Lid Gedeputeerde Staten I.G.M. de Bondt ''ZUID^^^^^^ Contact 070 441 71 12 igm.de.bondt@pzh.nl Postadres Provindehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Provinciale Staten Datum Ons kenmefk PZH-2012.322850181 Uwkenmerk Bj^agen Ondenverp Toezegging aan PS inzake Provinciaal Tarievenl^eleid voor bus- en streekvervoer Geachte statenleden, In de Statencommissie Verkeer en Milieu d.d. 14 december heb ik toegezegd u inzicht te geven in de ontwiklteling van het Provinciale Tarievenbeleid voor het openbaar vervoer, dit mede in relatie tot het tarievent>eleid voor 2012 en de aanbesteding van de concessie Zuid-Holland Noord. Deze brief schetst kort de ontwikkeling van het beprijzen van het openbaar vervoer tot 2012, de huidige situatie in 2012 en wat dit betekent voor 2013. Beprijzen van openbaar vervoer tot 2012 Bezoekadres Zuid-Holar>dplein 1 2596 AW Den Haag Tr»ns e en 9 en bussen 18. 22, 65 stoppen dichtbij hel provinciehuis. Vanaf slation Den I-laag CS is hel tien minuten topen. De parkeerruimte voor auto's is t>eperkt. Van 1980 tot november 2011 dienden reizigers die gebruik maakten van het stad- en streek vervoer in de provincie Zuid-Holland te reizen met een strippenkaart of sterabonnement. De strippenkaart en het sterabonnement vormden het Nationale Vervoerbewijs (NVB) dat was gebaseerd op een indeling in zones en waamiee een reiziger kon reizen in één of meerdere zones in een bepaalde tijdperiode. Het systeem was geldig in heel Nederland. Er was sprake van "tariefintegratie", hetgeen inhield dat de prijs van elke zone in Nederiand dezelfde was en met één kaart gereisd kon worden in bus, tram en metro. De vervoert)ewijzen en hun tarieven werden geregeld in de Regeling nationale vervoerisewijzen openbaar ven/oer, een ministeriële regeling op basis van het Besluit Personenvervoer 2000, opgesteld in overieg met decentrale overheden, vervoerders en consumentenorganisaties. De invoering van de Wet Personenvervoer 2000 in 2001 betekende dat decentrale overheden verantwoordelijk werden voor alle OV tarieven. Vanwege de verplichte acceptatie van het NVB was er in de praktijk weinig tariefvrijheid voor decentrale overheden. 1/7 dd. 01-02-2012
P'gJ'j'^HOLLAND Onskenmerk Vanaf 2009 is de strippenkaart geleidelijk vervangen door reizen op saldo met behulp van de OVc^ipkaart. De OV-chipkaart is een elektronische betaalkaart die door inchecken een ven/oerbewijs wordt; de reiziger betaalt voor het aantal, dat hij daadwerkelijk reist (reizen op saldo). Er is nu sprake van "kaartintegratie", hetgeen betekent dat er op één kaart (de OV-chipkaart) door Nederiand gereisd kan worden. De vervanging van de producten voor de reiziger ziet er in de provincie Zuid-Holland, tot op heden, als volgt uit: NVB OV-chipkaart 1) voorveritoop: strippenkaart 1) reizen op saldo 2) veritoop op bus: wagenkaartjes 2) verkoop op bus: wagenkaartjes 3) sterabonnementen 3) Arriva: sterabonnementen op karton tot 19 mei 2012 Connexxion: sterabonnementen in 2012 op OV-chipkaart Op de bus blijven te allen tijde losse kaartjes te koop voor de incidentele reiziger. De prijs is, evenals in het strippenkaarttijdperit, hoger dan het reizen met de OV-chipkaart De provincie stelt de hoogte van deze tarieven vast. Met ingang van 3 november 2011 vertoor de strippenkaart na njim 31 jaar zijn geldigheid in de laatste regio's in Nederiand waarin deze nog in gebnjik was en Is het NVB afgeschaft. In Zuid- Holland is de strippenkaart al op 19 mei 2011 afgeschaft. Op deze datum werd in Zuid-Holland daarmee de eerste stap gezet naar "echte" tariefvrijheid; Vanaf deze datum staat het ministerie van l&m toe dat de provincie haar eigen tarievenstructuur en tarievenhoogte mag vaststellen. In de praktijk is er echter pas sprake van echte tariefvrijheid voor de provincie op 19 mei 2012. Dit als gevolg van een besluit van de Tweede Kamer om na afechaffing van het NVB één jaar "tariefnjst" in acht te nemen. Dit betekent dat de OV-tarieven, op de landelijke indexatie na, één jaar lang bevroren zijn. Het vaststellen van exacte OV-chipkaarttarieven - met inachtneming van het vastgesteld provinciaal tarievenkader - is daarmee een bevoegdheid van GS. Tariefvrijheid betekent dat een decentrale overheid zowel de prijs per kilometer alswel de tariefetructuur kan bepalen, indusief de wagen verkoopkaartjes. De vrijheid voor de provincie om tarieven vast te stellen is niet alomvattend, een aantal onderdelen blijft noodzakelijkenwijs landelijk vastgesteld worden, te weten: De jaariijkse indexering van het basistarief; De landelijke OV-chipkaartproducten voor reizigers die in nwerdere gebieden reizen; De Ov-studentenkaart; Het percentages leeftijdskortingen voor de (nu nog) te onderscheiden doelgroepen; De definitie van de spits- en dalperiode; De Viziris-kaart voor blinden en slechtzienden. Onder het tsfvb is het systeem van sterabonnementen ontwikkeld. Dit is een systeem waarbij een reiziger het recht koopt om voor een bepaakie tijd tegen een bepaalde prijs onbeperkt te kunnen reizen in één of meerdere zones. Er wordt dus niet betaald voor de daadwerkelijke kilometers die gereisd worden, hetgeen bij de OV-chipkaart het uitgangspunt is. Zoals bovenstaande tabel weergeeft, bieden de huidige vervoerders (Arriva en Connexxion) tot op heden sterabonnementen aan (zie verder 2.3.1. en 2.3.2). 2/7 dd. 01-02-2012
P'J*^ j^jjholland Ons kenmerk P2H-2012-322650iei 2 Beprijzen openbaar vervoer in 2012 2.1 Het provinciaal tarievenbeleid Met de ven/i/achting dat de ov-chip kaart in 2009 ingevoerd zou worden, is door Gedeputeerde Staten op 10 juni 2008 een provinciaal tarievenbeleid voor de periode 2008-2010 vastgesteld en ter informatie gezonden aan Provinciale Staten. Dit tarievenbeleid is opgesteld in overieg met de vervoerders en reizigersoverieggen (RO's). Zij hebben meegeholpen aan de ontwikkeling van het kader en zijn gekend in de vaststeltingsprocedure. Het tarievent>eleid is het vertrekpunt voor jaariijkse onderhandelingen tussen GS en de concessiehouders over het tarief. Het tarievenbeleid is gebaseerd op de basisprincipes van de OV-chipkaart, te weten het betalen voor elke gereisde kilometer. De ritprijs wordt bepaald door het in rekening brengen van een landelijk vastgesteld basistarief plus het aantal kilometers maal de prijs per kilometer. Het kilometertarief voor 2012 is door GS vastgesteld. Rekening houdend met het jaar tariefrust is voor 2012 alleen de landelijk bepaalde indexatie van 4,9 %toegepast. De kilometertarieven die de provincie Zuid-Holland vanaf 19 mei 2011 hanteerde zijn goedgekeurd door de commissie Kist. Deze, door het ministerie van l&m ingestelde, commissie, heeft onderzocht ofde door de provincie Zuid-Holland vastgestelde tarieven voor de gemiddelde reiziger niet zou leiden tot een verhoging van de reisprijs, de zogeheten kosten neutral iteit voor de reiziger. Deze beoordeling door de commissie Kist had een éénmalig karakter. De kilonr>etertarieven zien er voor dit jaar als volgt uit: Vervoerder en traject Connexxion Cxx Interiiner Kilometertarief 12,5 cent 16,7 cent ^niva HWGO/DAV Arriva Dordrecht Arriva Q-Liner 12,5 cent 14,4 cent 16,2 cent Wenwede Lingelijn 16,4 cent Met het provinciale tarievenbeleid streeft de provincie naar een tarievensysteem dat reizigers betalen voor de kilometers die zij daadwerkelijk reizen, hetgeen abonnementen overbodig maakt. Het t>eleid kent, ter vervanging van de sterabonnementen, de volgende uitgangspunten: " Een differentiatie in tijd, te weten een ochtend- en avondspits waarbij de periode tussen de spitsen een korting van 40% biedt; Een korting van 34% op basis van teeftijd die geldt voor reizigers van 65 jaar of ouder en voor kinderen tot 12 jaar oud, confonn de huidige kortingpercentages; Een korting van eveneens 34% voor scholieren met een leeftijd van 12 tot 18 jaan Kortingen worden gestapeld. 3/7 dd. 01-02-2012
P~^^ jfuholland Ons kenrt>erk Bovenstaande uitgangspunten zijn tot op heden niet geïmplementeerd daar het NVB-systeem van sterabonnementen nog actief is. Bij Arriva wordt het NVB-systeem op 19 mei 2012 afgeschaft. 2.2 Het vaststellen van het tarief; het tarievenvoorstel Het provinciaal tarievenbeleid vormt een onderdeel van het programma van eisen bij uitstaande en te verienen vervoerconcessies en is een vertrekpunt voor jaartijkse onderhandelingen tussen GS en de concessiehouders over het tarief. Het proces hiervoor ziet er als volgt uit: 1. De i^ncessiehouders (ven/oerders) dienen jaariijks een tarievenvoorstel in voor de te hanteren kilometertarieven en de prijzen van de wagenveritoopkaar^es. Concessiehouders hebben in de huidige concessies van Zuid-Holland verantwoordelijkheid voor zowel de opbrengsten alswel voor de ontwikkelfunctie van het openbaar vervoer. Dit betekent dat een concessiehouder het opbrengstrisico draagt en rekening zal houden met het rendement van de concessie bij het opstellen van een voorstel;. 2. De concessiehouder dient een tarievenvoorstel eerst voor advies voor te leggen aan de regionale reizigersoverieggen: Vervolgens dient hij richting GS aan te geven op wetke wijze hij dit advies in zijn definitieve voorstel heeft venwerttt; 3. Gedeputeerde Staten toetsen het definitieve voorstel van de concessiehouder op redelijkheid en billijkheid, waarbij gekeken wordt naar de doelstellingen die zijn vastgelegd in de concessievoonwaarden en of het voorstel past binnen het tarievenbeleid van de provincie; 4. Tarievenvoorstellen die niet voldoen aan het bovenstaande worden afgekeurd, waaridij de provincie aangeeft op basis van welke argumenten het voorstel niet wordt geaccepteerd. Dit leidt tot een onderhandelingsproces tussen GS en concessiehouder en zal zich meestal bewegen in het spanningsveld tussen rendement voor de concessiehouder en kostenneutralltelt voor de reiziger. 2.3 Het Implementeren van het provinciaal tarievenbeleid Zoals vermeld geeft het provinciaal tarievenbeleid invulling aan het afschaften van het systeem van sterabonnementen. Dat betekent dat een technische vertaling van het beleid naarde OVchipkaart uitgevoerd dient te worden. De huidige concessienemers, de vervoerbedrijven Arriva en Connexxion, zijn gevraagd hier invulling aan te geven, wat gebeurt in overieg met de provincie en de reizigersoverieggen. De technische vertaling vindt plaats binnen een aantal randvoorwaarden, te weten: 1. De OV-bedrijven In Nederiand kunnen kiezen uit twee leveranciers met betrekking tot de randapparatuur en systeemkeuze voor de OV-chipkaart. Arriva en Connexxion hebben een verschillende keuze gemaakt; er is geen uniformiteit tussen de concessiegebieden. 2. De OV-chipkaart blijkt niet één op één het provinciaal tarievenbeleid te kunnen faciliteren: zo blijkt het automatisch verstrekken van korting aan reizigers die in het dal reizen niet mogelijk. 3. Een complicerende factor is dat de concessiegebieden van Zuid-Holland grenzen aan de gebieden van r>egen andere OV-autoriteiten, die elk hun eigen keuze maken qua tarievenstructuur en tarievenhoogte. Het gevolg htervan is dat bij reizigers die van de ene concessie naar de andere reizen een deel van de eventueel van toepassing zijnde kortingen niet of slechts ten dele ven-ekend worden. 4. Het bedrijf TLS is opgericht om de systeem- en financiële rol voor de OV-chipkaart in Nederiand te realiseren. Momenteet zijn vier vervoert>edrijven eigenaar van TLS (NS voor 4/7 dd, 01-02-2012
provincie fjqlland ZUID Onskenmerk 67%). Concessienemers zijn de opdrachtgevers van TLS, niet de concessieveriener {de provincie). Dit betekent dat systeemwijzigingen die nodig zouden zijn om een tarievenbeleid te kunnen realiseren indirect uitgevoerd worden. De ervaring leert dat TLS op dit moment nog kampt met een aantal kinderziektes. 2.3.1 Arriva Arriva heeft ats planning om op 19 mei 2012 de verkoop van sterabonnementen te beëindigen. Tegelijkertijd wondt een tarievenstructuur geïmplementeerd die een vertaling is van het provinciaal tarievenbeleid. Daarbij geldt dat: SteratK>nnementen die voor 19 mei 2012 verkocht zijn met een geldigheidsdatum na 19 mei 2012 (zoats jaarabonnementen en grootgebruikcontracten) tot het einde van de geldigheidsdatum geaccepteerd worden; Sterabonnementen uit andere concessies die deels geldig zijn in Zuid-Hollandse concessies zullen worden geaccepteerd tot 31 december 2012. Het implementeren van het tarievent>eleid door Arriva in 2012 heeft de volgende kenmeriten: 1. De onderdelen van het tarievenbeleid, te weten een korting voor 65-ptussers en kinderen tussen 4-12 jaar en het stapelen van kortingen worden at automatisch toegepast (dit getdt voor alte persoonlijke OV-chipkaarten in heel Nederiand). 2. Medio 2012 implementeert Arriva de dalkorting. Daar automatische korting voor reizigers in de dalperiode niet mogetijk is, dienen reizigers die met korting witlen reizen in de datperiode het datkortingproduct van Arriva tegen betaling op hun OV-chipkaart te zeften. IDeze oplossing komt overeen met de wijze waarop NS haar kortingproducten aanbiedt. 3. De korting voor jongeren van 12 tot 18 jaar wordt niet geïntroduceerd. 4. De mogelijke omvang van het probleempunt van de grensoverschrijdende reiziger die met korting in de dalperiode wit reizen, brengt Aniva momenteet in kaart. Aniva zal aan de hand daarvan mogelijke optossingen presenteren. Naar venvachting zat vooralsnog een 100% stuitende optossing niet mogetijk zijn. Hierbij wordt opgemerkt wordt dat inmiddels een landelijk kortingproduct voor grensoverschrijdende reizigers is geïntroduceerd dat geldt in geheel Nederiand. 5. Ats altematief voor het sterabonnement, bedoelt voor de grootgebruikmarkt, zal Arriva in de loop van 2012 een gebiedsgerelateerd product introduceren om onbeperkt in één of meerdere Arriva concessiegebieden te kunnen reizen. In het najaar van 2011 heeft overieg plaatsgevonden met Aniva over implementatie van het tarievent)eteid. Ook de betreffende reizigersoverieggen zijn hierbij betrokken geweest, tn de tarieven aanvraag voor 2012 heeft Arriva aangegeven vrelke producten in de loop van 2012 geïntroduceerd zulten worden. 2.3.2 Connexxion Voor de concessie die Connexxion beheert geldt dezetfde problematiek van de grensoverschrijdende reiziger en het niet automatisch kunnen aanbieden van kortingen. Vooralsnog heeft Connexxion de huidige sterabonnementen geschikt gemaakt voor venwerking via de OV-chipkaart, het zogenaamde "verchippen" van sterabonnementen. ^ dd. 01-02-2012
Ons kenmefk TUID" ^^^ Dit verchippen was relatief eenvoudig uit te voeren, maar lijkt de voortgang van de implementatie van het tarievenbeleid naar kortingsproducten zoals bij Arriva te vertragen. Hierbij dient opgemeritt te worden dat Connexxion de concessie Zuid-Holland Noord beheert en dat deze concessie momenteel opnieuw wordt aanbesteed. 3 Beprijzen openbaar vervoer in 2013 Zoalseerdervenneldgeldt voor geheel 2012 een tarieftndexatie van 4.9%. Voorhet jaar 2013 kan GS invulling geven aan het eigen tarievenbeleid en vervolgens onderhandelingen starten met de concessiehouders. In paragraaf 2.2 is het proces hiervoor beschreven. Voor het concessiegebied dat Aniva beheert zal dit zijn op basis van nieuwe producten die gedurende 2012 geïntroduceerd zulten worden (vervanging van de sterabonnementen).. Het concessiegebied Zuid-Hottand Noord wondt momenteet opnieuw gegund. Na gunning zat bekend zijn hoe de nieuwe vervoerder invulling geeft aan het tarievenkader. tn de loop van dit jaar komt naar voren binnen welke randvoorwaarden concessiejaar 2013 plaats zat vinden. Die randvoonwaarden worden gevormd door: tn 2008 werd er van uitgegaan dat de techniek van de OV-chipkaart geen beperking zou stelten aan de imptementatiemogelijkheden van een eigen tarievenbeleid. dat -naar nu btijktwel het geval is. Eind 2012 zat blijken in wetke mate die beperkingen nog aanwezig zljn, In het bijzonder binnen de nieuwe concessie; Een aantal tarieven wordt landelijk vastgestetd, bijvoorbeeld het basistarief; De provinciale en landelijke visie op (doetgroep)kortingen. De vraag is bijvoorbeeld of teeftijdskortingen in een dergelijke visie passen; In de huidige concessies de ontwikkelfunctie ligt bij de concessiehouders; Afstemming van tariefstructuren met omliggende decentrale overheden nog in ontwikkeling is. Bij SRR en Haaglanden bijvoorbeeld, maar ook andere aangrenzende decentrale overheden, moet de discussie over een nieuwe tarievenstructuur nog plaatsvinden. De hierboven genoemde randvoonwaarden zijn maatgevend voor het tarievenbeleid voor 2013 en kunnen in meer of mindere mate ingebracht worden in de onderhandelingen met de concessiehouders. De randvoorwaarden kunnen een onderdeel zijn van de discussie over de ontwikkelfunctie die in mei 2012 plaatsvindt. 4 Conclusie Op het gebied van de implementatie van het provinciaattarievent}eleid na invoering van de OVchipkaart kan het volgende worden geconcludeerd: Hoofdconclusies: 1. Vanaf mei 2012 is er formeel sprake van tariefsvrijheid en kan GS invulling geven aaneen eigen beteid met betrekking tot de tariefstructuur. 2. De tariefvrijheid kent de volgende randvoonwaarden: 6/7 dd. 01-02-2012
Ons kenmerk P2H-2012-3228501B1 ''zitld^^^^'^^ de techniek van de OV-chipkaart stett beperkingen aan de implementatiemogetijkheden van het eigen tarievenbeleid, een aantal tarieven wondt landelijk vastgesteld, bijvoortjeeld het basistarief; het provinciale tarievenbeleid is het vertrekpunt vi^or jaariijkse onderhandelingen tussen GS en de vervoerders over het tarief. Daamaast zijn de volgende conclusies relevant: 1. De OV-chipkaart is het geldende betaalmiddel, waarbij een veritoop van losse "^wagenkaartjes" in de bus, voor de incidentele reiziger, mogetijk blijft; 2. Het provinciaat tarievenbeleid is in de programma's van eisen opgenomen van zovrel de huidige concessies als van de concessieuitvraag Zuid-Holland Noord; 3. De vervoerbedrijven, in het bijzonder Arriva, zijn momenteel de technische vertaalslag aan het maken van het tarievent}eteld naar de OV-chipkaart daar een volledige implementatie van dit beteid vooralsnog niet mogelijk blijkt. Hoogachtend, ïevrouw I.G.M. de Bondt 7/7 dd. 01-02-2012