PERSMEDEDELING Vrijdag 26 juni 2015 DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ OPROEP DEMONSTRATIEPROJECTEN DUURZAME LANDBOUW 2015 Het Departement Landbouw en Visserij doet in het kader van het Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling een oproep voor het indienen van demonstratieprojecten rond de thema s: Emissiereducerende maatregelen Onderbouwen van belangrijke bedrijfsbeslissingen d.m.v. bedrijfseconomische gegevens uit de boekhouding Technieken om het organische stofgehalte van de landbouwbodem op peil te houden/te verhogen Erosie Deze oproep richt zich uitsluitend naar organisaties en instellingen zonder commerciële doeleinden. Om demonstratieprojecten uit te voeren dient een vereniging erkend te zijn als Centrum voor sensibilisering van meer duurzame landbouw. Over de demonstratieprojecten Het doel van demonstratieprojecten is landbouwers en tuinders bewust te maken van nieuwe mogelijkheden op het vlak van duurzame praktijken en technieken en ze door demonstraties in de praktijk ingang te doen vinden op onze Vlaamse bedrijven. In de demonstratieprojecten wordt vooral het sensibiliseren van landbouwers en tuinders beoogd: er wordt veel belang gehecht aan het doen toepassen van de nieuwe inzichten uit de projecten bij de landbouwers en de tuinders zelf. Daartoe kan het werken met voorbeeldbedrijven of met groepen die samenkomen op praktijkbedrijven een belangrijke hefboom zijn. Het zo goed en zo ruim mogelijk bereiken van het doelpubliek over heel Vlaanderen dient te worden nagestreefd. Samenwerking tussen complementaire partners is in dat opzicht ten zeerste aanbevolen. De relevantie van het onderwerp van het ingediende demonstratieproject als bijdrage tot meer duurzame landbouw dient reeds door wetenschappelijk onderzoek of meetbare praktijkervaring te zijn aangetoond en dient gedocumenteerd te worden in de aanvraag. De acties in de projectaanvraag moeten met realiteitszin betreffende uitvoerbaarheid zijn opgevat. Samenwerking tussen enerzijds partners georiënteerd op communicatie met landbouwers en tuinders, en die bekwaam zijn tot het begeleiden van voortrekkers en anderzijds technisch-wetenschappelijke experts die de technieken kunnen verantwoorden, wordt aanbevolen.
Het sensibiliseringseffect naar de doelgroep zal nagegaan worden aan de hand van het plan van aanpak, de frequentie van de demonstratieactiviteiten, de spreiding van de demonstratieactiviteiten in functie van het doelpubliek over Vlaanderen en het materiaalgebruik. De communicatieactiviteiten dienen gedetailleerd toegelicht te worden in de projectaanvraag. Een aantal realistische prestatie-indicatoren dient eveneens aangeduid te worden. Enkel effectief uitvoerbare activiteiten mogen worden opgenomen in het activiteitenprogramma. Activiteiten waarvoor nog onzekerheden blijven of toelatingen nodig zijn, worden bij voorkeur geweerd. Thema s oproep 2015 De projecten moeten kaderen in één van de volgende thema s. Thema 1: Emissiereducerende maatregelen De veehouderij is voor een aantal polluenten een belangrijke emissiebron: in de eerste plaats van ammoniak, maar ook van fijn stof en van methaan. Reducerende maatregelen moeten niet alleen accuraat gekwantificeerd (i.e. aan een correct bepaalde emissie(reductie)factor gekoppeld), maar ook praktisch toepasbaar en controleerbaar zijn. Via de projecten in dit thema worden de haalbaarheid en controleerbaarheid van maatregelen (op vlak van management, voeding en huisvesting) of combinaties van maatregelen met een gekende emissie(reductie)factor gedemonstreerd. Thema 2: Onderbouwen van belangrijke bedrijfsbeslissingen d.m.v. bedrijfseconomische gegevens uit de boekhouding De rendabiliteit van vele land- en tuinbouwbedrijven staat al een hele tijd onder druk Er zijn verschillende factoren die de rendabiliteit van een bedrijf en sector beïnvloeden. Voor beslissingen met een impact op lange termijn en strategische keuzes, die niet alleen de technische vooruitgang maar eveneens de toekomstkansen van een bedrijf bepalen, is de bedrijfseconomische boekhouding een onontbeerlijk instrument. Hierbij denken we o.a. aan beslissingen in kader van ingrijpende veranderingen of ontwikkelingen zoals de afschaffing van het melkquotum en de omschakelingsmogelijkheden in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De bedrijfseconomische boekhouding levert heel wat bedrijfseconomische en financiële gegevens op, die landbouwers kunnen gebruiken om hun bedrijfsvisie en -werking in beeld te brengen en bij te sturen waar nodig. Deze link tussen bedrijfseconomische boekhouding en strategische keuzes wordt echter niet steeds (correct) gemaakt, waardoor bedrijven soms onvoldoende voorbereid aan zware investeringen beginnen. Via demonstratie worden land- en tuinbouwers gesensibiliseerd om de juiste bedrijfseconomische en financiële gegevens te hanteren bij het maken van strategische, en dus lange termijn, keuzes en bij de
opmaak van een degelijk businessplan waarbij verschillende scenario s (gaande van worst case tot best case) berekend worden. Thema 3: Technieken om het organische stofgehalte van de landbouwbodem op peil te houden/te verhogen? Zowel voor het op peil brengen/houden van de bodemvruchtbaarheid als voor het klimaat is voldoende opslag van koolstof in landbouwbodems van groot belang. Anderzijds worden door het nieuwe MAP de mogelijkheden tot het aanbrengen van organische mest beperkt. Via projecten binnen dit thema worden innovatieve, maar praktisch toepasbare technieken zoals beredeneerde teeltrotatie gedemonstreerd, die het organische stofgehalte op peil houden of verhogen, en dit binnen de regels van het nieuwe MAP en eventueel ook in het kader van de vergroeningsmaatregelen (blijvend grasland, teeltdiversificatie en EAG) van het nieuwe GLB,. Thema 4: Erosie Een performante aanpak van de erosieproblematiek vraagt zowel brongerichte als effectgerichte maatregelen. Ook al verwijst het Europese kader van de randvoorwaarden eerder naar een brongerichte aanpak, de twee types van maatregelen zijn complementair en mogen niet los van elkaar gezien worden. Bepaalde erosiebestrijdingsmaatregelen, zowel bron- als effectgericht of de combinatie van beide, hebben nog nood aan demonstratie vooraleer ze succesvol in de praktijk kunnen worden toegepast. Het voorkomen en beperken van erosie heeft niet alleen invloed op het verlies van vruchtbare grond maar is ook een belangrijke oorzaak van een te hoog fosforgehalte in oppervlaktewater. Het beperken van fosforverontreiniging van het oppervlaktewater is een belangrijke doelstelling van het nieuwe MAP. Met de demonstratieprojecten binnen dit thema willen we focussen op de knelpunten die land- en tuinbouwers momenteel ondervinden. Hierbij kan gedacht worden aan teeltrotatie met inbegrip van groenbedekkers (zowel rekening houdend met vereisten in het kader van MAP als vergroening), nieuwe oude technieken zoals onderzaai van gras in maïs, groenten in teeltrotatie, gebruik van GPS in het kader van erosie, alternatieve teelten voor maïs op paarse percelen, combinatie van drempels met erosiestroken, bodembedekking, beslissingsondersteunende instrumenten voor niet kerende grondbewerking, invloed van verschillende types drempels in combinatie met verschillende ruggen Ook kleinere teelten zoals aardbeien en sierteeltgewassen worden op erosiegevoelige percelen geteeld en hebben nood aan teeltspecifieke evaluatie en demonstratie van erosiebeheersende technieken die reeds in andere teelten hun nut bewezen hebben. De erosiebestrijdingstechnieken worden uiteraard best gedemonstreerd in erosiegevoelige regio s, verdeeld over het Vlaamse landschap.
Praktische informatie De aanvraag van het demonstratieproject gebeurt via de aanvraagformulieren die terug te vinden zijn op de website www.vlaanderen.be/landbouw/demo onder Oproep 2015. De projectaanvragen dienen aangetekend verstuurd te worden in twee losbladige exemplaren en 1 digitaal exemplaar en dit ten laatste op vrijdag 18 september 2015 (= postdatum 18 september 2015) naar: Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Voorlichting, Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant t.a.v. J. Verstrynge, afdelingshoofd Ellipsgebouw Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 Brussel Er dient een digitaal exemplaar ge-e-maild te worden aan els.lapage@lv.vlaanderen.been carine.gilot@lv.vlaanderen.be. Projectaanvragen van niet-erkende centra worden aanvaard onder voorbehoud dat de erkenningsaanvraag wordt ingediend ten laatste op de uiterste datum van indienen van de projectaanvraag. Een jury samengesteld uit ambtenaren van de Vlaamse overheid, eventueel aangevuld met externen, zal de tijdig ingediende demonstratieprojecten beoordelen op hun inhoudelijke waarde en op hun sensibiliserend effect voor de land- en tuinbouwers (bereik doelpubliek, kwaliteit projectvoorstel, verwacht sensibiliseringseffect, aanwezigheid technisch-wetenschappelijke basis, geschiktheid uitvoerders). Na jurering en toewijzing kan de jury verfijning van het project vragen. Een projectgroep zal het project mee begeleiden en helpen uitdragen. Het is aangewezen in een projectgroep samen te werken met zo veel mogelijk actoren die op het vlak van het betreffende thema en voor de te demonstreren techniek in Vlaanderen actief zijn, zowel in het wetenschappelijk onderzoek of het praktijkonderzoek, als in de groeps- of individuele voorlichting of ook in de toeleveringssector. Deze projectgroep zal mee de nieuwe duurzame techniek uitdragen in Vlaanderen. Een voorstel van samenstelling van de projectgroep wordt toegevoegd aan de projectaanvraag en wordt mee geëvalueerd. De keuze van de definitieve projectgroep gebeurt na selectie van het project in overleg met de administratie. Samenwerking met toeleveranciers als partner die de inhoud van het demonstratieproject blijvend willen uitdragen, is een mogelijkheid die evenwel gedetailleerd dient omschreven te worden. Er moet op gelet worden dat er geen vermenging is met commerciële belangen.
De begroting voor het demonstratieproject dient opgemaakt te worden op basis van de geschatte reële kosten. Na afloop van het project zijn deze kosten te bewijzen. De tussenkomst van de overheid is beperkt tot maximaal 100.000 euro aan bewijsbare kosten per project. De projecten worden betoelaagd ten belope van maximaal 100% van de totale projectkosten, met uitzondering van de overheadkosten die niet worden gesubsidieerd. De duur van de uitvoeringsperiode van de demonstratieprojecten is maximaal twee jaar en kan ingaan ten vroegste op 1 januari 2016 en ten laatste op 1 juli 2016. De projecten kunnen lopen uiterlijk tot 30 juni 2018. CONTACT Els Lapage Tel. 02 552 78 71 els.lapage@lv.vlaanderen.be www.vlaanderen.be/landbouw Woordvoerder Landbouw en Visserij Nele Vanslembrouck Tel. 02 552 77 17 nele.vanslembrouck@lv.vlaanderen.be Persverantwoordelijke Landbouw en Visserij Eef Goossens Tel. 02 552 77 67 eef.goossens@lv.vlaanderen.be Meer info over het beleidsdomein Landbouw en Visserij: Het beleidsdomein Landbouw en Visserij valt onder de bevoegdheid van Joke Schauvliege: Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw. Het beleidsdomein Landbouw en Visserij maakt deel uit van de Vlaamse overheid en omvat het departement Landbouw en Visserij, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV). Meer info kan u vinden op www.vlaanderen.be/landbouw