Hoofdstuk 9 Starten met Impress

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 12 Werken met sjablonen

Hoofdstuk 15 Fontwork gebruiken

Inleidende gids. Hoofdstuk 14. Werken met de Galerij. OpenOffice.org

Hoofdstuk 4 Menu's en werkbalken

Hoofdstuk 13 Werken met opmaakprofielen:

Hoofdstuk 16 Webpagina's maken

Hoofdstuk 4 Menu's en Werkbalken

Hoofdstuk 1 Starten met Impress

Openoffice 3.2 Impress

PowerPoint 2010: rondleiding (deel 1)

1. Kennismaken met Impress

Hoofdstuk 1 Starten met Impress

PowerPoint Mijn naam is; Cees van Aarle

Aanmaken en gebruiken van een PowerPoint-model (Gedeeltelijk overgenomen van de website van Microsoft)

Een eerste kennismaking

Hoofdstuk 2 Starten van OpenOffice.org

Hoofdstuk 8 Dia s, notities en hand-outs toevoegen en opmaken

Hoofdstuk 21 Writer aanpassen

5. Diavoorstellingseffecten

Hoofdstuk 6 Kennismaken met Impress

Sneltoesten in PowerPoint 2016 voor Mac

Hoofdstuk 6 Kennismaken met Impress

Appendix A Sneltoetsen voor het toetsenbord

Deel 7: PowerPoint. Presentaties gemakkelijker maken

De achtergrond van een dia kun je opmaken via het tabblad Ontwerpen, groep Achtergrond:

Hoofdstuk 3 Formules in Calc, Draw & Impress

Via het tabblad Pagina-indeling, groep Pagina-instelling kun je de afdrukstand en het papierformaat instellen.

PowerPoint Basis. PowerPoint openen. 1. Klik op Starten 2. Klik op Alle programma s 3. Klik op de map Microsoft Office

1. OpenOffice.org downloaden en installeren Downloaden en installeren Achtergrondinformatie Tips... 21

Hoofdstuk 6 Kennismaken met Impress

Deel 1: PowerPoint Basis

Cursus Powerpoint 2003

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving

2. Dia's Maken. 2.1 Een nieuwe dia invoegen. Allereerst gaan we kijken hoe u een nieuwe dia aan uw presentatie toevoegt. Dia's Maken Module 2

HANDLEIDING. PowerPoint 2016

Hoofdstuk 2 Starten van OpenOffice.org

Hoofdstuk 9 Diavoorstellingen

Handleiding Powerpoint 2010

Publisher Handleiding

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave

Hoofdstuk 6 Kennismaken met Impress

Basiskennis van PowerPoint

CURSUS. Muzocoach Tijdschrift maken met Publisher Stijn Van Lokeren. Verantwoordelijke docent:

15. Tabellen. 1. wat rijen, kolommen en cellen zijn; 2. rijen en kolommen invoegen; 3. een tabel invoegen en weer verwijderen;

Handleiding Word de graad

Werkbalk Snelle toegang Titelbalk. Tabbladen

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2010, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1

Handleiding bij de workshop Animatie in Microsoft PowerPoint Hoe maak je een animatie in Microsoft PowerPoint 2010? Handleiding voor kinderen

Sneltoetsen in PowerPoint 2016 voor Windows

Windows Movie maker. Inhoud. 1. Installeren van Windows Movie Maker. FILM

INHOUD POWERPOINT 2007

Hoofdstuk 2: Aan de slag

Een nieuwe presentatie maak je met de sneltoets <Ctrl+N> of via het tabblad,. Vervolgens kies je Lege presentatie en klik je op de knop Maken.

PowerPoint 2010: rondleiding (deel 2)

Hoofdstuk 10 Afdrukken, exporteren en en

Verschillen met PowerPoint 2007

Afdrukken in Calc Module 7

Presenteren met behulp van Microsoft PowerPoint

MAKKELIJK OVERSTAPPEN VAN WORD NAAR WRITER

Microsoft Word Kennismaken

12. Presenteren met Impress

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman / Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk

HANDLEIDING POWERPOINT 2010

Handleiding voor Scherm PowerPoint 2007

I) Wat? II) Google documenten. Deel 2 documenten

PowerPoint LL. Heemscan

Hoofdstuk 8 - Snelfiches Word

Hoofdstuk 16: Grafieken en diagrammen: hoe

Hoofdstuk 14 LibreOffice aanpassen

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Hoe werkt u met dit boek?

Hoofdstuk 5 Exporteren en importeren

Inhoud. MySite Handleiding 1

Hoofdstuk 21: Diaovergangen en animaties

Powerpoint. Inleiding

DOCUMENT SAMENSTELLEN

INSTRUCT Samenvatting Basis PowerPoint 2010, H3 SAMENVATTING HOOFDSTUK 3

INSTRUCT Samenvatting Basis PowerPoint 2013/2016, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1. PowerPoint opstarten, verkennen en afsluiten

Aan de slag met Word 2016? Ontdek de basisfuncties. Maak een nieuw document aan, typ teksten en maak het geheel vervolgens netjes op.

Deel 3: Impress. Klikoefeningen

Hoofdstuk 2 Formules in Writer

Hoofdstuk 11:Bewerken & gezamenlijk werken

Deel 1: Impress Basis

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT THEOLOGIE EN RELIGIEWETENSCHAPPEN. Handleiding

Met de intuïtieve interface van InDesign CC kunt u op eenvoudige wijze uitdagende lay-outs maken zoals u hier ziet. Het is belangrijk dat u het

Hoofdstuk 16 Writer aanpassen

Via het tabblad, kun je afdrukinstellingen aangeven:

Een vocab cel maken. Vocab cellen schrijven in de zinbalk van een communicatiepagina. Deze kaart beschrijft hoe een nieuwe vocab cel gemaakt wordt.

6. Uitvoer. 6.1 Een presentatie afdrukken

Klikpuzzel - PP 2007 & 2010

10. Pagina-instellingen

Microsoft Powerpoint 2010 STAPPENPLANNEN

De tekstverwerker. Afb. 1 de tekstverwerker

Hoofdstuk 14 LibreOffice aanpassen

Les 2 De basis (deel 1)

Elementen bewerken. Rev 00

HANDLEIDING Q1600 Fashion

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

File: M.Peters / Powerpoint 1

6. Tekst verwijderen en verplaatsen

Transcriptie:

Inleidende gids gids Hoofdstuk 9 Starten met Impress OpenOffice.org's presentaties OpenOffice.org

Auteursrecht Op dit document is het auteursrecht 2005 van toepassing. De medewerkers aan dit document staan vermeld in de hieronder weergegeven paragraaf Auteurs. U mag het verspreiden zolang u zich houdt aan de voorwaarden van ofwel de GNU General Public License versie 2 of later (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html), óf de Creative Commons Attribution License, versie 2.5 of later (http://creativecommons.org/licenses/by/2.5/). Alle handelsmerken vermeld in deze gids behoren toe aan hun rechtmatige eigenaren. Auteurs Linda Worthington Jean Hollis Weber Tim Kampa Vertaling Aan deze Nederlandse vertaling werkten mee: Jo van WinFix.IT en Henk van der Burg Dankwoord Tim Kampa, Charles Fannan en Dana Oliver, studenten aan het Technisch en Professioneel Schrijven Programma van de San Francisco State University, schreven een initiële versie van dit document voor OpenOffice.org 1.1 (auteursrecht Tim Kampa). Linda Worthington herschreef dit document voor OpenOffice.org 2.0. Jean Hollis Weber heeft het nagelezen. Reacties De oorspronkelijke auteurs van de Engelstalige handleiding kunnen via de mailinglijst van OOoAuthors (authors@user-faq.openoffice.org) bereikt worden. Het is wel aan te raden om eerst in te schrijven op de mailinglijst van OOoAuthors en dat kan via authorssubscribe@user-faq.openoffice.org Heeft u op of aanmerkingen over de Nederlandstalige vertalingen dan kunt u terecht op de mailinglijst: documentatie@nl.openoffice.org. Publicatiedatum en softwareversie Vertaald in januari 2007. Gebaseerd op OpenOffice.org 2.1. U kunt een bewerkbare versie van dit document downloaden van http://oooauthors.org/nl/gepubliceerde hoofdstukken -Inleidende gids/

Inhoud Inhoud Auteursrecht...i Auteurs...i Vertaling...i Dankwoord...i Reacties...i Publicatiedatum en softwareversie...i Wat is Impress?...1 Een nieuwe presentatie maken...1 Een presentatie voorbereiden...1 De Assistent Presentatie openen...2 Een presentatie opmaken...5 Hoofdvenster van Impress...6 Deelvenster Dia...6 Werkruimte...7 Taakvenster...8 Opbouwen van een presentatie...8 Kiezen van een Hoofdpagina...8 De eerste dia maken...12 Elementen toevoegen aan de titelpagina...12 Invoegen extra dia's...13 Werken met dia's...16 Aangepaste animaties...17 Diawissels...17 Werkruimte...17 Tekeningmodus...18 Overzicht...18 Notities...19 Diasorteerder...20 Hand-outs...22 Uitvoeren van een presentatie...23 Starten met Impress: i

Wat is Impress? Wat is Impress? Impress is het presentatieprogramma van OpenOffice.org. Met dit programma kunnen dia's gemaakt worden, die veel elementen kunnen bevatten, zoals tekst, tabellen, grafieken, lijsten met opsommingstekens of nummers, tekeningen en een heel scala aan grafische objecten. Impress bevat ook een spellingcontrole, een synoniemenlijst, vooraf gedefinieerde opmaakprofielen, aantrekkelijke achtergronden en een handig helpmenu. Dit hoofdstuk bevat instructies, schermafdrukken en handige aanwijzingen om u bij het ontwerpen van uw presentatie door de Impress-omgeving te leiden. Ofschoon moeilijker ontwerpen wel in dit hoofdstuk worden vermeld, wordt de uitleg over het maken ervan gegeven in de Impress gids. Als u al ervaring heeft in het maken van presentaties, wordt u aangeraden om de Impress gids te gebruiken als uw informatiebron. Kennis van alle elementen, die een dia kan bevatten, is gewenst om Impress te gebruiken voor meer gecompliceerde presentaties. Dia's die tekst bevatten gebruiken tekstprofielen om de weergave van die tekst vast te leggen. Dia's die objecten bevatten worden op dezelfde wijze gemaakt als tekeningen in Draw. Om die reden wordt u aangeraden om de hoofdstukken uit dit boek, Werken met opmaakprofielen en Starten met Draw te bestuderen. Een nieuwe presentatie maken Dit deel laat zien op welke wijze een nieuwe presentatie gemaakt kan worden. De instellingen die hierbij gebruikt worden zijn algemeen: zij kunnen toegepast worden op alle dia's. Het deel Werken met dia's op pagina 16 geeft aan op welke wijze instellingen gemaakt kunnen worden voor specifieke dia's. Deze aanwijzingen kunnen ook toegepast worden op sommige algemene instellingen. Een presentatie voorbereiden Als eerste moet u bedenken wat u wilt bereiken met de presentatie. Het vraagt bijvoorbeeld vrij weinig voorbereiding om een aantal digitale foto's in een presentatie bij elkaar te plaatsen. Maar een presentatie gebruiken om anderen kennis bij te brengen over een speciaal onderwerp vergt veel meer voorbereiding. Over dit hoofdstuk is een presentatie gemaakt en is als download beschikbaar op http://oooauthors.org/nl/handleidingen/gepubliceerdig/eenvoudige_prese ntatie.odp. Het is gebaseerd op de stappen die in dit hoofdstuk worden beschreven. U moet, voordat u begint, de presentatie goed voorbereiden. Als u niet gewend bent om presentaties te maken, zullen de antwoorden op vragen dan ook van algemene aard zijn. Degene, die in het verleden al verschillende presentaties gemaakt heeft, zal op veel zaken gedetailleerder (kunnen) ingaan. Te stellen vragen kunnen zijn: Starten met Impress: 1

Een nieuwe presentatie maken Wie gaat de presentatie bekijken? Hoe zal deze worden gebruikt? Wat is het hoofdonderwerp? Welke overige onderwerpen moeten behandeld worden? Hoe gedetailleerd moeten deze onderwerpen zijn? Moet er geluid bij worden afgespeeld? Zijn animaties gewenst? Moeten er diawissels zijn en zo ja, welke? Dit zijn een aantal zaken die men zich af moet vragen voordat een presentatie gemaakt wordt. Geluid en animaties zijn onderwerpen voor gevorderden en worden behandeld in de Impress gids. Het is niet altijd nodig om op alle punten direct antwoord te hebben. Het maken van een overzicht is uitermate belangrijk. U zou misschien al precies weten wat er op sommige dia's zal komen te staan. U zou misschien ook alleen nog maar in zijn algemeenheid weten wat er op sommige dia's komt te staan. Dat kan allemaal best. U kunt zelfs nog wijzigen vlak voordat u begint, zolang u uw wijzigingen maar aanpast aan uw gemaakte overzicht. Het belangrijkste is dat u een globaal idee heeft wat u wilt en hoe u dat bereiken wilt. Zet die informatie op papier. Dat maakt het een stuk gemakkelijker om de presentatie te maken. De Assistent Presentatie openen Open OpenOffice.org (OOo) Impress. De Assistent Presentatie verschijnt (Afbeelding 1). U kan Impress op 2 manieren openen: Klik op het driehoekje rechts van het pictogram Nieuw en selecteer Presentatie in het contextmenu. Kies Bestand > Nieuw > Presentatie op de menubalk. Afbeelding 1. De Assistent Presentatie gebruiken om het type presentatie te selecteren 1) Selecteer Lege presentatie onder Type. Dit maakt een presentatie vanaf het begin. Starten met Impress: 2

Een nieuwe presentatie maken Tip Laat Voorbeeld aangevinkt staan, dan worden sjablonen, ontwerpen en overgangen getoond in het voorbeeldvenster wanneer u ze selecteert. Indien u er de voorkeur aan geeft om de assistent niet op te starten als u Impress opstart, plaats dan een vinkje voor de tekst Dit dialoogvenster niet meer weergeven. Van sjabloon maakt gebruikt van een sjabloon dat al eens gebruikt is als basis voor een presentatie. De assistent toont nu een lijst van beschikbare sjablonen. Kies het sjabloon dat u wilt. Met Een bestaande presentatie openen vervolgt u de werkzaamheden aan een eerder gemaakte presentatie. De assistent toont een lijst van bestaande presentaties. Kies de presentatie die u wenst. Beide mogelijkheden worden behandeld in de Impress gids. 2) Klik op de knop Volgende. Het venster Assistent Presentatie, stap 2 verschijnt. De Assistent toont Afbeelding 2 als u Lege presentatie in venster 1 gekozen heeft. Indien u een andere keuze heeft gemaakt, zal er een voorbeeld van een diaontwerp getoond worden in het voorbeeldvenster. Afbeelding 2. Selectie van een diaontwerp via de Assistent Presentatie. 3) Kies een ontwerp uit het keuzevak onder Een diaontwerp selecteren. Dit keuzevak geeft u 2 mogelijkheden: Presentatieachtergronden en Presentaties. Iedere keuze toont een lijst met keuzemogelijkheden voor diaontwerpen. Als u één van deze ontwerpen wilt gebruiken in plaats van <Origineel>, klik er dan op om die te selecteren. Starten met Impress: 3

Een nieuwe presentatie maken De typen Presentatieachtergronden worden weergegeven in Afbeelding 2. Door op één van de keuzes te klikken, wordt dat voorbeeld getoond in het voorbeeldvenster. Impress heeft onder Presentaties ook: <Origineel>, Aanbevolen strategie en Introductie van een nieuw product. <Origineel> geeft een leeg presentatie diaontwerp. Aanbevolen strategie en Introductie van een nieuw product hebben allebei hun eigen diaontwerpen. Elk ontwerp verschijnt in het voorbeeldvenster als hun naam wordt geselecteerd. Aanbevolen strategie en Introductie van een nieuw product zijn bij het pakket behorende presentatiesjablonen. Zij kunnen worden gebruikt door te kiezen voor Van sjabloon in het eerste venster (Afbeelding 1). Bekijk de Impress gids voor instructies hoe u dit moet doen. 4) Selecteer hoe de presentatie gebruikt gaat worden onder Een presentatiemedium selecteren. De meeste presentaties worden op een beeldscherm vertoond. Selecteer Scherm. Zie de Impress gids voor het maken van presentaties met andere presentatiemedia. 5) Klik op de knop Volgende. Het venster Assistent Presentatie, stap 3 verschijnt (Afbeelding 3). Tekst 1: Afbeelding Keuze van de diawissel, wisselsnelheid en het type presentatie Afbeelding 3. Keuze van de diawissel, wisselsnelheid en het type presentatie Starten met Impress: 4

Een nieuwe presentatie maken 6) Kies de gewenste optie uit de keuzelijst Effect. Tip U kan beter de standaardwaarden voor Effect en Snelheid accepteren, tenzij u bedreven bent in het instellen van deze opties. Beide waarden kunnen later worden gewijzigd met diawissels en animaties. Deze opties worden later in dit hoofdstuk behandeld. 7) Selecteer in de keuzelijst Snelheid de gewenste snelheid waarmee de dia's in de presentatie worden gewisseld. Gemiddeld is een goede keuze voor dit moment. 8) Klik op de knop Maken. Een nieuwe presentatie wordt gemaakt. Als u in stap 1 van de Assistent Van sjabloon geselecteerd heeft, dan zal de knop Volgende stap 3 activeren en zullen er andere pagina's beschikbaar zijn. Die pagina's worden niet in dit hoofdstuk beschreven. Een presentatie opmaken Nu komt het gedeelte waarin uw presentatie, gebaseerd op uw instellingen, wordt samengesteld. Dit gebeurt in het standaardvenster van Impress (Afbeelding 4). Eerst zal aangegeven worden waarvoor de delen van dit venster worden gebruikt. Daarna beschrijven we op welke wijze ze te gebruiken zijn om uw presentatie samen te stellen. Starten met Impress: 5

Afbeelding 4: Standaardvenster van Impress Standaardvenster van Impress Het standaardvenster bestaat uit drie delen: het Deelvenster Dia, de Werkruimte en het Taakvenster. In het Deelvenster Dia kunt u speciale handelingen verrichten op individuele dia's. In de Werkruimte worden de meeste handelingen verricht voor het vervaardigen van de dia's en het Taakvenster bevat vier aparte taken met betrekking tot opmaakprofielen (stijlen), weergave, animaties en wisselingen tussen dia's in uw presentatie. Tip U kan het Deelvenster Dia of het Taakvenster, net als ieder ander venster, sluiten door op de knop x te klikken. Dit kan ook gedaan worden door in het menu Beeld het vinkje voor Deelvenster Dia of Taakvenster te verwijderen. Selecteer, om het Deelvenster Dia of het Taakvenster weer op het scherm te plaatsen, nogmaals Beeld > Deelvenster Dia of Beeld > Taakvenster. Deelvenster Dia Het Deelvenster Dia bevat miniatuurweergaven van de dia's in uw presentatie. Zij staan in de volgorde waarin zij getoond zullen worden. Klikken op een dia selecteert de dia en plaatst deze in de Werkruimte. In deze ruimte kunnen wijzigingen worden aangebracht in deze geselecteerde dia. De volgorde van de dia's kan ook worden gewijzigd in de Werkruimte. Daardoor wijzigt ook de volgorde in het Deelvenster Dia. Starten met Impress: 6

Er kunnen nog diverse extra handelingen worden uitgevoerd op één of meer dia's in het Deelvenster Dia: Toevoegen van nieuwe dia's na de eerste dia in de presentatie. Verbergen van een dia zodat deze niet wordt getoond als deel van de presentatie. Verwijderen van een dia uit de presentatie als deze niet langer nodig is. Hernoemen van een dia. Kopiëren of verplaatsen van de inhoud van een dia naar een andere dia. (Kopiëren en plakken of knippen en plakken.) Wijzigen van de diawissel volgend op de geselecteerde dia of na elke dia in een groep van dia's. Wijzigen van het dia-ontwerp. (Een venster wordt geopend dat het mogelijk maakt om uw eigen ontwerp te gebruiken) Wijzigen van de dia-lay-out. (Hiervoor moet de sectie Lay-outs van het Taakvenster gebruikt worden) Werkruimte De Werkruimte heeft vijf tabs: Tekeningmodus, Overzicht, Notities, Hand-out en Diasorteerder. Deze vijf tabs worden Modusknoppen (Afbeelding 5) genoemd. Ook zijn er veel werkbalken die gebruikt kunnen worden om een dia te maken. Beeld > Werkbalken toont een lijst met welke beschikbaar zijn. Het gedeelte Dia-ontwerp bevindt zich direct onder de Modusknoppen. Hier voegt u de diverse delen van uw geselecteerde dia samen. Afbeelding 5: Modusknoppen Elke modus is gemaakt om bepaalde taken gemakkelijker te maken. Tekeningmodus is de standaardmodus voor het maken van dia's. Gebruik deze modus voor het opmaken, ontwerpen en toevoegen van tekst, afbeeldingen en effectanimaties. Veel van de volgende secties in dit hoofdstuk beschrijven op welke wijze dia's gemaakt en bewerkt kunnen worden in de Tekeningmodus. Aanvullende informatie is beschikbaar in de Impress gids. Overzicht toont de titels van de onderwerpen, lijsten met opsommingstekens en genummerde lijsten van elke dia in overzichtvorm. Gebruik deze modus om dia's opnieuw te rangschikken, titels en kopteksten te bewerken, opnieuw schikken van de volgorde van items in een lijst en toevoegen van nieuwe dia's. Notities maakt het mogelijk om bij iedere dia notities toe te voegen die niet worden getoond tijdens de presentatie. Klik op de tekst Klik om notities toe te voegen en begin met typen. U kan de grootte van het notitietekstvak aanpassen door op de groene handgrepen te klikken en deze te verslepen. Er kunnen ook wijzigingen aangebracht worden in de paginastijl door gebruik te maken van de sneltoets F11. Starten met Impress: 7

Diasorteerder toont een miniatuurweergave van elke dia in de volgorde zoals ze getoond zullen worden. Gebruik deze modus om de volgorde van de dia's aan te passen, om een presentatie met tijdinstellingen te maken of om diawissels tussen geselecteerde dia's toe te voegen. Hand-out stelt u in staat dia's af te drukken om uit te reiken. U kan kiezen tussen één, twee, drie, vier of zes dia's per pagina uit Lay-outs van het Taakvenster. Deze keuze is ook bepalend voor het aantal miniatuurweergaven dat getoond wordt. De miniatuurweergaven kunnen simpel opnieuw gerangschikt worden door slepen en laten vallen. Taakvenster Het taakvenster heeft vier secties: Hoofdpagina's: Hier definieert u de presentatiestijl die gebruikt gaat worden voor uw presentatie. OOo Impress heeft vijf typen hoofdpagina's. Eén ervan is leeg en de overige hebben een achtergrond. Tip De sneltoets F11 kan worden gebruikt om het venster Stijlen en opmaak te openen. De stijl van elke Hoofdpagina kan worden aangepast aan de door u gewenste doelstellingen. Dit kan op ieder moment gedaan worden. Lay-outs: 20 lay-outs worden getoond. U kan de door u gewenste kiezen of u kan de eerste kiezen (de lege) en die aanpassen aan uw eigen wensen. Aangepaste animatie: Er zijn diverse animaties voor geselecteerde elementen of een dia aanwezig. Een animatie kan worden toegevoegd aan een dia en deze kan later ook nog worden gewijzigd of verwijderd. Diawissel: 56 verschillende diawissels zijn beschikbaar inclusief Geen overgang. U kan ook de snelheid nog instellen (Langzaam, Gemiddeld, Snel). U kan verder ook nog kiezen tussen een automatische diawissel of een handmatige en hoe lang u de geselecteerde dia wilt tonen (alleen bij automatische diawissel). Opbouwen van een presentatie Dit proces begint met de beslissing welke basiselementen u in alle dia's wilt hebben. Deze basiselementen bepalen welke Hoofdpagina u zult gaan gebruiken voor de dia's en welke aanpassingen daar, desgewenst, in gemaakt moeten gaan worden. Kiezen van een Hoofdpagina Tip OOo definieert een Hoofdpagina als een diamodel voor een presentatie. Een bepaalde presentatie kent normaal gesproken maar één diamodel of hoofdpagina. Alle dia's worden gemaakt door het toevoegen van elementen aan dit model. Er kan een ander diamodel gebruikt worden voor bepaalde dia's als u dat wilt. Als u later denkt dat de gekozen hoofdpagina niet meer aan uw behoeften voldoet dan kan u altijd nog een andere hoofdpagina kiezen. Of u kan delen van uw hoofdpagina aanpassen. Alle dia's, gemaakt met deze hoofdpagina, zullen op dezelfde wijze worden gewijzigd. Als u uw hoofdpagina (diamodel) heeft voltooid en vervolgens uw dia's Starten met Impress: 8

controleert, gebruik dan de sneltoetsen F5 of F9 om te bekijken hoe uw dia er uitziet op een volledig scherm. Gebruik vervolgens de Esc-toets om terug te keren naar uw werk of het maken van uw presentatie. Op deze wijze kan u eerder en gemakkelijker problemen onderkennen. U moet eerst bepalen welk model u wilt gebruiken voor uw presentatie. Er zijn vijf hoofdpagina's om uit te kiezen (Afbeelding 6). Kies er één uit die het dichtste bij uw wensen komt. We komen later terug op de manier waarop u wijzigingen kunt aanbrengen in een hoofdpagina. Afbeelding 6: Beschikbare hoofdpagina's De hoofdpagina Standaard is een lege dia met specifieke paginaopmaakprofielen. De overige vier hoofdpagina's bevatten zowel ontwerpen als paginaopmaakprofielen. Om te zien wat er allemaal mogelijk is, kunt u bekijken op welke wijze de aanwezige hoofdpagina's zijn gemaakt. Selecteer Beeld > Model > Diamodel om dit te bekijken. Kies de Lege dia in het Taakvenster en open de sectie Hoofdpagina's. Omdat de hoofdpagina Standaard leeg is, hoeft u alleen nog maar over de overige vier beschikbare hoofdpagina's na te denken. Tip Beeld > Model > Diamodel maakt het mogelijk om wijzigingen in de hoofdpagina aan te brengen. Welke wijziging u ook maakt in de hoofdpagina, deze worden op alle dia's van de presentatie op dezelfde manier weergegeven. Met Beeld > Normaal is het mogelijk om te werken aan één dia. Met deze selectie kunnen ook wijzigingen worden gemaakt die alle dia's aanpassen, maar geen van deze wijzigingen zullen de hoofdpagina zelf aanpassen. De eerste twee stappen bij het opbouwen van een presentatie zijn: Selecteer het diamodel dat het meeste aan uw wensen voldoet en sla de presentatie op. Vervolgens past u het diamodel aan. Starten met Impress: 9

Opgelet Denk er aan om een presentatie regelmatig op te slaan terwijl u aan het werk bent. Dit om verlies van gegevens bij onverwachte gebeurtenissen te voorkomen. U wilt misschien ook de functie AutoHerstel activeren (Extra > Opties > Laden/Opslaan > Algemeen). Overtuig u ervan dat AutoHerstel-informatie opslaan elke is geselecteerd en dat u een aantal minuten heeft ingegeven. (Ik selecteer hier gewoonlijk 10 minuten.) Voor het maken van wijzigingen aan de hoofdpagina selecteert u Beeld > Model > Diamodel. De meeste wijzigingen worden aangebracht in de opmaakprofielen (stijlen). De sneltoets F11 opent het venster Stijlen en opmaak. Het pictogram van de presentatiestijlen moet al geselecteerd staan. (Als dat niet zo is, selecteer het dan alsnog.) Er staan veertien stijlen in de lijst en deze kunnen allemaal gewijzigd worden. Maar, er kunnen geen nieuwe stijlen worden toegevoegd. Om één van de stijlen te wijzigen, klikt u met rechts op de naam van de stijl en kiest Wijzigen uit het contextmenu. Vanaf versie 2.x opent, Beeld > Model > Diamodel ook de werkbalk Modelweergave (Afbeelding 7). Zie de Impress gids voor instructies over het gebruik van deze werkbalk. 1) opmaakprofiel Achtergrond: Afbeelding7: Werkbalk Modelweergave Geen betekent dat alle achtergronden wit zullen zijn. Kleur maakt het mogelijk om uw eigen achtergrondkleur in te stellen. Kleurovergang heeft 15 voorgedefinieerde achtergronden. De verhoudingen tussen de ene kleur en de andere zijn standaard automatisch vastgesteld, maar u kunt deze desgewenst handmatig instellen. Arcering heeft 10 vooraf ingestelde patronen. Er kunnen meer patronen worden ontworpen. Er kan ook een achtergrondkleur toegevoegd worden aan de arcering. Meer achtergronden kunnen worden gemaakt met behulp van het menu Opmaak > Vlak > tab Arcering, waarna ze ook op het opmaakprofiel Achtergrond toegepast kunnen worden. Starten met Impress: 10

Bitmap heeft 20 vooraf ingestelde patronen. Meer bitmaps kunnen worden toegevoegd aan de lijst als zij een afbeeldingformaat hebben dat door OOo herkend wordt. Met Opmaak > Vlak > Bitmappatronen is dit te realiseren. Als u een afbeelding heeft die u wilt gebruiken in uw dia's, vergewis u er dan van dat dit een voor OOo herkenbare opmaak heeft. (Zie de opmerking hieronder over de wijze waarop de lijst met bekende opmaak gevonden kan worden.) Gebruik de knop Importeren om het bestand te lokaliseren en geef het een naam. Gebruik de sneltoets F11 en selecteer Bitmap in het opmaakprofiel Achtergrond, u treft uw geïmporteerde bitmap onderaan de lijst aan. In Extra > Opties > OpenOffice.org > Kleuren is het mogelijk om uw eigen kleuren te maken. Als u op deze wijze een kleur heeft gemaakt, wordt deze opgenomen in de kleurtabel en is dan ook beschikbaar voor de achtergrond. Nieuwe kleurovergangen kunnen ook worden gemaakt en deze kleurovergangen kunnen worden gewijzigd. Selecteer Opmaak > Vlak > Kleurovergangen (tab) om dit te doen. De uitvoering hiervan ligt buiten hetgeen in dit hoofdstuk behandeld wordt. Selecteer Opmaak > Vlak > Bitmappatronen om alle afbeeldingsformaten te zien die door OOo geaccepteerd worden als bitmap. Klik op de knop Importeren en onder Bestandstypen worden vervolgens alle bestandsindelingen getoond. U kunt ook nog uw eigen bitmap maken door gebruik te maken van de Patroon-editor in de linkerbovenhoek van Opmaak > Vlak > Bitmappatronen. 2) opmaakprofiel Achtergrondobjecten: Gebruik dit opmaakprofiel om alle karakteristieken van alle objecten, die u toevoegt aan de hoofdpagina (Diamodel), in te stellen. Maak alle wijzigingen die u nodig vindt. Denk er aan om de sneltoets F5 te gebruiken om te controleren of het effect is wat u ervan verwacht op een volledig scherm. Druk daarna op de Esc-toets om weer terug te komen bij uw werk. Evenals alinea- en tekenopmaakprofielen in Writer, kunnen opmaakprofielen van achtergrondobjecten overschreven worden door handmatige opmaak toe te voegen. Dus is het mogelijk om twee achtergrondobjecten te hebben met verschillende opmaak. Het gebruik van achtergrondobjecten vereist kennis van OOo Draw componenten en valt niet binnen het bestek van dit hoofdstuk. 3) opmaakprofiel Notities: Als u het opmaakprofiel van de notities van uw dia's wilt aanpassen moet u er rechts op klikken en Wijzigen selecteren en dan de opmaak instellen die u voor uw notities wilt. Zorg ervoor dat u de grootte van het lettertype groot genoeg maakt om leesbaar te zijn. Onthoud daarbij dat deze opmaak van toepassing zal zijn op alle notities die gebruik maken van hetzelfde diamodel. Het onderste deel van het notitie-venster geeft een voorbeeld weer van hoe uw notitie er uit komt te zien. Starten met Impress: 11

Momenteel kan u uw notities niet zien terwijl uw presentatie wordt uitgevoerd. Uw notities kunnen worden afgedrukt bij een hand-out van de presentatie. 4) opmaakprofielen Overzicht 1 tot en met Overzicht 9: Deze opmaakprofielen stellen de opmaak in voor elk tekstniveau in de tekstvakken van dia's. Al deze stijlen hebben standaardwaarden die zeer goed zijn. U zal waarschijnlijk de meeste, zo niet alle waarden, willen laten zoals ze zijn. Over het algemeen zal in een eenvoudige presentatie maar één diamodel gebruikt worden, een wijziging heeft tot gevolg dat deze in alle dia's aanwezig zal zijn. Bijvoorbeeld: vijf dia's hebben tekst met het opmaakprofiel Overzicht 2. Wanneer u de grootte van het lettertype van Overzicht 2 van 20 naar 18 wijzigt, zal dit in alle 5 dia's gewijzigd worden, omdat deze gebruik maken van het opmaakprofiel Overzicht 2. 5) opmaakprofielen Titel en Subtitel: Stel deze opmaakprofielen op dezelfde wijze in als de opmaakprofielen voor Overzicht 1 tot en met Overzicht 9. De meeste van deze stijlen werken zeer goed zoals ze staan ingesteld. De delen die u zou willen wijzigen zijn het lettertype, het letterbeeld, de grootte van het lettertype en de kleur van de lettertypes (tabs Lettertype en Teksteffecten). 6) Als u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, klikt u op Beeld > Normaal. Of u kan klikken op Modelweergave sluiten in de werkbalk Modelweergave. De eerste dia maken De eerste dia is normaal gesproken de titelpagina. Bedenk welke lay-out voor de eerste dia het beste past bij uw doeleinden. Probeer het eenvoudig te houden. Enige eenvoudige lay-outs zijn Titeldia (deze bevat ook een sectie voor een subtitel) of Alleen titel. De rest van de lay-outs lijken beter geschikt te zijn voor latere dia's in de presentatie of voor meer complexe presentaties. Voor heel eenvoudige presentaties, is misschien zelfs helemaal geen titel nodig. Een aantal afbeeldingen kunnen bijvoorbeeld best bij elkaar geplaatst worden als iemand die alleen maar even hoeft te zien. Maar in de meeste gevallen zal u een titel als eerste dia willen gebruiken. Elementen toevoegen aan de titelpagina Alle titelpagina's hebben bovenaan een titelsectie. Om een titel te maken, klikt u op de tekst Klik om titel toe te voegen. Type de titel. Aanpassingen voor de opmaak van de titel kunnen worden gedaan door gebruik te maken van de sneltoets F11, klik met rechts op het opmaakprofiel Titel en selecteer Wijzigen uit het contextmenu. Als u de lay-outdia Titeldia gebruikt, klikt u op de tekst Klik om tekst toe te voegen. Type de subtitel. Maak de door u gewenste aanpassingen in de opmaak. Doe dit op dezelfde wijze als u deed bij het wijzigen van de titel: gebruik de sneltoets F11, klik met rechts op het opmaakprofiel Subtitel, selecteer Wijzigen uit het contextmenu en breng uw wijzigingen aan. Klik op de knop OK om de wijzigingen op de subtitel toe te passen. Starten met Impress: 12

De lay-outdia Titel, object kan ook worden gebruikt. Om dit uit te voeren is kennis vereist over het verplaatsen en aanpassen van de grootte van grafische afbeeldingen (objecten). Voeg het object in als een OLE-object. Doe het volgende: 1) Dubbelklik op de afbeelding. 2) Selecteer Uit bestand en klik op de knop OK. Opgelet Klik alleen op Uit bestand als u een presentatie gaat houden en het bestand in dezelfde map staat als waar de originele presentatie opgeslagen is. Anders heeft u mogelijk geen toegang tot het OLEobject van uw dia wanneer u dat nodig heeft. 3) Klik op de knop Zoeken om naar de locatie van het bestand te bladeren. Selecteer het bestand en klik op de knop Openen en klik vervolgens op de knop OK. 4) Pas de grootte aan en centreer het object zodanig dat het in de dia past. Invoegen extra dia's De stappen voor het invoegen van extra dia's zijn in principe gelijk aan die van het selecteren van de titelpagina. Het is een procedure die voor iedere extra dia moet worden herhaald. Aangezien u maar één diamodel gaat gebruiken, hoeft u alleen maar te letten op het gedeelte Lay-outs van het Taakvenster aan de rechterkant. Eerst moet u alle dia's invoegen, die u volgens uw gemaakte overzicht nodig heeft. Daarna kunt u pas beginnen met het toevoegen van speciale effecten zoals aangepaste animatie en diawissels. (Deze worden behandeld in het volgende gedeelte.) Stap 1: Voeg een nieuwe dia in. Dit kan op veel manieren gedaan worden: Kies er één uit. Invoegen > Dia. Klik in het Deelvenster Dia met rechts op een dia en selecteer Nieuwe dia uit het contextmenu. Klik in de Werkruimte met rechts op een dia, selecteer in het contextmenu Dia en in het volgende menu op Nieuwe dia. Klik op het pictogram Dia op de werkbalk Presentatie (Afbeelding 8). Afbeelding 8: Werkbalk Presentatie Stap 2: Selecteer de lay-outdia die het beste bij uw wensen past. Als uw dia alleen bestaat uit een titel met een grafische voorstelling, grafiek of een werkblad dan is invoegen als OLE-object het gemakkelijkste. Maar u bent gewaarschuwd, het is niet gemakkelijk om dit te doen met een grafiek of een werkblad. Dat is een ingewikkelde zaak. Stap 3: Pas de elementen van de dia aan. Op dit punt bevat de dia alle elementen die het Starten met Impress: 13

diamodel bevat evenals datgene wat de gekozen lay-outdia bevat. Dat is inclusief de verwijderde niet meer benodigde elementen, de toegevoegde elementen (afbeeldingen en OLE-objecten) en ingevoegde tekst. Opgelet De lay-outs kunnen allemaal gewijzigd worden door gebruik te maken van Beeld > Normaal, hetgeen de standaardinstelling is. Als u toch het diamodel probeert te wijzigen zal dat resulteren in een foutmelding. (Het diamodel moet gewijzigd worden door gebruik te maken van Beeld > Model > Diamodel.) 1) Verwijder alle elementen uit de dia die u niet nodig heeft (Afbeelding 9). 1) Klik op het element om het te selecteren. (De groene blokjes laten zien dat het geselecteerd is.) 2) Druk op de Delete-toets om het te verwijderen. Afbeelding 9: Een element verwijderen uit een dia Tip Het kan gebeuren dat u per ongeluk de verkeerde lay-outdia selecteert. Als u het element of de elementen verwijderdt die u niet wilt, kunt u vervolgens op de juiste lay-outdia klikken en met uw werk doorgaan. 2) Voeg de benodigde elementen toe aan de dia. 1) Voeg afbeeldingen toe aan het afbeeldingenframe: 1) Dubbelklik op de afbeelding in het frame. 2) Blader naar de locatie van de afbeelding. 3) Selecteer de afbeelding en klik op de knop Openen. 4) Pas zonodig de grootte van de afbeelding aan. Volg de aanwijzingen op in de Opgelet-notitie hieronder. Starten met Impress: 14

2) Afbeeldingen uit grafische bestanden op andere plaatsen dan in het afbeeldingenframe toevoegen: 1) Invoegen > Afbeelding > Uit bestand. 2) Blader naar het grafische bestand, selecteer het en klik op de knop Openen. 3) Verplaats de afbeelding naar de juiste positie. 4) Pas zonodig de grootte van de afbeelding aan. 3) Toevoegen van OLE-objecten is een ingewikkelde kwestie die behandeld wordt in de Impress gids. Opgelet Klik met rechts op een afbeelding als u de grootte aan wilt passen. Selecteer Positie en grootte uit het contextmenu. Selecteer Verhoudingen behouden. Vul vervolgens de gewenste hoogte en/of breedte in. (Als u één afmeting aanpast zullen beiden wijzigen.) Hiermee wordt voorkomen dat de afbeelding vervormd wordt. 3) Tekst toevoegen aan een dia: Als de dia tekst moet bevatten, klik dan op de tekst Klik om overzicht toe te voegen in het tekstframe. Type de tekst in het tekstframe. Tekst in de dia staat in het overzicht-formaat: ieder niveau meer ingesprongen dan het vorige niveau. Er zijn in totaal 10 niveaus. 1) Om het overzichtniveau te wijzigen terwijl u typt, moet u gebruik maken van de linker- en rechterpijltoetsen op de werkbalk Tekstopmaak (Afbeelding 10). Met de linkerpijl gaat u naar een hoger overzichtniveau. (bijvoorbeeld van niveau 3 naar niveau 2) Met de rechterpijl gaat u naar een lager overzichtniveau (bijvoorbeeld van niveau 2 naar niveau 3) Afbeelding 10: Tekstniveau verplaatsingspijlen 2) Om de volgorde van de alinea's (regels) aan te passen, gebruikt u de pijlen omhoog en omlaag. De pijl omhoog plaatst de alinea hoger in de tekst (Afbeelding 11). De pijl omlaag plaatst de alinea lager in de tekst. Starten met Impress: 15

Bij het verplaatsen van tekst is meestal een combinatie van het gebruik van deze toetsen nodig. Bijvoorbeeld: een alinea moet naar boven worden verplaatst en het overzichtniveau moet gewijzigd in een lager niveau (dichter naar niveau 1) of een hoger niveau (dichter naar niveau 10). Afbeelding 11: Tekst hoger en lager verplaatsen in een dia Stap 4: Om extra dia's te maken herhaalt u de stappen 1 tot en met 3. Werken met dia's Nu is het tijd om de hele presentatie te beoordelen en uzelf een aantal vragen te stellen. Speel de presentatie tenminste één keer af voordat u deze vragen gaat beantwoorden. Mogelijk wilt u ook zelf nog een aantal vragen toevoegen. 1) Staan de dia's in de juiste volgorde? Zo niet, dan moeten sommige verplaatst worden. 2) Kan een extra dia een bepaald punt duidelijker maken? Die dia moet dan nog gemaakt worden. 3) Kan door aangepaste animaties een aantal dia's verbeteren? (Techniek voor gevorderden) 4) Moeten sommige dia's een andere diawissel hebben? De overgang van deze dia's zal dan gewijzigd moeten worden. 5) Zijn alle dia's daadwerkelijk noodzakelijk? Zo niet, verwijder de dia of de dia's nadat de noodzakelijkheid gecontroleerd is. Starten met Impress: 16

Opgelet Als één of meer dia's niet meer nodig lijken, verberg de dia of dia's dan eerst en bekijk de presentatie nog wat vaker om daar zeker van te zijn. Om een dia te verbergen, klikt u met rechts op de dia in het Deelvenster Dia of in de Diasorteerder. Selecteer Dia verbergen in het contextmenu. Verwijder dus de dia nog niet, anders moet u de dia misschien later opnieuw maken. Als u eenmaal deze en uw eigen vragen heeft beantwoord, moet u de noodzakelijke wijzigingen gaan aanbrengen. Dit gaat het gemakkelijkst in de Diasorteerder en zal daar worden uitgelegd. Als u één of meer nieuwe dia's moet maken, maak deze dan door gebruik te maken van de stappen genoemd onder Invoegen extra dia's op pagina 13. Aangepaste animaties Als u weet hoe een aangepaste animatie aan een dia moet worden toegevoegd, doe het dan nu. Dit is overigens een techniek voor gevorderden en wordt behandeld in de Impress gids. Diawissels Uw eerste presentatie zal waarschijnlijk voor alle dia's dezelfde diawissel hebben. Diawissels staat standaard ingesteld op Bij muisklik. Als elke dia een bepaalde tijdsduur getoond moet worden, klik dan op Automatisch na en voer het aantal seconden in. Klik op de knop Op alle dia's toepassen. Tip De sectie Diawissel heeft een erg handige keuze: Automatisch voorbeeld. Selecteer de keuzelijst ervan. Wanneer u nu wijzigingen aanbrengt in de diawissels dan wordt de nieuwe dia in het Dia-ontwerpgebied getoond, inclusief het gekozen wisseleffect. Wijzigingen kunnen aangebracht worden in diawissels. 1) Op geselecteerde dia's toepassen heeft een hele lijst met diawissels. a) Controleer of Automatisch voorbeeld is ingeschakeld. b) Klik op één van de effecten onder Op geselecteerde dia's toepassen. Bekijk de effecten van deze diawissel. Selecteer de diawissel die u wenst. 2) Overgang wijzigen heeft 2 keuzelijsten. Selecteer de Snelheid: langzaam, gemiddeld en snel Selecteer een Geluid uit de lijst als u er één wilt. 3) Als u uw selecties heeft afgerond, klikt u op de knop Op alle dia's toepassen om alle dia's dezelfde overgang te geven. 4) De knoppen Afspelen en Presentatie worden gebruikt om één of meer dia's van de presentatie af te spelen. Starten met Impress: 17

Klikken op de knop Afspelen heeft hetzelfde effect als het ingeschakelde (afgevinkte) Automatische voorbeeld: een enkele dia wordt getoond met zijn diawissel. Door te klikken op de knop Presentatie begint de presentatie vanaf de geselecteerde dia en vervolgt deze tot het einde. Tip Als u deze knop wil gebruiken om de hele presentatie af te spelen, klik dan eerst aan de bovenzijde in het Deelvenster Dia. Klik vervolgens op de knop Presentatie in de sectie Diawissel van het Taakvenster. Werkruimte U kent de eerste modus van de Werkruimte al: Tekeningmodus. Tot dusverre is al uw werk in deze modus uitgevoerd, dia voor dia. De andere modi van de Werkruimte maken het mogelijk om andere taken uit te voeren. Tekeningmodus Er zijn twee mogelijkheden om een dia in het Dia-ontwerpgebied van de Tekeningmodus te plaatsen: klikken op de miniatuurweergave in het Deelvenster Dia of maak gebruik van de Navigator. Klik, om de Navigator te openen, op het pictogram Navigator op de werkbalk Standaard (Afbeelding 12). Scroll, om een dia te selecteren, omlaag in de tabel van de Navigator totdat u de dia gevonden heeft en dubbelklik er vervolgens op. Afbeelding 12: pictogram Navigator Eén van de bedoelingen van het geven van namen aan dia's is om ze gemakkelijker te kunnen terugvinden in het overzicht dat u aan het begin gemaakt heeft. Een andere bedoeling is om het terugvinden in de Navigator gemakkelijker te maken als u een dia wilt wijzigen. Overzicht Overzicht bevat alle dia's van de presentatie in een genummerde volgorde. Alleen de tekst van elke dia wordt weergegeven. De namen van de dia's komen hier niet in voor. Overzicht heeft in ieder geval twee doelstellingen. 1) Het maken van wijzigingen in de tekst van een dia: U kunt de tekst aan een dia toevoegen en verwijderen, zoals u ook zou doen in de Tekeningmodus. U kunt tekstalinea's in de geselecteerde dia omhoog en omlaag verplaatsen met de pijltoetsen Omhoog en Omlaag (Afbeelding 13). Starten met Impress: 18

Afbeelding 13: Pijltoetsen U kunt het overzichtsniveau van iedere alinea aanpassen door de linker en rechter pijltoets te gebruiken. U kunt zowel de alinea als het overzichtsniveau aanpassen door een combinatie van deze vier pijltoetsen te gebruiken. 2) De dia's kunnen vergeleken worden met uw overzicht. Als uit uw overzicht blijkt dat nog een dia nodig is, dan kunt u terugkeren naar de Tekeningmodus om deze dia te maken. Keer vervolgens weer terug om de dia's in het overzicht te vergelijken met uw opzet. Als een dia niet in de juiste volgorde staat, kunt u deze verplaatsen naar de juiste plek in de presentatie. Klik op het dia-pictogram van de dia (Afbeelding 14), die u wilt verplaatsen. Versleep hem en laat hem vallen op de plaats waar u hem wilt hebben. Afbeelding 14: Dia's verplaatsen in overzichtsmodus Starten met Impress: 19

Notities Notities wordt gebruikt om notities toe te voegen aan een dia. In de huidige versie zijn deze notities niet zichtbaar voor de persoon die de presentatie uitvoert. Deze kunnen wel afgedrukt worden als onderdeel van een hand-out, maar ook dat is geen gemakkelijke opgave. Notities toevoegen aan een dia: 1) Klik op de tab Notities in de Werkruimte (afbeelding 15). 2) Selecteer de dia waaraan u notities wilt toevoegen. Dubbelklik op de dia in het Deelvenster Dia of Dubbelklik op de naam van de dia in de Navigator. 3) Type de notities in het tekstvak onder de dia. Afbeelding 15: Notities Diasorteerder Deze modus bevat miniatuurweergaven van alle dia's (Afbeelding 17). Gebruik deze modus voor het selecteren van groepen dia's. U kan de handelingen ook met één dia uitvoeren. Wijzig het aantal dia's per regel als u dat wilt (Afbeelding 16). Afbeelding 16: Werkbalk Diasorteerder 1) Selecteer Beeld > Werkbalken > Diasorteerder. 2) Pas het aantal dia's aan. Starten met Impress: 20

3) Als u het aantal dia's per rij gewijzigd heeft, kunt u de werkbalk verwijderen door nogmaals Beeld > Werkbalken > Diasorteerder te selecteren. Om in de Diasorteerder een dia in een presentatie te verplaatsen: 1) Klik op de dia. Deze wordt iets groter. 2) Sleep en laat hem vallen op de plaats waar u hem wilt hebben. Als u de dia verplaatst, verschijnt een zwarte verticale lijn aan de rechterkant van de dia. Sleep de dia totdat de zwarte verticale lijn op de plaats is waar u de dia wilt hebben en laat hem daar vallen. Een groep dia's selecteren: 1) Klik op het nummer van de eerste dia. 2) Houd de linkermuisknop ingedrukt. 3) Sleep de cursor naar de laatste miniatuurweergave. Een verdikte rechthoek komt om de dia als u de cursor over de miniatuurweergaven sleept. Zorg ervoor dat alle dia's die u wilt selecteren zo'n verdikte rechthoek hebben. Een groep dia's verplaatsen: 1) Selecteer de groep. 2) Sleep en laat de groep vallen op zijn nieuwe plaats. Dezelfde zwarte lijn verschijnt om de plaats aan te geven waar de groep dia's terecht zal komen. Selectie van een groep dia's werkt alleen als rechthoekige vorm. Bijvoorbeeld: dia's 1, 2, 3, 5, 6 en 7 kunnen worden geselecteerd, maar met de dia's 1, 2, 5, 6 en 7 lukt dat niet. Starten met Impress: 21

Afbeelding 17: Diasorteerder modus U kunt in de Diasorteerder op nagenoeg dezelfde manier met dia's werken als in het Deelvenster Dia (Afbeelding 18). Klik met rechts op een dia om wijzigingen aan te brengen, en u kunt in het contextmenu de volgende handelingen uitvoeren: 1) Een nieuwe dia toevoegen na de geselecteerde dia. 2) Geselecteerde dia verwijderen. 3) Wijzigen van de dianaam. 4) Wijzigen van de lay-out van de dia. 5) Wijzigen van de diawissel. 1) Voor één dia: Klik erop om deze te selecteren. Voeg vervolgens de gewenste diawissel toe. 2) Voor meer dan één dia: Selecteer de groep dia's en voeg de gewenste diawissel toe. 6) Verbergen van de geselecteerde dia. Deze zal niet worden vertoond in de presentatie. 7) Knippen en plakken van een dia. 8) Kopiëren en plakken van een dia. Starten met Impress: 22

Afbeelding 18: Contextmenu diasorteerder Hand-outs Deze modus is voor het instellen van de lay-out van uw dia's voor een hand-out. De layout bestaat uit vijf keuzes: één, twee, drie, vier en zes dia's per pagina (Afbeelding 19). Als u de dianotities bij de hand-out wilt afdrukken, moet u de Impress gids raadplegen. Dit is een techniek voor gevorderden. Afdrukken van een hand-out: Afbeelding 19: Hand-out lay-outs 1) Selecteer de dia's in de Diasorteerder (Gebruik de stappen zoals weergegeven onder Een groep dia's selecteren op pagina 21) 2) Selecteer Bestand > Afdrukken of druk op de toetsencombinatie Ctrl+P. 3) Klik op de knop Overige in de linkerbenedenhoek. 4) Selecteer Hand-outs en klik op de knop OK. 5) Selecteer in de sectie Afdrukbereik de optie Alles of Pagina en vul het paginanummer of de paginanummers in die afgedrukt moeten worden. 6) Klik op de knop OK in het venster Afdrukken. Als een enkele dia wordt geselecteerd, is het mogelijk om deze af te drukken, inclusief de daarbij gemaakte notities. Afdrukken van de hele presentatie en alle notities valt buiten de behandeling in dit document. (Wordt beschreven in de Impress gids.) Starten met Impress: 23

Uitvoeren van een presentatie Uitvoeren van een presentatie Voer één van de volgende handelingen uit om een presentatie uit te voeren: Klik op Presentatie > Presentatie. Klik op het pictogram Presentatie (Afbeelding 20). Afbeelding 20: Werkbalk Presentatie Druk op de sneltoetsen F5 of F9 om een presentatie te starten. Als de diawissel is ingesteld op Automatisch na x seconden, begint de presentatie vanzelf. Doe, als de diawissel is ingesteld op Bij muisklik, één van de volgende handelingen om van de ene naar de andere dia te gaan: Gebruik de pijltoetsen op het toetsenbord om naar de volgende dia te gaan of terug te gaan naar de vorige. U kunt ook met de muis klikken. Druk op de spatiebalk van het toetsenbord om met de volgende dia door te gaan. Om de presentatie te beëindigen kan op elk moment en op het einde op de Esc-toets gedrukt worden. In versie 1.1.x konden presentaties op twee manieren worden beëindigd. Als de diawissel op handmatig was ingesteld, eindigde de presentatie met een zwart scherm met de tekst Klik om presentatie te beëindigen. Een muisklik of indrukken van een willekeurige toets beëindigde de presentatie vervolgens. Echter, als de diawissel op automatisch was ingesteld dan kon de presentatie alleen beëindigd worden met de Esc-toets. Een willekeurige toets indrukken had tot gevolg dat de presentatie opnieuw werd gestart. In versie 2.x beëindigt alleen de Esc-toets een presentatie. Alle andere toetsen hebben tot gevolg dat de presentatie opnieuw wordt afgespeeld. Starten met Impress: 24