Logistiek management Examennummer: 77110 Datum: 17 november 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Vergelijkbare documenten
Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3

Inleiding Logistiek, Hoofdstuk 7 13 april 2007

Hoofdstuk 1 Voorraad. Hoofdstuk 2 Wat is logistiek?

Kennismaken met logistiek en magazijn. deel 2

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Elobase Detailhandel Extra rekenkatern aanvullend op het theoriehoofdstuk voorraadbeheer en bestellen kerntaak 2 Ondernemer / Manager handel

E-Business Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Hoofdstuk 6 Magazijnadministratie

Goederenstroombesturing 3 GOEDERENSTROOMBESTURING 3 (CLO01.3/CREBO:50154)

Praktijkinstructie Magazijnbeheer 3 (CLO07.3/CREBO:50201)

voorraadkosten d e 3 r s

Materials handling 4 MATERIALS HANDLING 4 (CLO08.4/CREBO:50149)

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Managementcontrol Examennummer: Datum: 10 december 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

1 en 2 Inleiding Logistiek. Walther. Ploos van Amstel (w.ploos.van.amstel@hva.nl) Hessel Visser (hesselvisser@chello.nl )

Toetsmatrijs Logistiek medewerker

Informatiemanagement Examennummer: Datum: 8 december 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Financiële analyse en rapportage Examennummer: Datum: 2 februari 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bestuurlijke informatievoorziening Examennummer: Datum: 29 juni 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Zakelijke kredieten Examennummer: Datum: 29 juni 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Zakelijke kredieten Examennummer: Datum: 22 september 2012 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur

Zakelijke kredieten Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Materials handling 3 MATERIALS HANDLING 3 (CLO08.3/CREBO:50200)

Om de optimale bestelgrootte te vinden neem je de volgende stappen: XX. Bereken de totale voorraad- en bestelkosten per jaar. XX

Toelichting leermodules Logistiek Teamleider

Logistiek modellen H3 Logistiek raamwerk bij productielogistiek:

Logistiek in ketens Keuzes betreffende transport Keuzes betreffende het distributiecentrum Keuzes betreffende de distributiekanalen

2.3 voorraad bewaken en bestellen UITWERKING = =

ZO BEPAAL JE VOORRAAD- EN BESTELKOSTEN! Een pragmatische aanpak

Zakelijke kredieten Examennummer: Datum: 17 november 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

ICT-strategie Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Commerciële distributiebeslissingen

Hoofdstuk 1 Onderneming

Praktijkinstructie Voorraadbeheer 3 (CLO06.3/CREBO:50202)

Hoofdstuk 1 Voorraad. Hoofdstuk 2 Wat is logistiek?

Toetsmatrijs Logistiek medewerker - Extern

Goederenstroom en voorraadbeheer

OPGAVEN BIJ VOORRAADBEHEER EN BESTELLEN

Financieel economisch management Examennummer: Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

ICT-strategie Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur -11:30 uur

HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN

Elobase Detailhandel Rekenopgaven Derving aanvullend op het theorieboek KT2

Overzicht formules. Copyright OVD Educatieve Uitgeverij bv Pagina 1 van 6 VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER

Inleiding Logistiek, Inleiding 13 april 2007

Gebruik onderstaande informatie om vraag 11 tot en met 13 te beantwoorden:

Administratieve organisatie (AO)

Belastingen Examennummer: Datum: 23 november 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Transport en logistiek

Magazijnbeheer 3 MAGAZIJNBEHEER 3 (CLO07.3/CREBO:50201)

Public relations en mediarelaties Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bestuurlijke informatievoorziening Examennummer: Datum: 25 juni 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Examen AA ICAIS-2 / BIV2

Magazijnbeheer 4 MAGAZIJNBEHEER 4 (CLO07.4/CREBO:50150)

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Kwaliteits- en servicemanagement Examennummer: Datum: 12 april 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Praktijkinstructie Materials handling 3 (CLO08.3/CREBO:50200)

Praktisch boekhouden Examennummer: Datum: 2 februari 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Hoe krijg ik in vredesnaam mijn voorraad omlaag?

Toetsmatrijs Logistiek supervisor 2

Colbond kiest opnieuw voor eigen DC en activeert WMS

SCHEIDING VAN ADMINISTRATIEVE EN OPERATIONELE PROCESSEN IN DE THIRD PARTY LOGISTICS

1. Afwijkingen leveranciers (levertijden) t.b.v. leveranciersbeoordeling 2. Omloopsnelheid

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Samen werken aan innovatie door universiteit en bedrijfsleven

Minder logistieke zorgen én efficiëntere zorg

Inhoud. Onderwijseenheid 1 Inkoopbehoefte 9. Onderwijseenheid 2 Kwaliteit 45

Examenopgaven VMBO-GL 2004

Financiële rekenkunde Examennummer: Datum: 29 maart 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Warehouse Planning & Control

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Logistiek teamleider

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 17 september 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 2 van 6 Maakt goederen/producten gereed voor opslag en slaat deze op

Informatiemanagement Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: Datum: 22 juni 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bestuurlijke informatievoorziening Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Kerntaak 1: Ontvangt en slaat goederen op

Bedrijfsadministratie 1 Examennummer: Datum: 3 juli 2010 Tijd: uur

Conventionele magazijngebouwen

easyfairs Transport & Logistiek 2010

De magazijnfunctie. Grondslagen Administratieve Organisatie Deel B processen en systemen. Hoofdstuk 4. Het magazijnproces- en voorraadsysteem

Grondslagen Administratieve Organisatie Deel B processen en systemen

Management van overheid en non-profit Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Procesmanagement Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Communicatie in de praktijk Examennummer: Datum: 5 februari 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Praktijkinstructie Magazijnbeheer 4 (CLO07.4/CREBO:50150)

6,2. Informatiestroom. Vervoerstroom. Op tijd en in de juiste conditie. Profielwerkstuk door een scholier 1730 woorden 23 januari 2008

Bedrijfsadministratie Examennummer: Datum: 10 december 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bestuurskundige processen Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN

PBM. PBM s. Door Thierry Moens, directeur marketing & business development Z-group. 5 maart 2009 De Montil - Affligem

Managementcontrol Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Inleiding Logistiek, Hoofdstuk 2 13 april 2007

Bedrijfskunde. Trimester: 1 Klassen: Alle 3 Schooljaar: Docent: dhr. Fatehmohamed Erak B.Sc.

Werken vanuit een nieuw netwerk bedrijfsmodel. Scheiding tussen frontoffice en backoffice

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

ontvangen en opslaan van goederen

Communicatie in organisaties Examennummer: Datum: 25 juni 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Transcriptie:

Logistiek management Examennummer: 77110 Datum: 17 november 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen (maximaal 40 punten) Heb je minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heb je een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen: - geen Wij wensen je veel succes!

Meerkeuzevragen (40 punten) De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 1 punt. 1. Onderneming Haanstra BV koopt planten in bij een aantal door het bedrijf geselecteerde telers in het westen van het land. Wat is onderneming Haanstra BV? a. Een detailhandel b. Een groothandelsbedrijf c. Een warenhuis 2. Hoe wordt een schakel in de bedrijfskolom ook wel genoemd? a. Een bedrijfsbranche b. Een bedrijfssegment c. Een bedrijfstak 3. Waarvan is er sprake als een bedrijfskolom groter wordt? a. Differentiatie b. Integratie c. Parallellisatie 4. Groothandel Klaver BV levert aan een aantal detailhandels het product Xeno. Dit product wordt vooral in stedelijke gebieden afgezet. Daarbij wordt wel gelet op het imago van de detailhandel en de expertise die het management heeft. Om wat voor soort distributie gaat het hier? a. Exclusieve distributie b. Intensieve distributie c. Selectieve distributie NCOI Opleidingsgroep 1

5. Waar houdt het vakgebied logistiek management zich mee bezig? a. De beheersing van de totale goederenstroom b. De controle van de totale goederenstroom c. De distributie van de totale goederenstroom 6. Waar hangt de plaatsing van het klantorderontkoppelpunt vanaf? a. Het distributieproces b. Het inkoopproces c. Het productieproces 7. Kees Manders is als manager Verkoop werkzaam bij onderneming Kraal BV. Hij stuurt daar een verkoopteam aan van tien verkoopmedewerkers. Op welk managementniveau opereert Kees Manders? a. Operationeel management b. Strategisch management c. Tactisch management 8. Paul Jansen is leidinggevende van de afdeling Productie. Hij staat voor een lastige keuze, omdat hij een beslissing moet gaan nemen over een capaciteitsprobleem met betrekking tot de productie. Om tot een juiste beslissing te komen, gebruikt hij een beslissingsmodel dat uit zeven fasen bestaat. Drie van die fasen uit dit model zijn: beeldvorming, oordeelsvorming en voorlopige probleemstelling. Met welke fase zal Paul Jansen beginnen om uiteindelijk tot een juiste beslissing te komen? a. Beeldvorming b. Oordeelsvorming c. Voorlopige probleemstelling 9. Het managementteam van onderneming Tritex BV heeft een aantal nieuwe doelstellingen geformuleerd met betrekking tot het productieproces. De doelstelling luidt: op de afdeling Productie moet de verspilling van materiaal met een kwart worden teruggebracht. Op welk aspect van de SMART-criteria heeft de geformuleerde doelstelling betrekking? a. Meetbaar b. Specifiek c. Tijdgebonden NCOI Opleidingsgroep 2

10. Wat is juist met betrekking tot de verticale taakverdeling? a. Bij verticale taakverdeling functioneren personen op hetzelfde niveau in de organisatie. b. Bij verticale taakverdeling is sprake van een hiërarchische structuur. c. Bij verticale taakverdeling kunnen verschillende taken door één persoon worden uitgevoerd. 11. Winkelketen Lapro BV uit Zaandam heeft in het hele land acht filialen. Uit het organigram blijkt dat de directeur van de winkelketen in lijn boven de acht filialen staat. Bij deze filialen is sprake van horizontale taakverdeling. Van welke indeling is hier sprake? a. De F-indeling b. De G-indeling c. De P-indeling 12. Logistieke onderneming Fritex BV heeft een nieuw besturingssysteem dat wordt gebruikt voor de fysieke distributie. Wat voor soort systeem heeft onderneming Fritex BV? a. Een DRP-systeem b. Een JIT-systeem c. Een MRP-systeem 13. Onderneming Kraan BV heeft een uitgebreide website met daarop alle producten die het bedrijf levert. Zo biedt de onderneming alle informatie over deze producten aan de (potentiële) klanten aan. Klanten kunnen een bestelling plaatsen via deze website, waarna de producten worden geleverd. Waarvan maakt onderneming Kraan BV gebruik? a. Business-to-business integratie b. E-commerce c. Electronic data interchange 14. Welk geautomatiseerd systeem ondersteunt het management bij het optimaliseren van het contact met de klant, waarbij de servicegraad zo hoog mogelijk gehouden wordt? a. CRM b. ERP c. WMS 3 NCOI Opleidingsgroep

15. Medewerker Piet Groen is werkzaam bij onderneming Kafta BV. Hij houdt zich daar onder andere bezig met de leveringen met betrekking tot het inkoopproces. Hij controleert daarbij of de leveringen volgens afspraak verlopen. In welke fase van het inkoopproces voert Piet Groen de controle uit? a. De administratieve fase b. De commerciële fase c. De technische fase 16. Ondernemer Jan Grouwmans wil het nieuwe product Alfa gaan afnemen. Er zijn drie verschillende leveranciers (A, B en C) die dit product kunnen leveren. Hij maakt zijn keuze op basis van vendorrating. Van het product Alfa en de drie leveranciers zijn de onderstaande wegingsfactoren bekend: Factor Factor Score Score Score Artikel Alfa Leverancier A Leverancier B Leverancier C Prijs 5 8 6 4 Kwaliteit 3 8 8 6 Levertijd 2 6 9 8 Op welke leverancier valt de keuze van Jan Grouwmans op basis van vendorrating? a. Leverancier A b. Leverancier B c. Leverancier C 17. In welk onderdeel van een offerteaanvraag kunnen standaardeisen aan de leverancier worden opgenomen op het gebied van kwaliteit, leveringssnelheid en leveringsbetrouwbaarheid? a. De algemene informatie b. De logistieke eisen c. De procedure 18. Met welke term wordt de voorraad aangeduid die daadwerkelijk in een magazijn aanwezig is? a. De administratieve voorraad b. De economische voorraad c. De technische voorraad NCOI Opleidingsgroep 4

19. Groothandelsbedrijf Jansen BV verkoopt het product Litox, dat zij zelf niet op voorraad hebben. De aangeleverde producten worden meteen bij de klaarstaande bestelling gevoegd, om bij de klant te kunnen worden afgeleverd. Dat bespaart onder andere opslagkosten. Het groothandelsbedrijf heeft de levering van het product Litox uitbesteed aan een ander groothandelsbedrijf. Toch is er sprake van voorraad. Wat voor voorraad is dit? a. Incourante voorraad b. Irrationele voorraad c. Transitovoorraad 20. Uit de voorraad goederen die in het magazijn staat, is door onbekende oorzaak een aantal goederen verdwenen. Hoe wordt dit verlies genoemd? a. Bederf b. Lekkage c. Niet-criminele derving 21. Groothandel Protax BV verkoopt doosjes met theezakjes. Per jaar worden er 240.000 doosjes verkocht aan afnemers. De verkoop is in het geheel regelmatig verdeeld over het jaar. Elke 20e van de maand komt er een nieuwe levering binnen, die gelijk is aan 1/12 van het aantal jaarlijks verkochte doosjes thee. De veiligheidsvoorraad is aangelegd op 3.000 doosjes met theezakjes. Hoeveel bedraagt de gemiddelde voorraadhoogte? a. 7.000 doosjes b. 13.000 doosjes c. 23.000 doosjes 22. Onder welke soort voorraadkosten vallen investeringskosten in de voorraden? a. Rentekosten b. Risicokosten c. Ruimtekosten 23. Onderneming Bolmans heeft op 5 maart tien betonmixers van zijn leverancier binnengekregen. Op 5 juni ook nog eens zes betonmixers en ook op 5 augustus zes betonmixers van hetzelfde type. Een afnemer doet op 5 september een bestelling bij onderneming Bolmans van zes betonmixers. Onderneming Bolmans hanteert de FIFO-methode. Uit welke bestelling worden die betonmixers geleverd aan de afnemer? a. Uit de binnengekregen voorraad door Bomans op 5 maart. b. Uit de binnengekregen voorraad door Bolmans op 5 juni. c. Uit de binnengekregen voorraad door Bolmans op 5 augustus. 5 NCOI Opleidingsgroep

24. Leverancier Bakels BV constateert dat de vraag naar het product Xeno toeneemt. Er wordt besloten om het bestelmoment van dit product aan te passen. Als de leverancier dat niet zou doen, dan loopt hij het risico dat afnemers te lang moeten wachten op het product Xeno. Op welk afhankelijkheidsaspect heeft het genomen besluit van leverancier Bakels BV betrekking? a. De maximumvoorraad b. De verwachting c. Het koop- of bestelgedrag De onderstaande tekst heeft betrekking op de vragen 25 en 26. Onderneming Lauwers BV is een groothandelsbedrijf in het leveren van luxe tuintafels. Van het type tuintafel Luxa verkoopt het bedrijf 2.000 stuks per jaar, tegen een bedrag van 500,- per stuk. Per bestelling moet er 1.800,- afgerekend worden. De jaarlijkse voorraadkosten bedragen 25% van de waarde per tuintafel. 25. Hoeveel bedraagt het totaal van de voorraad- en bestelkosten als onderneming Lauwers BV eenmaal per jaar een bestelling plaatst bij de producent? a. 125.000,- b. 125.900,- c. 126.800,- 26. Hoeveel bedraagt de optimale bestelgrootte? a. 167 tuintafels b. 240 tuintafels c. 386 tuintafels 27. Bij welk bestelsysteem is er sprake van een vaste bestelgrootte op een variabel tijdstip? a. Het BQ-systeem b. Het BS-systeem c. Het ss-systeem 28. Met welke term wordt de totale ruimte in een stellingvak aangeduid? a. Bezettingscapaciteit b. Brutocapaciteit c. Vullingscapaciteit NCOI Opleidingsgroep 6

29. Van welke twee factoren is de opslagruimte in een magazijn, waar artikelen liggen opgeslagen, afhankelijk? a. Het volume per opslageenheid en de gemiddelde ruimtecapaciteit. b. Het volume per opslageenheid en de gemiddelde voorraad. c. Het volume per opslageenheid en de gemiddelde vullingsgraad. 30. Wat is een voordeel van een zijgangensysteem als magazijnsysteem? a. Inkorting van de route is goed mogelijk b. Opslag en verzameling van goederen c. Uitermate geschikt voor grote artikelen 31. Met de gegevens uit de PQRST-analyse wordt op een systematische manier een planning van de lay-out gemaakt. In welke fase wordt bedacht waar de goederen opgeslagen moeten worden en welke opslagmiddelen er nodig zijn? a. In de fase 'uitwerken van de lay-out'. b. In de fase 'vaststellen van de algemene lay-out'. c. In de fase 'vaststellen van de locatie'. 32. Wat is een voordeel van het werken met een bulk- en een werkvoorraad? a. Aanvullen van de werkvoorraden kost weinig tijd. b. Er is meestal sprake van een grote werkvoorraad. c. Het orderverzamelen gaat snel vanwege korte afstanden. 33. Magazijnchef Ron Simons wil in het magazijn de voorraad controleren die er volgens de administratie zou moeten zijn. De complete aanwezige voorraad wordt daar geheel in betrokken. Wat voor controle verricht Ron Simons? a. Een dagelijkse voorraadinventarisatie b. Een steekproefsgewijze inventarisatie c. Een volledige voorraadinventarisatie 34. Op basis van de ABC-analyse wordt een indeling voor het magazijn gemaakt op basis van de dagelijkse vraagfrequentie. Welke artikelen staan er dan doorgaans voor in het magazijn? a. De A-artikelen b. De B-artikelen c. De C-artikelen 7 NCOI Opleidingsgroep

35. Magazijnchef Marnix Jansen wil een transportmiddel aanschaffen waarbij er een platform aanwezig is waarop de logistiek medewerker kan staan zodat hij goederen uit de schappen kan pakken. De stellingen in het magazijn zijn niet te hoog en de artikelen zijn licht van gewicht. Welke transportmiddel is daarvoor geschikt? a. Een orderpicktruck b. Een reachtruck c. Een vierwegtruck 36. Magazijnmedewerker Jan Pronk wil goederen op een pallet opslaan. Deze goederen kan hij niet stapelen. Welke pallet is daarvoor geschikt? a. Een boxpallet b. Een overstekende pallet c. Een vierwegspallet 37. In het magazijn van onderneming Pals BV bestaan de stellingen uit staanders met daartussen liggers. De staanders zijn daarbij verankerd in de vloer. Wat voor soort stellingen bevinden zich in het magazijn? a. Doorrolstellingen b. Inrijstellingen c. Palletstellingen 38. Wat is juist met betrekking tot customerservicebeleid? a. Customerservicebeleid is uitsluitend extern gericht. b. Customerservicebeleid is uitsluitend intern gericht. c. Customerservicebeleid is zowel extern als intern gericht. 39. Wat wordt er gemeten met prestatie-indicatoren? a. De doeltreffendheid van het bedrijfsproces. b. De kwaliteit van het bedrijf als geheel. c. De prognoses voor de komende productieperiode. 40. Welke indicator geeft inzicht in het gebruik van de aanwezige capaciteit? a. De benuttingsgraad b. De transactiegraad c. De veiligheidsgraad NCOI Opleidingsgroep 8