SO energie, arbeid, snelheid Versie a. Natuurkunde, 4M. Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a

Vergelijkbare documenten
Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord

Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie

Zwaartekrachtenergie contra Bewegingsenergie. Rekenen met de snelste rollercoaster ter wereld de Kingda Ka

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo

Natuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging

Extra opdrachten Module: bewegen

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde

Inleiding kracht en energie 3hv

c. Bereken van welke hoogte Humpty kan vallen zonder dat hij breekt. {2p}

Bepaal k met behulp van de grafiek. Geef de uitkomst in twee significante cijfers.

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Samenvatting Natuurkunde H3 Beweging

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Examen ste tijdvak Op spitzen

Naam: Klas: Repetitie versnellen en vertragen 1 t/m 6 HAVO

Bergtrein. Figuur 2 staat ook op de uitwerkbijlage. a. Bepaal de afstand die de trein op t = 20 s heeft afgelegd.

3. Een trein heeft een snelheid van 108 km/h. Hoeveel seconden heeft de trein nodig om een afstand van 270 meter af te leggen?

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde

Natuurkunde. Lj2P4. Beweging

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Pretpark als laboratorium. Opdrachtenboekje secundair onderwijs

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting

NATUURKUNDE. Figuur 1

In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt.

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-I

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht Soorten krachten

de eenheid m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2006-I

Examen HAVO. natuurkunde 1

HOGESCHOOL ROTTERDAM:

BEWEGING HAVO. Raaklijnmethode Hokjesmethode

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Kracht en Energie Inhoud

ENERGIE & ARBEID VWO

Uitwerking examen e tijdvak

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Overal Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 4 Kracht en beweging

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

B = 3. Eenparig vertraagde beweging B = 4. Stilstand C = 3. Eenparig vertraagde beweging

Uitwerking examen e tijdvak

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Een tweede punt van kritiek is dat er in de natuurkunde alleen een kracht (en geen plank) arbeid kan verrichten.

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Inleiding opgaven 3hv

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

10 m/s = km/h 5 km = m 4 m/s = km/h. 15 m/s = km/h 81 km/h = m/s 25 m/s = km/h. 2,25 h = h min 3 m/s = km/h 6 min = s

Krachten (4VWO)

Natuurkunde. Lj2P4. Beweging

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

jaar: 1989 nummer: 17

Mooie samenvatting: Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 7, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

ENERGIE & ARBEID HAVO

Eindexamen natuurkunde vwo I

12,6 km m. 102 km m. 34 cm m. 0,3 m cm. 0,012 m cm. 30 minuten s. 1,3 uur s. 125 s minuten. 120 km/h m/s. 83 km/h m/s. 19 m/s km/h.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering snelheid 1

Rekenmachine met grafische display voor functies

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s.

Schuiven van een voertuig in een bocht met positieve verkanting

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-I

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Samenvatting snelheden en

Examentraining Leerlingmateriaal

4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je.

Examen HAVO. natuurkunde 1

Hoofdstuk 6: Veiligheid in het verkeer

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

Natuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging

jaar: 1990 nummer: 06

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

Transcriptie:

SO energie, arbeid, snelheid Versie a Natuurkunde, 4M Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a Neem indien nodig g = 10 m/s 2. Geef duidelijke berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Uitwerking Antwoord met juiste eenheid Veel succes! Mat en Zan

Zonnepanelen monteren Vorige maand hebben monteurs van 'De Zonnefabriek' acht zonnepanelen op mijn dag gemonteerd. Zij moesten daarvoor de panelen (massa van elk paneel is 18,6 kg) naar het dak op 9 meter hoogte brengen. 20 Bepaal de zwaartekracht die op elk paneel werkt. Gegeven: m = 18,6 kg; g = 10 N/kg Gevraagd: F Z Formule: F Z = m * g Berekening: F Z = 18,6 * 10 Antwoord: F Z = 186 N 21 Bereken de arbeid die de monteurs moesten verrichten om de panelen negen meter omhoog te brengen. Gegeven: F Z = 186 N; h = 9 m; 8 panelen Gevraagd: W Formule: W = F * s Berekening: F is hier F Z en s is hier de hoogte h W = 186 * 9 W = 1674 J Er zijn 8 panelen, dus totale arbeid is 1674 * 8 = 13 392 J Antwoord: W = 13 392 J Bereken de zwaarte-energie van de panelen toen zij op het dak (hoogte = 9 meter) lagen.

Gegeven: m = 18,6 kg; h = 9 m Gevraagd: E Z Formule: E Z = m * g * h Berekening: E Z = 18,6 * 10 * 9 E Z = 1674 J per paneel Er zijn 8 panelen, dus totale E Z is 1674 * 8 = 13 392 J Antwoord: E Z = 13 392 J Een van de monteurs heeft een schroef met een massa van 50 gram naar beneden laten vallen. 23 Bereken de snelheid waarmee de schroef de grond (negen meter lager) raakte. Gegeven: m = 50 g; h = 9 m; Gevraagd: v (als h = 0 m) Formule: E k = ½ * m * v 2 Berekening: Eerst de zwaarte-energie E Z berekenen: De massa m moet in kg. 50 g = 0,050 kg E Z = m * g * h E Z = 0,050 * 10 * 9 E Z = 4,5 J Als de schroef de grond bereikt heeft, is alle zwaarte-energie omgezet in bewegingenergie. Als de schroef de grond bereikt heeft, is E Z = 0 J en E k = 4,5 J. 4,5 = ½ 0,050 * v 2 4,5 = 0,025 * v 2 v 2 = 4,5 / 0,025 v 2 = 180 Antwoord: v = 180 = 13,4 m/s v = 13,4 m/s

24. Gegeven: m = 280 ton; E Z = 0,14 MJ Gevraagd: h Formule: E Z = m * g * h Berekening: 280 ton = 280 000 kg 0,14 MJ = 0,14 * 10 6 J = 140 000 J 140 000 = 280 000 * 10 * h 140 000 = 2 800 000 * h h = 140 000 / 2 800 000 Antwoord: h = 0,05 m = 5 cm 25 Gegeven: F = 90 kn; s = 15 m Gevraagd: W (in MJ) Formule: W = F * s Berekening: 90 kn = 90 000 N W = 90 000 * 15 W = 1 350 000 J M = mega = 1 miljoen W = 1 350 000 J = 1,35 MJ Antwoord: W = 1,35 MJ

26 Gegeven: s = 15 m; t = 2 h Gevraagd: v gem Formule: v gem = s / t Berekening: v gem = 15 / 2 v gem = 7,5 m/h v gem = 0,0075 km/h v gem = 0,0075 / 3,6 = 0,0021 m/s Antwoord: v gem = 0,0075 km/h = 0,0021 m/s

De vertrekkende trein Rob zit in de trein. De trein rijdt bij een station weg met een snelheid van 27 km/h. Nadat de trein de wissels is gepasseerd, versnelt de trein en krijgt na 80 seconden een snelheid van 108 km/h. 27 Reken om: 108 km/h =. m/s 108 km/h = 108 / 3,6 = 30 m/s Tijdens de versnelling voelt Rob dat hij in tegen de rugleuning wordt gedrukt. Zijn massa is 70 kg. 28 Bereken de versnelling in die 80 seconden. Gegeven: t = 80 s; v 0 = 27 km/h; v t = 108 km/h Gevraagd: a Formule: v t = v 0 + a * t Berekening: Eerst de snelheden omrekenen van km/h naar m/s 108 km/h = 108 / 3,6 = 30 m/s 27 km/h = 27 / 3,6 = 7,5 m/s 30 = 7,5 + a * 80 a * 80 = 22,5 a = 22,5 / 80 Antwoord: a = 0,28 m/s 2 29 Bereken de kracht waarmee Rob tegen de rugleuning wordt geduwd. Gegeven: a = 0,28 m/s 2 ; m = 70 kg Gevraagd: F Formule: F = m * a Berekening: F = 70 * 0,28 Antwoord: F = 19,7 N 30 Bereken de gemiddelde snelheid van de trein tijdens de versnelling.

Gegeven: v 0 = 27 km/h = 7,5 m/s; v t = 108 km/h = 30 m/s Gevraagd: v gem Formule: v gem = (v 0 + v t ) / 2 Berekening: v gem = (7,5 + 30) / 2 v gem = 37,5 / 2 Antwoord: v gem = 18,75 m/s 31 Bereken de afstand die de trein in deze 80 seconden af legt. Gegeven: v gem = 18,75 m/s; t = 80 s Gevraagd: s Formule: s = v gem * t Berekening: s = 18,75 * 80 Antwoord: s = 1500 m = 1,5 km 32 Bereken de arbeid die de trein moet verrichten om Rob tijdens de 80 seconden deze versnelling te geven. Gegeven: F = 19,7 N (zie vraag 29); s = 1500 m (zie vraag 31) Gevraagd: W Formule: W = F * s Berekening: W = 19,7 * 1500 Antwoord: W = 29 531 J = 29,5 kj 33 Bereken de bewegingsenergie van Rob als de trein de snelheid van 108 km/h heeft bereikt. Gegeven: m = 70 kg; v = 108 km/h Gevraagd: E k Formule: E k = ½ * m * v 2 Berekening: 108 km/h = 30 m/s E k = ½ * 70 * 30 2 E k = ½ * 70 * 900 Antwoord: E k = 31 500 J = 31,5 kj

Naar boven fietsen Ron fietst met een snelheid van 27 km/h een heuvel op. De massa van Ron met fiets is 90 kg. Dan breekt zijn ketting. Hij kan dus geen kracht meer maken en rijdt steeds langzamer, tot hij stil staat. 34 Bereken de hoogte die Ron kan bereiken zonder te trappen. Verwaarloos de wrijving (je hoeft dus geen rekening met wrijvingskrachten te houden). Gegeven: v 0 = 27 km/h; m = 90 kg; v t = 0 km/h Gevraagd: h Formule: E k = ½ * m * v 2 Berekening: Eerst de bewegingsenergie E k berekenen: 27 km/h = 27 / 3,6 = 7,5 m/s E k = ½ * m * v 2 E k = ½ * 90 * 7,5 2 E k = ½ * 90 * 56,25 E k = 2531,25 J Antwoord: Als de fiets tot stilstand is gekomen, is alle E k omgezet in zwaarte-energie E Z. Dan is dus E Z = 2531,25 J E Z = m * g * h 2531,25 = 90 * 10 * h h = 2531,25 / 900 h = 2,81 m 35 Wat kun je zeggen over de hoogte die Ron bereikt als je wel rekening met de wrijvingskrachten moet houden? A. Ron bereikt dan een grotere hoogte B. Ron komt dan minder hoog C. Ron komt even hoog, maar doet er wel langer over D. Je hebt te weinig gegevens om daar iets over te zeggen Als je de wrijvingskrachten wel meerekent, moet er een deel van de bewegingsenergie gebruikt worden om de wrijvingskrachten te overwinnen. Er blijft dan minder energie over voor de zwaarte-energie. De fietser komt minder hoog. Antwoord B 36 Stel dat de massa van Ron en zijn fiets geen 90 kg is, maar slechts 70 kg. Wat kun je zeggen over de hoogte die Ron bereikt als zijn massa kleiner is? A. Ron bereikt dan een grotere hoogte B. Ron komt dan minder hoog C. Ron komt even hoog, maar doet er wel langer over D. Je hebt te weinig gegevens om daar iets over te zeggen De hoogte die wordt bereikt is niet afhankelijk van de massa. De bewegingsenergie die de fietser beneden heeft, wordt helemaal omgezet in zwaarte-energie als de fietser boven is. Je kunt dus zeggen:

E k (beneden) = E Z (boven) ½ * m * v 2 = m * g * h Aan beide kanten van het is-gelijk-teken staat dezelfde m. Die mag je dus tegen elkaar wegstrepen: ½ * v 2 = g * h Je ziet nu al dat de massa er niet toe doet. De massa m staat immers niet in de formule, dus het maakt niet uit hoe groot de massa is. De hoogte die Ron haalt kun je verder berekenen: v 2 = 2 * g * h h = (v 2 / (2 * g)) Het juiste antwoord staat hier niet bij de antwoorden.

37. Biodiesel is een koolwaterstof. Bij de verbranding ontstaat onder andere water en koolstofdioxide. Biodiesel wordt gemaakt uit landbouwgewassen. Het is dus geen brandstof die lang geleden uit resten van planten en dieren is gevormd. Biodiesel is geen fossiele brandstof. Door biodiesel in plaats van kerosine te gebruiken, is er minder kerosine nodig. Het gebruik van biodiesel bespaart dus grondstoffen. Antwoord A 38 Gegeven: v 0 = 0 m/s; a = 3,3 m/s 2 ; t = 25 s Gevraagd: v t Formule: v t = v 0 + a * t Berekening: v t = 0 + 3,3 * 25 v t = 82,5 m/s

Antwoord: v t = 82,5 * 3,6 = 297 km/h v t = 297 km/h 39 Gegeven: m = 70 ton; a = 3.3 m/s 2 Gevraagd: F Formule: F = m * a Berekening: m = 70 ton = 70 000 kg F = 70 000 * 3,3 Antwoord: F = 231 000 N = 231 kn 40. Gegeven: s = 510 km; t = 1 uur en een kwartier Gevraagd: v gem Formule: v gem = s / t Berekening: v gem = s / t t = 1 uur en een kwartier = 1 uur + 0,25 uur = 1,25 h v gem = 510 / 1,25 Antwoord: v gem = 408 km/h