*Z010FF4924A* Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer Voorstellen Raad Directeur : L.J.C. Huberts Zaakgericht\417 Behandelend ambtenaar R. Buskop Zaaknummer Z.17-19655 Datum: 21 februari 2017 Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Tel.nr 0345 636 171 1. ONDERWERP: Verordening en Nadere regels Beschermd wonen en opvang 2017 Vertrouwelijk Openbaar besluit Datum openbaar besluit Nee ja 11-5-2017 2. GEVRAAGDE BESLISSING: De raad van de gemeente Leerdam besluit om de wijziging van de 'Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2016' vast te stellen. GEVOLGEN VOOR JA/NEE ROUTING DATUM Communicatie Ja College 14 maart 2017 Financieel Nee Juridisch Ja SOORT RAADSVOORSTEL Kaderstellend Informerend Meningvormend Controlerend Verordenend Toetsend Gemeenteraad 11-5-2017 Meegezonden stukken: 1. Nadere regels beschermd wonen en opvang 2017 2. Beleidsregels beschermd wonen en opvang (centrum)gemeente Dordrecht 2017 3. Verordening Beschermd wonen en opvang 2017 4. Zienswijze Wmo-adviesraden 5. Brief college aan Wmo-adviesraad 20 februari 2017 Ter inzage
3. INLEIDING Met de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) heeft de gemeente de taak gekregen om maatschappelijke ondersteuning te organiseren voor de burgers. Het bieden van maatwerkvoorzieningen aan ingezetenen van de gemeente die zelfstandig wonen en ondersteuning nodig hebben bij hun zelfredzaamheid en/of maatschappelijke participatie is daar een belangrijk onderdeel van. De andere onderdelen betreffen het bieden van beschermd wonen en opvang. Beschermd wonen is bedoeld voor personen van 18 jaar of ouder met psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Deze personen zijn in bepaalde mate (nog) niet in staat om alle organisatorische en financiële aspecten rondom het bewonen van een eigen woning te verzorgen. Opvang is bedoeld voor personen van 18 jaar of ouder die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor beschermd wonen is landelijk voorlopig belegd bij de 43 centrumgemeenten die ook de maatschappelijke opvang uitvoeren. In onze regio is Dordrecht de centrumgemeente. De gemeenten uit de regio s Drechtsteden, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden hebben in 2015 een samenwerkingsovereenkomst met Dordrecht opgesteld voor de periode 2015-2016. Voor de periode 2017-2018 is recentelijk een nieuwe samenwerkingsovereenkomst door de gemeenten ondertekend. Aan de uitvoering van de gemeentelijke taak van beschermd wonen en opvang liggen een verordening, nadere regels en beleidsregels ten grondslag. Vanwege een aantal beoogde wijzigingen in de uitvoering van het beschermd wonen en opvang dienen deze juridische documenten op een aantal onderdelen te worden gewijzigd. Over de wijzigingen in de verordening dient de gemeenteraad een besluit te nemen. De wijzigingen in de nadere regels waarin de aan het college gedelegeerde onderwerpen zijn vastgelegd kunnen door het college worden vastgesteld. De wijzigingen in de beleidsregels waarin onder andere procedureregels en beoogde resultaten zijn vastgelegd worden door het college van de centrumgemeente Dordrecht vastgesteld. 4. BEOOGD EFFECT Met het wijzigen van de verordening, de nadere regels en de beleidsregels wordt de mogelijkheid geboden om meer op maat voorzieningen van beschermd wonen en opvang aan te kunnen bieden. 5. ARGUMENTEN De gemeenteraad besluit om de wijziging van de Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2016 vast te stellen. Algemeen Met het onderbrengen van beschermd wonen bij de Wmo hebben gemeenten de lokale opgave om tot een betere aansluiting van het beschermd wonen op het gehele pakket van diverse vormen van maatschappelijke ondersteuning te komen. De lokale opgave behelst concreet een transformatie van het beschermd wonen in een instelling (intramuraal) naar het zo veel als mogelijk thuis of in een thuisomgeving - kunnen blijven wonen met ambulante begeleiding en zorg op maat (extramuraal). Daarbij kan aansluiting worden gezocht bij de lokale infrastructuur van zorg, bijvoorbeeld dagbestedingsvormen of door de inzet van vrijwilligers of goede buren die een vorm van ondersteuning aan de doelgroep bieden. De voorgestelde wijzigingen van de verordening, de nadere regels en de beleidsregels kunnen worden beschouwd als een stap in de transformatie van beschermd wonen. Zo wordt met de wijzigingen de mogelijkheid geboden om een aanbod op maat in de vorm van een zogenoemd 2
arrangement - aan een cliënt aan te bieden. Daarbij is de gedachte dat een zo licht mogelijke, passende voorziening wordt verstrekt die eventueel wordt aangevuld met dagbesteding. Vaststellingsproces De voorgestelde wijzigingen zijn in de afgelopen maanden in regionaal verband op ambtelijk niveau voorbereid en op bestuurlijk niveau door de portefeuillehouders besproken. De wijziging van de verordening beschermd wonen en opvang wordt aan alle 12 gemeenteraden ter vaststelling aangeboden. Het vaststellen van de wijziging van de nadere regels is een bevoegdheid van de colleges van de regiogemeenten. De wijziging van de beleidsregels worden in mandaat door het college van de gemeente Dordrecht vastgesteld. Zowel de vaststelling van de wijziging van de nadere regels als van de beleidsregels heeft plaatsgevonden onder het voorbehoud van de vaststelling van de wijziging van de verordening beschermd wonen en opvang door de gemeenteraad. De belangrijkste wijzigingen die in de verordening worden voorgesteld, zijn de volgende. Toevoeging wooninitiatief De definitie van beschermd wonen is verruimd van enkel en alleen het wonen in een instelling (intramuraal) naar ook het beschermd kunnen wonen in een wooninitiatief (extramuraal). Een wooninitiatief is bijvoorbeeld het al dan niet met anderen wonen in een huurwoning. Bij zowel intramuraal als extramuraal wonen blijft overigens sprake van toezicht en begeleiding. Vanwege de verruiming van de definitie van het beschermd wonen is in de verordening de begripsomschrijving aangepast (Verordening, art. 1). Omschrijving doelgroep In de huidige vigerende verordening is in de begripsomschrijving van beschermd wonen opgenomen dat de doelgroep bestaat uit personen met psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Om in de definiëring van de doelgroep meer aan te sluiten bij het beschermd wonen wordt aan de begripsomschrijving toegevoegd dat het ook personen kan betreffen die niet zelfstandig kunnen wonen. Ook wordt toegevoegd dat het personen betreft die niet in staat zijn hun ondersteuningsvraag te formuleren en/of uit te stellen. Met deze toevoegingen wordt de problematiek van deze doelgroep meer gedetailleerd aangegeven. Criteria Beschermd wonen (Verordening art. 3.3) In de vigerende verordening is als criterium voor beschermd wonen opgenomen dat er noodzaak is tot verblijf in een veilige/beschermde omgeving - als onderdeel van een ondersteuningsbehoefte en van de nodige begeleiding en toezicht. Dit criterium is aangepast tot de aanwezige noodzaak van het met toezicht verblijven in een accommodatie van een instelling of wooninitiatief. Deze formulering sluit beter aan bij de gedachte dat ook op het gebied van beschermd wonen zo veel als mogelijk maatwerk moet worden geleverd, waarbij een zo licht mogelijke passende voorziening wordt verstrekt die eventueel wordt aangevuld met dagbesteding. Arrangementen Om zo goed als mogelijk tot maatwerk in het aanbod van beschermd wonen te komen, is samen met de zorgaanbieders een aanbod van 13 arrangementen beschermd wonen opgesteld. Het onderscheid in de arrangementen is gebaseerd op:: - het verschil in intramuraal en extramuraal, - de al bestaande categorisering van de zwaarte van het aanbod beschermd wonen in licht, midden en zwaar, - het aantal personen per arrangement. In de bijgevoegde nadere regels worden de arrangementen nader omschreven. Voor wat betreft het bepalen van het soort arrangement is in de verordening opgenomen dat een extramurale voorziening 3
voor een intramurale voorziening gaat (art. 3.3). Dit sluit aan bij de transformatiegedachte omtrent het beschermd wonen waarbij zo veel als mogelijk beschermd wonen wordt aangeboden in een thuisomgeving. Dagbesteding Op basis van de huidige verordening en de nadere regels maakt dagbesteding integraal onderdeel uit van het aanbod aan beschermd wonen. De huidige praktijk wijst echter uit dat er aanbieders zijn die binnen het all-in-aanbod besparen op de uitgaven van beschermd wonen met als gevolg dat het aanbod van dagbesteding aan de cliënt versobert. Om die reden wordt dagbesteding uit het all-inaanbod gehaald en als een apart aanbod in de gewijzigde nadere regels beschreven (zie Nadere regels art. 3.2). Om tot een passende vorm van dagbesteding voor iedere cliënt te komen, worden de volgende drie categorieën van dagbesteding onderscheiden: - belevingsgericht (activiteiten in groepsverband, geen arbeidsmatig karakter); - arbeidsgericht (werken met begeleiding, beperkt ontwikkelpotentieel); - ontwikkelingsgericht (werken met begeleiding, gericht op ontwikkeling). Ook is een opsomming toegevoegd van de klassen van dagbesteding in termen van het aantal dagdelen dagbesteding per week (art. 3.3. Nadere regels). Stimuleren uitstroom Het uitstromen van cliënten uit een voorziening voor beschermd wonen is in 2016 als een knelpunt benoemd. De stap van het wonen in een beschermde omgeving naar het daadwerkelijk zelfstandig wonen blijkt voor relatief veel cliënten te groot te zijn. Daardoor kunnen cliënten niet uitstromen en moeten zij in een voorziening voor beschermd wonen woonachtig blijven. Om de uitstroom te stimuleren, is ook een Uitstroomarrangement ingekocht. Dit betreft een tijdelijke, meer ambulante voorziening met begeleiding waarbij de focus ligt op het uitstromen uit een voorziening beschermd wonen. Het arrangement betreft een kleinschalige geclusterde woonsetting in een wijk of buurt en is gericht op cliënten met een ontwikkelpotentieel. Dit sluit aan bij de lokale transformatieopgave voor gemeenten van het beschermd wonen in een instelling naar het zo veel als mogelijk thuis of in een thuisomgeving - kunnen blijven wonen met begeleiding en zorg op maat. Persoonsgebonden budget (pgb) Hoogte pgb De hoogte van de pgb s voor de diverse arrangementen en voor de diverse vormen van dagbesteding zijn vastgelegd in de nadere regels (art. 3.2 en 3.4). De hoogte van de pgb s is gebaseerd op de prijs waarvoor de dienstverlening is gecontracteerd (art. 4.2 Verordening). Daar wordt aan toegevoegd dat in de bepaling van de hoogte van de pgb s de overheadkosten die gecontracteerde aanbieders hebben voor personeel en materieel buiten beschouwing worden gelaten. Met een pgb koopt een cliënt immers zelf een maatwerkvoorziening op het gebied van beschermd wonen in. Een cliënt kan er ook voor kiezen om de inkoop van de voorziening door de zorgverzekeraar te laten uitvoeren. Dit wordt aangeduid als de Zorg in natura (ZIN). Bij ZIN worden er wel overheadkosten in rekening gebracht. Afwijkende criteria toekenning pgb Voor wat betreft de criteria voor het toekennen van een pgb wijkt de vigerende verordening van de gemeente Leerdam maar ook van de gemeente Zederik - af van de verordening zoals die door de andere regiogemeenten wordt gehanteerd. Ook de voorliggende gewijzigde verordening zal afwijken. De reden van de afwijking is dat in de verordening van de gemeente Leerdam wordt aangesloten bij hetgeen in de Wmo (art. 2.3.6) als criteria voor het toekennen van een pgb is opgenomen. Dat wil zeggen dat een pgb voor beschermd wonen conform de Wmo wordt verstrekt indien: 4
a. de cliënt in staat wordt geacht de aan het pgb verbonden taken - zoals het sluiten van overeenkomsten en het aansturen en aanspreken van de hulpverlener op zijn verplichtingen - op een verantwoorde wijze weet uit te voeren; b. de cliënt zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij beschermd wonen als maatwerkvoorziening als een pgb geleverd wenst te krijgen en daarmee aangeeft dat de voorziening passend is voor zijn of haar situatie; c. voldoende is gewaarborgd dat de maatwerkvoorziening veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt. In de regionaal opgestelde verordening zijn aanvullend op de voorgaande criteria uit de Wmo, criteria opgenomen op basis waarvan de verlening van een pgb kan worden geweigerd. Zo is opgenomen dat een pgb wordt geweigerd indien de cliënt geen persoonlijk budgetplan heeft overlegd of niet volledig heeft ingevuld. In de toelichting op de Wmo wordt een dergelijk plan slechts als een voorbeeld genoemd van de wijze waarop de gemeente bij een pgb-houder kan toetsen waar ondersteuning wordt ingekocht en hoe de kwaliteit van de ondersteuning is geborgd. In de lokale verordening is dan ook opgenomen dat een pgb kan worden geweigerd indien geen persoonlijk budgetplan is overlegd. Met de vaststelling van de verordening voor 2016 heeft de gemeenteraad eerder al besloten om geen aanvullende criteria op te nemen voor de verlening van een pgb. Kostprijs maatwerkvoorzieningen Het college heeft op 20 december 2016 besloten om voor de volgende ambulante vormen van beschermd wonen geen eigen bijdrage te heffen: - individuele begeleiding, - groepsbegeleiding in de vorm van dagbesteding, - overbruggingszorg gedurende een periode waarin door een cliënt wordt gewacht op een plaatsing in een Beschermd-wonen-voorziening. De onderbouwing daarvan is dat: 1. het merendeel van de cliënten die een indicatie voor ambulant beschermd wonen hebben, vanwege hun situatie (een laag inkomen en een brede afname van zorg) al geen of zeer weinig eigen bijdrage betalen. In deze specifieke groep kan de eigen bijdrage tot zorgmijding leiden en risico s van omgevingsoverlast/verward gedrag; 2. gelijkschakeling op regionaal niveau van de eigen bijdrage voor begeleiding die in het kader van beschermd wonen wordt geboden aan de eigen bijdrage van 0,-- voor begeleiding die in het kader van de Wmo wordt geboden; 3. het doel van de Wmo is het bieden van zorg en ondersteuning aan kwetsbare inwoners, waarbij het college van mening is dat het heffen van een eigen bijdrage niet als een inkomensinstrument mag worden gehanteerd. De eigen bijdrage voor cliënten met een indicatie voor de intramurale vorm van beschermd wonen blijft gehandhaafd. Conform de eerdere besluitvorming is in de nadere regels van beschermd wonen en opvang opgenomen dat de kostprijs ten behoeve van de bepaling van de hoogte van de bijdrage op 0,-- wordt gesteld voor de genoemde ambulante vormen van beschermd wonen (art. 5.1 nadere regels). 6. GEVOLGEN VOOR VIJFHEERENLANDEN De gemeenten Leerdam en Zederik hanteren dezelfde verordening, nadere regels en beleidsregels omtrent beschermd wonen en opvang. De gemeente Vianen heeft op het gebied van beschermd wonen en opvang een samenwerkingsovereenkomst met de centrumgemeente Utrecht. Met het oog op de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2019 dient in 2018 een voorstel tot uniformering van het beleid daaromtrent aan de gemeenteraden van de drie gemeenten te worden voorgelegd. 5
In dit verband is de volgende informatie over de wijziging van de financiering van beschermd wonen en opvang van belang. De financiering van beschermd wonen en opvang vanuit het Rijk verloopt momenteel nog via de centrumgemeenten. Vanaf 1 januari 2020 worden de middelen voor beschermd wonen (en mogelijk ook de middelen voor maatschappelijke opvang) uitgekeerd aan alle gemeenten volgens een nieuw objectief verdeelmodel. In de nieuwe wijze van financieren staat centraal dat gemeenten moeten aangeven in welke regionaal gemeentelijk verband zij willen samenwerken. Ieder samenwerkingsverband dient een regionaal plan van aanpak op te stellen. De VNG en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hanteren voor de invoering van het verdeelmodel een planning waarbij op 31 december 2017 de regio-indelingen bekend zijn. Indien gemeenten wensen af te wijken van de indeling bij de huidige centrumgemeente, dan dient dit al vóór 1 januari 2017 kenbaar te zijn gemaakt. Aangezien een definitief advies van de provincie Utrecht omtrent de provinciekeuze pas in mei 2017 aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt toegestuurd, hebben de gemeenten Leerdam en Zederik nog niet kunnen aangeven eventueel af te wijken van de huidige indeling bij de centrumgemeente Dordrecht. De wet Algemene regels herindeling die bedoeld is om een proces van herindeling op alle aspecten te begeleiden - zal hier leidend in zijn. 7. UITVOERING Inwerkintreding De wijzigingen van verordening, nadere regels en beleidsregels dienen op regionaal niveau gelijktijdig in werking te treden. Op regionaal niveau is afgesproken dat de datum van de inwerkingtreding van wijzigingen 1 juni 2017 is. De gewijzigde verordening wordt toegepast op nieuwe aanvragen voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang. Aanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van de wijziging van de verordening en waarop nog geen beslissing is genomen ten tijde van de inwerkingtreding van de wijziging, worden eveneens afgehandeld op grond van de gewijzigde verordening. Toegang De inkoop en de uitvoering van het beschermd wonen en opvang en daarmee de toegang - wordt door de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) gedaan. Op basis van de verordening verstrekt de SDD de maatwerkvoorzieningen beschermd wonen en opvang aan cliënten. Sociaal team en loket Het sociaal team en het sociaal loket worden geïnformeerd over de wijzigingen in het beleid en het aanbod van de maatwerkvoorziening Beschermd wonen. 8. ALTERNATIEVEN Er zijn geen alternatieven voor wat betreft de vaststelling van de voorgestelde wijzigingen. Het vaststellen van de wijzigingen is nodig om de beleidswijzigingen door te voeren. 9. RISICO S/KANTTEKENINGEN Wmo-adviesraad In oktober 2016 zijn de Wmo-adviesraden van de regiogemeenten uitgenodigd om geïnformeerd te worden en met elkaar van gedachten te wisselen over de ontwikkelingen in het beschermd wonen en opvang. Over de voorgestelde wijzigingen van de verordening, de nadere regels en de beleidsregels zijn de adviesraden op 11 januari 2017 geïnformeerd. De Wmo-adviesraad van de gemeente 6
Dordrecht heeft vervolgens een advies over de wijzigingen uitgebracht, waaraan onder andere de Wmo-adviesraad van Leerdam haar goedkeuring heeft gegeven (zie bijlage). In het advies merken de adviesraden het volgende op: 1. de adviesraden geven aan zich zorgen te maken over het betrekken van de adviesraden in de beleidsontwikkeling van beschermd wonen en opvang. Daarbij wordt verwezen naar de korte periode waarbinnen de adviesraden een advies hebben moeten uitbrengen over de wijzigingen van de verordening, de nadere regels en de beleidsregels; 2. de toon van de verordening is behoorlijk repressief en defensief. De adviesraden verwijzen daarbij naar artikel 4 van de verordening waarin volgens de raden alleen de uitsluitingscriteria voor een pgb worden genoemd; 3. aangezien in een afwijzing voor de voorzieningen beschermd wonen en opvang naar de verordening wordt verwezen, moet de verordening of op zijn minst de publieksbrochure in begrijpelijke taal zijn geschreven. Dat geldt ook voor de beleidsstukken; 4. de eis dat cliënten die in aanmerking willen komen voor 24-uursopvang zich er voor inzetten om minimaal 20 uur per week een zinvolle dagbesteding te hebben, vinden de raden niet reëel Daarnaast hebben de adviesraden een aantal verhelderende herformuleringen van artikelen in de verordeningen voorgesteld. De reactie op deze punten is verwoord in de bijgevoegde brief aan de Wmo-adviesraad van Leerdam. In de brief wordt op de voornoemde punten 1 tot en met 4 een reactie gegeven en wordt aangegeven dat de voorgestelde herformuleringen zijn overgenomen. Terinzagelegging De wijzigingen van de verordening zijn gedurende een periode van vier weken ter inzage gelegd. Deze termijn is afwijkend van de termijn van zes weken die in de gemeentelijke inspraakverordening wordt gehanteerd. De termijn kan worden aangepast indien het college van mening is dat de termijn van zes weken te lang wordt bevonden. Om de volgende redenen is een termijn van vier weken gehanteerd: - de wijzingen in de verordening leiden niet tot het bemoeilijken van het verkrijgen van een maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang Met de voorgestelde wijzigingen wordt het mogelijk om meer op maat een maatwerkvoorziening beschermd wonen en opvang te verstrekken. - de voorgestelde wijzigingen zijn voorgelegd aan de Wmo-adviesraden die vervolgens daarover een advies hebben uitgebracht; - op regionaal niveau is afgesproken om de gewijzigde verordening met ingang van 1 juni 2017 van kracht te laten worden. Met een inzagetermijn van vier weken is er voldoende ruimte in deze planning om op eventuele zienswijzen een reactie voor te bereiden richting de gemeenteraad. De termijn van vier weken is ingegaan na de besluitvorming van het college op 14 maart 2017. Juridische kanttekening Bij het opstellen van de verordening voor 2016 is er sprake geweest van een verschil van mening tussen de centrumgemeente Dordrecht en de gemeente Leerdam over de interpretatie van een aantal onderdelen van de wettekst van de Wmo als kader voor de verordening. Ook bij het opstellen van de voorliggende verordening voor 2017 heeft de discussie zich herhaald over de interpretatie van de wettekst als kader voor de verordening. Eén van de discussiepunten betreft de bevoegdheid tot het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage. In de huidige verordening voor 2016 maar ook in de gewijzigde verordening voor 2017 is gesteld dat het college nadere regels kan stellen voor onder andere de hoogte van de eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening (art. 5.1). Evenals vorig jaar bestaat ook nu - op basis van diverse jurisprudentie - een verschil van inzicht tussen de centrumgemeente Dordrecht en Leerdam voor wat betreft de bevoegdheid tot het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage. De gemeente Dordrecht is van mening dat deze bevoegdheid bij het 7
college is belegd; de gemeente Leerdam is van mening dat de bevoegdheid is gelegen bij de gemeenteraad. Het verschil van mening over de interpretatie van de Wmo heeft er niet toe geleid dat op regionaal niveau de verordening op de betreffende onderdelen is overgenomen. Gezien het feit dat het huidige aantal Leerdamse cliënten relatief beperkt is (6-7 personen) en gezien de relatief lage kans dat de verschillen van inzicht in de praktijk leiden tot een benadeling van een cliënt is er voor gekozen om de op regionaal niveau afgestemde verordening over te nemen (uitgezonderd het eerdergenoemde punt van de aanvullende toetsingscriteria voor een pgb). Om de gemeenteraad in de gelegenheid te stellen een uitspraak te doen over de hoogte van de eigen bijdrage kan het college bij het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage besluiten om de gemeenteraad wel te consulteren. 10. GEVOLGEN Op basis van de besluitvorming van het college en de gemeenteraad treden de wijzigingen in de verordening, de nadere regels en de beleidsregels met ingang van 1 juni 2017 in werking. 11. Gevolgen Arhi Aan het voorliggende besluit zijn geen consequenties verbonden in het kader van de wet Arhi. 12. BIJLAGEN Nadere regels en beleidsregels 1. Geconsolideerde Nadere regels beschermd wonen en opvang 2017; 2. Geconsolideerde Beleidsregels beschermd wonen en opvang (centrum)gemeente Dordrecht 2017. Verordening 3. Geconsolideerde Verordening Beschermd wonen en opvang 2017; 4. Zienswijze Wmo-adviesraden; 5. Brief college aan Wmo-adviesraad Leerdam d.d. 15 maart 2017. 13. COMMUNICATIE Met het ter inzage leggen van de wijzigingen van de verordening en de nadere regels is over de wijzigingen gecommuniceerd. Op de website van de Sociale Dienst Drechtsteden wordt nadere informatie over de wijzigingen gepubliceerd. 8
RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leerdam, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017 overwegende dat: - de gemeente met het in 2015 onderbrengen van de gemeentelijke taak beschermd wonen en opvang onder de Wet maatschappelijke ondersteuning, de lokale opgave heeft om tot een betere aansluiting van het beschermd wonen op het gehele pakket van diverse vormen van maatschappelijke ondersteuning te komen; - de lokale opgave een transformatie behelst van het beschermd wonen in een instelling (intramuraal) naar het zo veel als mogelijk thuis of in een thuisomgeving - kunnen blijven wonen met ambulante begeleiding en zorg op maat (extramuraal), gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikelen 2.1.3, 2.1.4 en 2.6.6 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 b e s l u i t: vast te stellen de volgende wijziging van de 'Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2016'. Artikel I Wijzigingen Verordening De Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2016 wordt als volgt gewijzigd: A 1. Artikel 1.1, eerste lid, onderdeel d komt als volgt te luiden: d. beschermd wonen wonen in een accommodatie van een instelling of een wooninitiatief met het daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op: het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren en/of stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld en/of het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast en/of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die (nog) niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving of zelfstandig te wonen en die niet in staat zijn hun ondersteuningsvraag te formuleren en die niet in staat zijn hun ondersteuningsvraag uit te stellen. 2. In artikel 1.1, eerste lid, wordt onder vernummering van de onderdelen h tot en met q tot de onderdelen i tot en met r een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende: h. Dagbesteding een begeleide structurele dagactiviteit met een welomschreven doel waarbij de cliënt actief wordt betrokken en die hem zingeving en waar mogelijk perspectief op verbetering van zijn huidige 9
situatie verleent; 3. In artikel 1.1, eerste lid, worden na onderdeel r twee onderdelen ingevoegd, luidende: s. wooninitiatief zelfstandig wonen (in een huurhuis met een eigen huurovereenkomst of een koophuis) en zelfstandig wonen met een (huur)contract met een instelling en zelfstandig (groeps)wonen met meerdere personen in een huis; t. zelfredzaamheidsmatrix instrument waarmee de mate van zelfredzaamheid van een cliënt wordt bepaald. B Artikel 3.3 komt als volgt te luiden 1. De cliënt kan in aanmerking komen voor beschermd wonen, indien hij, onverminderd de in de wet en in artikel 3.2 van deze verordening genoemde criteria, voldoet aan alle volgende criteria: a. Er is noodzaak tot het met (al dan niet permanent) toezicht verblijven in een accommodatie van een instelling of een wooninitiatief; b. Er is geen sprake (meer) van klinische behandeling op grond van de Zorgverzekeringswet. 2. In afwijking van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel b verstrekt het college voor beschermd wonen een zo licht mogelijk passende voorziening, eventueel aangevuld met dagbesteding. Indien meerdere voorzieningen passen zijn en dezelfde zwaarte hebben, verstrekt het college de goedkoopste van de passende voorzieningen. 3. Bij het bepalen van het arrangement beschermd wonen gaan extramurale arrangementen voor intramurale arrangementen. C Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 3.4 vervallen het tweede lid en de aanduiding «1.» voor de tekst van het eerste lid. 2. In het vernummerde onderdeel g wordt na «20 uur» toegevoegd «per week». D Na artikel 3.4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3.5 Dagbesteding 1. De cliënt kan in aanmerking komen voor dagbesteding, indien hij, onverminderd de in de wet en in artikel 3.2 van deze verordening genoemde criteria, beschikt over een indicatie voor beschermd wonen. 2. De cliënt als bedoeld in het eerste lid kan in aanmerking komen voor het vervoer van en naar de dagbesteding waarbij het vervoer wordt vergoed van en naar de vanuit het woonadres van de cliënt dichtstbijzijnd gelegen locatie waar passende dagbesteding wordt aangeboden. E Artikel 4.2, eerste lid, komt als volgt te luiden: 1. Het college stelt in nadere regels de hoogte van het persoonsgebonden budget voor dagbesteding, beschermd wonen en opvang vast bij dienstverlening door professionele hulpverleners conform de geldende kwaliteitsstandaarden vast. Het college stelt de hoogte van het persoonsgebonden budget vast aan de hand van de prijs waarvoor het college deze dienstverlening heeft gecontracteerd, met dien verstande dat het college de overheadkosten die gecontracteerde aanbieders hebben voor personeel en materieel buiten beschouwing laat bij het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget. 10
F Artikel 4.3 komt als volgt te luiden: Het college stelt in nadere regels de hoogte van het persoonsgebonden budget voor dagbesteding, beschermd wonen en opvang vast bij besteding van het persoonsgebonden budget bij een persoon die behoort tot zijn sociale netwerk. Het college stelt de hoogte van het persoonsgebonden budget vast aan de hand van de prijs waarvoor het college deze dienstverlening heeft gecontracteerd, met dien verstande dat het college overheadkosten voor personeel en materieel en andere lasten die professionele aanbieders hebben buiten beschouwing laat bij het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget. G In artikel 5.1, vierde lid wordt <<eigen bijdrage>> vervangen door <<bijdrage>>. H Artikel 5.2 komt te vervallen, onder vernummering van artikel 5.3 tot artikel 5.2. I In artikel 11.5 de citeertitel van de verordening - wordt «2016»vervangen door «2017» Artikel II Overgangsrecht 2. De Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2016 blijft van toepassing ten aanzien van een op grond daarvan genomen besluit totdat het college, onder intrekking van dit besluit, een nieuw besluit op grond van de Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2017 heeft genomen. 3. Aanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van dit besluit en waarop nog geen beslissing is genomen ten tijde van de inwerkingtreding van dit besluit, worden afgehandeld op grond van de Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2017. 4. Bezwaarschriften die zijn ingediend tegen op grond van Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2016 genomen besluiten, worden afgehandeld op grond van de Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2016. Artikel III Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2017. Artikel IV Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot wijziging van de Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Leerdam 2016. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 11-5-2017 de griffier, de voorzitter, 11