Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Basisgegevens Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn OAZW 5

Vergelijkbare documenten
Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Aantal medewerkers West-Brabant

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Arbeidsmarkt in Kaart 2018: Midden-Brabant

Arbeidsmarkt in Kaart 2018: West-Brabant

WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD

Arbeidsmarkt in Kaart 2018: Zuidoost-Brabant

Rapportage Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn 2008

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

Arbeidsmarkt in Kaart 2018: Noordoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

Artikelen. Tijdelijke en langdurige banen, A.W.F. Corpeleijn 1)

Regioportret Zorg en Welzijn Haaglanden. in opdracht van de stuurgroep Onderzoek en Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, in samenwerking met RegioPlus

Regioportret Zorg en Welzijn Zuid-Oost Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio West- en Midden-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland

Voorwoord. Inleiding. In dit tabellenboek worden de volgende 28 regio's onderscheiden: Zaanstreek en Waterland. Amstelland, Kennemerland, Meerlanden

Regioportret Zorg en Welzijn Amsterdam Zaanstreek Waterland

Regioportret Zorg en Welzijn Drenthe. in opdracht van de stuurgroep Onderzoek en Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, in samenwerking met RegioPlus

Factsheet uitstroom van werknemers

Ervaringen met de zorg: samenvatting op concernniveau

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Friesland

Regioportret Zorg en Welzijn Drechtsteden. in opdracht van de stuurgroep Onderzoek en Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, in samenwerking met RegioPlus

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

Cijfers en Kengetallen Brede Jeugdzorg

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Wat vinden uw bewoners van de zorg?

Jaar Het filter Jaar gebruikt u om een ander tijdvak op te geven. Standaard is dit filter ingesteld op drie jaren of op het laatste afgelopen jaar.

Regioportret Zorg en Welzijn Noord- en Midden-Limburg

Regioportret Zorg en Welzijn Noord-Holland Noord

Factsheet ontwikkeling in- en uitstroom van personeel in Noord-Nederland

Toelichting Arbeidsmonitor

Regioportret Zorg en Welzijn Nijmegen Rivierenland

Regioportret Zorg en Welzijn Het Gooi en Vechtstreek

Handleiding Arbeidsmonitor Werkgeversorganisatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Indicatieve doorrekening extramuralisering zzp 1 t/m 4

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Overzicht tabellen AZW StatLine. Toelichtingen bij de tabellen en verschillen met de vorige uitvoerder

Werkgeversenquête 2017

Inleiding Uitgangspunten regionaal tabellenboek Opbouw regionaal tabellenboek

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Arbeidsmarktstromen in de OAZW 3 sector Zorg en WJK

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Ervaringen met de zorg: samenvatting op concernniveau

Sociaal-economische kerngegevens

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

Handleiding Arbeidsmonitor Pro

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 5

Ervaringen met zorg van personen die thuiszorg ontvangen

Jaarrapportage Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

FACTSHEET. Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Zeeuws-Vlaanderen. foto Xander Koppelmans voor DNA-beeldbank op

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Ervaringen met de zorg: samenvatting

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. De omvang van de werkweek: OAZW 6 een gegeven of instrument?

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Werkgeversenquête 2015

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010

Vraag en aanbod van sociaal-agogisch personeel

Vacaturemonitor Doktersassistenten 2 - meting juni

Toekomstverkenning voor de branche Verpleging en verzorging. Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel

Indicatieve doorrekening extramuralisering zzp 1 t/m 4

AZW Actueel. Actuele ontwikkelingen Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Oktober 2017

Jaar Het filter Jaar gebruikt u om een ander tijdvak op te geven. Standaard is dit filter ingesteld op drie jaren of op het laatste afgelopen jaar.

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Arbeidsmarkt in beeld

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari Hingstman, L. Kenens, R.J.

Prognose bevolking Fryslân

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Regioportret Zorg en Welzijn Arnhem Oost-Gelderland

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2005

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn

BKB. Handels- en wetskennis. Aanvullingen. Henk H.M. van der Linden

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

Transcriptie:

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Basisgegevens Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn OAZW 5

Basisgegevens Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn t.b.v. Integrerend rapport 2007 Opdrachtgever: Onderzoeksprogramma Drs. W (Willem) van der Windt Drs. E.J.E. (Elsbeth) Arnold Utrecht, december 2007

Prismant Prismant is hét kennis- en expertisecentrum in het hart van de zorg. Wij willen de Nederlandse zorgsector optimaal informeren, adviseren en ondersteunen en daarmee bijdragen aan een goede sturing en kwaliteit van zorg. Uitgangspunten zijn: objectiviteit, gedegenheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid. Stichting Prismant, Utrecht, juli 2009. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Prismant. Uitgever Prismant Papendorpseweg 65, 3528 BJ Utrecht Postbus 85200, 3508 AE Utrecht Telefoon 030-2345 678 Fax 030-2345 677 prismant@prismant.nl Publicatie van cijfers en/of tekst uit dit werk als toelichting of ondersteuning bij wetenschappelijke artikelen, boeken of scripties, is toegestaan mits daarbij geen sprake is van commerciële doeleinden en voor zover de bron duidelijk wordt vermeld. Prismant is een wettig gedeponeerd dienst- en warenmerk.

Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. De verschillende bronnen 7 2.1 Beschrijving van de bronnen 7 2.2 Het aantal werkenden per branche 8 3. Enkele kenmerken van werkenden 11 3.1 De deeltijdfactor 11 3.2 Het verloop 12 4. De op te nemen gegevens in het Integrerend rapport 15 4.1 Ziekenhuizen 15 4.2 Verpleeg- en verzorgingshuizen 16 4.3 Gehandicaptenzorg 17 4.4 Thuiszorg 18 4.5 GGZ 19 4.6 Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening 20 4.7 Jeugdzorg 21 4.8 Kinderopvang 22

Prismant 4

1. Inleiding De informatie over de arbeidsmarkt van de sector Zorg en WJK is momenteel in een stroomversnelling geraakt. Er komen verschillende nieuwe bronnen ter beschikking (SSB van CBS, PGGM-deelnemersbestand). Tegelijkertijd vertonen bestaande bronnen scheuren, trendbreuken of zijn in een opbouwfase (Statistiek Personeelssterkte Prismant, Document Maatschappelijke Verantwoording). Een inventarisatie en vergelijking is dan ook op zijn plaats. Dit geldt te meer daar het doel van het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en WJK is om eenduidige en betrouwbare informatie over de arbeidsmarkt Zorg en WJK te genereren en te presenteren. De genoemde ontwikkelingen leiden tot twee vragen, die we in deze notitie willen beantwoorden: Hoe verhouden de verschillende bronnen zich tot elkaar? Wat zijn de overeenkomsten en wat de verschillen? Waardoor zijn eventuele verschillen te verklaren? Welke bron is de beste bron voor welke informatie? Meer concreet hoe vullen we de komende tijd www.azwinfo.nl, de brancheoverzichten in het integrerend rapport enz.? De opbouw van deze notitie is als volgt. In hoofdstuk 2 behandelen we de verschillende bronnen en het aantal werkenden dat ze vertegenwoordigen. We gaan na waardoor verschillen verklaard kunnen worden. In hoofdstuk 3 gaan we in op een aantal aspecten en kenmerken van werknemers die ook verschillend gemeten kunnen worden: de deeltijdfactor en mobiliteit. In hoofdstuk 4 doen we een voorzet voor te presenteren cijfers. We presenteren de branche gegevens zoals we die willen opnemen in het Integrerend rapport 2007. Prismant 5

Prismant 6

2. De verschillende bronnen Hoeveel mensen werken er in de verschillende branches in de sector Zorg en WJK? Het stellen van deze voor de hand liggende vraag is eenvoudiger dan haar te beantwoorden. Er zijn meerdere bronnen beschikbaar waarmee een antwoord op bovenstaande vraag is te geven. Welke bronnen zijn er? 2.1 Beschrijving van de bronnen Er zijn op dit moment een aantal bronnen dat onderdelen of het geheel van de sector integraal meet, te weten: 1. Statistiek bij instellingen (soms van CBS, soms via Prismant) 2. Enquête Werk en Lonen (EWL) van het CBS 3. PGGM-deelnemersbestand 4. Sociaal Statistisch Bestand van het CBS 5. Het LKG 1 Instellingsstatistieken Tot nu werd voor het Onderzoeksprogramma vooral uit deze bron geput. Het betreft een samenvoeging van verschillende gegevensverzamelingen, die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat het om bij instellingen afgenomen enquêtes gaat. Per branche kan de aanpak verschillen. In het verleden was er in de intramurale gezondheidszorg sprake van een samenhangend geheel van personele, financiële en productiestatistieken, die met elkaar in verband gebracht konden worden. Een aantal andere (bv. bejaardenoorden en thuiszorg) zijn als zelfstandige enquête opgezet. De vraagstelling varieert. In de ene enquête wordt bv. wel naar personeel niet in loondienst (uitzendkrachten) gevraagd en in de andere niet. Op azwinfo.nl tappen we dus af uit voor de branches verschillende samengestelde bronnen. Dat maakt dat uitkomsten voor verschillende branches onderling niet altijd vergelijkbaar zijn. 2 Enquête Werk en Lonen De Enquête werkgelegenheid en lonen (EWL) wordt door het CBS sinds 1995 economiebreed gevoerd. De basis wordt gevormd door de loonadministratie van bedrijven. Het gaat dus om het aantal banen. Een baan is een werkkring van een werknemer. Als iemand meer dan één werkkring heeft, telt elke werkkring als een afzonderlijke baan. Onder een werknemer wordt verstaan iemand die arbeid verricht op basis van loon of salaris. Weging van de verschillende bedrijfstakken vindt plaats aan de hand van de Arbeidsrekeningen van het CBS. De gehanteerde definities en begrippen zijn voor alle branches hetzelfde. De door het CBS gehanteerde branche indeling kwam in het verleden niet altijd overeen met door organisaties in de sector Zorg en WJK gewenste en/of had een te hoog abstractieniveau. 3 PGGM-deelnemersbestand Het PGGM-deelnemersbestand en het SSB (Sociaal Statistische Bestand van het CBS) zijn nieuwe bronnen. Deze worden voor het eerst in het kader van het Onderzoeksprogramma gebruikt. Het PGGM-deelnemersbestand is gebaseerd op alle werknemers 1 bij instellingen in de sector Zorg en WJK en een aantal branches daarbuiten, waarvan bij CAO 1 Gedefinieerd volgens het deelnemersreglement. Prismant 7

afgesproken is dat ze zich voor de pensioenverzekering bij het PGGM aansluiten 2. Dit betreft de verplicht aangesloten werkgevers. Daarnaast zijn er een aantal vrijwillig aangesloten werkgevers. Het PPGM deelt werkgevers in volgens de SBI-code van het CBS. Sinds een jaar is het bestand voor instellingen benaderbaar voor werkgevers voor het maken van overzichten van de eigen instelling en spiegelinformatie. Het bestand wordt per kwartaal aangevuld en is actueel. De doorlooptijd bedraagt ongeveer drie maanden. 4 Sociaal Statistisch Bestand De SSB steunt sterk op de EWL en wijkt daar weinig vanaf. De verschillen die er zijn zijn toe te schrijven aan verschillen in meetmoment. Het SBB bestaat uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde bronnen. De kern wordt gevormd door de gemeentelijke basisadministratie, Enquête Werk en Lonen (CBS), verzekerdenadministratie werknemers, administratie van UWV en gegevens Belastingdienst. Momenteel bevat het bestand informatie over de periode 1999-2004. 5 LKG (Loonkostengegevensbestanden) Deze bestanden worden niet gebruikt om het totaal aantal werknemers te berekenen, maar zijn groot genoeg om relatieve gegevens betrouwbaar te geven (verloop, leeftijdsopbouw etc.). Het betreft alleen de branches in de zorgsector (excl. thuiszorg). De dekkingspercentages lopen per branche uiteen van 70-95%. Voor de WJK-sector beschikken we wel over een LKG, maar zijn de instellingen en functies van de werknemers niet identificeerbaar. In het navolgende zullen we de uitkomsten van de verschillende bronnen naast elkaar zetten en trachten te verklaren waardoor verschillen ontstaan zo ze er zijn. We doen dit in de volgende paragraaf aan de hand het aantal werkenden. In een volgend hoofdstuk gaan we nader in op het meten van kenmerken van werknemers zoals de deeltijdfactor en de mobiliteit. 2.2 Het aantal werkenden per branche We zetten nu de gegevens omtrent het aantal werkenden per branche naast elkaar. Bij de Instellingstatistieken hebben we twee kolommen gehanteerd. De een geeft het totaal aantal werkenden aan; de andere geeft het aantal personeelsleden in loondienst. Omdat de SSB vrijwel gelijk is aan de Enquête Werk en Lonen van het CBS is de laatste niet apart opgenomen. In de laatste kolom geven we aan wat er tot nu toe op azwinfo.nl (per juni 2007) is gehanteerd. Verschillen in de aantallen kunnen we aan de volgende factoren toeschrijven: - instellingen kunnen door de ene instantie aan een andere branche toegedeeld worden dan door een andere instantie - instellingen kunnen na fusies samengevoegd worden of in de registratie uit aparte onderdelen blijven bestaan; een gefuseerde instellingen kan twee (of meer) aansluitnummers bij PGGM (of LKG) hebben. Wanneer er sprake is van een fusie over branchegrenzen heen, zal dit tot verschillen leiden - het tijdstip van meten kan verschillen: einde jaar, begin kwartaal etc. - welke werkenden meegerekend worden bv. allen of alleen loondienst 2 Sommige delen van de zorgsector vallen onder de overheid en uit dien hoofde onder het ABP bijvoorbeeld Academische ziekenhuizen en GGD-en. Prismant 8

Tabel 2.1 De omvang van de werkgelegenheid in personen bij verschillende bronnen naar branche in 2004 Instellingsstatistieken ¹ Werkzame personen Instellingsstatistieken ¹ Personeel in loondienst PGGMdeelnemersbestand SSB van CBS Azwinfo (juni 2007) Alg. ziekenhuizen 172570 169390 154463 169390 Totaal ziekenhuizen 245610 240510. 246360 241280 Ggz. 65440 65358 68330 67140 Gehandicaptenzorg 147928 135831 124675 128820 135831 V&V 243062 227969 250144 224510 230102 Thuiszorg 204176³ 136049 132429 138690 136049 Welzijn 68000 105623² 60700 71712 Jeugdzorg 24500 18994 25290 25295 Kinderopvang 52500 59414 52180 49009 Totaal 911100 944880 956418 Meetmoment 2004 Medio en eind 2004 4e kwartaal 2004 Sep-04 ¹ Ziekenhuizen, Verpleeghuizen en gehandicaptenzorg Statistiek Personeelssterkte Prismant; verzorgingshuizen en thuiszorg CBS. De GGZ heeft wel een instellingsenquête maar deze is gebaseerd op het LKG (werknemers in loondienst). De WJK-sector is gebaseerd op de EWL van het CBS; bij azwinfo op een raming van de MO-groep. ² Welzijn bij PGGM betreft een restcategorie, namelijk overig welzijn. ³ Incl, 51.186 alfahelpenden Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. geeft een overzicht welke soort werkenden in welke bron voorkomen. Einde 2004 Tabel 2.2 Het voorkomen van personeelscategorieen in verschillende bronnen Werkzame personen: Uitzendkrachten, gedetacheerden Instellingsstatistieken X¹¹ CBS EWL/SSB³ PGGM Oproepkrachten X x¹ Tijdelijke krachten X x x² Vaste krachten X x X ¹ mits men ook feitelijke werkzaam is; bij LKG s soms ook zonder werk ¹¹ afhankelijk van de statistiek ² tenzij korter dan half jaar in dienst ³ LKG komt overeen met EWL van CBS; zij hebben zelfde bron Voorstel voor de Stuurgroep: Per branche wordt zo veel mogelijk gewerkt met twee begrippen: - werkzame personen (i.v.m. beslag op arbeidsmarkt) - personeel in loondienst (i.v.m. bereik CAO) De Instellingsstatistiek (CBS) gegevens houden we daarbij ais maatgevend aan, voor de WJK-sector hanteren we de EWL van het CBS; de overige bronnen worden gebruikt voor relatieve cijfers. Aangezien de CBS gegevens tamelijk laat beschikbaar komen gebruiken we de actuelere PGGM cijfers om de recente mutaties te ramen. Een en ander komt per branche terug in hoofdstuk 4. Prismant 9

Prismant 10

3. Enkele kenmerken van werkenden 3.1 De deeltijdfactor In tegenstelling tot leeftijd en geslacht zijn er op het punt van deeltijdfactor wel aanzienlijke verschillen tussen PGGM-deelnemersbestand en de LKG s (zie Tabel 3.1). De verschillende bronnen binnen het Onderzoeksprogramma vertonen verschillen op dit punt. Zo laten de Instellingsstatistieken ook verschillen met de LKG s zien. Deze zijn te verklaren doordat in deze vaak ook personeel niet in loondienst en allerlei oproepkrachten meegenomen worden. Tabel 3.1 De deeltijdfactor in 2004 volgens verschillende bronnen. Instellingsstatistiek PGGM LKG Algemene en categorale ziekenhuizen 69,4 77,2 74,7 GGZ. 78,5 73,0 Gehandicaptenzorg 62,6 70,3 66,8 Verpleeg- en verzorgingshuizen 63,9 66,5 62,3 Het verschil tussen PGGM en LKG is toch wel opvallend omdat melding bij het pensioenfonds een activiteit is die vanuit de loonadministratie plaats vindt. Men zou kunnen verwachten dat er verschillen optreden omdat bij PGGM de in het contract afgesproken uren bevat en er feitelijk door overwerk en niet geplande onregelmatige diensten meer gewerkt wordt wat in de LKG s tot uitdrukking komt. Maar de uitkomsten gaan precies de ander kant op: PGGM is hoger dan LKG! Daarom kijken we nu ook naar de verdeling over de verschillende contractomvang met als voorbeeld de algemene ziekenhuizen (Tabel 3.2) Tabel 3.2 De verdeling naar aantal uren in algemene ziekenhuizen in % LKG 3 PGGM < 12 5,8 11,9 12-20 17,2 16,2 20-25 19,7 20,2 25-30 8,1 8,1 30-36 15,7 13,9 36 33,5 29,7 deeltijdfactor 74,7 77,2 Merkwaardigerwijs komen de kleinere contracten meer voor bij PGGM dan bij het LKG, terwijl de deeltijdfactor gemiddeld bij PGGM hoger ligt. Dit roept de vraag op hoe de deeltijdfactor bij PGGM berekend wordt. Bij LKG is dat de som van alle deeltijdfactoren/aantal personen. 3 Hier exclusief categorale ziekenhuizen Prismant 11

Bij nader onderzoek blijkt het belangrijkste verschil terug te voeren te zijn op het feit dat het PGGM uitgaat van de bij aanvang afgesproken uren en het LKG van het feitelijke aantal gewerkte uren achteraf vastgesteld. 3.2 Het verloop Een belangrijk gegeven voor de arbeidsmarkt is de mobiliteit, het verloop van personeel. Met name voor personeelsplanning is dit relevant. Tabel 3.3 laat zien wat de verschillende bronnen op dit punt meten. Meetprobleem: in principe vertrek gedurende kalenderjaar/gemiddeld personeelsbestand gedurende jaar. Tabel 3.3 Het brutoverloop 2004 in verschillende bronnen PGGM SSB LKG Instellingsstatistiek GGZ 6,9 9,9 11,9. Gehandicaptenzorg 7,2 10,3 11,7 PM Thuiszorg 11,4 13,4 - Minder betrouwbaar Verpleging en verzorging 7,9 10,9 11,3 PM Ziekenhuizen 6,9 9,4 9,4 PM Jeugdzorg 8,9 12,3. Kinderopvang 11,5 13,5. Overig welzijn 12,7 13,9. Overige zorg 10,2. Totaal 9,0 11,1 12,1 Verschillen kunnen zich eenmalig voordoen. Daarom hebben we waar mogelijk ook naar tijdreeksen gekeken. Tabel 3.4 Het verloop per branche volgens het SSB in % 1999-2000 2000-2001 2001-2002 2002-2003 2003-2004 Ziekenhuizen 13,6 13,1 13,7 10,8 9,4 Verpleeg-en verzorgingshuizen 17,9 17,6 16,3 14,0 10,9 GGZ-gehandicaptenzorg 15,3 15,5 14,7 12,5 10,2 Thuiszorg 18,6 18,9 17,1 15,2 13,4 WJK 22,2 23,1 21,1 19,1 13,5 Bron: CBS Prismant 12

Tabel 3.5 Het verloop per branche volgens het LKG in % 2000 2001 2002 2003 2004 Ziekenhuizen 13,4 14,6 13,3 11,8 10,1 Verpleeg-en verzorgingshuizen 16,9 18,2 17,2 16,3 13,2 GGZ-gehandicaptenzorg 16,1 18,0 16,8 15,4 12,9 Thuiszorg 17,5 18,7 19,6 18,3 16,8 Tabel 3.6 Het verschil in verlooppercentage tussen SSB en LKG in procentpunten 1999-2000 2000-2001 2001-2002 2002-2003 2003-2004 Ziekenhuizen 0,2-1,5 0,4-1,1-0,7 Verpleeg- en verzorgingshuizen 1,0-0,6-0,9-2,3-2,3 GGZ- gehandicaptenzorg -0,7-2,5-2,2-2,9-2,7 Thuiszorg 1,1 0,2-2,5-3,1-3,4 Berekening brutoverloop vanuit de LKG: "uitstromers / gemiddeld aantal koppen" waarbij zijn uitgesloten: - Uurloners - instellingen met een gemiddeld verloop > 50% - personen met een onbekende functie - leerlingen vov Het gemiddeld aantal koppen is het gemiddeld personeelsbestand, dus iemand die slechts een half jaar in dienst is telt voor 0.5 mee. Bij het SSB gaat het om aanwezig zijn bij bedrijf per branche per september en september een jaar later. Dit betekent dat tussentijdse in- en uitstroom niet meegenomen wordt en het verloop derhalve lager is dan bij het LKG. Voorstel aan de Stuurgroep: De keuze welke deeltijdfactor en welke verloopcijfer gehanteerd wordt hangt vooral van het doel af. Het doel bepaalt welke groep het best genomen kan worden. Zo verdient het overweging om bij RegioMarge waar het gaat om de langere termijn personeelsplanning uit te gaan van het vaste personeelsbestand en dus van PGGM cijfers uit te gaan. Gaat het om een indicatie van de drukte voor de afdeling personeelszaken dan zijn de LKG cijfers relevant. We stellen voor om in afwachting van nadere afspraken met PGGM evenals in voorgaande jaren nu nog uit te gaan van de LKG cijfers. Prismant 13

Prismant 14

4. De op te nemen gegevens in het Integrerend rapport In het Integrerend rapport worden in hoofdstuk 3 per branche beschrijvingen gegeven. Daarbij wordt ook een tabel met kerngegevens van de arbeidsmarkt gepresenteerd. Gezien het voorafgaande stellen we voor om de volgende gegevens per branche op te nemen. Bij een aantal branches hebben we wijzigingsvoorstellen gedaan. 4.1 Ziekenhuizen Bij de ziekenhuizen hebben we naast het totaal bij de personen en FTE s in loondienst de academische en het aantal exclusief de academische ziekenhuizen, dus algemene, categorale ziekenhuizen en revalidatiecentra onderscheiden. Het alternatief is de oorspronkelijke tabel tweemaal te geven: één voor algemene, categorale ziekenhuizen en revalidatiecentra en een tweede met de academische ziekenhuizen. Tabel 4.1 Kerncijfers arbeidsmarkt ziekenhuizen 2002 2003 2004 2005 2006*** Gem. groei per jaar 2002-2006 Aantal werkzame personen 237.360 242.800 243.670 249.451 255.900 1,9% - waarvan in loondienst 233.430 239.400 240.510 244.685 251.000 1,8% - waarvan in academische ziekenhuizen 54.830 58.590 58.720.. - waarvan in algemene, categorale ziekenhuizen 178.600 180.810 181.790 en revalidatiecentra.. Aantal arbeidsplaatsen 167.180 173.150 175.140 176.272 180.800 2,0% - waarvan in loondienst 164.350 170.770 173.300 173.795 178.300 2,1% - waarvan in academische ziekenhuizen.. - waarvan in algemene, categorale ziekenhuizen en revalidatiecentra.. Omvang gemiddelde werkweek**** 70,4% 71,3% 72,1% 71,0% 71,0% Gemiddelde leeftijd (in jaren)**** 39,0 39,6 39,9 40,6 41,0 Aandeel 50+**** 17,4% 18,8% 20,3% 22,1% 23,7% Aandeel vrouw**** 80,2% 80,5% 80,6% 81,0% 80,5% Duur dienstverband (in jaren)**** 9,2 9,1 9,4 9,8 10,3 Brutoverloop**** 12,5% 10,4% 9,4% 9,4% 11,0% Nettoverloop**** 4,4% 3,9% 3,8% 3,7% 4,7% Ziekteverzuim (excl. zwangerschap)**** 5,6% 5,1% 4,8% 4,7% 4,4% * Werkgelegenheid betreft algemene, categorale, academische ziekenhuizen en revalidatiecentra *** De werkgelegenheid in 2006 is geschat op basis van de groei van werkzame personen tussen 2005 en 2006 in de PGGM database **** Betreft algemene ziekenhuizen Bron: CBS, PGGM, Vernet en LKG Prismant 15

4.2 Verpleeg- en verzorgingshuizen Tabel 4.2 Kerncijfers arbeidsmarkt verpleeg- en verzorgingshuizen * De werkgelegenheid in 2006 is geschat op basis van de groei van werkzame personen tussen 2005 en 2006 in de PGGM 2002 2003 2004 2005 2006* Gem. groei per jaar 2002-2006 Aantal werkzame personen 238.842 240.053 243.062 250.038 246.900 0,8% - waarvan in loondienst 222.361 224.746 227.969 234.904 232.000 1,1% Aantal arbeidsplaatsen 139.787 146.262 149.097 151.439 149.600 1,7% - waarvan in loondienst 135.738 142.715 145.504 147.784 145.900 1,8% Omvang gemiddelde werkweek 61,0% 63,5% 63,8% 62,9% 62,9% Gemiddelde leeftijd (in jaren) 39,5 40,0 40,4 40,8 41,2 Aandeel 50+ 20,2% 21,9% 23,4% 25,0% 27,2% Aandeel vrouw 88,3% 88,7% 89,0% 89,3% 89,5% Duur dienstverband (in jaren) 7,1 6,9 7,3 7,6 7,7 Brutoverloop 16,6% 12,9% 11,4% 11,3% 13,8% Nettoverloop 5,6% 4,9% 5,2% 5,3% 5,8% Ziekteverzuim (excl. zwangerschap) 7,4% 6,5% 6,1% 5,8% 5,4% database Bron: CBS, PGGM, Vernet en LKG Vraag is of de daling in 2006 werkelijkheid is of een gevolg van verschuivingen bij PPGM tussen V&V en thuiszorg. Deze stijgt in tegenstelling tot de verpleeg- en verzorgingshuizen namelijk fors. Gezamenlijk is er sprake van rond 1% groei. Prismant 16

4.3 Gehandicaptenzorg In de gehandicaptenzorg is er een vrij groot verschil tussen totaal werkzame personen en degenen die in loondienst werkzaam zijn. Vanaf 2005 is het CBS door de geringe respons niet meer in staat om het aantal niet in loondienst te bepalen. Tabel 4.3 Kerncijfers arbeidsmarkt gehandicaptenzorg 2002 2003 2004 2005 2006* Gem. groei per jaar 2002-2006 Aantal werkzame personen 129.688 138.873 147.928... - waarvan in loondienst 120.802 128.298 135.831 140.614 146.700 5,0% Aantal arbeidsplaatsen 78.821 85.396 87.779... - waarvan in loondienst 76.481 83.009 85.084 85.668 89.400 4,0% Omvang gemiddelde werkweek 63,3% 64,7% 62,6% 60,9% 60,9% Gemiddelde leeftijd (in jaren) 37,8 38,1 37,9 39,0 39,2 Aandeel 50+ 15,5% 16,6% 17,3% 19,2% 20,6% Aandeel vrouw 81,0% 80,4% 81,1% 81,5% 81,8% Duur dienstverband (in jaren) 6,8 6,6 6,8 7,3 7,4 Brutoverloop 15,5% 12,9% 12,1% 11,2% 14,0% Nettoverloop 5,0% 4,6% 5,2% 4,5% 5,8% Ziekteverzuim (excl. zwangerschap) 7,3% 6,5% 6,0% 5,7% 5,3% * De werkgelegenheid in 2006 is geschat op basis van de groei van werkzame personen tussen 2005 en 2006 in de PGGM database ** De werkgelegenheid in 2005 is exclusief personeel niet in loondienst Bron: CBS, PGGM, Vernet en LKG Prismant 17

4.4 Thuiszorg De alphahelpenden zijn nu apart benoemd. Verder is onderscheid gemaakt naar totaal werkzame personen en in loondienst. Tabel 4.4 Kerncijfers arbeidsmarkt thuiszorg 2002 2003 2004 2005 2006* Gem. groei per jaar 2002-2006 Aantal werkzame personen** 143.900 157.100 152.990 155.976 163.300 3,2% - waarvan in loondienst 125.620 138.960 136.049 138.989 145.500 3,7% Aantal arbeidsplaatsen** 66.450 71.970 70.963 75.049 78.600 4,3% - waarvan in loondienst 63.690 69.370 68.403 68.842 72.100 3,1% Omvang gemiddelde werkweek 50,7% 49,9% 50,3% 49,5% 49,6% Gemiddelde leeftijd (in jaren)*** 42,5. 42,9. Aandeel 50+*** 24,7%. 27,0%. Aandeel vrouw*** 96,0%. 96,0% 94,7% Brutoverloop 18,3% 16,8% 17,8% 18,0% 16,6% Nettoverloop 9,2% 9,8% 7,9% 10,1% 9,4% Ziekteverzuim (excl. zwangerschap) 8,5% 7,6% 7,1% 6,5% 6,0% Aantal Alphahelpenden 53.290 52.170 51.186 49.941 * De werkgelegenheid in 2006 is geschat op basis van de groei van werkzame personen tussen 2005 en 2006 in de PGGM database ** Werkgelegenheid is inclusief oproepkrachten en exclusief alphahelpenden *** 2002/2004: Medewerkerraadpleging thuiszorg (PriceWaterhouseCoopers e.a., 2005); 2005: CBS Bron: CBS, Vernet en Exit-interviews De stijging van de werkgelegenheid in de thuiszorg is in 2006 tamelijk fors. Zie verpleeghuizen in verband met stijging 2005-2006. Vraag is of de stijging in 2006 werkelijkheid is of een gevolg van verschuivingen bij PPGM tussen V&V en thuiszorg. De werkgelegenheid in de verpleeg- en verzorgingshuizen laat namelijk een forse daling zien. Gezamenlijk is er sprake van rond 1% groei. Prismant 18

4.5 GGZ De gegevens over 2006 kunnen mogelijk nog tijdig door GGZ-Nederland ter beschikking gesteld worden. Dan kan de huidige raming van de werkgelegenheid voor 2006 vervangen worden. Tabel 4.5 Kerncijfers arbeidsmarkt GGZ 2002 2003 2004 2005 2006* Gem. groei per jaar 2002-2006 Aantal werkzame personen...... - waarvan in loondienst 56.921 62.189 65.440 68.932 71.900 6,0% Aantal arbeidsplaatsen...... - waarvan in loondienst 44.256 47.578 49.996 52.649 54.900 5,5% Omvang gemiddelde werkweek 77,8% 76,5% 76,4% 76,4% 76,4% Gemiddelde leeftijd (in jaren) 40,8 41,3 41,3 42,2 42,1 Aandeel 50+ 23,1% 24,5% 25,5% 27,7% 28,2% Aandeel vrouw 67,9% 68,0% 68,3% 68,8% 69,3% Duur dienstverband (in jaren) 8,0 7,4 7,4 7,9 7,9 Brutoverloop 14,5% 13,2% 12,4% 12,0% 13,2% Nettoverloop 4,7% 4,5% 5,2% 4,6% 5,2% Ziekteverzuim (excl. zwangerschap) 5,9% 5,3% 5,1% 5,0% 4,6% Bron: Gpi, Vernet, Exit interviews en LKG Prismant 19

4.6 Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening De aantallen werkzamen in deze branche zijn in het verleden geschat door de MO-groep. Een onzekere factor daarbij was de mate van lidmaatschap. Dit leidde soms tot onzekere en niet altijd verklaarbare uitkomsten. Daarom is voor het aantal werkenden overgestapt op de EWL van het CBS. Vanaf 2002 is de branche hier goed herkenbaar. In de tabel is het aantal werkzame personen afkomstig uit de Enquête werk en lonen van het CBS. Deze enquête kent geen FTE s. De verhouding personen FTE ontlenen we aan de MO-groep gegevens. Verloopcijfers (bruto en netto) kunnen in de toekomst wellicht uit de SSB afgeleid worden. Ze kunnen dan geactualiseerd worden via PGGM. Nu zijn de PGGM cijfers bij het verloop opgenomen. De gegevens van het aantal werkzame personen vanuit het PGGM- deelnemersbestand komen hoger uit omdat er bij PGGM tot op heden sprake was van een restcategorie Overig welzijn. Er wordt aan gewerkt om deze gegevens homogener te krijgen. Tabel 4.6 Kerncijfers arbeidsmarkt welzijn en maatschappelijke dienstverlening 2002 2003 2004 2005 2006 Gem. groei per jaar 2002-2006 Aantal werkzame personen...... - waarvan in loondienst (vlgs PGGM) 109567 108366 - waarvan in loondienst (vlgs CBS) 69000 71400 68000 67000 66300* -1,0% Aantal arbeidsplaatsen..... - waarvan in loondienst (vlgs PGGM) 73603 72660 - waarvan in loondienst (vlgs CBS) 45000 44900 44400 43000 42500* -1,4% Omvang gemiddelde werkweek 65,3% 62,9% 65,3% 64,2% 64,1% Gemiddelde leeftijd (in jaren) 42,4 43,4 43,9 44,4 Aandeel 50+. 26,2% 28,5% 29,1% 30,6% Aandeel vrouw 77,4% 71,4% 72,1% 73,0% Duur dienstverband (in jaren) 5,7 5,7 6,3 6,8 Brutoverloop.. 19,6% 15,0% 15,4% Ziekteverzuim (excl. zwangerschap). 9,1% 7,6% 7,1% 6,2% * De werkgelegenheid in 2006 is geschat op basis van de groei van werkzame personen tussen 2005 en 2006 in de PGGM database Bron: Bron: CBS, PGGM-deelnemersbestand, MOgroep, OSA werkgeversenquête, Prismant werkgeversenquête, Evaluatie Arboconvenanten WMD en Jeugdzorg (2007) Prismant 20

4.7 Jeugdzorg De aantallen werkzamen in deze branche zijn in het verleden geschat door de MO-groep. Een onzekere factor daarbij was de mate van lidmaatschap. Dit leidde soms tot onzekere en niet altijd verklaarbare uitkomsten. Daarom is voor het aantal werkenden overgestapt op de EWL van het CBS. Vanaf 2002 is de branche hier goed herkenbaar. In de tabel is het aantal werkzame personen afkomstig uit de Enquête werk en lonen van het CBS. Deze enquête kent geen FTE s. De verhouding personen FTE ontlenen we aan de MO-groep gegevens. Verloopcijfers (bruto en netto) kunnen in de toekomst wellicht uit de SSB afgeleid worden. Ze kunnen dan geactualiseerd worden via PGGM. Nu zijn de PGGM cijfers bij het verloop opgenomen. Tabel 4.7 Kerncijfers arbeidsmarkt jeugdzorg 2002 2003 2004 2005 2006 Gem groei per jaar 2002-2006 Aantal werkzame personen...... - waarvan in loondienst (vlgs PGGM) 19916 20509 - waarvan in loondienst (vlgs CBS) 23700 26400 24300 25700 26500 2,8% Aantal arbeidsplaatsen..... - waarvan in loondienst (vlgs PGGM) 15143 15695 - waarvan in loondienst (vlgs CBS) 15900 19000 19000 19300 19900 5,8% Omvang gemiddelde werkweek 67,3% 72,0% 78,2% 75,0% 75,1% Gemiddelde leeftijd (in jaren) 38,6 39,3 39,7 40,0 Aandeel 50+ 16,6% 18,5% 17,9% Aandeel vrouw 68,9% 69,0% 71,9% 73,0% Duur dienstverband (in jaren) 5,5 6,0 6,8 6,7 Brutoverloop.. 14,0% 11,3% 13,8% Ziekteverzuim in % 5,9% 5,0% 5,1% 5,0% * De werkgelegenheid in 2006 is geschat op basis van de groei van werkzame personen tussen 2005 en 2006 in de PGGM database Bron: CBS, PGGM-deelnemersbestand, MOgroep, OSA werkgeversenquête, Prismant werkgeversenquête, Evaluatie Arboconvenanten WMD en Jeugdzorg (2007) Prismant 21

4.8 Kinderopvang De aantallen werkzamen in deze branche zijn in het verleden geschat door de MO-groep. Een onzekere factor daarbij was de mate van lidmaatschap. Dit leidde soms tot onzekere en niet altijd verklaarbare uitkomsten. Daarom is voor het aantal werkenden overgestapt op de EWL van het CBS. Vanaf 2002 is de branche hier goed herkenbaar. In de tabel is het aantal werkzame personen afkomstig uit de Enquête werk en lonen van het CBS. Deze enquête kent geen FTE s. De verhouding personen FTE ontlenen we aan de MO-groep gegevens. Verloopcijfers (bruto en netto) kunnen in de toekomst wellicht uit de SSB afgeleid worden. Ze kunnen dan geactualiseerd worden via PGGM. Nu zijn de PGGM cijfers bij het verloop opgenomen. Tabel 4.8 Kerncijfers arbeidsmarkt kinderopvang 2002 2003 2004 2005 2006 Gem groei per jaar 2002-2006 Aantal werkzame personen...... - waarvan in loondienst (vlgs PGGM) 62964 63280 - waarvan in loondienst (vlgs CBS) 49700 50300 52500 54700 56200 3,1% Aantal arbeidsplaatsen..... - waarvan in loondienst (vlgs PGGM) 35991 36049 - waarvan in loondienst (vlgs CBS) 30900 30300 32000 31600 32400 1,2% Omvang gemiddelde werkweek 62,1% 60,3% 60,9% 57,7% 57,7% Gemiddelde leeftijd (in jaren) 33,0 34,2 34,9 35,6 Aandeel 50+. 8,3% 9,3% 10,1% Aandeel vrouw 96,6% 96,6% 96,5% 96,3% Duur dienstverband (in jaren) 3,7 4,4 5,0 5,7 Brutoverloop.. 14,6% 13,4% 11,1% Ziekteverzuim (excl. zwangerschap) 4. 5,8% 5,9% 4,6% 4,4% * De werkgelegenheid in 2006 is geschat op basis van de groei van werkzame personen tussen 2005 en 2006 in de PGGM database Bron: CBS, PGGM-deelnemersbestand, MOgroep, OSA werkgeversenquête, Prismant werkgeversenquête, Evaluatie Arboplus-convenant Kinderopvang (2007) 4 in 2005 en 2006 andere bron: Arboconvenant. Prismant 22