformeerd over ons besluit van die datum om het ontwerpinpassingsplan met het bijbehorende MER vast te stellen en vrij te geven voor tervisielegging gedurende 6 weken, vanaf 20 december 2012 tot en met 30 januari 2013. Eenieder kan gedurende die periode kennisnemen van de stukken en eventueel een zienswijze indienen. Het ontwerp-inpassingsplan gaat uit van de breed gedragen variant 3A-lang, zoals aangegeven in de Statennotitie van 30 oktober 2012 (PS2012-821). Inlichtingen bij dhr. F. Montanus e-mailadres: post@gelderland.nl
Na verwerking van de zienswijzen zullen wij uw Staten voorstellen een besluit te nemen over de vaststelling van het inpassingsplan, naar verwachting in juni 2013. Vervolgbesluitvorming Parallel aan de planologische besluitvorming wordt de contractfase en de realisatiefase van Traverse Dieren voorbereid. In dat kader is het ontwerp geoptimaliseerd, is een planning opgesteld en zijn inventarisaties uitgevoerd van de noodzakelijke besluitvorming voor de reconstructie en het aansluitend gebruik. Het betreft ruim 30 besluiten, op aanvraag of ambtshalve te nemen, hierna gemakshalve aangeduid als vergunningen. Het bevoegd gezag tot vergunningverlening ligt bij ten minste 6 verschillende instanties, verdeeld over alle bestuurslagen. De vergunningen zijn zowel tijdelijk als permanent van aard en kunnen in meer of mindere mate invloed hebben op het projectontwerp. Bepaalde vergunningen hebben een sterke inhoudelijke relatie met elkaar of met een bepaalde projectfase. De procedures voor de diverse besluiten zijn verschillend en de doorlooptijden variëren van 8 weken tot 6 maanden. Dit vraagt van de betrokken bestuursorganen en van de provincie als initiatiefnemer voor Traverse Dieren een zeer intensieve afstemming, gericht op consistente en solide besluitvorming binnen de projectplanning. Voor derden bestaat een gerede kans op het verlies van overzicht, naast de mogelijkheid om per besluit beroep in te stellen, waarvan de afhandeling in verschillende procedures en bij verschillende instanties aan de orde kan zijn. Naar aanleiding van deze inventarisatie is overwogen om toepassing te geven aan de provinciale coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.33 Wet ruimtelijke ordening (Wro). Hierin neemt de provincie regie over de uiteenlopende procedures, door uit te gaan van één gelijkluidende procedure voor alle besluiten en de voorbereiding en bekendmaking daarvan te coördineren. Deze regeling is in Gelderland reeds meerdere malen succesvol toegepast, bijvoorbeeld bij het project IJsselsprong en dijkverleggingen in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier. Toepassing van de coördinatieregeling vergt een besluit van uw Staten. 2 Overwogen oplossingsrichtingen en alternatieven Op basis van het voorafgaande zijn twee alternatieven beschouwd: a niet-gecoördineerd doorlopen van de procedures; b onder regie van de provincie gecoördineerd doorlopen van procedures. De volgende aspecten zijn meegenomen in de afweging van de alternatieven: - rechtszekerheid voor de burgers; - toegankelijkheid besluitvorming; - doorlooptijd; - risico s bij beroep; - opvatting betrokken bestuursorganen; - provinciaal ruimtelijk belang. Bij coördinatie van vergunningen is de wettelijke regel dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb, UOV) wordt aangehouden. Hierin is voorzien in het vrijgeven van ontwerpbesluiten, al dan niet op aanvragen, voor zienswijzen door eenieder en het openstellen van beroep (bij de Raad van State) tegen het definitieve besluit voor belanghebbenden. Deze gang van zaken is nagenoeg identiek aan de procedure die wordt gevolgd voor het inpassingsplan. De rechtszekerheid voor burgers blijft daarom gewaarborgd en is geüniformeerd. Vanuit praktisch oogpunt biedt coördinatie van vergunningen voor burgers voordelen. Zij kunnen alle gecoördineerde ontwerpbesluiten inzien bij één loket en hier eventueel één zienswijze indienen en krijgen deze ook via één samenhangende kennisgeving in beeld. 2
Coördinatie maakt de informatie uit de ontwerpbesluiten voor burgers inzichtelijker, omdat het eenvoudiger is kennis te nemen van de samenhang tussen de ontwerpbesluiten. Bij het gecoördineerd doorlopen van procedures wordt de besluitvorming over beroep (per cluster, indien van toepassing) bij één rechter ondergebracht. Wanneer er niet gecoördineerd zou worden, zijn verschillende rechters bevoegd en kan de doorlooptijd van de behandeling van bezwaar (in een deel van de procedures) en beroep verschillen. De toepassing van de coördinatieregeling vergunningen leidt tot meer efficiëntie in het proces van het verkrijgen van vergunningen, omdat er maar een beperkt aantal malen ontwerp- en definitieve besluiten gepubliceerd hoeven te worden. De doorlooptijd kan daarom verkort worden. De termijn van aanvraag vergunning tot definitief besluit is maximaal 6 maanden, maar bij coördinatie kunnen afspraken worden gemaakt over een kortere termijn. Het gecoördineerd doorlopen van de vergunningenprocedures maakt dat de termijn voor de rechter om te beslissen op beroepen maximaal 6 maanden is (artikel 8.3, lid 2 Wro); in samenhang met de Crisis- en Herstelwet, van toepassing op het inpassingsplan en alle vervolgbesluiten, is deze termijn direct gekoppeld aan het aflopen van de beroepstermijn. Dit maakt het goed mogelijk om een realistische planning, met en zonder beroepsgang, voor het gehele project op te stellen. Indien één besluit onverhoopt wordt vernietigd door de Raad van State, dan heeft dat alleen gevolgen voor het desbetreffende besluit. Alle overige besluiten blijven dan in stand. Van groot belang voor een succesvolle toepassing van de coördinatieregeling is de opstelling van de betrokken bestuursorganen. Weliswaar kan de provincie de medewerking vorderen of zelf de besluitvorming naar zich toe trekken, maar dit kan de verhoudingen negatief beïnvloeden en geldt ook niet voor de besluitvorming op rijksniveau. Het zwaartepunt van de vervolgbesluitvorming komt bij de gemeente Rheden te liggen. Op ambtelijk niveau is over coördinatie reeds overeenstemming bereikt; op bestuurlijk niveau is de toepassing van coördinatie als wens vastgelegd in de op 12 december 2012 te tekenen Overeenkomst Traverse Dieren (OTD). Voor de gemeente is evenwel van belang dat niet de indruk ontstaat dat de provincie de besluitvorming volledig overneemt; de gemeente wenst de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de besluitvorming - bijvoorbeeld omgevingsvergunningen voor bouw-, kap- en sloopactiviteiten en de wijziging van het beschermd monument Hof te Dieren - aan zich te houden. Dit sluit ook goed aan bij de samenwerking die verankerd is in de OTD. Met de overige betrokken bestuursorganen, waaronder het Ministerie van Economische Zaken en Waterschap Rijn en IJssel is op ambtelijk niveau overeenstemming over de toepassing van de coördinatieregeling. Toepassing van de coördinatieregeling dient direct het provinciaal belang bij het verwezenlijken van Traverse Dieren. De regeling maakt het plannen van de realisatiefase, het managen van raakvlakken en risico s en het faciliteren van de gemeente als partner met een stevige besluitvormingsopgave aanzienlijk eenvoudiger. In een besluit tot toepassing van de regeling moet worden gemotiveerd dat sprake is van een belang ter verwezenlijking van - in casu - provinciaal ruimtelijk beleid. 3 Overige zaken Coördinatie en samenhang met planologische besluitvorming De beoogde coördinatie strekt zich uit tot de besluitvorming die volgt op het inpassingsplan. Om een goede aansluiting tussen beide sporen te verkrijgen, is voor de coördinatieregeling een planning opgesteld, die erin voorziet dat met de vaststelling van het definitieve inpassingsplan (naar verwachting in juni 2013) tevens de eerste ontwerpbesluiten in het kader van vergunningverlening beschikbaar zijn voor publicatie. 3
Daarmee ontstaat enerzijds zicht op de verdere vergunbaarheid van Traverse Dieren en kan anderzijds in de besluitvorming over de vergunningen rekening worden gehouden met de opbrengst van de zienswijzen tegen het ontwerp-inpassingsplan. Coördinatie in clusters De realisatiefase van Traverse Dieren strekt zich uit over de jaren 2014-2018. Dit betekent dat niet alle besluiten in één keer kunnen of behoeven te worden genomen. Bovendien is niet alle informatie is gelijktijdig voldoende gedetailleerd beschikbaar. De coördinatieregeling maakt het mogelijk besluiten in logische clusters te coördineren, afgestemd op de planning, de ambtelijke en bestuurlijke capaciteit en de betekenis voor Traverse Dieren. In casu ligt het voor de hand om die besluiten die rechtstreeks bepalend zijn voor de uitvoerbaarheid van het plan naar voren te halen en als eerste cluster te benoemen. Dit betreft de besluiten over de toelaatbaarheid van de effecten op natuur- en cultuurhistorische waarden, zoals beschreven in het MER en overige rapporten bij het inpassingsplan (natuurtoets, compensatie- en mitigatieplan). De overige clusters zouden dan met name kunnen worden gekoppeld aan de uitvoeringsplanning enerzijds en de inhoudelijke samenhang anderzijds; dit zal nader kunnen worden bepaald in het overleg tussen de betrokken bestuursorganen. De kapstok voor een dergelijk overleg is in de wet te vinden in artikel 3.31, derde lid sub e Wro. Naar de huidige stand van zaken omvatten deze clusters in ieder geval de besluiten over omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen en de vergunningen voor wateraspecten zoals grondwateronttrekking. Vangnetbepaling De wettelijke regeling in artikel 3.33 Wro vereist dat het zogenaamde besluit waarmee uw Staten besluiten om de coördinatieregeling toe te passen, de betreffende vergunningsbesluiten ( nader aan te duiden besluiten ) voldoende duidelijk omschrijft. Hierin kan volgens de heersende juridische opvattingen worden voorzien door alle krachtens wettelijk voorschrift noodzakelijke besluiten in de regeling te betrekken. Onbedoeld kan een dergelijke ruime formulering met zich meebrengen dat de coördinatie mede van toepassing is op besluiten die beter op zichzelf kunnen staan, waarvoor een uitgebreide voorbereidingsprocedure te zwaar is of waarvoor de informatie nog ontbreekt. Te denken valt aan toestemmingen voor bepaalde uitvoeringswijzen van de nog te contracteren aannemer, de inrichting van tijdelijke werkterreinen en dergelijke. Gekozen is daarom voor een constructie waarin naast de genoemde meer specifieke categorieën als vangnet is opgenomen een categorie alle overige besluiten waarvoor coördinatie meerwaarde heeft. Totstandkoming en aantastbaarheid toegangsbesluit Het zogenoemde toegangsbesluit waarin tot coördinatie wordt besloten, is niet voor beroep vatbaar (artikel 8:5, bijlage C Awb); er is geen inspraak op mogelijk krachtens de provinciale inspraakverordening. 4 Conclusie Er zijn veel argumenten die pleiten voor een gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking van besluiten ter verdere verwezenlijking van Traverse Dieren, als bedoeld in artikel 3.33 Wro. Coördinatie is zowel in het belang van de provincie als van derden-belanghebbenden bij de besluitvorming over de Traverse en ondersteunt overige bestuursorganen bij het uitoefenen van hun bevoegdheden. Gezien de rol van de provincie in dit project als initiatiefnemer en latere realisator en het provinciale inpassingsplan als planologisch kader, is de provincie de aangewezen regisseur. 4
De vormgeving van het noodzakelijke besluit van uw Staten kan zodanig worden gekozen, dat recht wordt gedaan aan een optimale afstemming tussen het lopende planologische spoor en het nu in te zetten vergunningenspoor, de voorziene fasering in de realisatie, de capaciteit bij en de bestuurlijke inzet van de betrokken bestuursorganen en de noodzakelijke flexibiliteit, waarbij de meerwaarde van coördinatie voorop blijft staan. Dictum Wij geven u in overweging te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit. Arnhem, 11 december 2012 - zaaknr. 2008-004398 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris + + + + + 5