Bouwen voor de toekomst Duurzaam Bouwen beleid gemeente Nieuwegein



Vergelijkbare documenten
Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Korte evaluatie Plan van aanpak duurzaam bouwen (1999)

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding

NOTA KWALITEIT WONEN DE KWALITEITSEISEN

- zorgvuldig materiaalgebruik, rekening houdend met grondstoffen, productie en leefomgeving. 1 )

TER KENNISNAME. Onderwerp : Klimaatbeleid (energiebeleid) de commissie grondgebiedzaken

Auteurs: Martin Liebregts en Haico van Nunen

Aanpak energiebesparing woningvoorraad Portaal Nijmegen. 13 mei 2014 Stephan Huisman afdeling Strategie & Vastgoed Senior projectleider

Bevordering naleving Ventilatie en EPC regels. Verslag uitgevoerde activiteiten Datum 13 december 2010 Status Definitief

Bij grootschalig renovaties (met een investeringsniveau van minimaal C , -) wordt een 2 label sprong GPR gehanteerd.

NOTA WOONKWALITEIT. Gemeente Woerden

Samenvattend overzicht bod corporaties reactie gemeente

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Publieksdiensten. B&W voorstel Aanpassen checklisten Duurzaam Bouwen regio Zuid-Holland Zuid

OPZET KLIMAATPLAN

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

KANSEN VOOR DUURZAME ENERGIE BIJ HERSTRUCTURERING VAN NAOORLOGSE WIJKEN

u kunt er niet omheen

Duurzaamheid Van ambitie naar werkelijkheid

Nieuwsbrief 3 Masterplan Rijnstate Arnhem bewoners Alteveer/Cranevelt

Bijlage I Investeringen en energielasten Energiesprong woningbouw Maria van Bourgondiëlaan te Eindhoven. 1 Inleiding

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

V O O R S T E L A A N D E R A A D

B&W-Aanbiedingsformulier

Energie Bouwbesluit en het Activiteitenbesluit

Bijeenkomst Bouwstenen voor sociaal GPR en verder met gedeeld belang

Presentatie de Zonnewoning. Kennismaken met een duurzaam, comfortabel en energiezuinig woonconcept

Duurzaam Bouwen Nota duurzaam bouwen Leidschendam-Voorburg

De Energiebesparingsverkenner woningbouw voor professionals

BIJLAGE 1. Uitvoeringsprogramma Duurzaam Bouwen

Samen energie besparen! Convenant Energiebesparing Gemeente Kerkrade

- in aanvulling op en ter nadere uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden (ASV);

GPR Gebouw 4.1. Inzicht in meerkosten van ambities Actualisatie Samenvatting. Rapportnummer Versie Status definitief

BELEIDSREGEL SOCIALE WONINGBOUW

Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Raadsinformatieavond... Warmte in Utrecht. Stan de Ranitz en Ilse van den Breemer. Utrecht 10 maart 2016

Prestatieafspraken Gemeente IJsselstein / / Gemeente *7/ IJsselstein Providesv

Energieverspilling is zinloos

Onderwerp Implementatie en onderhoud Gemeentelijke Prestatie Richtlijn (GPR) Gebouw 2014

Een kwaliteitsbeheersysteem. voor verbetering van binnenmilieu en energiegebruik bij renovatie van sociale meergezinswoningen

Samenvatting: Winst en waarde van energie renovaties in de woningbouw

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent.

SUGGESTIES VOOR INHOUD PRESTATIE-AFSPRAKEN. TUSSEN GEMEENTE en WONINGCORPORATIES en HUURDERS

Raadsvergadering 6 december Portefeuillehouder C.Koppenol

Selectie van Meer met Minder -proefprojecten

EPA maatwerkadvies en energielabelling bestaande vrije sector woningen.

NEDERLAND, GRONINGEN, APPINGEDAM, OPWIERDE-ZUID: AARDGASVRIJ! in samenwerking met:

Notitie energiebesparing en duurzame energie

W/E Rapport De Binnentuin, Overschie: Kwaliteitsbeeld met GPR Gebouw

Menukaart Klimaatneutrale Zelfbouw

Een duurzame toekomst voor uw vastgoed

Duurzaamheid in Boswinkel Oost

Programma van Eisen Frisse Scholen april 2012

Programmabegroting

Onze Ambitie : De gemeente OOsterhOut wil een DuurzAme gemeente zijn en een Actieve bijdrage leveren AAn een schone, veilige

RAADSVOORSTEL Behoud en renovatie flat 11, Kerckebosch

Inzicht van beleid tot bouw

Van intentieovereenkomst naar omgevingsvergunning

Helmonds Energieconvenant

SUGGESTIES VOOR INHOUD PRESTATIE-AFSPRAKEN. TUSSEN GEMEENTE en WONINGCORPORATIES en HUURDERS

Bouw zelf je eigen droomhuis. Woonstad Rotterdam maakt het mogelijk in het Oude Westen

WOONLASTENAGENDA BrabantWonen

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma

Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd:

DUURZAAM BOUWEN: de moderne aanpak

samen maken we de stad, toch?

In de bijlagen is het voorstel meer in detail uitgewerkt. De belangrijkste punten zijn hieronder kort samengevat:

Een duurzame toekomst voor uw vastgoed

SAVE. - Verbeterd wooncomfort, lagere woonlasten -

PRESTATIECONTRACT WONEN

Leegstand kantoren en gebouwen. Ervaringen in Nieuwegein en rol Jutphaas Wonen 16 oktober Marco van Dijk

ACTIVITEITEN AMSTERDAM

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed

Sprokkelenburg Bijeenkomst 12 december 2011

ENERGIE BESPARING IN DE AMERSFOORTSE HUURSECTOR

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Bestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling

Rotterdam. Stook je rijk Monitoring Energiebesparing Huursector

Beleidsnotitie: Van duurzaam bouwen (dubo) naar toekomstgericht bouwen en wonen

Informatie over bouwplannen die afwijken van een bestemmingsplan. Voor particuliere grondeigenaren, projectontwikkelaars en woningcorporaties

Sector- en keteninitiatieven

Regiobijeenkomst Arnhem 6 juni 2013

beleid tot bouw Inzicht van PI' i l i

Rapportage Energiebus. BC Kleine Jan, Huizen

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Investeren in groen en betaalbaar wonen

Overeenkomst uitvoering energiebesparende maatregelen

Effecten Amsterdamse labelstappensubsidie t.b.v. Leerkring 27 juni rol van de bewoners bij renovatie van woningvoorraad naar energieneutraal

neutraal & aardgasvrij

gemeente Eindhoven Uitleg bij de indicatoren behorende bij de einddoelen van het programma Duurzaamheid

CO 2. -Ketenanalyse. Duurzaamheidsprestaties in de waardeketen. Het slimme duurzame bouwconcept. Van VolkerWessels

Experiment toepassen zonne-energie Castellum in Oudheusden

Energiebesparing in de bouw

Corporatie zoekt externe investeerder - Plan van aanpak

Algemeen Sociaal Plan en Participatieprotocol Nieuwegein Bij sloop of renovatie

OFFERTEVOORSTEL. Energieadviezen woningen particuliere verhuurders

MEMO Duurzaamheid Justus van Effencomplex

Stook je rijk Rondetafel Energiebesparing in de Helmondse huursector. 29 Oktober 2014

Transcriptie:

Duurzame Ontwikkeling Bouwen voor de toekomst Duurzaam Bouwen beleid gemeente Nieuwegein Raadsnummer 2007-380 Datum 10 december 2007 Auteur Brigit Valentijn Versie definitief

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 2 (28) Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Leeswijzer... 4 2 Geschiedenis van duurzaam bouwen... 5 2.1 Wat valt onder duurzaam bouwen en wat niet?... 5 2.2 Duurzaam bouwen in Nederland 1990-2006... 5 3 Duurzaam Bouwen beleid Nieuwegein 1995-2005... 7 3.1 Inleiding... 7 3.2 Nieuwbouwwoningen... 7 3.3 Bestaande woningvoorraad... 9 3.4 Utiliteitsbouw...13 3.5 Ruimtelijke ontwikkelingen...13 3.5.1 Projectgebonden aanpak...14 3.6 Ontbrekende schakels...17 4 Duurzaam bouwen beleid Nieuwegein 2007-2010...18 4.1 Ingrediënten voor het nieuwe duurzaam bouwen beleid...18 4.2 Voorstel voor nieuw beleid...19 4.3 Prestatie-eisen Nieuwbouw...20 4.4 Prestatie-eisen bestaande bouw...23 4.5 Raakvlakken klimaatbeleid duurzaam bouwen...25 5 Samenvatting voorstel nieuw beleid duurzaam bouwen 2007...27 2

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 3 (28) 1 Inleiding Het verkrijgen van de voorbeeldstatus duurzaam bouwen in 1996 voor het ontwerp van het niet gerealiseerde gemeentehuis Het Huis met de Pet, was het startschot voor het duurzaam bouwen beleid in de gemeente Nieuwegein. Als gevolg daarvan wordt nu met een hoge milieuambitie de gehele binnenstad vernieuwd. In 1997 heeft de gemeenteraad de uitgangspunten voor duurzaam bouwen woningbouw vastgesteld en in 1998 de intentieverklaring Afsprakenprogramma Duurzame Utiliteitsbouw ondertekend. Deze nota s komen in het vervolg van dit hoofdstuk nog ter sprake. Het huidige duurzaam bouwen beleid van Nieuwegein kenmerkt zich zoals in veel Nederlandse gemeenten, door het gebruik van omvangrijke maatregelenlijsten. Op zich is een overzicht aan maatregelen een goede manier om ambities vast te leggen en te monitoren. Een nadeel is echter dat de maatregelen regelmatig geactualiseerd moeten worden, om op nieuwe kennis en regelgeving in te spelen. Verder is niet altijd inzichtelijk welk milieuvoordeel de verschillende maatregelen opleveren. Veel Nederlandse gemeenten zijn de laatste jaren op zoek naar een andere manier om de integratie an duurzaam bouwen in andere beleidsterreinen te waarborgen. De tendens is dat er steeds meer gewerkt wordt met prestatie-eisen in plaats van omvangrijke maatregelenlijsten. Dit is ook de weg die de gemeente Nieuwegein wil inslaan. Met deze nota wordt duidelijke gemaakt op welke manier het duurzaam bouwen beleid in de toekomst wordt vormgegeven. Een ontwikkeling op nationaal niveau is het Klimaatconvenant volgens het BestuursAkkoord Nieuwe Stijl (BANS) 1 In het kader van het BANS heeft de gemeente Nieuwegein een klimaatbeleid opgesteld voor de periode 2004-2008. Het gemeentelijke duurzaam bouwen beleid dient op de uitgangspunten van het Nieuwegeinse klimaatbeleid te zijn afgestemd, zoals verwoord in het Uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid. Binnen het BANS uitvoeringsprogramma neemt woningbouw, bedrijven en gemeentelijk gebouwen een belangrijke plaats in. Om deze doelstellingen te halen moet veel aandacht worden besteed aan duurzaam bouwen, van zowel woningen als van utiliteitsbouw. 1 Het BANS is een subsidieregeling van het ministerie van VROM en komt voort uit het Kyotoprotocol. Met het uitvoeren van de BANS-opgave draagt de gemeente Nieuwegein evenredig bij aan het Kyotoprotocol, namelijk 55 ton CO2-reductie. De gemeente Nieuwegein heeft in 2004 een BANS subsidie toegekend gekregen. 3

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 4 (28) 1.1 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de geschiedenis van het duurzaam bouwen in Nederland beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op duurzaam bouwen in Nieuwegein in de jaren 1990 2006. Hoofdstuk 4 gaat over de toekomst van duurzaam bouwen in Nieuwegein. Op basis van de ervaringen die in deze periode zijn opgedaan en rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen, worden aanbevelingen gedaan voor het nieuwe duurzaam bouwen beleid. Deze voorstellen worden tenslotte nog even samengevat aan het eind van de nota in hoofdstuk 5. 4

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 5 (28) 2 Geschiedenis van duurzaam bouwen 2.1 Wat valt onder duurzaam bouwen en wat niet? Het beleid duurzaam bouwen richt zich op gebouw- en wijkniveau. De volgende thema s zijn hiervoor aan de orde: Energie: Materialen; Water; Binnenmilieu (waaronder vocht, emissies, temperatuuropbouw, geluidwering). Het stedenbouwkundige schaalniveau en de grond-weg-waterbouw (GWW) blijven buiten beschouwing, maar worden behandeld in eigen beleid, zoals verduurzaming van de openbare verlichting. Daarmee zijn de stedenbouwkundige thema s waterbeheer, natuur & ecologie en verkeer niet onderdeel van het beleid duurzaam bouwen. Ook de onderwerpen Duurzaam Inkopen en de Inkoop van Energie (voor gemeentelijke gebouwen en openbare verlichting) komen aan bod in aparte beleidsnota s. 2.2 Duurzaam bouwen in Nederland 1990-2006 De aandacht voor duurzaam bouwen begon in Nederland, zoals in de meeste West-Europese landen, rond het jaar 1990. Vanaf circa 1995 kwam duurzaam bouwen in een stroomversnelling, zowel op landelijk als ook op lokaal niveau. Belangrijke mijlpalen op landelijk niveau waren: De introductie van de verplichte Energie Prestatie Norm (EPN) voor nieuwbouwprojecten. Het programma Nationale Voorbeeldprojecten Duurzaam en Energiezuinig Bouwen van NOVEM en Stichting Experimenten Volkshuisvesting (SEV). De Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen van Stichting Bouwresearch eerst alleen voor nieuwbouw woningen en utiliteitsbouw, later ook voor de bestaande woningvoorraad, de grond-weg-waterbouw en voor de stedenbouw. De oprichting van het Nationaal Dubo Centrum. Verschillende stimuleringsregelingen voor particuliere en professionele opdrachtgevers in de bouw, waaronder de Groenregeling, de EIA- en VAMIL- 5

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 6 (28) regeling (Energie Investerings Aftrek en Vervroegde Afschrijving Milieuinvesteringen), de EPA-regeling (Energie Prestatie Advies), het programma OEI (Optimalisatie Energie Infrastructuur). De ontwikkeling van instrumenten om milieuprestaties in de bouw meetbaar te maken, waaronder de EPN (Energie Prestatie Normering), de EPL (Energie Prestatie op Locatie, EPL = EPC + infrastructuur), de door marktpartijen ontwikkelde rekenmodellen GreenCalc en EcoQuantum en de eveneens door een marktpartij ontwikkelde DCBA-methodiek. Het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS) Het project Duurzame Stedelijke Vernieuwing (DSV) van het ministerie VROM. Het gebruik van de maatregelenlijsten uit de Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen is niet verplicht maar werd de afgelopen jaren in Nederland op vrijwillige basis breed toegepast. De Nationale Voorbeeldprojecten, maar ook vele lokale voorbeeldprojecten, lieten zien wat er mogelijk is op het gebied van duurzaam bouwen. De Voorbeeldprojecten werden gemonitord en geëvalueerd, zodat het effect van de verschillende maatregelen inzichtelijk werd. De maatregelenlijsten uit de Nationale Pakketten werden tot december 2005 regelmatig geactualiseerd en daarbij aan veranderde inzichten en regelgeving aangepast. Op lokaal niveau hebben veel gemeenten, zo ook de gemeente Nieuwegein, een eigen beleid voor duurzaam bouwen ontwikkeld. Sinds 1997 heeft de gemeente Nieuwegein een duurzaam bouwen beleid voor nieuwbouw woningen. Dit beleid is gebaseerd op de maatregelenlijsten uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen Woningbouw. Aanvullend werden er in verschillende regio s in Nederland Convenanten Duurzaam Bouwen gesloten tussen de lokale overheid en bij de bouw betrokken organisaties, waaronder projectontwikkelaars, woningcorporaties en aannemers. De gemeente Nieuwegein heeft in 2003 een Prestatieovereenkomst gesloten met de drie binnen de gemeente actieve woningcorporaties 6

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 7 (28) 3 Duurzaam Bouwen beleid Nieuwegein 1995-2005 3.1 Inleiding Binnen de gemeente Nieuwegein zijn voor de verschillende bouwopgaven beleidsplannen en overeenkomsten vastgelegd die gerelateerd zijn aan duurzaam bouwen. De belangrijkste gemeentelijke beleidsplannen en overeenkomsten vanuit het perspectief van duurzaam bouwen zijn: Beleidsplan duurzaam bouwen voor nieuwbouwwoningen (1997); Intentieverklaring Afsprakenprogramma Duurzame Utiliteitsbouw (1998); Bestuurlijke bandbreedte Blokhoeve (1998) Milieubeleidsplan 1999-2002; Binnenstad: duurzaamheidsvisie herstructurering binnenstad Nieuwegein (1999) & deelnota Milieu & Duurzaam Bouwen (2000) Duurzaamheidvisie bedrijvenpark Het Klooster (2000) Nota Wonen 2005-2008 / Woonvisie Kijk hier wil ik wonen (vervangt Nota Wonen 2001-2005) Prestatieovereenkomst Wonen 2003-2006 Prestatieovereenkomst Wonen 2007-2010 BANS-uitvoeringsprogramma 2004-2008 In de praktijk van de afgelopen jaren is er voor de ambities op het gebied van duurzaam bouwen een onderscheid gemaakt tussen verschillende bouwopgaven, waaronder nieuwbouwwoningen, bestaande woningvoorraad, utiliteitsbouw en ruimtelijke ontwikkelingen. Deze bouwopgaven zijn hieronder verder uitgewerkt. Voor grotere projecten, die begeleid werden door de toenmalige afdeling Projectmanagement van de sector Stadsontwikkeling, werd over het algemeen een eigen projectgebonden aanpak gebruikt. 3.2 Nieuwbouwwoningen In het beleidsplan duurzaam bouwen voor nieuwbouwwoningen (1997) is een minimumniveau voor duurzaam bouwen vastgesteld. Het minimumniveau werd bepaald met behulp van een checklist, het maatregelenpakket Duurzaam Bouwen Woningbouw Gemeente Nieuwegein. Deze checklist is gebaseerd op het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen en moest als volgt worden toegepast: 7

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 8 (28) alle vaste maatregelen dienen standaard bij ieder woningbouwproject te worden toegepast; de kostenneutrale of kostenbesparende variabele maatregelen dienen eveneens standaard te worden toegepast; uit de overige (kostenverhogende) variabele maatregelen dient een op het desbetreffende bouwproject toegesneden pakket te worden toegepast, zodat in totaal een meerinvestering van 1% van de stichtingskosten (inclusief grondkosten) wordt bereikt. Oorspronkelijk was het de intentie dat de checklist wordt ingevuld door de architecten en/of projectontwikkelaars en samen met de bouwaanvraag bij de gemeente wordt ingediend. Ook wilde de gemeente Nieuwegein de mogelijkheid bieden om al in een eerdere fase een conceptversie in te dienen bij de toenmalige afdeling Bouw- & Woningtoezicht (BWT), om eventuele vragen of knelpunten te bespreken. De checklist voor duurzaam bouwen werd samen met het stedenbouwkundig plan en het programma van eisen naar de architecten van nieuwbouwlocaties gestuurd. De praktijk heeft geleerd dat het initiatief voor het invullen van de checklist in de meeste gevallen vanuit de gemeente zelf moest komen. Architecten en projectontwikkelaars lieten de checklist te lang liggen en moesten herhaaldelijk erop gewezen worden dat zij deze nog moesten invullen. Om de drempel te verlagen werd er na een tussenevaluatie in 2002 vanuit de toenmalige afdeling Milieu gekozen voor een andere aanpak: er werden afspraken gemaakt met architecten en projectontwikkelaars om samen de checklist in te vullen. Tijdens deze afspraken werd ook direct voorlichting en advies gegeven. De ingevulde checklist werd vervolgens samen met het definitief ontwerp bij de afdeling Milieu (nu afdeling Duurzame Ontwikkeling) ingediend. De toetsing werd uitbesteed aan een extern bureau, het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE). Toetsing vond alleen plaats bij woningbouwprojecten die door afdeling Projectmanagement werden getoetst, dus niet bij kleine, losse gebouwen. Deze nieuwe aanpak bleek veel effectiever, er was ondanks de extra afspraak minder tijd nodig voor het achterhalen van de benodigde informatie en de doorlooptijd van de toetsing werd korter. Voor de toetsing van de plannen werd tot 2005 gebruik gemaakt van het instrument Dubo-op-Maat. Dit is een prestatiegericht beslismodel waarmee een afweging gemaakt kan worden tussen verschillende mogelijkheden om duurzaam te bouwen. Dit instrument baseert zich ook op de maatregelenlijsten uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. Alle maatregelen zijn gekoppeld aan een meetbare waardering op grond waarvan een eindscore voor verschillende milieuthema s werd berekend. Het instrument werd door het NIBE e.a. ontwikkeld. Omdat sinds 2006 wordt het Nationaal Pakket niet meer ge-update wordt is DuBO op-maat aan het verouderen. Er is een nieuw instrument beschikbaar: GreenCalc+, de nieuwe versie van het rekenmodel GreenCalc, dat oorspronkelijk was ontwikkeld om de mate van duurzaamheid van kantoorgebouwen te berekenen. Deze nieuwe versie, GreenCalc+, is ook geschikt voor andere gebouwfuncties, waaronder woningen, scholen, gezondheidscentra en de beoordeling van de milieuprestatie op wijkniveau. Het rekenmodel GreenCalc werd al eerder binnen de gemeente Nieuwegein gebruikt, 8

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 9 (28) bijvoorbeeld voor het vastleggen van ambities voor de herstructurering van de binnenstad. Sinds december 2005 wordt het rekenmodel GreenCalc+ binnen de gemeente Nieuwegein ook gebruikt voor de beoordeling van nieuwbouwwoningen bij de uitbreidingswijk Blokhoeve, deellocatie Het Blok. Hiermee is al een eerste stap gezet op de weg van maatregelenlijsten naar prestatie-eisen. Milieuambities voor de herstructurering van de binnenstad voor de periode 2004 en 2005. Milieuindex 100 is gedefinieerd als duurzaamheidscore voor de gebouwsoort in 1990. Sinds 1990 is er aandacht voor duurzaam bouwen, dit vormt dus de referentiesituatie. Voor het nieuwe gemeentehuis van Nieuwegein wordt naar een milieu-index van 230 gestreefd. Dit komt overeen met het topniveau. Gemiddeld bereikten Nederlandse kantoorgebouwen in de periode 2004-2005 een score van 140. Het was oorspronkelijk de intentie om bouwprojecten ook in de fase na indiening van het definitief ontwerp te begeleiden, bijvoorbeeld door controle op uitvoering van duurzaam bouwen maatregelen op de bouwplaats. Ook zou er een jaarlijks overzicht over de behaalde resultaten en geconstateerde knelpunten uitgevoerd worden. Deze intenties werden slechts in beperkte mate gerealiseerd. In de praktijk heeft de afdeling Bouw- & Woningtoezicht in de fase van werkvoorbereiding en uitvoering gecontroleerd op naleving van het Bouwbesluit en werden verdergaande kwaliteitstechnische eisen gecontroleerd door afdeling Milieu. Slechts sporadisch vond controle op de uitvoering van duurzaam bouwen maatregelen op en tijdens de bouw zelf plaats. Er vond geen jaarlijkse evaluatie plaats. Wonen (2000) 2 3.3 Bestaande woningvoorraad De Nederlandse gemeenten zijn conform de Rijksnota Mensen, Wensen, verplicht om ook voor de bestaande woningvoorraad een beleidskader duurzaamheid uit te werken. Volgens de Rijksnota moest er in de periode 2001-2005 naar gestreefd worden dat de woningcorporaties voor tenminste 30% van de sociale huurwoningen een Energieprestatieadvies (EPA) uitbrengen. Het Energie Prestatie Advies (EPA) stelt de energetische kwaliteit van een woning vast en geeft aan op welke wijze deze verbeterd kan worden. EPA kan worden toegepast op individueel woningniveau, maar ook op de gehele woningvoorraad. Naast inzicht in de kwaliteit 2 De nota mensen, wensen, wonen is in 2000 door het ministerie van VROM gepubliceerd. In deze nota legt het ministerie zijn visie op het wonen in de 21de eeuw neer. De burger wordt hierbij centraal gesteld. 9

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 10 (28) van de woningvoorraad geeft een EPA ook een beeld van de investeringen en besparingen op energiegebied. De uit de EPA volgende maatregelen dienen, voor zover mogelijk binnen de reële financiële ruimte, uitgevoerd te worden. Verder werd op nationaal niveau gestreefd om: alle loden drinkwaterleidingen in huurwoningen te vervangen; het gebruik van zonne-energie te stimuleren: informatie te verstrekken over asbest in de woningen. In Nieuwegein is in 2001 de gemeentelijke Nota Wonen 2001-2005 3 vastgesteld. Deze nota werd in 2005 vervangen door de Woonvisie Kijk hier wil ik wonen 4. Thema s die in de Woonvisie worden behandeld en raakvlakken hebben met duurzaam bouwen zijn: aanpasbaar bouwen met het oog op de te verwachten vergrijzing is er binnen de gemeente Nieuwegein bijzondere aandacht voor wonen voor ouderen en voor levenscyclusbestendige woningen; kwaliteitsverbetering van de herstructureringslocaties onder meer door de kwaliteiten van water en groen beter te benutten; verbeteren leefbaarheid door woonmilieudifferentiaties. De gemeente Nieuwegein heeft met de drie in Nieuwegein actieve woningcorporaties Jutphaas Wonen, Stichting Mitros en Portaal Utrecht, de Prestatieovereenkomst Wonen 2003-2006 gesloten. Omdat de Prestatieovereenkomst niet wettelijk verplicht is, maar op vrijwillige basis werd vastgelegd, was en is het voor de gemeente moeilijk om aanvullende eisen op het gebied van duurzaam bouwen vast te leggen. De volgende afspraken zijn in de Prestatieovereenkomst 2003-2006 vastgelegd: Bij renovatieprojecten laten de corporaties voor de verschillende woningtypes een EPA uitvoeren en resultaten meewegen. De gemeente en de corporaties benoemen drie herstructureringslocaties: Lekboulevard-Hoogzandveld (sloop/nieuwbouw, herstructurering van het totale plangebied, verbeteren woonmilieudifferentiaties, bijzondere aandacht voor wonen en zorg voor senioren, realisatie volgens planning 2004 t/m 2015), Oud- Jutphaas (herstructurering met nieuwbouw, hoog niveau renovatie, sloop en verkoop, aandacht voor ouderen, realisatie volgens planning 2002 t/m 2004, inmiddels gereed) en Wijkersloot (onderzoek en studie in het kader van het Structuurplan Binnenstad. Het project is in 2006 en in 2007 nog niet aan de orde). De corporaties streven naar toepassing van dubo-maatregelen indien dit kostenneutraal kan plaatsvinden. De gemeente heeft eind 2003 een lijst met kostenneutrale dubomaatregelen aan de drie corporaties overhandigd. Deze lijst was ook gebaseerd op het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. Met behulp van het rekenmodel GreenCalc is een 3 Nota wonen: raadsnummer 2001 083. 4 Woonvisie, kijk hier wil ik wonen, 15 december 2005, raadsnummer 2005 208. 10

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 11 (28) inschatting gemaakt van de milieueffecten van de verschillende maatregelen. Op basis van de milieueffecten werd een onderverdeling gemaakt in drie milieubelangen: maatregelen met hoogste prioriteit; belangrijke maatregel; verstandige maatregel, maar geen prioriteit. In de praktijk vond er in de periode 2003-2005 vanuit de gemeente geen controle plaats op de uitvoering van bovengenoemde afspraken uit de Prestatieovereenkomst. Er was nauwelijks contact tussen afdeling Milieu en de corporaties. Wel was er regelmatig contact tussen de woningcorporaties en de gemeentelijke afdeling Wonen & Economische Zaken. In 2006 is er door afdeling Duurzame Ontwikkeling (voorheen afdeling Milieu) een evaluatie met behulp van vragenlijsten uitgevoerd naar de duurzaam bouwen praktijk binnen de woningcorporaties voor de periode 2003-2006. De omvang van het woningbezit loopt voor de drie corporaties sterk uiteen. De onderstaande tabel biedt een overzicht van het aantal woningen in bezit van de corporaties, het aantal EPA-onderzoeken en de uitgevoerde en voor 2007 verwachte renovaties. Aantal woningen per corporatie Aantal woningen waarvoor in 2003 2005 een EPA-advies is uitgevoerd Aantal woningen in 2003 2006 gerenoveerd Aantal woningen die naar verwachting in 2007 worden gerenoveerd Aantal woningen in 2003 2006 gesloopt Jutphaas wonen 1.596 woningen in Nieuwegein (peildatum 1 januari 2007), alleen bezit in Nieuwegein 231 290 Stichting Mitros 5.792 woningen in Nieuwegein (peildatum 1 januari 2007), totaal circa 31.000 verhuureenheden (in Utrecht en Nieuwegein) In Nieuwegein is voor 99% van de woningen een EPA-advies uitgevoerd (= 5.666 woningen), totaal voor circa 28.000 woningen (in Utrecht en Nieuwegein) Geen grootschalige renovaties Portaal Utrecht 1.313 woningen in Nieuwegein (peildatum 1 januari 2007), totaal circa 60.000 huishoudens (in heel Nederland) Geen EPA s uitgevoerd voor woningen in het bezit van regiobedrijf Utrecht, dus ook niet in Nieuwegein. Reden is volgens Portaal de onduidelijkheid mbt wettelijk kader en afspraken / richtlijnen inventarisatie. Er wordt een versoepeling voor woningcorporaties verwacht. Opstart is gepland in 2007. Geen (in Nieuwegein) 300 36 Geen (in Nieuwegein) 12 Geen Geen (in Nieuwegein) 11

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 12 (28) Aantal woningen naar verwachting in 2007 gesloopt Communicatie met bewoners bij renovatie / groot onderhoud Jutphaas Stichting Mitros Portaal Utrecht wonen Geen Geen Geen (in Nieuwegein) Via info avonden, overleg bewonerscommissie, info-brieven, individuele gesprekken en uitnodigingen tot doen van keuzes in de woonwinkel van de corporatie Via Nieuwsbrieven, bewonersavonden, bewonerscommissie. Internet, brieven Via Nieuwsbrieven en bijeenkomsten Totaal aantal 8.632 woningen in Nieuwegein (peildatum 1-7-2005). Dit zijn uitsluitend huurwoningen. EPA is gericht op woningen, waarvan de woningen in bezit van bouwvergunning is afgegeven voor 1 januari 1998. corporaties Aantal woningen 5.666 woningen van Stichting Mitros en 231 woningen van Jutphaas wonen is in totaal 5.897 woningen. Dit is 68% van de woningen in waarvoor een EPA is het bezit van corporaties. uitgevoerd Totaal aantal 26.000 (stand 2001). Voor woningen die na 2001 zijn gebouwd is een EPA niet zinvol. Het aantal EPA s dat door particulieren is uitgevoerd woningen in is niet bekend. Via het Servicepunt Wooncomfort zijn 6 EPA s Nieuwegein uitgevoerd. Uitgaande van 5.903 uitgevoerde EPA s beschikt 22,7% van alle woningen die tot 2001 in Nieuwegein zijn gebouwd over een EPA. Aantal woningen in bezit van de corporaties en uitgevoerde / verwachte renovatieprojecten. Behalve de genoemde instrumenten heeft iedere corporatie een eigen aanpak ontwikkeld. Zo worden bepaalde maatregelen standaard uitgevoerd bij renovatie- en/of onderhoudsprojecten. Uit bovenstaande tabel kunnen we concluderen dat er verschil bestaat in inzet van woningcorporaties voor wat betreft uitgevoerde EPA s. Woningcorporaties hebben eigen beleid waar het gaat om duurzaam bouwen, en leggen ook zelf accenten. Voor Mitros lag het accent duidelijk meer op het uitvoeren van EPA s dan voor de andere corporaties. Voor particuliere eigenaren van de bestaande woningvoorraad heeft de gemeente Nieuwegein in samenwerking met de gemeenten Amersfoort, Bunnik, Lopik, IJsselstein en Zeist, onder coördinatie van Ecofys en op initiatief van de Milieudienst Zuidoost Utrecht, het Servicepunt Wooncomfort opgericht. Via het Servicepunt Wooncomfort kunnen particulieren een EPA-advies voor hun woning laten uitvoeren en energiebesparende maatregelen realiseren voor een scherpe prijs. Het voordeel voor de particuliere eigenaar bestaat verder daarin dat heel veel uitzoek- en regelwerk uit handen wordt genomen. Het Servicepunt Wooncomfort is in 2005 van start gegaan. Om de particuliere eigenaren op de hoogte te stellen van dit nieuwe aanbod heeft de gemeente Nieuwegein twee publiciteitscampagnes uitgevoerd. Dit heeft in Nieuwegein geleid tot een aantal opdrachten voor vloerisolatie, HR++ glas, spouwmuurisolatie en HR-ketels. De actie is verlengd tot eind 2007. 12

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 13 (28) 3.4 Utiliteitsbouw De gemeente Nieuwegein heeft in het kader van het Afsprakenprogramma Duurzame Utiliteitsbouw (1998) 5 de intentie uitgesproken om ambities op het gebied van duurzaam bouwen te realiseren. De ambities en intenties van verschillende bouwpartijen zijn openbaar gemaakt in het dubo-register, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in twee ambitieniveaus: Basis en Plus. Beide niveaus zijn gebaseerd op het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen Utiliteitsbouw. De gemeente Nieuwegein heeft in het dubo-register de intentie vastgelegd om aan het Plus-niveau te voldoen. Dit houdt de volgende maatregelen in: toepassing van alle vaste maatregelen uit het Nationaal Pakket; integratie van duurzaam bouwen in de reguliere procesdocumenten; bij ieder gebouw opstellen van een gebruikershandleiding; toepassing van alle kostenneutrale variabele maatregelen uit het Nationaal Pakket; tenminste 30% van de niet-kostenneutrale variabele maatregelen voor één zelf te kiezen thema. 3.5 Ruimtelijke ontwikkelingen Voor de inrichting van de openbare ruimte zijn de uitgangspunten op het gebied van milieu vooral gericht op het grijze milieu: bodem, lucht en geluid. Er was in de periode 1990-2005 minder aandacht voor de overige duurzaamheidthema s zoals water, energie, mobiliteit, ecologie en afvalstoffen. Er is geen standaardaanpak vastgelegd voor de integratie van milieuaspecten in de openbare inrichting. Wel zijn er bij enkele projecten afspraken gemaakt voor de toepassing van duurzaamheidmaatregelen. De afdeling Milieu is bij elke grote ruimtelijke planontwikkeling vertegenwoordigd in de projectteams. Bij enkele stedenbouwkundige projecten werd voor de inbreng van duurzaamheidaspecten gebruik gemaakt van de Bestuurlijke Bandbreedte Methodiek (BBM). Screening met deze methodiek heeft bijvoorbeeld plaatsgevonden bij de uitbreidingswijken Galecopperzoom en Blokhoeve. Hemelwater BBM afvoer via riool top 100% 80% 100% volledige afkoppeling 80% Berekening BBM: Grenswaarde: 0% volledige afkoppeling (wel verbeterd gescheiden rioolstelsel) plus basis 0% 0% volledige afkoppeling (verbeterd gescheiden rioolstelsel) Streefwaarde: 100% volledige afkoppeling Behaalde waarde: 80% volledige afkoppeling Bandbreedte: 0 100 = -100 Behaalde bandbreedte: 0-80 = -80 bodem Bandbreedtescore: (-80( / -100) x 100% = 80% 5 collegebesluit uit 1998. 13

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 14 (28) Met de Bestuurlijke Bandbreedte Methodiek worden verschillende criteria voor duurzaam beoordeeld ten opzichte van de gangbare praktijk. Voorbeelden voor criteria die bij deze methode aan bod komen zijn energie, grondstoffen, afvalstoffen, ecologie, hemelwater, woningdichtheid, kantorendichtheid, intensief grondgebruik, geluidsbelasting, luchtkwaliteit, groen en water, veiligheid, aanwezigheid van primaire voorzieningen en openbaar vervoer. In bovenstaande figuur is het thema hemelwater uitgewerkt. Ook al is er geen standaardaanpak vastgelegd voor de integratie van duurzaamheid in de openbare inrichting, er zijn toch voor verschillende thema s afspraken gemaakt die raakvlakken hebben met dit onderwerp. Deze afspraken worden bij alle projecten binnen de gemeente gerealiseerd. Het gaat hierbij om de volgende thema s: Duurzaam Inkopen; duurzame omgang met grondstoffen (zoals gebruik maken van herbruikbare grondstoffen, voorkomen van gebruik van uitlogende grondstoffen); inkoop van energie voor gemeentelijke gebouwen en openbare verlichting. Binnen de gemeente Nieuwegein wordt tegenwoordig gewerkt aan een beleid voor Duurzaam Inkopen (DI). Sinds begin 2007 is weer een inkoopcoördinator aan de slag. Bij aanbesteding van bouw, schoonmaak e.d. worden duurzaamheidsaspecten als randvoorwaarde meegegeven. Ook is er binnen de gemeente aandacht voor een duurzame omgang met grondstoffen. Voor alle gebouwen in bezit van de gemeente en de openbare verlichting wordt Groene Stroom ingekocht (100%). Duurzaam Inkopen en inkoop groene stroom is onderdeel van de BANS-afspraken, en maakt daarnaast deel uit van de Gemeentelijke Interne Milieuzorg. 3.5.1 Projectgebonden aanpak Duurzaam bouwen werd in de afgelopen 10 jaar in de gemeente Nieuwegein bij grote projecten structureel meegenomen. Voor deze grotere bouwprojecten werden projectteams samengesteld, die geleid werden door een projectleider van de afdeling Projectmanagement. De projectteams bestonden meestal verder uit vertegenwoordigers van de toenmalige afdelingen Stedenbouw & Ruimtelijke Ordening, Milieu, Grondbedrijf, Planvorming en Wonen & Economische Zaken en Welzijn. Per project werd de milieuambitie bepaald die voor dat project haalbaar werd geacht. De belangrijkste kenmerken van deze projectgebonden aanpak waren: Milieu is vanaf het begin vertegenwoordigd in het projectteam; Milieu blijft in het gehele traject nauw betrokken; alle Programma s van Eisen (PvE s) worden mede samengesteld door Milieu. Tot de grote projecten binnen de gemeente waar in de afgelopen 10 jaar sprake was van een eigen projectgebonden aanpak voor de integratie van duurzaam bouwen, behoren de volgende projecten: Uitbreidingswijk Galecop Uitbreidingswijk Blokhoeve Bedrijventerrein en nieuwbouw sportaccommodaties Galecopperzoom 14

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 15 (28) Uitbreidingswijk Nieuw Vreeswijk Bedrijvenpark Het Klooster Herstructering van Lekboulevard / Hoogzandveld Herstructurering Binnenstad waaronder de nieuwbouw van het Gemeentehuis In de nieuwbouwwijk Galecop zijn bij de 77 zogenaamde Pandawoningen hoge ambities op het gebied van duurzaam bouwen gerealiseerd. De Pandawoningen zijn onderdeel van de reeks voorbeeldprojecten die het Wereld Natuurfonds heeft begeleid. Kenmerkend voor dit project is een strakke vormgeving met een groot glazen dak op de zuidzijde en kleine vensters aan de noordkant. Op het hellende glazen dak zijn zonnepanelen geïnstalleerd, die elektriciteit produceren. Wordt er meer elektriciteit geproduceerd dan op dat moment benodigd dan wordt het overschot aan het net teruggeleverd. De bewoners van Galecop kregen als eersten in Nederland de volledige stroomprijs vergoed door de leverancier. Daarnaast zijn er diverse energiebesparende maatregelen gerealiseerd zoals een slimme compartimentering van de woningen, betere isolatie dan gebruikelijk, stadsverwarming in combinatie met een laag-temperatuur-verwarmingssysteem en gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Dankzij al deze maatregelen bereikten de Pandawoningen een EPC van 0,69 in een tijd dat er in het Bouwbesluit een EPC van 1,2 werd geëist. Bij de Pandawoningen in Galecop zijn high-tech energiemaatregelen toegepast. Door temperatuursensoren en een computergestuurde regeling wordt het warmteaanbod afgestemd op de vraag. De woningen zijn opgeleverd in de periode december 1997 tot juni 1998. In 1996 werd het ontwerp voor het nieuwe gemeentehuis ( Het Huis met de Pet ) genomineerd als Nationaal Voorbeeldproject Duurzaam en Energiezuinig Bouwen. Het plan werd niet uitgevoerd, maar heeft wel ertoe geleid dat voor de vernieuwing van de binnenstad hoge milieuambities zijn vastgelegd. In 2005 werd een nieuw programma van eisen (PVE) voor het gemeentehuis opgesteld. Onderdeel van het PVE was het nastreven van ambities op het gebied van duurzaam bouwen. Deze hoge ambitie een GreenCalc milieu-index van 230 - wordt waarschijnlijk niet gehaald. 15

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 16 (28) De uitbreidingswijk Blokhoeve is onderverdeeld in drie deelgebieden. Het deelgebied De Lamellen is gerealiseerd, de deelgebieden Het Eiland en Het Blok zijn nog in ontwikkeling. De ambities voor duurzaam bouwen zijn voor De Lamellen op gebouwniveau vastgelegd, gemonitord en geëvalueerd met behulp van het rekenmodel Dubo op Maat, op wijkniveau met de Bestuurlijke BandbreedteMethodiek (BBM). Tijdens de uitvoering vond er bij deellocatie De Lamellen ook steekproefsgewijs controle plaats op duurzaam bouwen maatregelen. De uitbreidingswijk Blokhoeve bestaat uit drie deelgebieden (start realisatie 2002): Hierboven het deelgebied De Lamellen (start realisatie 2002). Op de nieuwbouwlocatie Galecopperzoom zijn sportaccommodaties gerealiseerd en is een bedrijventerrein gepland. Voor de bedrijven is een duurzaamheidscan verankerd in het gronduitgiftebeleid. Ook voor de bedrijven die zich willen vestigen op bedrijvenpark Het Klooster is een duurzaamheidscan verankerd in het gronduitgiftebeleid. De bedrijven die zich op deze bedrijventerreinen willen vestigen zijn verplicht om een duurzaamheidscan te laten uitvoeren. Hierbij wordt gekeken naar de bouwkundige voorzieningen en installaties en naar het productieproces. Na uitvoering van de scan wordt een advies gegeven over de maatregelen die het bedrijf kan nemen om de milieuprestatie te verbeteren. De nadruk ligt op maatregelen die zichzelf binnen 5 jaar terugverdienen. Verder wordt er bij het bedrijvenpark Het Klooster gestreefd naar 25% reductie van de CO 2 -uitstoot door een collectief duurzaam energieconcept te realiseren. Voor het collectieve energieconcept worden de mogelijkheden van windturbines en voor het realiseren van een biomassacentrale onderzocht. De CO 2 -uitstoot zal verder worden gereduceerd door gebouwgebonden maatregelen. Voor de uitbreidingswijk Nieuw-Vreeswijk geldt het Maatregelenpakket Duurzaam Bouwen Woningbouw Gemeente Nieuwegein. Er zijn geen aanvullende ambities voor duurzaam bouwen gerealiseerd. Het project is begin 2006 bijna 16

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 17 (28) afgerond, er zijn nog enkele vrije kavels te koop. Er vond bij dit project geen monitoring en evaluatie plaats op het gebied van duurzaam bouwen. Voor de herstructurering van de binnenstad zijn dubo-ambities uitgewerkt door het NIBE in overleg met afdeling Milieu en vastgelegd in de Beleidsnota Duurzaam Bouwen Binnenstad. De ambities voor nieuwbouwprojecten zijn gebaseerd op GreenCalc, waarbij voor verschillende gebouwfuncties prestatie-eisen zijn vastgelegd. Om de twee jaar vindt een herijking van deze ambitie plaats. De Palmtoren van E-concern is het eerste project dat in het kader van de herstructurering van de binnenstad zal worden gerealiseerd. De ambitie voor dit project is hoog: er wordt gestreefd naar één van de duurzaamste kantoortorens van Nederland. 3.6 Ontbrekende schakels Terugblikkend op het gemeentelijke duurzaam bouwen beleid van de periode 1990-2005 zijn de volgende ontbrekende schakels te signaleren: Het beleid voor nieuwbouwwoningen is helder vastgelegd, maar er ontbreekt bij sommige projecten controle op naleving van de vastgelegde ambities. De afspraken met de woningcorporaties zijn vrijblijvend. Iedere corporatie heeft een eigen standaardaanpak voor duurzaam bouwen. Er vindt zowel bij sloop/nieuwbouw als ook bij renovatieprojecten geen monitoring voor duurzaam bouwen plaats. Er is geen duurzaam bouwen beleid voor kleine, losse projecten, die uitgevoerd worden door particuliere opdrachtgevers. De afspraken voor de utiliteitsbouw zijn nogal vrijblijvend. De ambities bij utiliteitsbouwprojecten tonen daardoor grote verschillen. Voor alle bouwopgaven baseert de gemeente Nieuwegein het beleid op maatregelenlijsten, zoals over het algemeen gebruikelijk in deze periode. Deze lijsten zijn niet efficiënt in het gebruik en snel achterhaald. Dankzij nieuwe methodieken en beschikbare rekenmodellen is het voor de toekomst zinvol om de overgang te maken van maatregelenlijsten naar prestatie-eisen. Het duurzaam bouwen beleid is nog niet afgestemd op de nieuwe uitgangspunten van het gemeentelijke klimaatbeleid. Er zijn voor de gemeentelijke projecten voor de selectie van architecten en technische adviseurs geen criteria met betrekking tot duurzaam bouwen opgenomen in het beleid. Bij de grotere projecten, met een eigen projectgebonden aanpak voor duurzaam bouwen, zijn de genoemde aspecten soms wel ingevuld. 17

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 18 (28) 4 Duurzaam bouwen beleid Nieuwegein 2007-2010 4.1 Ingrediënten voor het nieuwe duurzaam bouwen beleid In de Kadernota 2008 en in het Collegeakkoord 2006 2010 is opgenomen dat het duurzaam bouwen beleid van de gemeente Nieuwegein in 2007 wordt herzien. Hierbij wordt het duurzaam bouwen beleid gerelateerd aan het klimaatbeleid. Hierbij aangetekend dat beleidsintensivering nodig is! volgende wensen: Door de afdeling Duurzame Ontwikkeling zijn de ambities vertaald in de De positieve ervaringen van de projectgebonden aanpak bij grotere projecten wil men graag voortzetten Er wordt voor alle projecten een brede basiskwaliteit gewenst, bijvoorbeeld in de vorm van een beperkt aantal maatregelen als Basiseisen. Het beleid moet actueel blijven. Daarom worden er aanvullend op de basiskwaliteit geen uitgebreide maatregelenlijsten meer gehanteerd. Er is een voorkeur voor prestatie-eisen. Herijking van de prestatie-eisen kan plaats vinden conform een vast tijdsschema (bijvoorbeeld om de twee jaar), maar dient ook gekoppeld te worden aan logische momenten (bijvoorbeeld aanscherping EPN). Er moet wel een houvast worden geboden hoe aan de prestatie-eisen kan worden voldaan, bijvoorbeeld door meerdere mogelijke maatregelenpakketten of voorbeeldprojecten die aan de eisen voldoen. Er bestaat de wens om naast de ambities (basiskwaliteit en aanvullende prestatie-eisen) ook een monitoringsysteem op te nemen in het duurzaam bouwen beleid. Met een dergelijk monitoringssysteem is vast te stellen welke eisen en maatregelen realiseerbaar zijn en welke niet. Op deze manier is de ambitie bij te stellen. De gerealiseerde kwaliteit van de gebouwen kan bijvoorbeeld inzichtelijk worden gemaakt met behulp van een kwaliteitssysteem (sterren of punten voor diverse kwaliteitsniveaus). Dit kwaliteitssysteem kan ook worden gebruikt als communicatiemiddel, bijvoorbeeld voor de jaarlijkse communicatie over de behaalde resultaten. De gemeente moet met haar eigen gebouwen een voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaam bouwen innemen, zowel bij nieuwbouwprojecten als ook bij renovatie en groot onderhoud. Voor grotere (eigen) projecten is het wenselijk om criteria vast te leggen voor de architectenselectie en/of de selectie van ontwikkelaars. 18

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 19 (28) Gezien de verwachte verschuiving van de bouwactiviteiten (Nieuwegein veranderd van een nieuwbouw gemeente in een herstructureringsgemeente ) is er voor de toekomst speciale aandacht wenselijk voor de bestaande bouw en daarbij ook voor kleine projecten/losse woningen en gebouwen. Bij renovatie van woningen is het wenselijk om gebruik te maken van de competenties van bewoners. Hierbij dienen de waarden die woonconsumenten belangrijk vinden als uitgangspunt te worden gebruikt Door het begeleiden en evalueren van proefprojecten laten zien wat er mogelijk is. Deze (en andere landelijke) resultaten via voorlichtingsmateriaal voor interne en externe partijen te verspreiden. Er wordt gezocht naar aansluiting bij natuurlijke momenten, bijvoorbeeld door ambities op te nemen in eigen bestekken, aanneemovereenkomsten, PVE s of samenwerkingsovereenkomsten. Er kan mogelijk gewerkt worden met een duurzaam moederbestek of een standaard PVE. Ook kan duurzaam bouwen mogelijk worden opgenomen in het mechanisme voor de gronduitgifte. In de toekomst meer aandacht besteden aan het creëren van draagvlak voor het nieuwe beleid, zowel bij interne als bij externe partijen. Ook moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt over de begeleiding van bouwpartijen, bijvoorbeeld over de controle van de Energie Prestatie Coëfficiënt berekeningen bij bouwaanvragen. 4.2 Voorstel voor nieuw beleid We stellen voor om de maatregelenlijsten in het gemeentelijke beleid duurzaam bouwen te reduceren tot enkele Basismaatregelen, die in onderstaand kader worden opgesomd. Voor de nieuwbouw: 1. Alle woningen uitrusten met laag-temperatuur-verwarming (ltv) systeem, EPCeis voor eigen gebouwen gemeente 8% scherpere eis dan Bouwbesluit. 2. geen toepassing van uitlogende bouwmetalen (waaronder in ieder geval inbegrepen koper, zink en lood);, 3. alleen toepassing van duurzaam geproduceerd hout (FSC-keurmerk of vergelijkbaar); 4. geluidswering tussen woningen onderling 5dB beter dan in het Bouwbesluit; 5. opstellen van een handleiding voor de (toekomstige) bewoners en gebruikers; 6. Voor nieuwbouwwoningen moet een duurzaam gezond binnenmilieu worden gewaarborgd. Voor de bestaande bouw: 1. voor de renovatie uitvoering van een EPA-onderzoek; 2. bij renovaties geen toepassing van uitlogende bouwmetalen (waaronder in ieder geval inbegrepen koper, zink en lood); 3. bij renovaties vervangen loden drinkwaterleidingen; 19

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 20 (28) 4. bij renovaties alleen toepassing van duurzaam geproduceerd hout (FSCkeurmerk of vergelijkbaar); 5. bij renovaties opstellen van een handleiding voor de (toekomstige) bewoners en gebruikers. De eis van minimaal 1% meerkosten voor nieuwbouw woningen kan in het nieuwe beleid vervallen, omdat er naar verwachting al hogere meerkosten nodig zijn om aan de scherpere EPC-eis te voldoen. De EPC-eis geldt alleen voor nieuwbouwprojecten, waaronder ook sloop en vervangende nieuwbouw. Omdat dit ook voorkomt bij woningcorporaties, worden ook zij geconfronteerd met de scherpere EPC-eisen. De gemeente Nieuwegein is zich ervan bewust dat het juridisch niet is toegestaan om hogere eisen aan bouwprojecten te stellen dan de eisen die wettelijk zijn vastgelegd in het Bouwbesluit. Het is daarom belangrijk om de Basismaatregelen op te nemen in bilaterale afspraken, bijvoorbeeld intentieovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten. Voor zover mogelijk worden de Basismaatregelen als onderdeel van de grondcontracten opgenomen bij de gronduitgifte. Het laatste is uiteraard alleen mogelijk voor kavels die in bezit van de gemeente zijn. Omdat professionele partijen concurreren om nieuwbouw- en herstructureringsprojecten kunnen we als gemeente ervan uit gaan dat de partijen aan de maatregelen zullen voldoen, als duidelijk is dat zij anders geen kans maken om geselecteerd te worden. De kansrijke mogelijkheden voor duurzaam bouwen variëren per bouwopgave. Voorgesteld wordt om in het nieuwe beleid duurzaam bouwen een onderscheid te maken in nieuwbouw en bestaande bouw. Onderstaande paragrafen gaan in op de prestatie-eisen voor respectievelijk nieuwbouw en bestaande bouw. 4.3 Prestatie-eisen Nieuwbouw Aanvullend op de Basismaatregelen wordt voorgesteld om bij nieuwbouwprojecten naar hogere ambities te streven op het gebied van duurzaam bouwen. Deze ambities worden in het nieuwe beleid duurzaam bouwen niet meer geformuleerd als maatregelenpakket maar als prestatie-eisen. Een soortgelijke methodiek is nu al in gebruik voor de herstructurering van de binnenstad. Het onderscheid tussen maatregelenlijsten en prestatie-eisen is te vergelijken met het verschil tussen middelvoorschriften en doelvoorschriften in milieuvergunningen. Het gaat erom dat wordt voldaan aan de eis, hoe dat wordt bereikt is van ondergeschikt belang. Met behulp van het rekenmodel GreenCalc+ zijn voor verschillende gebouwfuncties prestatie-eisen vastgelegd. Hierbij is een onderscheid gemaakt in de volgende gebouwfuncties: Kantoren Winkels Horeca 20

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 21 (28) Cultuur & maatschappelijke functies Wonen In het rekenmodel GreenCalc+ wordt een onderscheid gemaakt in drie milieuthema s: Materialen Energie Water De diverse milieueffecten, waaronder bijvoorbeeld CO 2 -uitstoot en de uitputting van grondstoffen, worden in het rekenmodel GreenCalc vertaald naar zogenaamde verborgen milieukosten. De verborgen milieukosten zijn de kosten die nodig zijn om de negatieve effecten te voorkomen of de schade te herstellen. Door de vertaalslag naar de kosten, is het mogelijk om verschillende effecten en verschillende milieuthema s te vergelijken (zodat appels wel met peren kunnen worden vergeleken). Het thema energie veroorzaakt de meeste negatieve milieueffecten en leidt tot de hoogste verborgen milieukosten. Daarom telt dit thema bijzonder zwaar mee in de totale milieu-index van een gebouw. Een hoge energie-index heeft dus een grote positieve invloed op de totale index, terwijl een hoge waterindex slechts weinig effect heeft op de totale index. Het thema materialen staat er tussenin: op de totale index heeft een duurzame materialisatie minder invloed dan energiebesparende maatregelen, maar wel meer invloed dan waterbesparende maatregelen. Door deze weging is het mogelijk dat een project dat alleen voor het thema energie een hoge score bereikt, en voor de thema s water en materialen slechts laag scoort, toch een goede totaalscore haalt. Omgekeerd zal de totale index van een project dat voor de thema s water en materialen goed scoort laag blijven, indien geen energiebesparende maatregelen worden genomen. 21

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 22 (28) Water 1% Materiaal 17% Energie 82% Hierboven de verdeling van de verborgen milieukosten voor het kantoorgebouw van DWA in Bodegraven. Bij dit project zijn veel energiebesparende maatregelen gerealiseerd, maar toch veroorzaakt het thema energie het overgrote aandeel van de verborgen milieukosten. Dit aandeel varieert per project, maar ligt altijd aanzienlijk hoger dan de verborgen milieukosten die door andere milieuthema s worden veroorzaakt. Door het gebruik van het rekenmodel wordt de milieuprestatie meetbaar en daarmee communiceerbaar. De gemeente Nieuwegein streeft ernaar om voor nieuwbouwplannen een milieuprestatie te realiseren die 15% hoger ligt dan de gebruikelijke praktijk in Nederland. Deze ambitie, het zogenaamde Plusniveau kan juridisch niet worden afgedwongen van de betrokken bouwpartijen. Wel kan de gemeente een certificaat afgeven aan projecten die aan deze ambitie voldoen. Het certificaat is interessant voor de professionele partijen (projectontwikkelaars en woningcorporaties) maar ook voor particuliere opdrachtgevers. Het certificaat kan door de professionele partijen worden gebruikt als verkoopargument, biedt voor de (toekomstige) bewoners de garantie dat 22

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 23 (28) zij in een duurzaam en energiezuinig huis wonen en kan bijdragen aan een hogere waarde van het huis. Om de verschillende partijen te stimuleren het certificaat te behalen, zal de gemeente in de toekomst meer aandacht besteden aan de communicatie met de verschillende partijen. Vanaf 1 januari 2008 is het verplicht elke woning van 10 jaar en ouder te voorzien van een energielabel. Deze verplichting geldt bij transactie, dat wil zeggen verkoop of nieuw huurcontract. Dit energielabel is geen maatwerkadvies, er wordt niets gezegd over besparingsmogelijkheden bijvoorbeeld. Het is uitsluitend een indicatie van de energieprestatie van een woning. En het label gaat uitsluitend over energie. Andere aspecten van duurzaam bouwen, materiaalgebruik en water komen niet aan de orde. Omdat zowel de bouwpraktijk als ook de technische mogelijkheden voortdurend veranderen, vindt er om de 2 jaar een herijking van de ambities plaats. Voor deze herijking zal echter ook ingehaakt worden op logische momenten. Zo kan bijvoorbeeld een aanscherping van de EPC-eis op nationaal niveau aanleiding zijn voor een herijking, eventueel met enige vertraging om bouwpartijen eerst te laten wennen aan de nieuwe eis. Door de overgang van maatregelenlijsten naar prestatie-eisen ontstaat er meer keuzemogelijkheid, er kan immers op verschillende manieren aan de prestatie-eis worden voldaan. Om een houvast te bieden worden er verschillende voorbeelden uitgewerkt, die laten zien op welke manieren aan de prestatie-eisen kan worden voldaan. Een bijzondere rol wordt in dit nieuwe duurzaam bouwen beleid toegekend aan de gemeentelijke gebouwen. Omdat de gemeente een voorbeeldfunctie heeft wordt voor de eigen gebouwen een hogere ambitie op het gebied van duurzaam bouwen nagestreefd. De gemeentelijke gebouwen moeten behalve aan de Basismaatregelen ook aan een hogere prestatie-eis voldoen. Wordt voor overige gebouwen het Plusniveau als uitgangspunt gehanteerd zo zal voor de gemeentelijke gebouwen aan de ambitie van het Topniveau voldaan moeten worden. Dit betekent dat de gemeentelijke gebouwen behalve een scherpere EPC-eis (8% lager dan wettelijk verplicht, dit komt voort uit het BANS programma) verscherpt ten opzichte van het Bouwbesluit) ook een 35% betere milieuprestatie bereiken dan de nu gebruikelijke praktijk in Nederland. De energiebesparende maatregelen dragen bij aan de betere milieuprestatie. Aanvullend is er aandacht nodig voor een duurzaam materiaalgebruik en drinkwaterbesparende maatregelen om aan de ambitie te voldoen. Daarnaast stellen wij voor dat er bij gemeentelijke projecten duurzaam bouwen criteria voor de architectenselectie en technische adviseurs worden vastgelegd. Ervaring en aantoonbare affiniteit met duurzaam bouwen zijn dan een pré in de selectieprocedure. 4.4 Prestatie-eisen bestaande bouw Momenteel zijn in Nieuwegein de laatste uitbreidingslocaties in ontwikkeling. Het accent komt in de komende jaren op de bestaande stad en de (her)inrichting van de openbare ruimte te liggen. Met het oog op kleine losse projecten, toekomstige projecten met particulier opdrachtgeverschap, maar ook voor 23

Raadsnummer 2007-380 Versie definitief Datum 9 december 2007 24 (28) de aanstaande herstructureringsprojecten in samenwerking met woningcorporaties verdient bij de externe partners de rol van de corporaties en bewoners (huurders en eigenaren) bijzondere aandacht. Om draagvlak voor toekomstige plannen te verkrijgen is een goede relatie met de bewoners van essentieel belang. Hiervoor is het belangrijk om in te spelen op de waarden die bewoners hechten aan hun woning en woonomgeving. Voorbeelden zijn: De vraag naar kwaliteit De wens naar keuzemogelijkheden Meer zeggenschap over de eigen woning Meer m 2 woonoppervlak Aantrekkelijke, gevarieerde woonmilieus met toekomstwaarde Veilige woonomgeving Kindvriendelijke woonomgeving Wonen aan het water en/of met een mooi uitzicht Comfort, gezond binnenmilieu Lage energiekosten Aanpasbare, levensloopbestendige woningen Het belangrijkste instrument om betrokkenheid van bewoners te bereiken is goede communicatie en een beloningsysteem. Het beloningsysteem kan identiek zijn aan het certificeringsysteem zoals beschreven voor nieuwbouwprojecten. De beloning is dan wederom een certificaat. Basis voor een goede communicatie is een helder communicatieplan, waarin bijvoorbeeld wordt vastgelegd: Met welke communicatiemiddelen wordt het proces ondersteund? Er kan bijvoorbeeld een prijsvraag voor duurzame woonideeën worden georganiseerd, er kunnen bewonersbijeenkomsten / workshops / excursies worden aangeboden, er kunnen nieuwsbrieven worden rondgestuurd, er kan een website met lokale (herkenbare) milieu-informatie worden gevuld, of er kunnen multidisciplinaire werkgroepen worden opgericht. Hoe worden projecten gemonitord en geëvalueerd? Welke afspraken worden gemaakt om feedback van de bewoners te krijgen (wat is er van de doelstellingen en verwachtingen terecht gekomen?) Het verdient aanbeveling om in iedere fase na te gaan of communicatie met huidige en/of toekomstige bewoners meerwaarde kan opleveren voor het creëren van draagvlak en het maximaliseren van milieudoelstellingen. In het communicatietraject moet onderscheid worden gemaakt tussen huurders en eigenaren. De corporaties hebben een nieuwsbrief voor de huurders, waarin ook de gemeente eventueel af en toe stukjes kan plaatsen. Voor particuliere eigenaren kunnen bijvoorbeeld informatieavonden in de wijk zelf worden georganiseerd, waarbij verschillende thema s worden behandeld (energie, water, veiligheid ). Wij stellen voor om een communicatieplan voor de bewoners (huurders en eigenaren) op te stellen, die één keer per jaar wordt geëvalueerd. De leermomenten kunnen dan in het daarop volgende communicatieplan worden meegenomen. 24