Een Gebouwde Ervaring Hoe glimpen onze wereld en sentiment beheersen Richard Verbruggen Afstudeer richting: Architecture: Architectural History and Theory Afstudeercommissie: Prof. Dr. B.J.F. Colenbrander, voorzitter Dr. J.C.T. Voorthuis Ir. D. Bakker Samenvatting: Aan de hand genomen door de ervaring van de Grote Staat in Maastricht aan de ene hand en De Sublieme Historische Ervaring van Frank Ankersmit aan de andere hand wordt er in mijn afstudeer onderzoek een nieuwe ontwerpmethode met bijbehorende ontwerpeenheid ontwikkeld. Een ontwerpmethode voor bouwen in historisch gefundeerde (stedelijke) omgevingen die de standaard competenties van een architect ter discussie stelt. Deze nieuwe ontwerpmethode geeft door gebruik te maken van de ervaring van glimpen een representatieve uitdrukking van de waardering en het sentiment voor de historiciteit. Wateen nieuwe kijk op onder andere de monumentenzorg levert. Trefwoorden: Historische Ervaring; Glimpen; Historische Binnenstad; Stedelijke Vernieuwing; Verdichting
een Gebouwde Ervaring Hoe glimpen onze wereld en sentiment beheersen. Monumenten in Nederland zijn bijna heilig. Je mag er niks aan veranderen, en als het dan toch mag, dan moet het heel voorzichtig, reversibel zijn en aan zeer veel regeltjes voldoen. Deze monumentenzorg komt voort uit een bepaald sentiment welke er voor wil zorgen dat hetzelfde sentiment wijd gedragen wordt. In Nederland komen we tegenwoordig niet veel verder dan het bouwen van een stalen karkas in een historisch pand. O wee als je voorstelt om iets met het pand zelf te doen. Conserveren, dat is wat monumentenzorg poogt na te streven. Conservatie door het in ere herstellen en te beschermen tegen nieuwe invloeden. Invloeden van nieuwe architectuur bijvoorbeeld waardoor we (on)bewust een soort van stagnatie ontwikkelen. Deze breuk tussen het sentiment van de historische architectuur en hoe we tegenwoordig een ontwerpopgave aanpakken is het onderwerp van het afstudeer atelier Schisma 4: een historische ervaring. Het woord schisma neemt hier een belangrijke plek in. Het gaat namelijk over de schijnbaar onoverkomelijke brug tussen beide. Aan de hand genomen door Frank Ankersmit s boek De Sublieme Historische Ervaring gaan we op zoek naar een mogelijke architecturale vorm voor zijn capriccio. Een schilderwerk waardoor hijzelf een hoger inzicht verkreeg op de leefwereld van de 18e eeuw. Afbeelding 1: De wispelturige groei van de stad komt tot uiting in dit soort rare samenkomsten. Lopend door de binnenstad van Maastricht, na één van de eerste atelierbijeenkomsten, kom ik tot de ontdekking dat er in het ogenschouw van de geschiedenis rare dingen gebeuren in mijn stad en dat dit niet uniek is voor Maastricht alleen. De binnenstad is doorspekt met overblijfselen van een al dan niet ver verleden. Door de verschillende manieren van omgang met deze resten in de binnenstad ontstaat er een grote variëteit en diversiteit. Er is een duidelijk zichtbare breuk tussen de historische architectuur bijvoorbeeld in de vorm van historische gevels en de nieuwe architectuur in de vorm van bijvoorbeeld winkelpuien.
Afbeelding 2: De hoogtes van de winkels is een directe weerspiegeling van het ad hoc ontwerp principe dat toegepast is Daardoor lijkt het alsof de steden verrommelen. Althans dat is wat we moeten geloven als we het openbaar debat aanhoren. Ik wil juist het tegenovergestelde stellen: De stad is een grote variëteit aan verschillende stijlen, jaargangen en historische resten. Niet alleen van het verleden maar ook van nieuwe toevoegingen in de vorm van winkels, passages en wegen als uiting van het uitbreiden, het verdichten en het leven van de stad. Ik heb een fascinatie voor mijn stad Maastricht; een zelfde fascinatie als Johan Huizinga heeft voor zijn stad en Ankersmit voor historie. De overeenkomst tussen deze drie fascinaties is dat wij de schoonheid van de ervaring zien. Als ik door een straat loop word ik de straat gewoon op een veel andere manier dan de methode van de ontwerper. Ik ervaar een stad op duizend verschillende manieren afhankelijk van mijn gemoedstoestand, tijdstip, het weer,... Ruimte voel ik door de wind die door mijn haren blaast; muren van baksteen voelen anders dan een muur van marmer rechtstreeks geïmporteerd uit Italië. Ik maak verbindingen in mijn hoofd tussen dingen die ik al eens eerder gezien heb en (her)ken. De schoonheid van de wispelturige groei van een stad lijfelijk gemaakt in de vorm van onmogelijke samenkomsten van materialen, functie en andere architecturale middelen: dat is een stad. De ervaring als brug over het schisma betekent dat we als architect uit moeten kijken naar andere competenties dan we gewoon zijn. De relatie tussen het object en het weefsel is daardoor uiterst cruciaal in de ervaring daar wij als waarnemer meestal het onderscheid bepalen. De manier waarop objecten en weefsels communiceren met mij als waarnemer is dan ook de onderzoeksvraag geworden voor dit afstudeeronderzoek en zal uitmonden in een theoretische verhandeling en een ontwerp waarin deze theorie getoetst en ontwikkeld wordt. Ik ervaar de gehele straat, zelfs de gehele wijk in plaats van dat ik hem opdeel in segmenten en objecten. De straat is voor mij een groot kanon van glimpen: het schiet glimpen op mij af en ik bepaal wat ik er mee doe. De wereld bestaat dan dus uit meer dan beelden alleen; de wereld is alles wat ik voel. Dit betekent dat naast de geëigende overdragers er ook een persoonlijk component bij komt kijken: een gevoel, een herinnering of een associatie, misschien zelfs wel een Historische Ervaring. Op een moment van epifanie komen we tot een hoger inzicht welke we zullen herinneren omdat deze ons een apart gevoel geeft. Een gevoel welke ons het idee geeft een stap verder te komen in ons denken.
Afbeelding 3: De verschillende mogelijkheden van communicatie van objecten met het weefsel: (vlnr) Las Vegas met voorposten, warenhuizen met intern transport, winkelstraten die het publiek domein toe eigenen, nieuwe ontwerp eenheid: de wereld. Onze huidige ontwerp mentaliteit richt zich volledig op een tweedeling van de ontworpen wereld; een opdeling in objecten en weefsels. Zoals uit dit traktaat blijkt ben ik, denkend aan de Grote Staat in Maastricht, steeds harder gaan twijfelen aan deze dualiteit. Het weefsel wordt geobjectificeerd en de objecten krijgen een weefselig randje. Je ziet dit heel duidelijk in Maastricht bij het Entre Deux of bijvoorbeeld de plaatselijke HEMA. Beide vormen een pand terwijl ze tevens pretenderen een weefsel te zijn, je kunt er namelijk ook gewoon doorheen wandelen. Aan de andere kant hangen er dan wel weer nooduitgang bordjes en zit er een dak boven je hoofd ook al is die van glas. Deze nieuwe ontwerp mentaliteit waar in dit onderzoek voor gepleit word moet gezocht worden in een verandering van de ontwerp eenheid. Vooralsnog was het object en het weefsel de ontwerp eenheid mede opgedragen door regeltjes van het Kadaster, Monumentenzorg, Vergunningen en natuurlijk onze architectuur geschiedenis. Een dualiteit waarin het sentiment nagestreefd wordt, kan door ons met de huidige ontwerpeenheid nooit tot uitdrukking gebracht worden aangezien het het meest belangrijke component mist: de ervaring.
Afbeelding 4 (vorige pagina): Vogelperspectief van het binnenste van het bouwblok met de verschillende openbare pleinen. Het grenzengebied zoals in dit traktaat gedefinieerd kan dit wel. Het ontstaat vanuit de ervaring en gaat uit van de glimpen, al dan niet historisch. De grenzen worden gevormd door mijn, of jouw ervaring en zijn zo het ideale middel om het zo gewaardeerde sentiment over te dragen in de vorm van een grenzengebied. In de binnenstad van Maastricht zien we onbewust al kleine aanleidingen die deze verandering aan het licht brengen zonder duidelijke overkoepelende ontwerp strategie. Als men in de toekomst wil dat de waardering van de historie er niet voor zorgt dat de historische binnensteden verrommelen en we een afkeer krijgen tegen diezelfde historie zullen we ons denken en doen moeten wijzigen. Het afstudeerontwerp pakt het binnenste van een binnenstedelijk bouwblok aan, aan de hand van de grenzen die de daar aanwezige glimpen veroorzaken. Het laat met opzet de structuur van objecten en weefsels achter zich en stelt zichzelf de vraag of het een gebouw of een. is. Afbeelding 5: Het plein loopt hier door het oude achterhuis heen. De vroegere grenzen van het object worden nu her gebruikt als niet meer dan een visuele en tactile grens. Het ontwerp zorgt ervoor dat de verdiepingen van de nu leegstaande winkels betrokken worden bij het stedelijk gebied. Het binnenste van het bouwblok, boven op de platte daken van de winkels en de eerste etage, worden hierdoor weer een actief onderdeel voor de bezoekers van de stad. Het ontworpen gebied krijgt primaire functies als winkels en barretjes welke letterlijk onderdeel gaan uitmaken van het ontstane plein. Het plein zelf loopt door de oude objecten heen waardoor een verstrooid beeld ontstaat van wat nu eigenlijk een object en een weefsel is: een dualiteit welke niet meer bestaat. Mijn ontwerp voor de Tempelieren laat zien dat door een overkoepelende visie op het binnenste van een binnenstedelijk bouwblok, met de historische glimpen als karkas en het grenzengebied als ontwerpeenheid, de waardering voor het oude en het historische, in een nieuwe architectuur tot uiting kan worden gebracht. Het schisma is door de ervaring geslecht. Contact Informatie: Richard Verbruggen Old Hickoryplein 69C, 6224AW Maastricht Richard@losvast.net 043 36 36 721 06 48 76 80 82