Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008

Vergelijkbare documenten
RAADSVOORSTEL. Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus Decosnummer: 226. E. T.

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

Gemeente Boxmeer. Nummer:. de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 14 april 2015

KNELPUNTENANALYSE ABCOUDE ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek

De Marke III te Hengevelde

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/2

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 10 Datum :

Bijlagen: 1. Ingediende zienswijze; 2. Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Oosterhout, inclusief toelichting.

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

APPENDIX BIJ DE GEURGEBIEDVISIE GEMEENTE BOXMEER

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Nr: Schipluiden: 31 maart Onderwerp: Gebiedsvisie Geur en Geurverordening. Aan de Raad

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32

Notitie Lokaal geurbeleid Landelijk gebied Abcoude

Voorstel raad - verordening

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009

Notitie geurhinder en veehouderij, landelijk gebied Stichtse Vecht Conceptversie ter vaststelling in B&W, d.d. 1 oktober 2013

GEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 10 DECEMBER 2007 Commissie Ruimte 12 november 2007

NOTITIE GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ MFC LANGESTRAAT 36 TE HEEREWAARDEN GEMEENTE MAASDRIEL

KNELPUNTENANALYSE DE RONDE VENEN

Versie : 1.0 Datum : 24 oktober Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Concept Nota bij de verordening geurhinder en veehouderij

Versie : 1.0 Datum : 6 oktober Onderzoek milieuaspecten milieuzonering en geur voor woningsplitsing Harreveldseweg 3 in Harreveld

GEURONDERZOEK BEDRIJVENTERREIN VOEDERHEIL ZEELAND. In verband met wijziging verordening geurhinder en veehouderij gemeente Landerd

Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw. Moleneind 25, Loon op Zand

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Rode draad van deze toelichting

Geuronderzoek nieuw te realiseren woning. Kievitsham GE Hoenzadriel

Geurverordening gemeente Oostzaan Mr. ing. E. Houwertjes

2. Beperkingen nieuwe en bestaande woningen Mezenbergerweg 18a

Inventarisatiedocument Geurgebiedsvisie Alphen aan den Rijn 2015

Overwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden;

*ZEA4AD4E35C* Raadsvergadering d.d. 24 mei 2016

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING. Plangebied Hazenburg 2 Arnemuiden Gemeente Middelburg

Geurgebiedsvisie plangebied Suetersweg 19, 19a en 19b te Bentelo

Geuronderzoek. Agrarisch kinderdagverblijf t Broek 8 Nistelrode

Van : Dhr. M.H. van der Wielen Paraaf : MW. Betreft : Milieuparagrafen bedrijven en milieuzonering, geurhinder en externe veiligheid

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie Achterweg 70 en 74 in Herwijnen (gemeente Lingewaal).

Lokaal geurbeleid voor het grondgebied van de voormalige gemeente De Ronde Venen

ONDERZOEK GEUR VEEHOUDERIJEN GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING

GEBIEDSVISIE VERKLEINEN VASTE AFSTANDEN 2016 GEMEENTE HELMOND

Quick Scan Wet geurhinder en veehouderij

Verordening geurhinder en veehouderij De Fryske Marren 2016

GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL

Voorgrondnormen verordening 2011

RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AST/2016/010201

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING. Donzel naast 22 te Nistelrode. Documentnummer: /C01/RK Datum: 26 augustus 2013

Geuronderzoek Oprichten woonunits

Geurgebiedsvisie plangebied. Seinenweg 2 en omgeving te Markelo

IIII min in ui mil. nieuwkoop G13." 576. raadsvoorstel. Ruimtelijke Ontwikkeling à Grondbedrijf

Kragten Landschapsarchitectuur. dhr. P. van Zandvoort

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING. Plangebied Ammerzoden-Noord (fase I) Gemeente Maasdriel

Gemeentelijk geurhinderbeleid Midden-Delfland 2009

advies geurhinder De Berg 5, De Berg 7 en Molendreef 1 te Schijf

Bijlage 8 Nota van beantwoording inspraakreacties en verslag informatieavond kavels Kapelstraat

Beoordeling milieutoets t.b.v. Ruimtelijke Onderbouwing Schoolkaterdijk 39 te Haaksbergen

Handreiking bij. Wet geurhinder en veehouderij

GEUR ONDERZOEK. Golf Cromvoirt Beheer BV. Project: Golfbaan Cromvoirt

Omgekeerde werking en leefklimaat

Geurverordening. Artikel 4: Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING. Smederijstraat te Baarle-Nassau. Documentnummer: /C01/RK Datum: 23 februari 2015

Binnen een straal van 1000 meter rondom het plangebied schijfsebaan 4a zijn 9 stuks veehouderijen gelegen, te weten aan de:

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Kollenburgweg 3 in Didam (gemeente Montferland)

Memo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING. Kerkstraat te Renswoude Gemeente Renswoude

Onderzoek geurbelasting in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

Bijlage E: Rapport geur, onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing nieuwbouw woningen Burgemeester Moonshof te Raamsdonk 7 december 2016

Het onderzoek is uitgevoerd in verband met het plan tot wijziging van de agrarische bestemming van deze gronden naar een bedrijfsbestemming.

Geuronderzoek voorgrondbelasting Achterdijk 10 Hedel

Herinrichting Batterij Poederoijen

Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21

Omgekeerde werking en leefklimaat

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie)

Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt

Rapportage geur Project Buitenkans, Vrouwboomweg te Horst

Gebiedsvisie geurbeleid

Raad V versie 3 december 2008

GEURBEOORDELING BESTEMMINGSPLANWIJZIGING T.b.v. Nieuwbouw Hotel van der Valk te Uden

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 11 november 2015

Onderzoek geurhinder veehouderijbedrijven. Didam, Nieuw Dijk. Gemeente Montferland. Datum: 24 april 2013 Projectnummer:

Rapport. Actualisatie geuronderbouwing Spechtenlaan. Gemeente Uden

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 1 augustus 2012

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009

Geurgebiedsvisie plangebied omgeving Haaksbergerstraat 2 Hengevelde voor het bestemmingsplan met naam Wijzigingsplan Haaksbergerstraat 2

Aan de commissie Grondgebiedzaken

Transcriptie:

GEMEENTE LOPIK Raadsvergadering d.d. 21 april 2009 Nr. : 12 Aan de raad van de gemeente Lopik. Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008 Behandelend ambtenaar: Raymond Derks Voorstel: 1. de Geurgebiedsvisie gemeente Lopik overeenkomstig de bij het raadsbesluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage vaststellen; 2. de verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven, vaststellen. Inleiding: Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) in werking getreden. Deze wet heeft een andere systematiek dan de voorgaande regelgeving voor geurhinder van veehouderijen. De wet vormt het toetsingskader ten aanzien van geur veroorzaakt door het houden van dieren. De Wgv geeft de gemeenten de mogelijkheid om bij verordening gebiedsgericht geurbeleid vast te stellen. Hiervoor zijn in de wet marges opgenomen. Deze zijn in onderstaande tabel weergegeven: Intensieve veehouderij (bijv. pluimvee en varkens) Minimale geurnorm Wettelijke geurnorm Maximale geurnorm Objecten in de bebouwde kom 0,1 ou E/m 3 2,0 ou E/m 3 8,0 ou E/m 3 Objecten in het buitengebied 2,0 ou E/m 3 8,0 ou E/m 3 20,0 ou E/m 3 Extensieve veehouderij (bijv. koeien en paarden) Minimale afstand Wettelijke afstand Maximale afstand Objecten in de bebouwde kom 50 100 - Objecten in het buitengebied 25 50 - Het is dus mogelijk zowel voor de intensieve veehouderij als voor de extensieve veehouderij wettelijke normen aan te scherpen of te versoepelen. De gemeentelijke normen dienen dan in een verordening te worden vastgelegd. Voor de intensieve veehouderij gelden normen (Europese odour units) die berekend worden met een verspreidingsmodel en voor extensieve veehouderijen gelden vaste afstanden. In de gebiedsvisie is dit gedetailleerder uitgewerkt. Op 23 november 1999 heeft uw raad een beleidsregel stankhinder voor de gemeente vastgesteld, gebaseerd op de oude regelgeving. De huidige geurwetgeving heeft eenzelfde beleidsvrijheid, en met in werking treden van de nieuwe wet is de oude beleidsregel komen te vervallen. Daarnaast geeft een gemeentelijke verordening, met de wettelijke basis, ook meer rechtszekerheid dan de oude beleidsregel.

Uitgangspunten voor de nieuwe verordening zijn: gelet op de ontstaansgeschiedenis van de gemeente moeten extensieve veehouderijen de ruimte krijgen. Dit kan door de lintbebouwing qua geurgevoeligheid als buitengebied te beschouwen; door versoepeling van de afstanden voor extensieve veehouderij wordt in meer gevallen boerderijsplitsing mogelijk, waardoor de cultuurhistorische waarden behouden blijven; de intensieve veehouderij krijgt alleen ruimte in gebieden met weinig burgers; de kernen moeten gebruik kunnen maken van hun inbreidingsmogelijkheden; Nadere toelichting: Het opstellen van de gebiedsvisie is middels een aantal fases gelopen. Eerst zijn alle milieudossiers en van belang zijnde ruimtelijke plannen geïnventariseerd. Door het gemeentelijk grondgebied op te delen in gebieden met verschillende karakters en verhoudingen tussen agrarische bedrijven en geurgevoelige objecten, is de gebiedsindeling in kaart gebracht. Hiervoor is ondermeer aangesloten bij de rode contouren uit het streekplan en de grenzen van de bestemmingsplannen. Aan de hand van deze inventarisatie is de huidige geursituatie in beeld gebracht en is de autonome variant, waarin de maximale geurbelasting die mogelijk is (worst-case situatie) met de wettelijke normen, berekend. Hiermee is de mogelijke toekomstige maximale geurbelasting in beeld gebracht. Vervolgens is er een gesprek geweest met de organisatie LTO Noord en heeft op 10 april 2008 een informatieavond plaatsgevonden. Middels verschillende analyses is de relatie tussen de geurnormen en geurbeleving van burgers in beeld gebracht. Tevens is gekeken naar het effect op de groeimogelijkheden van de veehouderijbedrijven. Door de uitgangspunten nogmaals te bekijken en tevens de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van woningbouw te betrekken is uiteindelijk de (concept)verordening ontstaan. Voor gebieden waar woningbouw gepland is, is onderzocht welke normen voor deze gebieden moeten worden gesteld om te voorkomen dat deze de bedrijfsontwikkeling van de omliggende agrarische bedrijven verder belemmeren of dat de bouwplannen niet door kunnen gaan omdat ze in de geurcontour of vaste afstand van de bedrijven komen te liggen. Hierbij is steeds als uitgangspunt genomen dat er sprake moet zijn van een acceptabel woon- en leefklimaat. Uit berekeningen blijkt dat de geurbelasting in odour units vanuit de intensieve veehouderij met de voorgestelde normen nauwelijks toe kan nemen. Het leefklimaat van de burger blijft hierdoor acceptabel, maar de uitbreidingsruimte voor de ondernemer kan hierdoor worden beperkt. Dit wil overigens niet zeggen dat het bedrijf niet meer kan uitbreiden in dieren. Wanneer emissiepunten worden verplaatst, of staltechnieken worden toegepast (bijvoorbeeld luchtwassers), blijft ontwikkeling mogelijk. In de verordening is verder opgenomen dat de vaste afstanden voor extensieve bedrijven (rundvee en paarden) gehalveerd gaan worden. Hiermee wordt ruimte geboden aan de veehouderijen, wat een natuurlijke investering in gang zet waarmee de overbelaste situaties (bijvoorbeeld een bestaande jongveestal op 10 meter) op termijn zullen ophouden te bestaan. De wet schrijft namelijk voor dat voor de uitbreiding de bestaande stallen op kortere afstand buiten gebruik moeten worden gesteld. In de gebiedsvisie zijn op pagina 28 en verder de analyses uitgeschreven. 2

De gebiedsvisie leidt tot de volgende verordening: de geurgevoelige objecten in de bebouwde kommen krijgen een norm van 2,0 odour units; de geurgevoelige objecten in de plangebieden van Uitweg en Benschop een norm van 4,0 odour units; de geurgevoelige objecten in het buitengebied krijgen een norm van 8,0 odour units; voor bedrijven met minder dan 200 stuks melkrundvee (en 140 stuks jongvee) en/of 50 overige dieren (bijvoorbeeld paarden) worden de in acht te houden vaste afstanden terug gebracht tot 50 meter tot woningen in de bebouwde kom en 25 meter tot woningen in het buitengebied. De gebiedsindeling met de normen is weergegeven op de kaarten in bijlage 2 van de gebiedsvisie. Zienswijze Vanaf 24 december 2008 tot en met 4 februari 2009 hebben de ontwerp gebiedsvisie en -verordening in het kader van de inspraak ter inzage gelegen. Tevens zijn alle buurgemeenten en de provincie schriftelijk op de hoogte gesteld van de geurgebiedsvisie en verordening. Hierop zijn drie formele reacties binnengekomen: 1. VOF Van Klaren-Wagter, Dorpsstraat 46 te Lopik heeft bij brief van 21 januari 2009 aangegeven dat het nieuwe geurbeleid onacceptabel is voor hun veehouderijbedrijf omdat ze binnen 50 meter van de werkplaats van de Woningbouwvereniging een bestaande rundveestal hebben staan. Het nieuwe beleid zou daarmee meer belemmerend zijn. Ten tweede zou in het verleden een melkstal niet als emissiepunt worden aanschouwd. 2. Gemeente Zederik en de gemeente Oudewater hebben bij brief van respectievelijk 10 februari jl. en 3 februari jl. te kennen gegeven dat de geurverordening aansluit bij de plannen en geen invloed hebben op beide gemeenten. Van de overige gemeenten zijn geen schriftelijke reacties ontvangen. In de eerdere telefonische contacten met de omliggende gemeenten in het voortraject is overigens al aangegeven dat er op de gemeentegrenzen geen conflicten zullen ontstaan. Reactie zienswijze VOF Van Klaren-Wagter: Geschiedenis VOF Van Klaren-Wagter beschikt over een milieuvergunning van 23 november 1979 voor de bouw van een nieuwe rundveestal voor 70 melkkoeien en 25 stuks vrouwelijk jongvee. Met deze milieuvergunning is deze rundveestal exact op 50 meter van de toen aanwezige peutercrèche aan de Dorpsstraat 50 gebouwd. Weliswaar is daarbij destijds aangegeven dat de wettelijke afstand 100 meter was, maar gelet op het feit dat een bestaande rundveestal dichter bij de peutercrèche stond en deze hiervoor buiten gebruik zou worden gesteld is daarmee akkoord gegaan. Het bedrijf valt inmiddels van rechtswege onder het Besluit landbouw milieubeheer. In 1993 heeft de Woningbouwvereniging de peutercrèche gekocht en op deze plaats een plan ingediend voor een kantoorgebouw en werkplaats. Het kantoorgedeelte zou op circa 34 meter van de rundveestal komen te staan en hierbij is door de gemeente aangegeven dat slechts medewerking zou worden verleend indien dit gedeelte van het gebouw op tenminste dezelfde afstand zou komen als de peutercrèche van de stal was gesitueerd. Dit bleek 45 meter te zijn en het kantoor is destijds op 46 meter van de stal gerealiseerd. De werkplaats is op iets meer dan 30 meter van de stal gesitueerd. De VOF heeft bij de gemeente te kennen gegeven dat ze een nieuwe rundveestal willen bouwen aan de westzijde van de bestaande rundveestal. Deze komt dan dichter 3

bij het gebouw van de Woningbouwvereniging te staan (circa 20 meter van de werkplaats en circa 40 meter van het kantoor van de Woningbouwvereniging). De heer Van Klaren is medegedeeld dat de werkplaats volgens de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij mogelijk als geurgevoelig object moet worden beschouwd. Dit vanwege de nu ontstane jurisprudentie rondom het begrip geurgevoelig object uit de wet. Verder is medegedeeld dat de beoogde nieuwe rundveestal ook dichter bij het kantoorgebouw komt en het hele gebouw van de Woningstichting in het nieuwe geurbeleid is aangemerkt als gelegen binnen de bebouwde kom. Dit betekent concreet dat bij een uitbreiding in rundvee een afstand van 50 meter gehanteerd moet worden tot een geurgevoelig object. Los van de discussie of de werkplaats een geurgevoelig object is, kan hier in de bestaande maar ook in de nieuwe situatie niet aan worden voldaan. De vraag van de heer Van Klaren is dus concreet of het gebouw van de Woningbouwvereniging niet buiten de gebiedsindeling van de bebouwde kom kan worden gelegd, zodat de afstand nog slechts 25 meter is bij het nieuwe geurbeleid. Beantwoording zienswijze: Volgens de Wet geurhinder en veehouderij dient een afstand van 100 meter tot geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom en 50 meter tot geurgevoelige objecten in het buitengebied gehanteerd te worden. De Wet geeft de mogelijkheid deze afstanden maximaal te halveren met een lokaal geurbeleid. Van deze versoepeling heeft de gemeente Lopik gebruik gemaakt. Verder geeft de Wet geurhinder aan dat voor een afwijkende norm of afstand het bestaande beleid leidend moet zijn. In de geurgebiedsvisie is in hoofdstuk 3 uitvoerig het bestaande beleid beschreven. Hierin is aangegeven dat vanuit het provinciale beleid de rode contouren uit het Streekplan leidend zijn voor de begrenzing van de komgebieden en vanuit het gemeentelijke beleid de plangrenzen van het bestemmingsplan buitengebied leidend zijn. Deze lopen op detailniveau ten noorden van de kern Lopik niet helemaal gelijk. Wanneer wordt gekeken naar het gebruik van het pand van de Woningbouwvereniging kan worden gesteld dat deze als stedelijke voorziening kan worden beschouwd. Nu het gehele pand van de Woningbouwvereniging zowel binnen de rode contouren uit het Streekplan als het bestemmingsplan van de bebouwde kom is gelegen en het gebruik geen banden heeft met het buitengebied, zijn wij van mening dat dit pand aangemerkt wordt als geurgevoelig object in de bebouwde kom. Dit betekent dat een afstand van 50 meter gehanteerd moet worden tussen het geurgevoelige deel van het gebouw van de Woningstichting en het emissiepunt van de stal van VOF Van Klaren- Wagter. Of de melkstal als emissiepunt moet worden gezien of de werkplaats als geurgevoelig object is niet ter discussie bij de geurverordening, maar zal bij een milieuvergunning of bestemmingswijziging moeten worden bekeken. Uitsluitend de vraag of het gebouw van de woningbouwvereniging binnen of buiten de bebouwde kom ligt, staat ter discussie bij deze geurverordening. Wanneer naar het bestaande beleid en wettelijke kader wordt gekeken kan uitsluitend worden geconcludeerd dat deze binnen de bebouwde kom is gelegen. Zoals bekend zijn wij voornemens om een structuurvisie op te stellen. Het gebied ten noorden van de Dorpsstraat zal nadrukkelijk in deze visie aan de orde komen. Als uit de structuurvisie blijkt dat er een andere visie voor het gebied kan worden vastgesteld, dat thans het geval is, dan kan er een bijstelling van het geurbeleid plaatsvinden. De inspraakreactie is voor ons geen aanleiding om de grenzen van de bebouwde kom Lopik anders te leggen. Wij merken daarbij op dat binnen het bouwperceel van de maatschap mogelijkheden zijn om te voldoen aan de noodzakelijke afstanden. 4

Procedure: Om de belangen van eenieder te betrekken, heeft volgens de Inspraakverordening gemeente Lopik 2004 de ontwerp-geurgebiedsvisie en ontwerpverordening van 24 december 2008 tot en met 4 februari 2009 ter inzage gelegen. Zoals bij de ontwerpversie bij u is aangegeven, wordt nu na deze inspraak de geurgebiedsvisie en verordening samen met de inspraakreacties opnieuw aan uw raad voorgelegd ter vaststelling. Tegen dit besluit is geen verdere beroepsprocedure mogelijk. Wettelijke basis/referendabiliteit: Wet geurhinder en veehouderij, Algemene wet bestuursrecht. Financiële toelichting: N.v.t. Lopik, 17 maart 2009 Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Lopik; de secretaris, de burgemeester, (H. Capel) (mw. mr. R.G. Westerlaken-Loos) 5