De hervorming van het secundair

Vergelijkbare documenten
GO! atheneum Zaventem

Advies. Modernisering secundair onderwijs: maatregelen basisonderwijs en eerste graad. Brussel, 21 september 2016

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd:

Modernisering Secundair Onderwijs Wat verandert er?

Op stap met het werkboekje!?

Waarom modernisering?

De grote stap naar het secundair onderwijs

Pedagogisch overleg 11 mei 2017

Actualiteitsdebat Hervorming Secundair Onderwijs. Vlaams Parlement, 18 januari 2017

Pedagogisch overleg 8 mei 2017

Infoavond secundair onderwijs. Torhout, 16 januari 19

Hervorming secundair onderwijs

Naar het secundair onderwijs

Modernisering Secundair Onderwijs versterken, verdiepen & verkennen

Pedagogisch overleg 8 mei 2017

MODERNISERING SO EN DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN. 24 oktober 2018

23/01/2019. naar het secundair onderwijs De grote stap naar het secundair onderwijs < eerste graad. Hoe kiezen. Studieaanbod.

Vlaanderen is onderwijs & vorming MODERNISERING SECUNDAIR ONDERWIJS WAT VERANDERT ER?

STRUCTUUR EN ORGANISATIE. eigen keuzes school. aanbevelingen - raamtekst. regelgeving overheid

Welkom. Op stap naar het Secundair Onderwijs

Onderwijsplanning Modernisering so

Modernisering Secundair Onderwijs

EEN KIJK OP DE BASISOPTIES IN DE EERSTE GRAAD VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Hervorming secundair onderwijs

Modernisering Secundair Onderwijs

Op stap naar de 1ste graad secundair onderwijs. Ik leer het secundair onderwijs kennen

ACTUALITEITSDEBAT VLAAMS PARLEMENT HERVORMING SECUNDAIR ONDERWIJS VERKLARING VAN DE VLAAMSE REGERING

Pijnpunten huidig secundair onderwijs

Mogelijkheden voor het keuzegedeelte in de eerste graad

Advies. Modernisering secundair onderwijs, het addendum. Brussel, 27 februari 2017

Advies. Modernisering structuur en organisatie van het secundair onderwijs. Brussel, 3 oktober 2017

Kwaliteit en kansen voor elke leerling

Op Stapel november Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

Vernieuwing secundair onderwijs: een facelift of meer?

Sociale ongelijkheid bij de overgang van basisnaar secundair onderwijs. Simon Boone en Mieke Van Houtte Brussel, 8 juni 2011

Inhoud. 3.1 Een richting kiezen 3.2 Een school kiezen. 1. Huidige structuur secundair onderwijs 2. Herstructurering secundair onderwijs 3. Hoe kiezen?

Op stap naar het SECUNDAIR ONDERWIJS

Starten in het secundair onderwijs

KIEZEN VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS info ouders basisonderwijs 1, 2 en 3 april 2019

OLFA EDEGEM. WELKOM op deze: info-avond voor ouders overgang secundair onderwijs

WAT VERANDERT ER IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS? Brochure voor ouders

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT

Laaggeschoolde vrouwen met een migratie-achtergrond. Toelichting advies Commissie Diversiteit

VCLB Leuven informeert ouders

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Zijn secundaire scholen klaar voor de onderwijshervormingen?

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

Diversiteitsbarometer Onderwijs. Studie-oriëntering in het secundair onderwijs

Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Dag SO Workshop brede eerste graad. Hilde De Meyer Valentijn Van Hootegem

Doel: Creativiteit. Middel: ICT onderbenut (bij voorbeeld Sociale media, faceboekgroepen

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Oriëntatienota hervorming SO

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX

IVV Sint-Vincentius. Welkom in de eerste graad! Eerste en tweede jaar A-stroom

Op Stapel november Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

MODERNISERING SECUNDAIR ONDERWIJS

Info-avond Secundair Onderwijs

Een structuur voor het secundair onderwijs in scholen (gemeenschappen)

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)

Scholengemeenschap Houtland. Modernisering eerste graad secundair

MODERNISERING EERSTE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS

Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs

Colloquium Katholiek Onderwijs Vlaanderen BASISONDERWIJS 30 November 2018

duurtijd van de opleiding en de arbeidstijd. Hierbij stellen we dat het, gegeven deze regelgeving, allicht niet evident is voor werkgevers om tegen

MODERNISERING SO NAAR EEN OBSERVERENDE EN ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

VR DOC.0817/5

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers

githo Lentetombola 2017

Sessie 1: Vluchten kan niet meer, je vleugels uitslaan wel.

Welk secundair onderwijs voor de 21 ste eeuw?

Het Vlaamse secundair onderwijs internationaal vergeleken

Breek taboe omtrent kansarme

Geef je opleiding een STEM

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs

HERVORMING SECUNDAIR ONDERWIJS

Het Vlaamse onderwijs in internationaal perspectief

Ouderavond secundair onderwijs. 27 februari 2019

Informatieavond voor ouders OP STAP NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

ARMOEDEBAROMETER 2015

VLOR-denkgroep:overgang baso. Overgang basis-secundair onderwijs. ontwikkelingspsychologisch perspectief. Baso:knelpunten en mogelijkheden

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

Informatieavond voor ouders OP STAP NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.9 - Juni

Doelgroepsimulatie: stand van zaken maart Huidige doelgroep: leerlingen en leraren (TTT) Extra doelgroepen?

STEM monitor april 2015 RITA DUNON

Onderwijscentrum Gent. Raakpunten GSIW

Kwetsbare jongeren versterken door onderwijs. Christiane Timmerman CeMIS USAB 22 februari 2016

Een goede opleiding werkt baanbrekend

Techniek is de toekomst,

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar ): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Onderwijs en arbeidsmarkt Teveel fricties, of te hoge verwachtingen?

Transcriptie:

De hervorming van het secundair onderwijs: rationalisering zonder ratio Sam Coomans Adviseur studiedienst ACV Dit jaar analyseert de Gids verschillende facetten van onderwijs en hoopt zo haar steentje bij te dragen in het debat van onderwijshervorming. In het vorige nummer werden aanbevelingen voor het CLB gedaan. Dit artikel behandelt het secundair onderwijs. Nu het stof rond de onderwijshervorming wat is gaan liggen, blikken we vooruit en beoordelen we de deze hervorming op haar merites. Terwijl de hervorming secundair initieel nog van ons onderwijs een grotere gelijkmaker zou kunnen maken, werd het naar de eindmeet toe een plan met als enige rode draad: behouden wat goed is. Of deze weinig ambitieuze leidraad de knelpunten van ons onderwijs gaat kunnen aanpakken is echter bijzonder twijfelachtig. Inleiding Alle analyses ten spijt: het Vlaamse onderwijs is nog steeds erg ongelijk. De laatste PISA-resultaten deden op dit vlak opnieuw allerlei knipperlichten branden. De kloof tussen hoogpresteerders en laagpresteerders neemt verder toe; het aantal leerlingen dat het vereiste basisniveau 2 1 34

niet bereikt, stijgt van 11% naar 17% (méér dan 1 leerling op 6). En van de gehele geïndustrialiseerde wereld is er geen enkel land waar de kloof tussen resultaten van allochtonen en autochtonen zo groot is als in Vlaanderen. Genoeg stof tot nadenken. Maar ondanks deze wake-up call, lijkt van enige sense of urgency bij de Vlaamse regering weinig sprake. Terwijl de hervorming secundair initieel een blauwdruk bevatte, die van ons onderwijs een grotere gelijkmaker zou kunnen maken, werd het afgezwakt tot een plan met als rode draad: behouden wat goed is. En dat betekent dus meer van hetzelfde. Maar wat goed was 10 jaar geleden, is dat niet noodzakelijkerwijs in het heden, en al helemaal niet binnen 10 à 20 jaar. De laatste PISA-resultaten zijn daarbij een teken aan de wand; blijvend investeren in de meest kwetsbare doelgroepen is de boodschap. Weinig toekomst voor laaggeschoolden Want de wereld verandert razendsnel. Technologische evoluties en toenemende complexiteit van de samenleving duwen laaggeschoolden steeds verder naar de rand van de maatschappij. En in hun zoektocht naar werk worden ze verdrongen door middengeschoolden. Laaggeschooldheid wordt ook steeds meer een synoniem van armoede. Dat is zeker het geval voor België, waar blijkt dat de armoede onder de Belgische laaggeschoolden bij de hoogste is in Europa en hun achteruitgang sinds de crisis ook bij de ergste behoort in Europa. Het armoederisico bij laaggeschoolden in België bedroeg 24.5% (in 2015), voor Vlaamse laaggeschoolden was dit 20% (in 2014) 2. En terwijl we de werkkansen van jonge laaggeschoolden steeds meer zien dalen, stellen we vast dat binnen het onderwijs de meest kwetsbare groep van laagpresteerders groeit en de kloof met de top verder toeneemt. Ook voor de komende generatie is er dus weinig beterschap op komt. Dat zijn verontrustende ontwikkelingen want bij ongewijzigd beleid, dreigt een groot deel van deze groep in de sociale uitsluiting terecht te komen. De kloof tussen hoogpresteerders en laagpresteerders neemt verder toe; het aantal leerlingen dat het vereiste basisniveau 2 niet bereikt, stijgt van 11% naar 17% (méér dan 1 leerling op 6). 35

Het armoederisico bij laaggeschoolden in België bedroeg 24.5% (in 2015), voor Vlaamse laaggeschoolden was dit 20% (in 2014). Het belang van een kwalificatie De grote aandacht voor ongekwalificeerde schoolverlaters is daarom terecht. We kunnen ons als maatschappij in steeds mindere mate veroorloven om ons potentieel aan menselijk kapitaal niet te benutten. Met een onderwijssysteem dat sociale ongelijkheid bestendigt en opwaartse mobiliteit niet aanmoedigt, kunnen we de toekomst eigenlijk niet tegemoet komen. De vraag die we ons daarbij moeten blijven stellen is: Hoe krijgen we een zo groot mogelijke groep leerlingen -ongeacht hun sociale afkomt of milieu- aan de eindmeet met een diploma secundair onderwijs? Het belang van een kwalificatie is niet alleen in het voordeel van het individu, maar ook voor de samenleving. Een groeiende groep laagpresteerders in het onderwijs betekent immers ook een grotere groep die sociale uitsluiting riskeert en een toenemende druk op onze welvaartstaat en sociale cohesie. Het compenserende vermogen van het onderwijs Naar mate de ongelijkheid in een samenleving groeit wordt de hefboomfunctie van onderwijs voor sociale ongelijkheid belangrijker. Ongelijkheid aanpakken via het onderwijs is een hele onderneming, maar niet onmogelijk. Scholen hebben immers een belangrijk (potentieel) compenserend vermogen. Met de juiste inzet van middelen kunnen ze veel goedmaken van wat fout loopt. Niet alle leerlingen verschijnen immers met dezelfde bagage aan de start en de plaats waar je wieg staat bepaalt vandaag de dag nog steeds waar je terecht komt in het onderwijs 3. Je sociale achtergrond determineert niet alleen je behaalde onderwijsniveau; het vertaalt zich vervolgens ook in een ver schillend(e) werkkans, armoederisico, participatie aan levenslang leren, etc. Naarmate individuen ouder worden, wordt het steeds lastiger (en zullen ook meer middelen moeten voorzien worden) om deze kloof te remediëren. Voor vele kansarme kinderen en kinderen uit de lagere middenklasse 36

kan de school daarom wel degelijk een doorslaggevend verschil betekenen, voor wat ze bereiken op school en later in het leven. Investeren in de onderwijsloopbanen van kwetsbare doelgroepen rendeert daarom beter dan het subsidiëren van uitgebreide tewerkstellings-en herscholingsprogramma s. De hervorming van het secundair onderwijs was daarbij de lakmoesproef die de prioriteiten van de Vlaamse meerderheid pijnlijk duidelijk maakte. Binnen de oorspronkelijke plannen van de onderwijshervorming zaten heel wat elementen die het compenserende vermogen van het onderwijs konden versterken, denk daarbij aan betere studiekeuzes, differentiatiemogelijkheden en opwaartse mobiliteit. Onder het mom beter voorkomen dan genezen, lijkt het dan ook evident dat een onderwijshervorming wil ze voldoende toekomstproof zijn- haar kwalificatie-opdracht als uitgangspunt neemt. Dat is niet de focus die gevolgd werd. Integendeel, door een enge focus op de prestaties van de toppresteerders werd de onderwijshervorming zodanig afgezwakt dat velen spreken van een lege doos. De situatie van onze laagpresteerders werden daarbij uit het oog verloren. Van een grote hervorming is geen sprake meer, beter is te spreken van een update of een rationalisering. Een rationalisering zonder ratio Ondanks de inzet en de hoge werkdruk van het personeel, blijft ons onderwijs hardnekkig ongelijkheid reproduceren. Dat suggereert systeemfouten die moeten aangepakt worden. De hervorming heeft wat dat betreft grote kansen laten schieten om het compenserende vermogen van scholen te versterken. De vraag zoals ze nu voorligt is of de huidige plannen, de ongelijkheid binnen het onderwijs niet dreigt te versterken. We zoomen in op enkele elementen uit het akkoord. Betere studiekeuzes? Jongeren verlaten vaak vroegtijdig en zonder kwalificatie het onderwijs omdat ze in een studierichting terecht komen die om één of andere reden toch niet de juiste is. Daarom is het cruciaal om in te zetten op een betere studiekeuzebekwaamheid van leerlingen en ouders. Ondanks de lofzang over de eenvoud van de matrix 4, bevat de hervorming heel wat pijn- 37

punten die de transparantie en de geïnformeerde studiekeuze voor jongeren en ouders niet zal versterken. Scholen krijgen immers zelf de vrijheid te bepalen welk schoolconcept 5 en studie-aanbod ze willen uitwerken. Een verdeeld landschap van verschillende structuren en schoolconcepten is dus quasi zeker. Dat impliceert dat leerlingen naast een studiekeuze ook een schoolkeuze zullen moeten maken, die een impact heeft op het verdere schooltraject. Nog meer dan voorheen, zal kwalitatieve informatie met betrekking tot de studierichtingen, het aanbod binnen scholen en de arbeidsmarkt belangrijk worden. En laat dit nu net een grote afwezige zijn binnen de hervorming. Het gebrek aan versterking van studiekeuzebegeleiding zal bovendien voornamelijk kwetsbare doelgroepen, die doorgaans minder goed geïnformeerd zijn, treffen. Het is bovendien twijfelachtig of deze hervorming ook de nodige dynamiek in gang zal zetten om de noodzakelijke instroom naar technische richtingen te verhogen. De oude onderwijsvormen (ASO, TSO, KSO, BSO) blijven behouden en ook de domeinlogica wordt niet doorgetrokken tot in de ASOstroom. ASO-richtingen krijgen het label studiedomeinoverschrijdend, wat verwarrend werkt. Daardoor blijven de schotten tussen het ASO, TSO en het BSO intact, waardoor de Vlaamse Regering in feite de maatschappelijke onderwaardering van het technisch georiënteerd onderwijs bestendigd. Door een enge focus op de prestaties van de toppresteerders werd de onderwijshervorming zodanig afgezwakt dat velen spreken van een lege doos. De situatie van onze laagpresteerders werden daarbij uit het oog verloren. Er is wel sprake van een opwaardering van enkele technische richtingen, maar net zoals bij STEM, zal erover gewaakt moeten worden dat deze maatregelen niet leiden tot een groter marktaandeel van het ASO-aanbod. Dan heeft deze opwaardering immers een pervers effect. Positief is wel dat het duale leren vanaf de uitrol van de hervorming op 1 september 2018 geïntegreerd zal worden binnen het studie-aanbod van de matrix. Het wordt een leerweg die gelijkwaardig is aan alle andere secundaire opleidingen. 38

Differentiatie en verbreding in de eerste graad? Alhoewel de eerste graad officieel een oriënterende graad wordt genoemd, vormt het in Binnen deze hervorming is te veel aandacht gegaan naar het vrijwaren de praktijk het begin van een ASO/TSO-traject en is het dus niet verkennend maar de- van de belangen van onze toppresteerders. Daar zit niet de uitdaging terminerend. Omdat leerlingen na de eerste voor de toekomst; het venijn zit hem graad niet zullen kunnen kiezen voor om het in de staart, de groeiende kwetsbare groep die niet langer het niveau even welk domein in de tweede graad, zal de keuze na het zesde leerjaar nog steeds bepalend blijven voor de verdere schoolloopbaan. haalt dat wordt omschreven als het niveau om in de maatschappij goed Er verandert dus weinig. Leerlingen kiezen op eigen benen te kunnen staan. nog steeds 1 basisoptie uit het aanbod van de scholen (dat ze vrijblijvend kunnen kiezen). Voor sommige leerlingen is dit nog steeds véél te vroeg waardoor foute studiekeuzes onvermijdelijk zijn. De hervorming biedt de kans aan scholen om in te spelen op de grotere heterogeniteit in de eerste graad via de differentiatiepakketten. Daardoor kunnen leerlingen gelijker aan de start gebracht worden door ze extra te ondersteunen of kunnen sterke leerlingen verder uitgedaagd worden. Maar ook hier wordt de bal volledig in het kamp van de scholen gelegd. Er wordt geen enkele responsabilisering voor scholen ingebouwd om zwakke leerlingen te begeleiden en te remediëren. Niets houdt scholen met andere woorden tegen om deze differentiatiepakketten als profileringsinstrument te gebruiken om zo een sterke instroom van leerlingen te garanderen. Positieve mobiliteit en omkeerbare studiekeuzes Zijn er schakelmogelijkheden die voorkomen dat leerlingen vroeg komen vast te zitten in een studierichting wanneer die voor hen niet de ideale blijkt te zijn? De curriculumdossiers 6 beloven alvast een vlottere mobiliteit tussen studierichtingen. Maar of leerlingen ook in de praktijk echt de kans zullen krijgen om te schakelen tussen studiedomeinen en finaliteiten zal afhangen van hoe breed of hoe eng bepaalde vakinhouden zullen worden geformuleerd bij het vastleggen van de eindtermen. Het zal dus afwachten worden hoe de mooie theorie hier in de praktijk zal worden omgezet. 39

Het is bijzonder jammer dat de idee van domeinscholen zo weinig ingang gevonden heeft binnen deze hervorming. Volgens de SERV zijn domeinscholen de beste garantie om de muren te slopen tussen het ASO en het TSO/BSO. Binnen deze scholen gaan leerlingen met verschillende profielen maar met gemeenschappelijke interesses samen naar één school. De huidige hervorming belet niet dat scholen zich als dusdanig organiseren, maar stimuleert dit hoegenaamd niet. Dat is een gemiste kans, omdat deze scholen een sterke impact hebben op positieve mobiliteit, met name het veranderen van studierichting in functie van talenten, interesses en competenties. Een positief element binnen deze hervorming is wel de introductie van uitbreidingsdoelstellingen. Dat zijn extra eindtermen waaraan een leerling moet voldoen, om een toegangsticket te kunnen krijgen voor een studierichting met meer abstracte finaliteit binnen het eigen studiedomein (het zalmprincipe). Maar zullen scholen investeren in deze uitbreidingsdoelstellingen wanneer ze niet het hele aanbod van finaliteiten binnen dit studiedomein zelf aanbieden? Vrijheid blijheid? Met uitzondering van enkele elementen in de zijlijn (zoals het zalmprincipe), biedt de huidige hervorming ons vlees noch vis wat betreft het bestrijden van de ongelijkheid via het onderwijs. Op papier is met de huidige hervorming veel mogelijk. Maar het ontbreken van de juiste incentives en afdwingbare maatregelen maakt de hervorming in de praktijk zeer vrijblijvend. Door de bal grotendeels te leggen in het kamp van het onderwijsveld, ontslaat de Vlaamse regering zichzelf niet alleen van deze maatschappelijke verantwoordelijkheid; ze neemt hierbij ook een risico. Er bestaat immers een spanningsveld tussen het bevorderen van gelijke kansen en aan scholen overlaten hoe ze het willen doen. Scholen zullen ten allen tijde strategisch handelen om hun concurrentiepositie te vrijwaren, en dat verloopt zeker niet altijd in het voordeel van kwetsbare doelgroepen. 40

Een gemiste kans Verschillende onderwijsexperten 7 hebben zich al negatief uitgelaten over de onderwijshervorming en de mate waarin ze kansen laat liggen om ons beter te wapenen tegen maatschappelijke uitdagingen, zoals sociale ongelijkheid. De samenloop van hervormingen binnen enkele belangrijke onderwijsdossiers bood nochtans een unieke window of opportunity om binnen de verschillende pijlers van het onderwijssysteem (structuren, personeel, inhoud en doelstellingen) het compenserende vermogen van het onderwijs te versterken. Maar we stellen vast dat we door een gebrek aan middelen en door politiek stratego deze unieke kans dreigen te missen op kap van alle jongeren (en onze samenleving). Binnen deze hervorming is te veel aandacht gegaan naar het vrijwaren van de belangen van onze toppresteerders. Daar zit niet de uitdaging voor de toekomst; het venijn zit hem in de staart, de groeiende kwetsbare groep die niet langer het niveau haalt dat wordt omschreven als het niveau om in de maatschappij goed op eigen benen te kunnen staan. N1. Niveau 2 wordt vaak omschreven als het minimale niveau om in de maatschappij goed op eigen benen te kunnen staan. 2. Vlaanderen: EU-SILC 2014 op basis van Belgische armoederisicodrempel; België: EU-SILC 2015 3. Hirt, N., e.a. (2007). De school van de ongelijkheid 4. Het geactualiseerde aanbod van studierichtingen werd ondergebracht in een matrix. De matrix bepaalt voor elke richting van de tweede en derde graad of die mikt op doorstroming naar het hoger onderwijs (ASO, TSO, KSO), naar de arbeidsmarkt (BSO, BUSO OV3) of beiden (TSO, KSO). Dit zijn de finaliteiten van een studierichting die duidelijk maken waar een richting op voorbereidt. Daarnaast zijn de studierichtingen ook nog eens opgedeeld in 8 thematische studiedomeinen: Taal & Cultuur, STEM, Kunst & Creatie, Land-en Tuinbouw, Economie en Organisatie, Maatschappij & Welzijn, Sport, Voeding & Horeca. 5. Scholen kunnen zich horizontaal organiseren door zich te specialiseren in één studiedomein (domeinscholen), een aanbod over meerdere domeinen aanbieden (campusscholen) of zich verticaal organiseren door zich te concentreren op één finaliteit. 6. Curriculumdossiers zijn gemeenschappelijke leerplannen tussen de verschillende onderwijsnetten. Ze moeten garanderen dat er gemakkelijker van de ene naar de andere school kan worden overgestapt. 7. Dirk Jacobs, Simon Boone (http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2865408); Mieke van Houtte (http://www. knack.be/nieuws/belgie/wetenschappelijke-kennis-wordt-opzij-geschoven-omdat-ze-niet-strookt-met het-buikgevoel-vansommigen/article-opinion-804855.html) 41