Septemer DEELNEMERS HAAGSE VOORSCHOOL 1 februari 2005

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren

Van de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

1 e Verkenning ontmoetingsprojecten en ouderinitiatieven op Haagse basisscholen. Den Haag. April 2008

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006

Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

Jeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Rapport. Monitor Marokkaanse risicojongeren 2009

Jeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

DE PEUTERSPEELZALEN BIJ SCOH BASISSCHOLEN IN DEN HAAG PEUTERSPEELZALEN

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Monitorgegevens. voorschools. gemeente Steenwijkerland

Demografie in Schildersbuurt-Oost

Samenvatting Leidse Monitor

Het profiel van de Haagse starter en stopper

Bereikbaarheidsgegevens casemanagers dementie in regio Haaglanden Update: 5 juni 2014 Heleen van Milligen

Subsidiekader Samenspel gemeente Den Haag

Samenvatting Leidse Monitor

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Integratiemonitor, Rapport

geconstateerde prijsstijging in Nederland en Haaglanden ligt daarmee boven het inflatiecijfer.

Onderzoek doelgroepbereik VVE

2. De niet-westerse derde generatie

De Haagse Voorschool Vierde voortgangsrapportage

Feitenkaart vve-monitor Rotterdam 2015

ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG

Kerncijfers Brijder 2017 Den Haag

Internationale schakelklas jaar

OCW in Kerncijfers Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn

Schets van de Educatieve Agenda

Zaans onderwijs. in cijfers

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Begroting Begroting Realisatie

Aanvraagformulier basissubsidie voor bewonersorganisaties

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Integraal Huisvestingsplan Stadsdeel Centrum

Leidse Monitor

Nummer Stembureau Wijk 501 Wijk- en dienstencentrum 't Klokhuis Archipelbuurt 508 Cultureel Centrum De Zalen Archipelbuurt 550 Het Schakelpunt

Monitor. Onderzoeksrapport. Bedrijfshuisvesting DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek

5. Onderwijs en schoolkleur

basisonderwijs: overzicht in cijfers

HKC ALO. - het ledenaantal is de afgelopen 3 jaar stabiel of stijgend geweest en - er worden activiteiten voor ledenbinding georganiseerd.

Leidse Monitor

Het uiteindelijke doel is het verbeteren van de positie van kinderen, in het bijzonder de positie van de armste en meest gemarginaliseerde groepen.

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Stemmen in een kerk, school & buurthuis

Concept. Bestedingsprogramma Onderwijsbeleid 2016, 1 e tranche. Voorgenomen toekenningen. Gemeente Den Haag, dienst OCW.

SchakelKlas voor Kleuters. VVE-ondersteuning op de basisscholen in Lelystad Schooljaar 2015/2016

basisonderwijs: overzicht in cijfers

SUBSIDIEREGELING TEGEMOETKOMING KOSTEN PEUTEROPVANG DEN HAAG 2017

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Bevolking Ommoord. Aantal inwoners. Stand van het aantal inwoners op 1 januari

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS)

Haagse jongeren nu, en in de toekomst

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Trends in passend onderwijs

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Onderwijsmonitor 2010 Hendrik-Ido-Ambacht

Misdrijven en opsporing

Bestedingsprogramma Onderwijsbeleid 2016

Bevolkingsprognose Den Haag 2016

Gemeente Den Haag Ouderenwijzer 2010

Marktprofiel 2012 Voorbeeldschool Het Dorp

Age Stinissen September 2017

Feitenkaart vve-monitor Rotterdam 2016

Agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18

MONITOR Haagse Educatieve Agenda Deel I: Algemene trends. Behorend bij: Haags talent erkend

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

10. Banen met subsidie

FACTSHEET ONDERZOEK VVE-GEBRUIK PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE EDE 2014

Bestemmingsplan Parapluherziening (fiets)parkeren. Vastgesteld

Armoedemonitor Den Haag 2008

Monitor EU-arbeidsmigranten, 2013

Armoedemonitor Den Haag 2014

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

0 0,3 1,2 *kind VVE niet VVE

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente.

Monitor EU-arbeidsmigranten Kwantitatieve beschrijving van de instroom en de situatie van arbeidsmigranten in Den Haag.

Werkbespreking bouwkundig splitsen. 2 oktober 2017 Versie

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Loont VVE? Paul Leseman

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Onderwijsmonitor 2010 Zwijndrecht

Analyse deelname Brede School

12. Vaak een uitkering

Kinderopvang in Arnhem

Gezondheidsmonitor. Den Haag 2014

UITVOERINGSORGAAN BASISZORG

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

COLLECTIEVE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING IN DEN HAAG GEBRUIKERS, NIET-GEBRUIKERS EN OVERSTAPPERS

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Transcriptie:

Septemer 2005 DEELNEMERS HAAGSE VOORSCHOOL 1 februari 2005

Inhoudsopgave 1 INLEIDING - 1-1.1 Aanleiding onderzoek - 1-1.2 Gebruikte bronnen - 1-1.3 Gehanteerde definities - 2-1.4 Opbouw rapport - 3-2 AANTAL VOORSCHOLEN IN DEN HAAG - 5-2.1 Voorscholen naar locatie - 5-2.2 Voorscholen naar tranche en programma - 6-3 DOELGROEP VOORSCHOOL - 7-3.1 Inleiding - 7-3.2 Doelgroep voorschool groep 1 en 2-8 - 3.3 Doelgroep voorschool peuters - 8-3.4 Aantal gewichtenkinderen per school - 9-4 AANTAL DEELNEMERS VOORSCHOOL - 11-4.1 Aantal deelnemende kleuters (groep 1 en 2) - 11-4.2 Aantal deelnemende peuters - 11-4.3 Totaal aantal deelnemers voorschool - 11-5 KENMERKEN DEELNEMERS - 13-5.1 Sekse - 13-5.2 Leeftijd - 13-5.3 Woonadres - 13-5.4 Etnische groep - 14-6 DOORSTROOM PEUTERSPEELZAAL BASISSCHOOL - 17-7 SAMENVATTING - 19 - BIJLAGE 1: Overzicht deelnemende voorschool-koppels 1 februari 2005 BIJLAGE 2: Per voorschool het percentage gewichtenkinderen en het aantal deelnemers

1 Inleiding 1.1 AANLEIDING ONDERZOEK Dit rapport geeft een overzicht van de feiten en cijfers rondom de Haagse Voorschool. De Haagse voorschool is op 1 januari 2001 van start gegaan. Tot nu toe zijn cijfers over het aanbod, de deelname en doorstroom opgenomen in de jaarlijkse voortgangsrapportages over de voorschool. Dit jaar worden deze in een apart rapport samengevoegd. Als peildatum voor de meting van de deelname aan de voorschool is dit jaar 1 februari 2005 genomen. De twee voorgaande jaren is in juli (einde van het schooljaar) een meting gedaan. Een aanleiding om van peilmoment te veranderen was de nulmeting die in het kader van het derde convenant van het Grotestedenbeleid (GSB) voor het Rijk moest worden uitgevoerd. Deze nulmeting moet het Rijk inzicht bieden in het aantal kinderen dat in 2005 (bij de start van het derde convenant) deelneemt aan de voorschool. Omdat dit aantal in de loop van het schooljaar toeneemt in verband met de continue instroom van 4-jarigen, is gekozen voor een peilmoment halverwege het schooljaar. Op deze manier wordt zo goed mogelijk het gemiddelde deelnamecijfer in het betreffende schooljaar bepaald. De nulmeting voor het Grotestedenbeleid heeft als peildatum 1 februari 2005. De GSB III periode loopt tot 2010. Over de voorschool (VVE) is met het Rijk de volgende prestatie-afspraak gemaakt: Eind 2009 neemt 50% van de doelgroep achterstandskinderen deel aan programma s voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). De aanvullende gemeentelijke ambitie is om een percentage van 65% te behalen eind 2009, mits de financiering hiervoor ruimte biedt. Met de volgende indicator wordt bovenstaande afspraak gemonitord: Het aantal (t.o.v. de doelgroep achterstandsleerlingen) allochtone en autochtone peuters en kleuters, dat deelneemt aan voor- en vroegschoolse programma s Hoewel er slechts sprake is van één indicator, moeten er verschillende gegevens geregistreerd en geanalyseerd worden. Het gaat onder andere om de volgende gegevens: De doelgroep achterstandsleerlingen in de peuterleeftijd (autochtoon en allochtoon). De doelgroep achterstandsleerlingen in de kleuterleeftijd (autochtoon en allochtoon). Het aantal achterstandsleerlingen in de peuterleeftijd (autochtoon en allochtoon) dat deelneemt aan de voorschool. Het aantal achterstandsleerlingen in de kleuterleeftijd (autochtoon en allochtoon) dat deelneemt aan de voorschool. Naast informatie over de GSB-indicatoren bevat deze rapportage ook informatie over: Het aantal voorscholen in Den Haag en de VVE-programma s waar ze mee werken. Kenmerken van de deelnemers aan de voorschool (sekse, leeftijd, etnische groep, woonplaats). Doorstroom van voorschool-peuterspeelzaal naar de basisschool. 1.2 GEBRUIKTE BRONNEN De informatie in dit rapport is gebaseerd op de volgende bronnen: Gemeentelijk leerlingadministratiesysteem (Civision) Alle Haagse basisscholen zijn verplicht hun leerplichtige leerlingen aan te melden bij de afdeling Leerlingenadministratie van de Dienst OCW. Met de voorschool-peuterspeelzalen is afgesproken dat zij hun deelnemende peuters ook aanmelden bij deze afdeling, zodat zij in dezelfde registratie opgenomen kunnen worden. Op deze manier kan de schoolloopbaan van de voorschooldeelnemers in kaart worden gebracht. De in dit rapport opgenomen gegevens over het aantal deelnemers aan de voorschool, de kenmerken van de deelnemers (onder andere sekse, leeftijd, etnische groep, woonplaats) en de doorstroomcijfers zijn dus gebaseerd op Civision. In Civision staan (nog) geen leerlinggewichten van de leerlingen geregistreerd, vandaar dat gegevens over leerlinggewichten uit de integrale leerling telling (ILT) gebruikt worden. - 1 -

Projectadministratie voorschool Alle scholen en peuterspeelzalen die aan de voorschool deelnemen, zijn opgenomen in de projectadministratie van de productgroep Onderwijsbeleid (Owb). De beleidsmedewerkers houden per voorschool een aantal gegevens bij. Het gaat daarbij onder andere om het aantal groepen peuters en kleuters per voorschool. Integrale Leerling Telling (ILT) van het ministerie van Onderwijs (Cfi) Scholen zijn verplicht om mee te werken aan de jaarlijkse leerling telling van het Cfi. De peildatum van de telling is 1 oktober (begin van het schooljaar). De gemeente ontvangt aan het begin van het kalenderjaar van het Cfi een bestand met de tellingen voor de Haagse scholen. Het bestand bevat informatie over het aantal leerlingen per school, uitgesplitst naar de kenmerken leeftijd, leerlinggewicht en sekse. Met behulp van de ILT wordt de omvang van de doelgroep voor de voorschool bepaald. Ook wordt met dit bestand de gewichtenverdeling van de voorschooldeelnemers bepaald. Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van de dienst Burgerzaken Dit bestand bevat gegevens over alle Haagse burgers. Met behulp van dit bestand wordt het aantal peuters dat in Den Haag woont berekend. Bestand Toezicht op de Kinderopvang (TOKIN) In dit bestand staan de namen en adressen van peuterspeelzalen in Den Haag. Ook is in dit bestand opgenomen voor hoeveel kindplaatsen de peuterspeelzaal een vergunning heeft (dat aantal geeft aan hoeveel peuters op een bepaald moment in de peuterspeelzaal aanwezig mogen zijn). 1.3 GEHANTEERDE DEFINITIES De gemeente Den Haag heeft de ambitie om gefaseerd bij alle GOA-basisscholen een voorschool te realiseren. Alle kinderen in de groepen 1 en 2 van de GOA-scholen die voorschool zijn, nemen deel aan het VVE-programma dat door de school gebruikt wordt (en tellen dus mee als deelnemer aan de voorschool). Niet al deze kinderen behoren tot de doelgroep van de voorschool. Het Rijk heeft bepaald dat alleen kinderen met een leerlinggewicht groter dan 1.0 (volgens WPO) behoren tot de doelgroep van VVEbeleid. Dit is de reden dat in dit rapport ook de aan de voorschool deelnemende achterstandspeuters en kleuters worden geteld. Hieronder volgt de beschrijving van de in dit rapport gehanteerde definities. Voorschool: een samenwerkingsverband tussen een GOA-basisschool (groep 1 en 2) en een peuterspeelzaal die werken met hetzelfde VVE-programma (het koppel de peuterspeelzaal en groep 1 en 2 van de basisschool samen wordt voorschool genoemd). De doelstelling van de Haagse Voorschool is het bieden van een effectief programma aan groepen 2½- tot 6-jarigen met een gemiddeld leerlinggewicht van minimaal 1.15, teneinde (taal)achterstanden in groep 3 van het basisonderwijs te voorkomen of te verkleinen. Peuter: kind tussen 2,5 en 4,0 jaar. Kleuter: leerling van groep 1 of 2 van de basisschool. Achterstandsleerling: Leerling of peuter met een leerlinggewicht hoger dan 1,0 conform WPO. Doelgroep achterstandsleerlingen (= doelgroep voorschool): de omvang van de doelgroep voor de voorschool wordt bepaald met als peildatum 1 februari (halverwege schooljaar). Daarvoor wordt het aantal 4- en 5-jarigen en 50% van het aantal 6-jarigen in Den Haag geteld, dat een gewicht heeft conform ILT, plus het aantal peuters in Den Haag op 1 januari (peilmoment GBA) conform het GBA maal het percentage achterstandskleuters in Den Haag. Autochtoon: leerlinggewicht 1.25, 1.4 of 1.7 Allochtoon: leerlinggewicht 1.9-2 -

Deelnemende achterstandskleuter: In de Integrale LeerlingTelling (ILT) van het Ministerie van OCW (Cfi) worden leeftijdsgroepen geregistreerd, en geen basisschoolgroepen. Voor het bepalen van het aantal kleuters (in groep 1 en 2) met een gewicht wordt per school het percentage bepaald van het aantal 4- en 5-jarigen met een gewicht, en 50% van het aantal 6-jarigen met een gewicht. Per voorschool wordt daarna het aantal deelnemende kleuters vermenigvuldigd met deze percentage om het aantal deelnemende achterstandskleuters vast te stellen. Autochtoon: leerlinggewicht 1.25, 1.4 of 1.7 Allochtoon: leerlinggewicht 1.9 Deelnemende achterstandspeuter: Voor bepaling van het aantal achterstandspeuters op een peuterspeelzaal die onderdeel uitmaakt van een voorschool, wordt hetzelfde percentage gehanteerd als bij de achterstandskleuters van dezelfde voorschool. Autochtoon: leerlinggewicht 1.25, 1.4 of 1.7 Allochtoon: leerlinggewicht 1.9 VVE programma: een programma dat voldoet aan de criteria voor VVE-programma s volgens het LBK 2002-2006. In Den Haag geldt dit voor de programma s Piramide, Kaleidoscoop, Startblokken en Ko Totaal. 1.4 OPBOUW RAPPORT In hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van het aantal voorscholen in Den Haag en de locatie van deze voorscholen. Ook wordt beschreven met welke VVE-programma s de voorscholen werken. In hoofdstuk 3 wordt de doelgroep voor de voorschool in kaart gebracht. In hoofdstuk 4 staat het aantal deelnemers aan de voorschool op de peildatum 1 februari. Hoofdstuk 5 kenmerkt de deelnemers naar leeftijd, geslacht, etnische groep en woonplaats. Hoofdstuk 6 besluit met de doorstroomgegevens van de peuters die in juli 2004 op een voorschoolpeuterspeelzaal zaten. - 3 -

- 4 -

2 Aantal voorscholen in Den Haag 2.1 VOORSCHOLEN NAAR LOCATIE Op 1 februari 2005 zijn er in Den Haag 58 voorscholen. De meeste voorscholen staan in de stadsdelen Centrum en Escamp. Per 1 augustus 2005 is er 1 voorschool gestopt en zijn er 9 nieuwe voorscholen gestart (6 e tranche). De nieuwe voorscholen staan in de stadsdelen Centrum (4), Laak (2), Segbroek (2) en Loosduinen (1). Tabel 2.1 Aantal voorscholen naar stadsdeel (1 februari 2005) Aantal voorscholen Aantal GOA-scholen dat geen voorschool is 1 Loosduinen 0 5 2 Escamp 16 6* 3 Segbroek 3 3 4 Scheveningen 3 2 5 Centrum 25 7 6 Laak 8 3 7 Haagse Hout 3 3 8 Leidschenveen-Ypenburg 0 0 Totaal 58 29 Bron: ILT (1 okt 2004), bewerking OIV Afwijking tabel t.o.v. ILT: Shri Vishnu telt mee bij Centrum (volgens ILT gevestigd in Escamp); Het Startpunt en de Springbok tellen beide dubbel mee (in totaal 4 voorscholen), staan beide 1 keer in ILT. De Zuidwalschool (inclusief Deltaschool) telt mee als 1 voorschool. * De Maria Montessorieschool telt in 2005 nog mee als GOA (per 2006 geen GOA-school meer). Onderstaande kaart toont de spreiding van de voorscholen in Den Haag. Bron: Projectadministratie voorschool en ILT (1 okt 2004) - 5 -

2.2 VOORSCHOLEN NAAR TRANCHE EN PROGRAMMA Tranche 1 van de voorschool is in januari 2001 gestart met 12 voorscholen. Hoe dit zich heeft uitgebreid in de loop der jaren, staat in onderstaande tabel. Tabel 2.2 Aantal voorscholen naar tranche en programma (1 februari 2005) 1e tranche 1-1-2001 2e tranche 1-8-2001 3e tranche 1-8-2002 4e tranche 1-8-2003 5e tranche 1-1-2004 Piramide 11 11 4 9 1 36 Kaleidoscoop 1 2 3 0 0 6 Startblokken 0 1 1 3 1 6 Ko Totaal** 0 0 3 2 5 10 Totaal 12* 14 11 14 7 58 Totaal Bron: Dienst OCW, Projectadministratie Owb * In 2001 zijn er 13 voorscholen van start gegaan, waarvan 2 met het programma Kaleidoscoop. Per 1-9-2002 is één van deze voorscholen gestopt, vandaar dat er nu 12 voorscholen in het overzicht zijn opgenomen. ** Voorheen Taalrijk. De meerderheid van de voorscholen werkt met het programma Piramide, maar de scholen die in augustus 2004 zijn gestart, kiezen vooral voor Ko Totaal. Dit geldt ook voor de inmiddels gestarte voorscholen in de 6 e tranche. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de namen van de voorscholen in Den Haag (naam basisschool en peuterspeelzaal). - 6 -

3 Doelgroep voorschool 3.1 INLEIDING Het Rijk heeft alle kinderen in de voor- en vroegschoolse leeftijd met een leerlinggewicht groter dan 1.0 aangewezen als doelgroep voor de voorschool. In Den Haag is ervoor gekozen om deze kinderen te bereiken via de GOA-scholen en de daarmee samenwerkende peuterspeelzalen. Op deze manier maken niet alle gewichtenkinderen gebruik van de VVE-programma s. Maar uit onderstaande figuren blijkt dat de GOA-scholen wel het merendeel van kinderen met een leerlinggewicht groter dan 1.0 bereiken. Van alle 4- en 5-jarige kinderen met een leerlinggewicht groter dan 1.0 zit 94% op een GOAschool. Figuur 3.1 Aantal 4- en 5-jarigen op Haagse GOA- en niet-goa-scholen, uitgesplitst naar leerlinggewicht van het kind leerlinggewicht > 1.0 3310 1081 282 leerlinggewicht 1.0 897 917 4435 0% 20% 40% 60% 80% 100% goa en voorschool goa en geen voorschool niet goa Bron: ILT (1 okt 2004) In onderstaande figuur is te zien dat de GOA-scholen die nu al voorschool zijn een groter aandeel gewichtenkinderen bereiken dan de GOA-scholen die nog geen voorschool zijn. Bij voorscholen is het aandeel gewichtenkinderen 79%, bij niet-voorscholen (maar wel GOA) 54%. Figuur 3.2 Leerlinggewichten van 4- en 5-jarige kinderen, uitgesplitst naar schooltype niet goa goa / geen voorschool voorschool tranche 5 voorschool tranche 4 voorschool tranche 3 voorschool tranche 2 voorschool tranche 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% 1.0 1.25 1.4 / 1.7 1.9 Bron: ILT (1 okt 2004) - 7 -

3.2 DOELGROEP VOORSCHOOL GROEP 1 EN 2 De doelgroep van de voorschool in groep 1 en 2 bestaat uit alle kleuters die in Den Haag op school zitten en die een leerlinggewicht groter dan 1.0 hebben. Dit aantal neemt in de loop van het schooljaar toe. Het schooljaar start in augustus met voornamelijk 4- en 5-jarigen in de groepen 1 en 2; in de loop van het schooljaar stromen nieuwe 4-jarigen in groep 1 in en de kinderen die 6 worden, blijven in groep 2. Naar schatting is het aantal deelnemers in groep 1 en 2 aan het einde van het schooljaar bijna 1,5 keer zo groot als aan het begin van het schooljaar. Vanwege deze fluctuaties is gekozen voor een peildatum halverwege het schooljaar, namelijk op 1 februari. Deze peildatum geldt voor het vaststellen van het aantal deelnemers aan de voorschool en ook voor het bepalen van de omvang van de doelgroep. Op basis van ILT wordt het totale aantal 4- en 5-jarigen en de helft van het aantal 6-jarigen op Haagse basisscholen bepaald. Dit is de bij benadering het aantal leerlingen in groep 1 en 2 (kleuters) op 1 februari (halverwege schooljaar). Van deze kinderen is het leerlinggewicht bekend. Kinderen met een gewicht groter dan 1.0 behoren tot de doelgroep van de voorschool (achterstandsleerlingen). Tabel 3.1 Aantal kleuters (groep 1 en 2) in Den Haag dat behoort tot de doelgroep van de voorschool Alle 4-, 5- en helft van 6-jarige kinderen op Haagse basisscholen Alle 4-, 5- en helft van 6-jarige kinderen op Haagse basisscholen met een leerlinggewicht groter dan 1.0 = Doelgroep voorschool kleuterleeftijd 1 feb 2000 1 feb 2001 1 feb 2002 1 feb 2003 1 feb 2004 1 feb 2005 11.821 11.554 12.327 12.765 13.123 13.492 5.873 5.749 5.881 6.039 5.939 5.839 % gewichtenkinderen bij kleuters* 49,7% 49,8% 47,7% 47,3% 45,3% 43,3% Bron: ILT (1 okt, begin van het schooljaar) * Een verklaring voor het dalende percentage gewichtenkinderen in Den Haag is de bevolkingsgroei in de Haagse VINEXlocaties Ypenburg, Leidschenveen en Wateringse Veld, waar relatief veel 1.0 kinderen wonen. Tabel 3.2 Aantal kleuters in Den Haag dat behoort tot de doelgroep van de voorschool 1 feb 2005 Aantal kleuters in Den Haag 13.492 13.492 gewicht 1.0 56,7% 7.653 gewicht 1.25 / 1.4 / 1.7 (autochtone doelgroep) 6,2% 832 gewicht 1.9 (allochtone doelgroep) 37,1% 5.007 Bron: ILT (1 okt 2004) 3.3 DOELGROEP VOORSCHOOL PEUTERS Het aantal peuters in Den Haag wordt gebaseerd op de Gemeentelijke Basisadministratie van de dienst Burgerzaken. Van deze peuters is geen leerlinggewicht bekend. Daarom is om de omvang van de doelgroep achterstandsleerlingen in de peuterleeftijd te bepalen het aantal peuters vermenigvuldigd met het aandeel gewichtenkinderen bij de kleuters (zie 3.3). Tabel 3.3 Aantal peuters in Den Haag dat behoort tot de doelgroep van de voorschool 1 feb 2000 1 feb 2001 1 feb 2002 1 feb 2003 1 feb 2004 1 feb 2005 Peuters in bevolking 7.412 7.522 8.311 8.624 8.905 8.927 % gewichtenkinderen bij peuters 49,7% 49,8% 47,7% 47,3% 45,3% 43,3% Doelgroep voorschool peuterleeftijd Bron: GBA (1 jan) en ILT (1 okt, begin van het schooljaar) 3.682 3.743 3.965 4.080 4.029 3.863-8 -

Van de doelgroep-peuters op 1 januari 2005 is de verdeling naar leerlinggewicht als volgt. Tabel 3.4 Aantal peuters in Den Haag dat behoort tot de doelgroep van de voorschool 1 feb 2005 Peuters in Den Haag 8.927 8.927 gewicht 1.0 (geen doelgroep voorschool) 56,7% 5.064 gewicht 1.25 / 1.4 / 1.7 (autochtone doelgroep) 6,2% 550 gewicht 1.9 (allochtone doelgroep) 37,1% 3.313 Bron: GBA (1 jan 2005) en ILT (1 okt 2004) 3.4 AANTAL GEWICHTENKINDEREN PER SCHOOL In het overzicht in bijlage 2 staat per voorschool het aandeel gewichtenkinderen weergegeven. Dit is percentage van alle 4-, 5- en de helft van de 6-jarigen op deze school met een leerlinggewicht groter dan 1.0. Deze kinderen behoren tot de doelgroep van de voorschool. Dit percentage wordt later gebruikt om te bepalen welk aandeel van de deelnemers aan de voorschool behoort tot de doelgroep achterstandsleerlingen. - 9 -

- 10 -

4 Aantal deelnemers voorschool 4.1 AANTAL DEELNEMENDE KLEUTERS (GROEP 1 EN 2) Op 1 februari 2005 stonden 5.198 kleuters in Civision ingeschreven als deelnemer aan de voorschool. Gezien de verdeling naar leerlinggewicht (ILT, 2004) wordt het aantal deelnemende doelgroepkleuters vastgesteld op 4.172. Per voorschool staan de aantallen weergegeven in bijlage 2. Tabel 4.1 Aantal deelnemende kleuters voorschool, naar leerlinggewicht Aantal 1 feb 2005 Deelnemende kleuters voorschool 5.198 Leerlinggewicht 1.0 1.026 Leerlinggewicht 1.25 / 1.4 / 1.7 401 Leerlinggewicht 1.9 3.771 Totaal aantal deelnemende doelgroep-kleuters 4.172 Bron: Civision (1 feb 2005), ILT (1 okt 2004) 4.2 AANTAL DEELNEMENDE PEUTERS Op 1 februari 2005 stonden 1.595 peuters in Civision ingeschreven als deelnemer aan de voorschool. In bijlage 2 worden de aantallen per voorschool weergegeven. Gezien de verdeling naar leerlinggewicht (gebaseerd op ILT 2004) wordt het aantal deelnemende doelgroep-peuters bepaald op 1.247. Tabel 4.2 Aantal deelnemende peuters voorschool, naar leerlinggewicht Aantal 1 feb 2005 Deelnemende peuters voorschool 1.595 Leerlinggewicht 1.0 348 Leerlinggewicht 1.25 / 1.4 / 1.7 126 Leerlinggewicht 1.9 1.121 Totaal aantal deelnemende doelgroep-peuters (leerlinggewicht 1.25 / 1.4 / 1.7 / 1.9) Bron: Civision (1 feb 2005), ILT (1 okt 2004) 1.247 4.3 TOTAAL AANTAL DEELNEMERS VOORSCHOOL In totaal neemt ongeveer 56% van de doelgroep van de voorschool deel aan de voorschool. Dit percentage ligt al boven de 50%-norm die met het Rijk is afgesproken. Het aantal deelnemers ten opzichte van de doelgroep is veel hoger voor de kleuters dan voor de peuters. Van alle Haagse doelgroep-kleuters bezoekt ruim 70 procent een voorschool. Bij de doelgroep-peuters is dit nog geen derde. Tabel 4.3 Aantal deelnemers voorschool ten opzichte van de doelgroep (in %) (1 februari 2005) Deelnemers Deelnemers doelgroep Omvang doelgroep % deelname doelgroep Peuters 1.595 1.247 3.863 32,3% Kleuters 5.198 4.172 5.839 71,5% Totaal 6.793 5.419 9.702 55,9% Bron: Civision (1 feb 2005), ILT (1 okt 2004) en GBA (1 jan 2005); bewerking OIV - 11 -

Dat de deelname bij de doelgroep-kleuters hoger is dan bij de doelgroep-peuters heeft een aantal redenen: De capaciteit van de voorschoolpeuterspeelzalen is niet groot genoeg voor alle toekomstig groep 1 en groep 2 leerlingen. Een deel van de doelgroeppeuters bezoekt wel een peuterspeelzaal, maar niet een voorschoolpeuterspeelzaal. Een klein deel van de doelgroeppeuters bezoekt de kinderopvang en geen peuterspeelzaal. Een ander deel van de peuters bezoekt helemaal geen voorschoolse voorziening. Op dit moment onderzoekt de gemeente Den Haag welke voorschoolse voorzieningen zijn bezocht door 4-jarige kinderen die op een GOA-basisschool zitten. Daarmee kan onder andere meer inzicht verkregen worden in de benodigde capaciteit op de voorschool-peuterspeelzalen. Het bereik van de allochtone doelgroep is zowel bij de peuters als de kleuters hoger dan van de autochtone doelgroep. Tabel 4.4 Percentage deelnemende doelgroep-peuters, autochtoon en allochtoon (1 februari 2005). Autochtoon (1.25 / 1.4 / 1.7) Allochtoon (1.9) Totaal Deelnemende doelgroep-peuters voorschool 126 1.121 1.247 Doelgroep-peuters in Den Haag 550 3.313 3.863 Percentage deelnemende doelgroep-peuters 22,9% 33,8% 32,3% Bron: Civision (1 feb 2005), ILT (1 okt 2004) en GBA (1 jan 2005); bewerking OIV Tabel 4.5 Percentage deelnemende doelgroep-kleuters, autochtoon en allochtoon (1 februari 2005). Autochtoon (1.25 / 1.4 / 1.7) Allochtoon (1.9) Totaal Deelnemende doelgroep-kleuters voorschool 401 3.771 4.172 Doelgroep-kleuters in Den Haag 832 5.007 5.839 Percentage deelnemende doelgroep-kleuters 48,2% 75,3% 71,5% Bron: Civision (1 feb 2005), ILT (1 okt 2004) en GBA (1 jan 2005); bewerking OIV - 12 -

5 Kenmerken deelnemers 5.1 SEKSE Het aandeel jongens op de voorschool is iets groter (51%) dan het aandeel meisjes (49%). Dit is overeenkomstig de bevolkingsamenstelling in Den Haag. 5.2 LEEFTIJD De meeste deelnemers aan de voorschool zijn 4 of 5 jaar oud. Zoals verwacht is (op peildatum 1 februari) het aantal 6-jarigen op de voorschool ongeveer de helft van het aantal 4- en 5-jarige deelnemers. Op de peuterspeelzaal zitten ongeveer 3,5 keer zoveel 3-jarigen als 2-jarigen. Dit hoge aandeel 3- jarige is niet volgens verwachting. Wanneer alle peuters op 2,5-jarige leeftijd geplaatst zouden worden, zou het aantal 3-jarigen op de voorschool-peuterspeelzalen ongeveer 2 keer zo groot zijn als het aantal 2-jarigen. Dat peuters later geplaatst worden kan wellicht verklaard worden door het bestaan van wachtlijsten bij sommige peuterspeelzalen. Figuur 5.1 Deelnemers aan de voorschool naar leeftijd 2500 2000 1500 1000 500 0 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar groep 1 en 2 0 12 2091 1987 1038 68 2 peuterspeelzaal 353 1242 0 0 0 0 0 Bron: Civision (1 feb 2005) 5.3 WOONADRES De meeste deelnemers aan de voorschool wonen in de stadsdelen Centrum en Escamp. Dit is te verklaren door het feit dat hier de meeste voorscholen staan en de meeste kinderen wonen. In de onderstaande grafiek zijn de deelname-aantallen gerelateerd aan het aantal peuters en kleuters dat in de stadsdelen woont. Zo is te zien dat relatief gezien de deelname het hoogst is in de stadsdelen Centrum, Laak en Escamp. Figuur 5.2 Deelnamepercentage voorschool per stadsdeel voor peuters en kleuters (% van alle peuters en kleuters in het stadsdeel dat deelneemt aan de voorschool) Loosduinen Leidschenveen-Ypenburg Haagse Hout Scheveningen Segbroek Escamp Laak Centrum 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% kleuters peuters Bron: Civision (1 feb 2005) en GBA (1 jan 2005) - 13 -

Hieronder staan de Haagse wijken weergegeven met de hoogste deelnamepercentages aan de voorschool. Tabel 5.1 Wijk Deelnamepercentage voorschool in enkele wijken voor peuters en kleuters (% van alle peuters en kleuters in de wijk dat deelneemt aan de voorschool) Deelnamepercentage peuters Wijk Deelnamepercentage kleuters 29 Schildersbuurt 44% 29 Schildersbuurt 91% 31 Rustenburg en Oostbroek 39% 30 Transvaalkwartier 86% 30 Transvaalkwartier 38% 36 Moerwijk 75% 36 Moerwijk 31% 33 Bouwlust/Vrederust 73% 33 Bouwlust/Vrederust 30% 27 Stationsbuurt 66% 34 Morgenstond 28% 31 Rustenburg en Oostbroek 65% 27 Stationsbuurt 27% 34 Morgenstond 56% 38 Laakkwartier en Spoorwijk 25% 38 Laakkwartier en Spoorwijk 51% 07 Scheveningen 22% 07 Scheveningen 36% 25 Mariahoeve en Marlot 22% 10 Zorgvliet 33% 39 Binckhorst 20% 28 Centrum 32% 37 Groente- en Fruitmarkt 17% 37 Groente- en Fruitmarkt 31% 21 Regentessekwartier 15% 20 Valkenboskwartier 30% 20 Valkenboskwartier 15% 21 Regentessekwartier 27% 08 Duindorp 14% 25 Mariahoeve en Marlot 23% 28 Centrum 11% 22 Zeeheldenkwartier 21% 26 Bezuidenhout 10% 08 Duindorp 19% Bron: Civision (1 feb 2005) en GBA (1 jan 2005) 5.4 ETNISCHE GROEP De bepaling van etniciteit van de leerling in Civision komt nog niet overeen met die in het GBA. Dit wordt zo snel mogelijk op elkaar afgestemd. Hieronder de etniciteiten van de deelnemers zoals geregistreerd in het GBA in 2004 (dit verklaart het hoge aandeel onbekend). Ongeveer 85% van de deelnemers heeft een niet-nederlandse etniciteit. Nederlandse etniciteit: zowel het geboorteland van de ouders als van het kind is Nederland. Niet-Nederlandse etniciteit: het geboorteland van het kind en/of van minimaal één van de ouders is niet Nederland. Tabel 5.2 Aantal deelnemers voorschool naar etnische groep Peuterspeelzaal groep 1 en 2 Totaal Nederlandse etniciteit 255 716 971 Niet-Nederlandse etniciteit 1262 4118 5.380 Onbekend 78 364 442 Totaal 1.595 5.198 6.793 Bron: Civision (1 feb 2005) en GBA (1 jan 2004) - 14 -

Figuur 5.3 Deelnemers voorschool naar etnische groep (exclusief onbekend ) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 83,2% 85,2% 16,8% 14,8% peuterspeelzaal groep 1 en 2 niet-ned. etniciteit Ned. etniciteit Bron: Civision (1 feb 2005) en GBA (1 jan 2004) In onderstaande figuur is het aantal deelnemers uitgesplitst naar etnische groep. Deelnemers met de Turkse etniciteit blijken sterk vertegenwoordigd (27% van alle deelnemers). In tabel 5.3 en 5.4 is voor zes wijken de deelname aan de voorschool qua etnische samenstelling vergeleken met de populatie in de wijk (2 tot en met 6 jarigen). De deelname aan de voorschool blijkt wat betreft etnische samenstelling in grote lijnen een afspiegeling van de populatie in de wijk te zijn. De deelname van kinderen met de Turkse etniciteit is in deze zes wijken relatief hoog en die van kinderen met de Nederlandse etniciteit relatief laag. Figuur 5.4 Deelnemers voorschool (peuters en groep 1 en 2) naar etnische groep 1% 1% 15% 20% 13% 4% 27% Surinaams Antilliaans Turks Marokkaans Nederlands Zuid-Europees overig geïndustrialiseerd 19% overig niet-geïndustrialiseerd Bron: Civision (1 feb 2005) en GBA (1 jan 2004) Tabel 5.3 Deelnemers voorschool naar etnische groep vergeleken met de populatie in de wijk in Transvaalkwartier, Schilderswijk en Stationsbuurt 2 t/m 6 jaar in wijk Transvaalkwartier Schilderswijk Stationsbuurt Deelnemers voorschool 2 t/m 6 jaar in wijk Deelnemers voorschool 2 t/m 6 jaar in wijk Deelnemers voorschool Suriname 14% 14% 15% 13% 13% 18% Antillen 3% 1% 4% 4% 8% 6% Turkije 40% 48% 32% 37% 9% 19% Marokko 18% 17% 29% 29% 12% 14% Zuid-Europa 0% 1% 0% 0% 2% 2% Niet-geïnd. Landen 20% 16% 15% 14% 34% 30% Geïnd. Landen 1% 0% 0% 0% 2% 1% Nederland 5% 4% 4% 3% 19% 11% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: Civision (1 feb 2005) en GBA (1 jan 2004) - 15 -

Tabel 5.4 Deelnemers voorschool naar etnische groep vergeleken met de populatie in de wijk in Moerwijk, Bouwlust/Vredenrust en Rustenburg/Oostbroek 2 t/m 6 jaar in wijk Moerwijk Bouwlust / Vredenrust Rustenburg / Oostbroek Deelnemers voorschool 2 t/m 6 jaar in wijk Deelnemers voorschool 2 t/m 6 jaar in wijk Deelnemers voorschool Suriname 11% 10% 9% 5% 13% 14% Antillen 7% 7% 6% 6% 2% 2% Turkije 15% 18% 21% 29% 31% 43% Marokko 15% 18% 19% 24% 5% 6% Zuid-Europa 1% 1% 1% 1% 1% 1% Niet-geïnd. Landen 27% 26% 23% 23% 12% 15% Geïnd. Landen 1% 1% 1% 0% 3% 1% Nederland 24% 19% 21% 12% 34% 17% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: Civision (1 feb 2005) en GBA (1 jan 2004) - 16 -

6 Doorstroom peuterspeelzaal basisschool Vorig jaar is voor de meting van de deelname aan de voorschool de peildatum 21 juli 2004 genomen (zie vierde voortgangsrapportage De Haagse Voorschool). Van de peuters die toen op een voorschool-peuterspeelzaal zaten, is bekeken waar ze op 1 februari 2005 stonden ingeschreven. Een groot deel van deze kinderen (42%) zit nog op de peuterspeelzaal. De meeste peuters (40%) bezoeken nog dezelfde voorschool-peuterspeelzaal, 2% is naar een andere voorschoolpeuterspeelzaal overgestapt. Bijna de helft van kinderen zit nu op een Haagse basisschool. Tien procent is niet op een Haagse school of peuterspeelzaal ingeschreven. Dat kan betekenen dat het kind verhuisd is, of dat het de voorschool-peuterspeelzaal heeft verlaten, maar nog niet gestart is op de basisschool. Tabel 6.1 Bestemming op 1 februari 2005 van kinderen die in juli 2004 op een voorschoolpeuterspeelzaal waren geplaatst Aantal % Dezelfde voorschool-peuterspeelzaal 527 40% Andere voorschool-peuterspeelzaal 27 2% Voorschool-basisschool binnen koppel 489 37% Andere voorschool-basisschool 64 5% Andere basisschool (geen voorschool) 81 6% Niet op Haagse school ingeschreven 136 10% Totaal 1324 100% Bron: Civision (1 feb 2005 en 21 juli 2004) Van de kinderen die van de voorschool-peuterspeelzaal zijn doorgestroomd naar een Haagse basisschool, is ruim driekwart op dezelfde voorschool gebleven. Zij zijn dus doorgestroomd binnen het koppel. Van de overige kinderen is 10% naar een andere voorschool-basisschool gegaan en 13% naar een basisschool die geen voorschool is. Deze percentages komen ongeveer overeen met de doorstroompercentages in de periode juli 2003 juli 2004. Tabel 6.2 Doorstroom naar een Haagse basisschool van kinderen die in juli 2004 op een voorschool-peuterspeelzaal zaten Doorstroom juli 2004 feb 2005 Doorstroom juli 2003 juli 2004 Aantal % % Voorschool-basisschool binnen koppel 489 77% 75% Andere voorschool-basisschool 64 10% 10% Andere basisschool (geen voorschool) 81 13% 15% Totaal 634 100% 100% Bron: Civision (1 feb 2005 en 21 juli 2004) - 17 -

- 18 -

7 Samenvatting Aantal voorscholen Op 1 februari telde Den Haag in totaal 58 voorscholen. De meerderheid werkt met het programma Piramide (36), gevolgd door Ko Totaal (10) en Kaleidoscoop (6) en Startblokken (6). In de stadsdelen Centrum en Escamp staat het grootste aantal voorscholen (respectievelijk 25 en 16 voorscholen). Doelgroep voorschool In totaal 3.863 peuters en 5.839 kleuters worden tot de doelgroep van de voorschool gerekend. Zij hebben een leerlinggewicht groter dan 1.0. Deelnemers In totaal bezochten op 1 februari bijna 1.600 peuters en 5.200 kleuters de Haagse voorschool. Niet al deze kinderen behoren tot de doelgroep van de voorschool. Dit geldt wel voor 1.247 peuters en 4.172 kleuters. Kenmerken deelnemers Het aandeel jongens (51%) en meisjes (49%) op de voorschool is ongeveer in evenwicht. Qua leeftijd is op de voorschool-basisscholen de deelname zoals verwacht: het aantal 4- en 5-jarigen is ongeveer evengroot en het aantal 6-jarigen is ongeveer de helft van het aantal 4- en 5-jarigen. Bij de peuters is het aantal 3-jarigen ongeveer 3,5 keer zo groot als het aantal 2-jarigen (bij instroom op 2,5-jarige leeftijd zou dit aantal naar verwachting 2 keer zo groot zijn). Wellicht komt dit door de wachtlijsten die bij sommige voorschool-peuterspeelzalen bestaan. De deelname (gerelateerd aan het aantal kinderen dat in het stadsdeel woont) is het hoogste in de stadsdelen Centrum, Laak en Escamp. Bij de peuters heeft 83% een niet-nederlandse etniciteit, bij de kleuters is dit 85%. De deelname aan de voorschool blijkt wat betreft etnische samenstelling in grote lijnen een afspiegeling van de populatie in de wijk te zijn. De deelname van kinderen met de Turkse etniciteit is in zes onderzochte wijken relatief hoog en die van kinderen met de Nederlandse etniciteit relatief laag. Doorstroom Van de peuters die in juli 2004 op een voorschool-peuterspeelzaal zaten, is op 1 februari 2005 48% doorgestroomd naar een Haagse basisschool. Ongeveer 42% zit nog op de peuterspeelzaal en 10% staat niet meer op een Haagse peuterspeelzaal of school ingeschreven (o.a. vanwege verhuizing). Van de kinderen die naar een Haagse basisschool zijn doorgestroomd, is ruim driekwart naar de voorschool-basisschool binnen het koppel gegaan, 10% naar een andere voorschool-basisschool en 13% naar een andere basisschool (die geen voorschool is). Deze percentages komen ongeveer overeen met de doorstroompercentages in de periode juli 2003 juli 2004. GSB kengetallen Hieronder het overzicht van de GSB-kengetallen. Kengetallen 1 februari 2005 Peuters Kleuters Totaal Doelgroep voorschool totaal 3.863 5.839 9.702 Autochtoon (gewicht 1.25 / 1.4 / 1.7) 550 832 1.382 Allochtoon (gewicht 1.9) 3.313 5.007 8.320 Deelnemers voorschool behorende tot doelgroep 1.247 4.172 5.419 Autochtoon (gewicht 1.25 / 1.4 / 1.7) 126 401 527 Allochtoon (gewicht 1.9) 1.121 3.771 4.892 Deelname t.o.v. de doelgroep 32,3% 71,5% 55,9% - 19 -

- 20 -

BIJLAGE 1 Overzicht van de deelnemende voorschool-koppels (basisscholen en peuterspeelzalen), namen en brinnummers (1 februari 2005) Naam basisschool Brinnr Naam peuterspeelzaal Tranche 1 1 De Buutplaats, loc. Hoefkade De Buutplaats, loc. Stortenbekerstr 07AK01 07AK02 psz Buutplaats 2 De Bavinckschool 07YO01 psz Het Parapluutje 3 Prinsehaghe 17PQ01 psz De Kleine Prins 4 Paul Kruger 17YA01 psz De Woelwatertjes 5 Jan van Nassau 17YY01 psz De Boskabouter 6 Drentse Hoek 19NT01 psz Het Drentse Hoekje 7 Van Ostadeschool 19NW01 psz Sam-Sam 8 Jan Ligthart 19UK01 psz Jan Ligthart 9 De Tweemaster 19XU02 psz Duinroosje 10 Vliegerschool 19YL01 psz Octopus 11 Zuidwal, loc. Waterloostraat Zuidwal, loc. Zaanstraat 19ZJ01 19ZJ02 12 Shri Vishnu 22MH01 psz Ghanesha Tranche 2 1 Grote Beer 08QB01 psz Kleine Beer 2 Onze Wereld 13EK01 psz Speelhuis 3 Krullevaar 13TA01 psz Pinkeltje psz Zuidwal psz het Deltaatje (per 1-4-2005) 4 De Spoorzoeker 17FN01 psz De Locomotief psz De Fram 5 De Driesprong 17KN01 psz De driesprong 6 Het Startpunt / Suze R. straat 17PJ01 psz De Tuimelaar 7 Het Startpunt / Ferd. Bolstraat 17PJ03 psz Sindbad 8 Comenius 17SU01 psz Tweety 9 Da Costaschool, Spiegelstraat 17TD03 psz Groene Kikkertje 10 Prinses Ireneschool 17ZH01 psz Oranjehof psz Ireentje 11 Den Hertogschool 17ZS01 psz Onze Kleine Wereld 12 De Horizon 17ZZ01 psz De Horizon 13 Pretoriusschool/Springbok 19OQ01 psz Pretmaker 14 Tweezaamschool/Springbok 19OQ02 psz Thusanong Tranche 3 1 Kon Beatrixschool 04ON01 psz De Peuterhoek 2 De Zuidwester 05HD01 psz De Zuidwestertjes 3 Elout van Soeterwoudeschool 05OL01 psz De Klimmertjes 4 De Dobbelsteen 14LJ01 psz Ernie en Bert 5 De Triangel 16FS01 psz De Mussen 6 PC Hooftschool 17NQ01 psz Escamphof 7 P. Oosterleeschool 17TY01 psz Pippeloentje 8 De Gelderlandschool (Nijkerkl.) 19NQ01 psz De Kladderkatjes 9 De Kleine Wereld 19QD01 psz De Kleine Wereld 10 De La Reyschool 19SI01 psz Hamertje Tik 11 Het Volle Leven 19TO01 psz Gompie - 21 -

Naam basisschool Brinnr Naam peuterspeelzaal Tranche 4 1 Rosa Basisschool 06MV01 psz Pinky 2 Petrus Donders 07UO01 psz De Peutergaarde 3 't Palet, loc. Doedijnstraat 't Palet, loc. Vaillantlaan 15VU01 15VU04 psz Houtwurm psz t Peuterpalet 4 Vuurvlinder 15ZZ01 psz 't Vlindertje 5 Anemaschool 16XN01 psz 't Anemaatje 6 De Baanbreker 17NF01 psz De Baanbrekertjes 7 v.d. Boschschool 17TT01 psz Het Peuterbos 8 De Ontmoeting 17YO01 psz 't Musje 9 Anne Frank 18PQ01 psz Anne Frank 10 De Klimop, loc. Cartesiusstraat De Klimop, loc. De Reaumurstraat 19MH01 19MH05 psz De Dondersteentjes psz De Klimop 11 Erasmus 19NZ03 psz ' t Klimhof 12 De Vuurtoren 19TA01 psz De Matroosjes 13 De Wissel 19VB01 psz Wildebras 14 De Leeuwerikhoeve 19YX01 psz t Leeuwerikje Tranche 5 1 De Regenboog 13ZY01 psz Regenboog 2 De Savelbergschool 15XZ01 psz Savelberg 3 Willem Drees 17FV01 psz Robbedoes 4 De Karreschool 17XC01 psz Karrewiel 5 De Kameleon 19MP01 psz Kameleon 6 Het Spectrum, loc. Terwestenstr. Het Spectrum, loc. Stortenbekerstr. 19VV01 19VV02 psz Het Spectrum psz De Burcht 7 Prinses Marijke 19ZF01 psz Hummeltje - 22 -

BIJLAGE 2 Aantal deelnemende peuters en kleuters per voorschool; totaal en aantal deelnemende achterstandsleerlingen Tranche 1 % gewichtenkinderen (o.b.v. ILT) 4-, 5- en helft 6-jarigen aantal deelnemende peuters 1 feb 205 aantal deelnemende kleuters 1 feb 2005 aantal deelnemende achterstandspeuters 1 feb 2005 aantal deelnemende achterstandskleuters 1 feb 2005 De Buutplaats 95,80% 28 76 27 73 Bavinckschool 28,70% 25 58 7 17 Vliegerschool 98,17% 25 117 25 115 De Drentse Hoek 76,60% 25 51 19 39 De Tweemaster 34,88% 17 19 6 7 Hindoe Basisschool 68,60% 35 143 24 98 Jan Ligthartschool 91,03% 22 80 20 73 Jan V Nassauschool 70,83% 14 68 10 48 Paul Krugerschool 91,45% 28 80 26 73 Prinsehaghe 100,00% 28 65 28 65 Van Ostadeschool 96,15% 49 115 47 111 Zuidwalschool 95,54% 24 77 23 74 Tranche 2 De Krullevaar 75,38% 26 139 20 105 Comenius 86,96% 26 77 23 67 Da Costa School* 19,22% 24 70 5 13 De Driesprong 88,24% 27 72 24 64 De Horizon 49,00% 28 131 14 64 De Spoorzoeker 76,77% 40 48 31 37 De Springbok (Pretoriussch.) 94,43% 24 91 23 86 De Springbok (Tweezaamsch.) 94,43% 24 62 23 59 Den Hertogschool 59,02% 25 58 15 34 Het Startpunt SR 96,85% 21 76 20 74 Het Startpunt FB 96,85% 21 67 20 65-23 -

% gewichtenkinderen (o.b.v. ILT) 4-, 5- en helft 6-jarigen aantal deelnemende peuters 1 feb 205 aantal deelnemende kleuters 1 feb 2005 aantal deelnemende achterstandspeuters 1 feb 2005 aantal deelnemende achterstandskleuters 1 feb 2005 Onze Wereld 94,17% 17 202 16 190 Prinses Ireneschool 92,86% 44 118 41 110 Grote Beer 66,80% 27 130 18 87 Tranche 3 De Dobbelsteen 84,48% 0 25 0 21 E v Soeterwoudeschool 60,71% 21 61 13 37 De Kleine Wereld 94,47% 32 114 30 108 De La Reyschool 47,15% 13 54 6 25 De Triangel 97,05% 29 146 28 142 Het Volle Leven 35,95% 28 77 10 28 Koningin Beatrixschool 82,12% 14 97 11 80 De Gelderlandschool 85,79% 38 76 33 65 P Oosterleeschool 72,92% 29 115 21 84 P.C. Hooft-School 86,34% 30 72 26 62 De Zuidwester 88,77% 30 147 27 130 Tranche 4 De Vuurtoren 35,17% 25 77 9 27 Petrus Donders 66,91% 27 64 18 43 't Palet 96,34% 46 198 44 191 Anne Frank 92,26% 26 158 24 146 De Ontmoeting 90,53% 25 46 23 42 De Baanbreker 98,23% 20 57 20 56 De Klimop 81,03% 42 84 34 68 De Leeuwerikhoeve 80,65% 25 33 20 27 De Vuurvlinder 71,43% 10 25 7 18 De Wissel 89,10% 28 79 25 70 v.d. Boschschool 84,90% 25 99 21 84-24 -

% gewichtenkinderen (o.b.v. ILT) 4-, 5- en helft 6-jarigen aantal deelnemende peuters 1 feb 205 aantal deelnemende kleuters 1 feb 2005 aantal deelnemende achterstandspeuters 1 feb 2005 aantal deelnemende achterstandskleuters 1 feb 2005 Erasmusschool 75,13% 29 90 22 68 Anema Basisschool 67,11% 25 117 17 79 Rosa-School 60,33% 81 164 49 99 Tranche 5 De Kameleon 88,89% 13 68 12 60 De Regenboog 73,48% 55 154 40 113 Karresschool 47,65% 42 52 20 25 Het Spectrum 98,27% 31 96 30 94 Mgr Savelberg 94,29% 18 73 17 69 Dr Willem Drees 83,18% 27 105 22 87 Prinses Marykeschool 94,05% 17 85 16 80 TOTAAL ALLE VOORSCHOLEN 1595 5198 1247 (78,2%) 4172 (80,3%) Bron: Civision (1 feb 2005), ILT (1 okt 2004) * De Da Costa school heeft twee vestigingen, waarvan de ene (Spiegelstraat) wel mee doet aan de voorschool en de andere (Hollanderstraat) niet. In ILT zijn deze vestigingen niet te onderscheiden en zijn alle leerlingen bij elkaar opgeteld. Dit verklaart in bovenstaande tabel het lage aandeel gewichtenkinderen. Er mag aangenomen worden dat het merendeel van de gewichtenkinderen op de vestiging Spiegelstraat zit en dus deelneemt aan de voorschool - 25 -

- 26 -