Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840) De in vet gemarkeerde cijfers verwijzen naar een wederwoord op het ontvangen advies, te vinden aan het einde van de nota. Instantie Adres Verzoek tot raadpleging verzonden Dienst begeleiding gebiedsgerichte planprocessen (BGP) Provinciebestuur Oost- Vlaanderen Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw College van Burgemeester en Schepenen Aalst College van Burgemeester en Schepenen Herzele BLOSO Afdeling Infrastructuur en Logistiek Graaf de Ferrarisgebouw 1000 Brussel Gouvernementstraat 1 Grote Markt 3 9300 Aalst Markt 20 9550 Herzele Arenbergstraat 5 1000 Brussel ANB Oost-Vlaanderen Gebr. Van Eyckstraat 4-6 Datum reactie Relaas reactie 14/07/2010 04/08/2010 Een lijst met aan te schrijven adviesinstanties werd ons bezorgd. 04/08/2010 24/08/2010 Het verzoek tot raadpleging wordt gunstig geadviseerd. Volgende opmerkingen worden nog meegegeven: - de mogelijke effecten van lichtvervuiling op fauna en flora dienen nog geëvalueerd te worden (ifv voetbalvelden);(1) - Het concept grafische plan voor deelgebied 8 ontbreekt, maar werd voldoende beschreven in de tekst;(2) - In de referentiesituatie wordt deelplan 1 voor 90% in biologisch waardevol gebied gelokaliseerd. In de tekst wordt er echter aangegeven dat de biologische waarde beperkt is. Vanwaar deze tegenstrijdigheid? (3) 04/08/2010 Telefonisch contact dienst Ruimtelijke ordening en planning: Na telefonisch contact werd meegedeeld dat op de zitting van het CBS werd beslist om geen advies uit te brengen, gezien de kleinschaligheid van het RUP en daar er geen impact op het grondgebied Aalst zal zijn. Deze beslissing is terug te vinden in het verslag van de zitting van 6/09/2010. 04/08/2010 06/09/2010 Zitting Schepencollege 18/08/2010: Het CBS gaat akkoord met de conclusie van de screening en heeft geen bijkomende opmerkingen. 04/08/2010 22/09/2010 Er zijn geen opmerkingen bij de inschatting van de mogelijke milieueffecten. 04/08/2010 25/08/2010 Het Agentschap gaat grotendeels akkoord met de inhoud van de screeningsnota. Er worden enkele opmerkingen gemaakt en aanvullingen gevraagd: - Voor het deelgebied 6 Eendracht Burst kan er niet 1
Agentschap R-O Vlaanderen R-O Oost-Vlaanderen Afdeling Onroerend Erfgoed Agentschap R-O Vlaanderen R-O Oost-Vlaanderen Gebroeders Van Eyckstraat 4-6 Gebroeders Van Eyckstraat 4-6 worden bevestigd dat het bestendigen van het voetbalterrein geen negatief effect heeft op de natuurwaarden in de omgeving.(4) - De kaarten zijn van zo n schaal dat ze moeilijk te interpreteren zijn. Zo kan men op de BWK enkel de waarde zien, maar niet om welke vegetaties en kleine landschapselementen op het perceel zelf of in de onmiddellijke omgeving voorkomen.(5) - ANB heeft een recentere versie van de BWK. Dit is van belang voor deelgebied 8. Ten zuid/zuidwesten van de vijver, op perceel 426a, komt er geen soortenarm grasland (Hp) voor, maar een dotterbloemgrasland (HC) met grote zeggenvegetatie (MR-). Dit zijn biologisch zeer waardevolle vegetaties die geen hinder mogen ondervinden van de activiteit.(6) - Het grafisch plan voor deelgebied 8 ontbreekt.(2) - Het effect van deelgebied 6 Eendracht Burst gelegen in natuurgebied is weinig uitgewerkt. Het voetbalterrein vormt een verstoring/barrière tussen 2 bossen. Een moeilijk te overbruggen gebied voor kleine dieren en planten. (4) - Verlichting wordt niet besproken in de nota.(1) - Er worden geen effecten verwacht op speciale beschermingszones. Een passende beoordeling dient derhalve niet opgemaakt te worden. - Er worden geen effecten verwacht op het nabijgelegen VEN-gebied ter hoogte van de Meerse visvijver. 04/08/2010 Discipline archeologie: geen opmerkingen Discipline Monumenten en landschappen: Er wordt niet onmiddellijk een impact verwacht op de erfgoedwaarden. Wel wordt opgemerkt dat de betrokken terreinen op oordeelkundige wijze in hun omgeving zouden moeten geïntegreerd worden. Conclusie: Er wordt geen bezwaar gemaakt, mits er voldoende aandacht gaat naar de integratie van de betrokken locaties in hun omgeving. 04/08/2010 06/09/2010 De nota maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten voor de ruimtelijke ordening. Departement Landbouw en Burgemeester Van 04/08/2010 10/09/2010 De opmaak van een plan-mer is niet noodzakelijk. 2
Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Oost-Vlaanderen Agentschap Wonen Vlaanderen Afdeling Wonen Departement LNE Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Dienst Land en Bodembescherming Departement LNE Afdeling Lucht, hinder, risicobeheer, milieu en gezondheid Dienst Hinder en Risicobeheer VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer Gansberghelaan 115 bus a 9820 Merelbeke bus 7 1000 Brussel bus 20 1000 Brussel bus 8 1000 Brussel Koning Albert II-laan 20 bus 16 1000 Brussel Er liggen 4 deelzones in agrarisch gebied, doch niet in HAG. Bovendien worden er geen agrarische structuren aangetast. 04/08/2010 31/08/2010 In zijn huidige vorm genereert het plan geen aanzienlijke milieueffecten voor wat betreft wonen. 04/08/2010 04/08/2010 07/08/2010 Telefonisch contact: Voor het aspect bodem en ondergrond werden de milieueffecten op passende wijze beschreven en zijn er geen aanzienlijke effecten te verwachten. De dienst gaat akkoord met de analyse dat er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen optreden. 04/08/2010 15/09/2010 De screening wordt gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. Volgende opmerkingen worden nog meegegeven: - Met betrekking tot de waterkwaliteit zijn 6 terreinen gelegen in centraal gebied en aangesloten op riolering. Voor deelplan 1 willen we aangeven dat het afgebakend is in centraal gebied, maar dat in dat deel van de Oudenaardsesteenweg geen riolering aanwezig is. Indien nog niet aangesloten, moet de mogelijkheid onderzocht worden om via de Botermelkstraat of via de Dorpstraat aan te sluiten. Voor deelplan 6 stellen we voor om aan te sluiten op de riolering Langeveldstraat. We gaan er van uit dat het zoneringsplan en de bepalingen van VLAREM mbt sanering van afvalwater strikt worden gerespecteerd. - Onvergunde gebouwen zullen via regularisatie moeten voldoen aan de verordening hemelwater. 3
Reacties: (1): De voetbalvelden van deelgebieden 1, 2, 3, 4, 6 en 7 worden eventueel verlicht. Per week vinden er op de verschillende velden gemiddeld 4 trainingen plaats. In de periode september tot maart/april (inschatting op basis van ervaring) dienen de velden verlicht te worden, indien er trainingen in de avond plaatsvinden. Verlichting kan een effect hebben op vliegroutes en op nachtjagers, zoals vleermuizen. Het kan niet uitgesloten worden dat er zich gevoelige soorten in de omgevingen van de deelgebieden bevinden. Doch, gezien de beperkte geschiktheid van de deelgebieden voor oa vleermuizen en het feit dat de verlichting slechts gedurende beperkte periodes zal functioneren, wordt er geen aanzienlijke effect verwacht op fauna en flora omwille van de verlichting. Bovendien zijn de voetbalvelden nu reeds verlicht en is er dus geen sprake van een bijkomend effect. Vanuit de discipline mens (hinder voor de omwonenden) wordt in de stedenbouwkundige voorschriften opgenomen dat de verlichting zodanig moet ingeplant zijn dat de hinder voor omwonenden maximaal beperkt wordt. (2): Het plan wordt achteraan deze nota bijgevoegd. (3): De referentiesituatie voor deelgebied 1 werd beschreven op basis van de biologische waarderingskaart. Deze geeft aan dat deelgebied 1 gelegen is tussen minder waardevolle zones, maar voor 90% (het voetbalveld) wordt aangeduid als waardevol, zijnde een mesofiel hooiland (hu-). In werkelijkheid betreft het aangeduide mesofiele hooiland een voetbalveld. De biologische waarde van deze zone is in realiteit dus beperkter, zijnde een soortenarm cultuurgrasland. De effectbespreking gaat dan ook uit van de beperkte biologische waarde van het voetbalveld. Binnen deelgebied 1 worden er geen bijkomende ingrepen gepland (geen bebouwing), buiten de bestendiging van de huidige situatie. Er zijn dan ook geen effecten op de biologische kwaliteit van het voetbalveld en de onmiddellijke omgeving. (4): Deelgebied 6, zijnde Eendracht Burst, is niet gelegen in de nabijheid van speciale beschermingszones (VEN/NATURA2000). Er worden dan ook geen effecten verwacht op dergelijke biologisch waardevolle zones. Op het gewestplan wordt deze zone wel als natuurgebied ingekleurd. Het RUP bepaalt dan ook dat deze zone als nabestemming een natuurfunctie dient te verkrijgen. Dit wordt als positief beoordeeld. De biologische waarderingskaart karteert het deelgebied (zijnde het voetbalveld) als een soortenarm cultuurgrasland. Net ten noorden van het deelgebied bevinden zich twee percelen met een waardevolle populierenaanplant. Net ten zuiden treft men ook een perceel met populierenaanplant aan. Het voetbalveld is hier reeds gelegen sinds 1972. Binnen deelgebied 6 worden geen constructies of gebouwen toegestaan, andere dan deze nu reeds aanwezig. Er wordt dan ook geen bijkomend effect op de beperkte natuurwaarden binnen het deelgebied verwacht. Er wordt geen biotoopverlies verwacht voor de waardevolle populierenaanplant ten zuiden en ten noorden. Het voetbalveld is gelegen tussen twee, in oppervlakte beperkte, bomenrijke zones. Het voetbalveld werkt dan ook als een barrière, die de migratie van kleine dieren en planten tussen beide zones (ten noorden en ten zuiden) bemoeilijkt. Het voetbalveld is hier echter reeds geruime tijd gevestigd. De uitvoering van het plan zal dan ook geen bijkomende barrièrewerking teweeg brengen. Daar de nabestemming van dit deelgebied natuur betreft, zal de barrièrewerking in de toekomst afnemen. Dit wordt als positief beoordeeld. Gezien het feit dat er geen biotoopverlies of structuurwijziging verwacht wordt en er geen bijkomende barrièrewerking, andere dan de barrièrewerking die reeds bestaat sinds de aanwezigheid van het voetbalveld sinds 1972, optreedt, wordt er geen aanzienlijk negatief effect verwacht. De toekomstige situatie, nabestemming natuur, wordt als positief beoordeeld. 4
Situering deelgebied 6 (5): De voorkomende vegetatietypes binnen het deelgebied en de waardevolle vegetatietypes in de omgeving van het deelgebied, worden beschreven in paragraaf 5.3.1. (6): Deelgebied 8 is gesitueerd aan de zuidrand van de dorpskern van de deelgemeente Broek. Het deelgebied zelf wordt aangeduid op de BWK als (Aer) een recente eutrofe plas en soortenarm cultuurgrasland met bomenrijen van Populieren en Wilg (oostelijke zijde). Net ten zuiden van het deelgebied situeert zich een zeer waardevol alluviaal Essen-Olmenbos. 5
Situering perceel 426A. Op basis van recentere info van ANB dient de referentiesituatie te worden aangepast. Ten zuid/zuidwesten van de vijver, op perceel 426a en dus binnen het deelgebied, komt er geen soortenarm grasland (Hp) voor, maar een dotterbloemgrasland (HC) met grote zeggenvegetatie (MR- ). Dit zijn biologisch zeer waardevolle vegetaties. Het RUP bestendigt de huidige situatie en laat geen nieuwe ruimte-inname door bebouwing toe. Er wordt dan ook geen negatief effect door ruimte-inname van de waardevolle vegetatietypen verwacht in en in de omgeving van het deelgebied, noch een effect van structuurwijziging. Gezien het laagdynamische karakter van de functie, wordt er ook geen effect op de waardevolle vegetatie verwacht omwille van de visfunctie. Indien de visfunctie verdwijnt, kan het deelgebied enkel een natuurfunctie vervullen. De visvijver mag ook niet vergroot worden. Het vervullen van een natuurfunctie, na het verdwijnen van de visfunctie, draagt bij tot de versterking van het verbindend karakter van de beekvalleien. Dit wordt als positief beoordeeld. 6
De stedenbouwkundige voorschriften van het RUP dienen ingrepen in de biologisch waardevolle zone (dotterbloemgrasland) te voorkomen en hoogdynamische activiteiten in dit deelgebied te weren. 7