Schoolprofiel en Ondersteuningsprofiel van Wellantcollege Montfoort Versie : okt. 2016 1
Inhoud: blz. 2 1.0 Inleiding blz. 3 2.0 Visie op onderwijs blz. 3 2. 1.Uitwerking van de visie blz. 3 3.0 Leerling kenmerken blz. 4 3.1 Algemene leerling kenmerken blz. 4 3.2 Didactische vaardigheden en capaciteiten blz. 4 3.3 Persoonlijkheidskenmerken blz. 5 3.4 Toetsing toelaatbaarheid in overleg met teamleiders blz. 5 4.0 Onderwijs Ondersteuningsroute Wellantcollege Montfoort blz. 6 4.1 Mentoraat blz. 6 4.2 Leerlingbespreking blz. 7 4.3 Trajectbegeleiding blz. 7 4.4 Het Loket van samenwerkingsverband RUW blz. 7 4.5 Samenwerking met ouders blz. 8 2
1.0 Inleiding In deze notitie geven wij inzicht in de leerlingkenmerken die bepalen of een leerling toelaatbaar is op het Wellantcollege Montfoort. Deze kenmerken zijn indicatief voor de kans op het succesvol verloop van de schoolgang op het Wellantcollege Montfoort. De notitie geeft hiermee aan over welke eigenschappen een leerlingen moet beschikken om binnen het ondersteuningsprofiel van Wellantcollege Montfoort passen. De school heeft zorgplicht en voert deze zorgplicht uit in samenwerking met het samenwerkingsverband RUW. Wanneer een leerling niet toelaatbaar is op Wellantcollege Montfoort, zal via het Loket van het samenwerkingsverband RUW naar een bij de leerling passend alternatief worden gezocht. In dit document is ook een verkorte weergave van de ondersteuningsroute van Wellantcollege Montfoort opgenomen. De basisondersteuning wordt voor een belangrijk deel uitgevoerd door de mentoren van de school daarbij geholpen door interne deskundigen. 2.0 Visie op onderwijs: (aanvullen met visiedocument!!) Wellantcollege Montfoort wil excelleren in groen onderwijs. Op onze school is het leren contextrijk. We zijn er van overtuigd, dat het rendement van leren verhoogt, als de taken die een leerling doet, echt zijn. De leerling leert beter als hij dit samen met anderen doet. Door samen met de leerling terug te kijken op wat de leerling gepresteerd heeft, legt de leerling het geleerde vast en besluit hij, hoe hij zich verder ontwikkelt. Deze 3 aspecten, contextrijk leren, samen werken en terugkijken, dragen in hoge mate bij aan de competentieontwikkeling van de leerling. Daarbij zijn kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten gelijkwaardig. 2.1 Uitwerking van de visie: 4 Jaar lang worden de leerlingen intensief begeleid bij hun competentieontwikkeling. Dit doen we met een afwisselend programma van praktisch leren en theoretisch onderwijs. In het rooster zijn 3 grootheden terug te vinden. Te weten: - de workshoppraktijk. Hier ligt de nadruk op de praktijkvaardigheden. - de workshops. Hier ligt de nadruk op de verschillende kennisdelen. 3
- de prestatietijd. Hier werken leerlingen samen aan echte opdrachten en worden onze leerlingen in een situatie geplaatst waar met name een beroep wordt gedaan op hun competenties. Elke 6 weken reflecteert de leerling op zijn ontwikkeling middels een individueel portfoliogesprek. Bij dit gesprek worden de ouders nadrukkelijk uitgenodigd aanwezig te zijn. Ook worden in het portfoliogesprek de leer- en ontwikkeldoelen voor de komende periode afgesproken en vastgelegd in het portfolioverslag. Mede hierdoor is er voor iedere leerling sprake van een doelgerichte persoonlijke ontwikkeling. Wellantcollege Montfoort streeft er naar leerlingen na het behalen van het VMBO diploma te laten doorstromen naar het mbo. 3.0. Leerlingkenmerken. Om toegelaten te worden op Wellantcollege Montfoort moet de leerling in staat worden geacht om in 4 jaar tijd een regulier VMBO diploma te behalen. De leerlingen hebben de mogelijkheid om examen te doen op het niveau van de basisberoepsgerichte leerweg (bbl), de kaderberoepsgerichte leerweg (kbl) en de gemengde leerweg(gl). Het onderwijs, dat moet leiden tot diplomering, is afgestemd op leerlingen die voldoen aan de in dit hoofdstuk beschreven leerlingkenmerken. 3.1. Algemene leerlingkenmerken: Om te profiteren van ons onderwijsconcept en om succesvol te kunnen zijn bij ons op school, zijn er een aantal factoren te benoemen. De leerling: - heeft het vermogen een intensieve samenwerking met mede leerlingen aan te gaan, - is voldoende zelfstandig om in de vrije situaties te functioneren, - is in staat verantwoordelijkheid voor zijn schoolwerk nemen, - laat zich door alle verschillende personeelsleden aansturen, - kan omgaan met feedback, - kan functioneren in steeds wisselende situaties, - kan omgaan met verschillende groepssamenstellingen, - kan functioneren in een groep van 34 tot 37 leerlingen, - heeft een adequate schoolmotivatie, - heeft belangstelling voor het groene domein. - is in staat om te reflecteren Deze algemene leerlingkenmerken komen aanbod tijdens de analyse van het leerlingdossier bij aanmelding, tijdens de warme overdracht met primair onderwijs en de kennismakingsgesprekken tussen ouders/verzorgers en Wellantcollege Montfoort. 3.2. Didactische vaardigheden en capaciteiten: Om voor toelating in aanmerking te komen moet iedere nieuwe leerling ook voldoen aan een aantal specifieke leerling kenmerken waaronder een minimaal startniveau 4
wat betreft de didactische vaardigheden (zie tabel 1, blz 4). Dit minimale startniveau moet bij de start van het VMBO zijn bereikt. Hierbij wordt vooral gecontroleerd of de onderdelen taal, begrijpend lezen en spellen en rekenen op voldoende niveau zijn. Tabel 1: Capaciteiten om toelaatbaar te zijn in de verschillende leerwegen zoals vastgelegd in de POVOprocedure. BBL/lwoo BBL KBL GL IQ 80-90 80-90 >90 >90 Cito 520 520-525 525-530 >530 DLE 35 >40 >50 >55 OLVS M6 C >M6 B >M7 C M8 C M6 III >M6 III M7III M8 III NB: Van leerlingen die een aanwijzing voor leerwegondersteuning hebben ontvangen moeten de IQ-gegevens bekend zijn. Zie POVO procedure van het samenwerkingsverband en de website www.swvvoruw.nl. 3.3 Persoonlijkheidskenmerken: Iedere aangemelde leerling moet minimaal voldoen aan de hierboven vermelde en Van hierboven genoemde doelgroepen wordt door onze toelatingscommissie in overleg met de teamleiders vastgesteld of leerlingen plaatsbaar zijn. Voorwaarde voor plaatsing is, dat onderbouwd kan worden dat een leerling over voldoende compenserende kwaliteiten beschikt om op Wellantcollege Montfoort een diploma te kunnen halen algemene leerlingkenmerken en didactisch niveau. Wanneer een leerling niet voldoet aan deze kenmerken maakt Wellantcollege Montfoort incidenteel een uitzondering voor de leerling met bijvoorbeeld de volgende leerling kenmerken: -AD(H)D zonder ernstig internaliserend, of externaliserend gedrag -ASS problematiek zonder externaliserende gedragskenmerken -Dyslectische leerlingen en leerlingen met dyscalculie die met beperkte compenserende maatregelen het VMBO diploma halen Ouders worden bij hierboven genoemde kenmerken gevraagd een toelichting te geven op het functioneren van hun zoon of dochter. Daarmee wordt de onderwijs behoefte van de leerling in kaart gebracht. 3.4 Toetsing toelaatbaarheid in overleg met teamleiders: Aan de hand van elk dossier wordt vastgesteld, wat de onderwijsbehoefte van de leerling is en wordt beoordeeld of Wellantcollege Montfoort aan deze onderwijsbehoefte kan voldoen (zie paragraaf 3.1 en 3.2). De toelatingscommissie zal ten allen tijde bij twijfel overleg plegen met de teamleiders van de school. Op deze manier wordt geborgd dat de toegelaten leerling 5
past bij de geformuleerde onderwijsdoelstellingen en het ondersteuningsprofiel van Wellantcollege Montfoort. Indien nodig zal er met toestemming van de ouders/verzorgers aanvullend informatie worden opgevraagd 4.0 Onderwijs Ondersteuningsroute Wellantcollege Montfoort. Figuur 1 lesgever toevoegen, schema heroverwegen?? Rol ouders Bovenstaand figuur geeft schematisch onderwijs-ondersteuningsroute weer. Hieronder wordt meer gedetailleerd beschreven, wie verantwoordelijk is voor de basisondersteuning, wie welke leerlingen bespreekt, wie hierbij aanwezig zijn en frequentie van deze besprekingen. Zie bijlage 1. 4.1 Mentoraat: De mentor is verantwoordelijk voor de invulling van de basiszorg. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor en van de leerlingen en ouders. Ook collega s met vragen over het functioneren van de leerling kunnen bij de betreffende mentor terecht. De mentor is verantwoordelijk voor het welzijn van de leerlingen in zijn klas. 6
De mentor volgt de persoonlijke ontwikkeling en de prestaties van de leerlingen. Hiervoor raadpleegt de mentor het onderwijsvolgsysteem van de school. De mentor houdt 1 keer per zes weken een portfoliogesprek. Hierbij zijn ouders uitgenodigd. Ouders zijn op deze wijze direct betrokken bij de ontwikkeling van hun zoon of dochter. De mentor onderneemt actie als een leerling om wat voor reden dan ook dreigt uit te vallen. De mentor bewaakt de sfeer en draagt zorg voor de sociale veiligheid in de klas. Om interventies krachtig neer te zetten schakelt de mentor het docententeam en ouders in. Teamleden hebben de verantwoordelijkheid om de door de mentor ingezette handelingen uit te voeren. De mentor kan de leerlingbespreking gebruiken om het team te informeren, interventies toe te lichten en te evalueren. 4.2. Leerlingbespreking: Iedere 6 weken vindt er een leerlingbespreking plaats. De leerresultaten en de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen staan in dit overleg centraal. Uitgangspunt is dat adequate didactische aanpak voorkomt dat leerlingen afhaken. Maatwerk in didactische ondersteuning wordt gerealiseerd middels de groepsplannen. De docenten bedienen hun klas in 3 arrangementen: het basis arrangement, het intensieve arrangement en het gevorderden arrangement. De mentor bereidt de vergadering over zijn klas voor a.d.h.v. de gegevens uit het leerlingvolgsysteem. 4.4 Trajectbegeleiding: De trajectbegeleiding ondersteunt de mentor bij de begeleiding van zijn leerlingen. De trajectbegeleiding kan door een mentor worden ingeschakeld, als de eerder door de mentor ondernomen acties geen voldoende resultaat opleveren. Het team van de trajectbegeleiding bestaat uit schoolinterne deskundigen. Een schoolpsycholoog maakt ook deel uit van het team van trajectbegeleiders. De trajectbegeleiding kan gebruik maken van de expertise van een ambulant begeleider cluster 2 en cluster 3. In specifieke casussen kan de trajectbegeleiding de ondersteuning van een leerling ook uit laten voeren door een schoolarts, ambtenaar leerplicht en eventueel andere externe deskundigen vanuit de jeugdzorg, die mogelijk in een eerder stadium bij de leerling betrokken zijn geweest. Het team van de trajectbegeleiding ondersteunt de mentor bij het opstellen van een ontwikkelingsperspectiefplan (hierna genoemd opp) voor leerlingen met zeer ernstige leerproblemen en/of emotionele problemen. De leerling en de ouder(s)/ verzorger(s) zijn altijd bij de invulling van het opp betrokken. Zij zijn mede-eigenaar van de analyse, de doelen en de mogelijke oplossingen. Er is altijd toestemming van ouders/verzorgers nodig voor het uitwisselen van informatie. Samengevat kan de trajectbegeleiding: - de mentor ondersteunen bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectiefplan(opp) bij leerlingen met leerproblemen, en/of sociaal emotionele problemen, die de basiszorg van de school overstijgen - ouders met opvoedingsvragen doorverwijzen naar de juiste instelling voor jeugdhulpverlening 7
- observaties in de klas uitvoeren en docenten in de klas ondersteunen bij de aanpak. 4.5 Het Loket van samenwerkingsverband RUW: Wanneer leerlingen extra ondersteuning nodig hebben waarvoor de mogelijkheden en de middelen binnen de school niet beschikbaar zijn, dan kan via het groot overleg van het SWV extra ondersteuning worden aangevraagd. Het kan gaan om aanvullende onderwijs ondersteuningsarrangementen in de vorm van extra begeleiding, bijvoorbeeld door externen uit het speciaal onderwijs of het uitplaatsen van een leerling naar passende ondersteuning buiten de school. Het samenwerkingsverband RUW heeft hiervoor het Loket ingericht. Zie voor informatie hierover de website van het samenwerkingsverband RUW. 4.3 Samenwerking met ouders: Ouders/verzorgers van leerlingen zijn intensief betrokken bij de ondersteuning van de leerling tijdens het onderwijsleerproces. Een delegatie van ouders/verzorgers uit diverse leerjaren overleggen met de teamleiders en de regiodirecteur over de organisatie van de school. Daarnaast worden ouders/verzorgers van iedere leerling 5 à 6 keer per jaar uitgenodigd voor een portfoliogesprek. Tijdens dit gesprek komen prestaties, de persoonlijke ontwikkeling en resultaten van leerlingen aan de orde. Bij dit overleg zijn mentor, leerling, ouders en eventueel externe partners van de school uitgenodigd. Als er sprake is van intensieve begeleiding, ondersteuning die boven de basiszorg uitstijgt, zijn ouders altijd betrokken bij het overleg. Bij de vaststelling van de inhoud van de ondersteuningsarrangementen (zie schema hierboven) zijn ouders altijd betrokken en geven hun toestemming voor het uitvoeren van deze arrangementen. Zij worden op de hoogte gehouden van het verloop van de ondersteuning en zijn betrokken bij het vaststellen van de inhoud en de evaluatie van het opp. 8