PMO, PAGO, GPO: meer van het zelfde of duidelijk wat anders? Prof.dr Judith K Sluiter, MBA & Prof.dr Carel T.J. Hulshof, bedrijfsarts Juni 2017
Disclosure belangenverstrengeling (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring en onderzoeksgelden geen Geen / Zie hieronder Bedrijfsnamen Adviseurschappen en honorarium incl. sprekersvergoedingen > 500 Aandeelhouder Andere relatie, namelijk.. geen geen geen
Inhoud workshop Een stukje geschiedenis PMO en PAGO Intredekeuring en GPO PMO nu: belang en nut voor werkgevers/werknemers Workshopactiviteit PMO: wat brengt het op?
Geschiedenis 2013 Arbowet: PAGO 1994 2005/2008 1908
Van PAGO naar PMO (1) (uit leidraad PMO 2005/2008) Vernieuwing en protocollering vanwege gebrekkige uitvoeringspraktijk rond PAGO was noodzakelijk. Het beperkte kader dat het Nederlandse PAGO sedert 1994 kenmerkte ( alleen de in de arbeidssituatie gelegen gezondheidsrisico s zijn bepalend voor het onderzoek ) werd verlaten en nieuwe visies op integraal gezondheidsmanagement werden in een nieuwe werkwijze geïntegreerd. Met het denken over een andere term dan PAGO werd arbeidsgezondheidkundig dat de relatie tot het werk tot uitdrukking bracht verlaten omdat ook andere dan in de arbeid gelegen factoren (die wél arbeidsrelevant kunnen zijn) het medisch onderzoek bepalen.
Van PAGO naar PMO (2) (leidraad PMO 2005/2008) De nieuwe naam diende duidelijk te zijn, niet te lang, en herkenbaar voor een breed publiek. Er werd door de NVAB gekozen voor preventief medisch onderzoek. preventief : benadrukt wordt dat onderzoek alléén niet volstaat: interventies zijn nodig om preventie te realiseren. medisch : benadrukt de centrale rol van de bedrijfsarts. Het eerste kerndoel is immers de preventie van beroepsziekten en arbeidsgebonden aandoeningen. onderzoek is in de naam gehandhaafd.
Intredeonderzoek Een intredeonderzoek vindt plaats ná de aanstelling. Doel intredeonderzoek: - het vastleggen van een uitgangssituatie - Vrijwillige kennismaking met de bedrijfsarts en arbodienst - mogelijkheid tot het geven van voorlichting Afwijkend en essentieel onderscheid ten opzichte van een aanstellingskeuring: - de werkgever geen uitslag ontvangt van het intredeonderzoek - dat dit onderzoek geen rol speelt bij het besluit over de aanstelling - het vrijwillig is (i.t.t. aanstellingskeuring) Wanneer? - Zie kennisdossiers algemeen stoffenbeleid, irriterende en sensibiliserende stoffen, lasrook (arbokennisnet.nl)
Gericht Periodiek Onderzoek GPO: aanbieden, niet verplicht Arbeidsomstandighedenbesluit H4 gevaarlijke stoffen: Artikel 4.10a Onderzoek 1 Iedere werknemer die voor de eerste keer kan worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, wordt, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van de werkzaamheden waarbij blootstelling kan ontstaan een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. 2 Indien bij een werknemer een schadelijke invloed op de gezondheid dan wel een aantoonbare ziekte wordt geconstateerd die het gevolg zou kunnen zijn van blootstelling aan gevaarlijke stoffen, worden werknemers, die op soortgelijke wijze zijn blootgesteld, tussentijds in de gelegenheid gesteld een arbeidsgezondheidkundig onderzoek te ondergaan.
GPO (2) Arbeidsomstandighedenbesluit H4 gevaarlijke stoffen: Artikel 4.10a Onderzoek 3 Op verzoek van de werkgever of de betrokken werknemer wordt het arbeidsgezondheidkundig onderzoek opnieuw aangeboden, dan wel opnieuw uitgevoerd. De resultaten van het hernieuwde onderzoek treden in de plaats van het daaraan voorafgaande. 4 De werknemer wordt geïnformeerd over de wijze waarop hij na beëindiging van de blootstelling in de gelegenheid wordt gesteld een arbeidgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
GPO (3) Arbeidsomstandighedenbesluit H4 gevaarlijke stoffen: Artikel 4.10b. Onderzoek en biologische grenswaarden 1 Iedere werknemer die wordt of kan worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen waarvoor een biologische grenswaarde als bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, onderdeel b, is vastgesteld, wordt in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidkundig onderzoek te ondergaan: a. vóór de aanvang van de blootstelling; b. bij het overschrijden van de biologische grenswaarde. - Bij ministeriële regeling worden de methoden vastgesteld, volgens welke het gehalte van de desbetreffende stof, bedoeld in het tweede lid, wordt gemeten. - Bij ministeriële regeling wordt de frequentie van het onderzoek (vd middelen ) vastgesteld.
PMO vanaf 2013 Preventief Medisch Onderzoek (PMO) is een bedrijfsgeneeskundige strategie die met regelmaat kan worden aangeboden om de gezondheid en inzetbaarheid van werkende mensen te bevorderen. Artikel 18 van de huidige Arbowet vertelt werkgevers dat zij dat periodiek aan hun werknemers moeten aanbieden. PMO is primair bedoeld voor individuele werkende mensen en deelname door werknemers is vrijwillig. Aggregatie van relevante kennis op groepsniveau kan werkgevers en beleidsmakers een beter idee geven over de gezondheidstoestand en mate van inzetbaarheid van personeel in bedrijf of sector.
PMO in de praktijk vanaf 2013 Eerst worden signalen over de gezondheid en belastbaarheid in relatie tot het werk bij de werknemer in kaart gebracht. Dit wordt gevolgd door een feedback gesprek tussen bedrijfsarts en werknemer. De werknemer ontvangt, voortkomend uit de individuele resultaten, protocollair opgestelde adviezen met als doel gezondheid en inzetbaarheid te behouden of te verbeteren. De bedrijfsarts maakt afspraken om feedback te krijgen over de ingezette adviezen.
PMO: vanaf 2013 in 3 kerndoelen 1. Preventie beroepsziekten en arbeidsgebonden aandoeningen (Risicofactor gevolgen voor gezondheid of belastbaarheid) Opsporen wn met (vroege) gezondheidseffecten door het werk Opsporen wn met verhoogde gevoeligheid voor beroepsziekte 2. Bewaken en bevorderen gezondheid in relatie tot het werk (Benodigde gezondheid/belastbaarheid goed uitvoeren van het werk) Opsporen wn met verminderde belastbaarheid voor werk dat relevant is voor inzetbaarheid nu of later Opsporen wn met beginnende gezondheidsschade relevant voor werk 3. Bewaken en verbeteren gezondheid/inzetbaarheid van wn Opsporen wn met verhoogd risico op cardiometabole aandoeningen
PMO vanaf 2013 - De RI&E kan input verschaffen voor keuzes tav kerndoel 1. - Het medisch onderzoek moet zinvol zijn om gezondheidseffecten van de risico s op te sporen en maatregelen dienen aanwezig te zijn om verdere effecten te voorkomen (of eventueel te beperken). - Bedrijfsspecifieke doelen: kunnen betrekking hebben op werkstress, posttraumatische stress, huid- of longklachten of op regionale klachten van het bewegingsapparaat.
Vanuit RI&E naar PMO Risico Orgaansysteem Klachten Risicogroep? Fysieke belasting Gevaarlijke stoffen PSA Bewegingsapparaat Longen of huid Hersenen 1. Probeer eerst zelf dit schema in te vullen (5 min) 2. Overleg en bespreek met 1-2 collega s de keuzes (5-10 min)
Vanuit RI&E naar PMO Klachten Medisch onderzoek? Interventie? Onderbouwing? Fysieke belasting Gevaarlijke stoffen PSA 1. Hoe gaat u uw keuze in het medisch onderzoek vormgeven? 2. Welke interventies/adviezen weet u om aan te bieden bij signalen?
Voorbeeld 1: Verpleegkundigen/paramedici PMO op werkfunctioneren: n=557 (Ketelaar e.a., 2013, Gartner e.a., 2012, Noben e.a., 2014) Werk functioneren (NWFQ) - cognitieve aspecten - incidenten veroorzaken - vermijdingsgedrag - conflicten/irritaties coll/lg - verstoord contact pat&fam - gebrek energie & motivatie Psychische klachten - stress - herstelbehoefte - alcoholgebruik - depressie - angst - posttraum. stress
Werkfunctioneren van werknemers in belangrijke mate verbeterd? Positieve business-case: 1 er in stoppen. 11 eruit halen % 50 45 % 50 45 40 40 35 35 30 30 25 25 20 20 15 15 10 10 5 0 5 0 Na 3 mnd Na 6 mnd Ketelaar e.a., 2013 Na 3 mnd Na 6 mnd Gartner e.a., 2012 p=0.02 p=0.05 Noben e.a., 2014 p=0.07 n.s.
CAO ambulancepersoneel 2015-2018
Verplichte medische keuring: nuttige informatie voor werknemer en bedrijfsarts? Ja, naar aanleiding van informatie over verminderde belastbaarheid uit database PAM (jan 17): 2.265 werknemers Type belastbaarheid % medewerkers met verminderde belastbaarheid Gezichtsvermogen 28% Gehoorvermogen 11% Psychische belastbaarheid 23% Lichamelijke belastbaarheid 23% Sluiter, 2017
KMKA Vragen?? KMKA@amc.nl