Handleiding. Graupner/SJ racing Micro Magic HoTT

Vergelijkbare documenten
Hoe stel ik mijn mm boot af vooral de zeilen dat is het belangrijkste en waar zeil ik mee

10 (wedstrijd) TIPS VOOR PATINZEILERS

Bij meer wind en hogere golven, mast meer naar achteren zetten. Bij weinig wind en geen golven meer naar voren (maximaal rechtop.)

Handleiding Max Fun 25.

De Optimist Zeiltrimgids

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part I)

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015

CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 -

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 2)

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam

Kielboot zeilen - Basistheorie Overstag Manoeuvre

PADDY. Alternatief. Jan van Leeuwen

Handleiding. Bouw je eigen zeilboot


Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

Trim je mast in vijf stappen

Modelvliegtuigbouw. Leerlingenhandleiding. De Fantra VMBO II. Auteur; Wout Heijne. Lay out Jeroen van den Brand

De bouwonderdelen bij dit nummer

WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen!

Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind.

H5 Commando s & Manoeuvres

Click wheel ipod Classic Installatie handleiding

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Gebruiksaanwijzing gennaker Liberté

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Bouwhandleiding Berend

Hoe bouw je een zeilende klomp?

Vertaling Uitgave maart 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu

Achterkant ipod Classic Installatie handleiding

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

Bouwhandleiding Berend

Handleiding Installatie

Lcd scherm ipod Classic Installatie handleiding

Bouwbeschrijving slagboom

LCD scherm ipad mini Reparatie handleiding

Willem Bravenboer Kits

Dit boekje is van: ...

Montage instructie Mechanisch codeslot. Montage instructie Mechanisch codeslot met krukbediening Type KNSV 5150 SCP

Dit wordt niet in deze setup guide besproken, raadpleeg indien nodig de handleiding voor meer informatie.

Handboek Optimist zeilen. Van...

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 3)

Stuklijst: Benodigd gereedschap:

Nederlandse vertaling bij twijfel gaat het Engelse origineel boven deze vertaling.

Handleiding voor de vuurlampen 1-8

Jane. Montage instructie. Montage instructie... 1 Het inklappen van Jane Tips en aandachtspunten Wat er mis kan gaan...

De bouwonderdelen bij dit nummer

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten

CWO 1. Optimist WSV De Ank. Dit boek is van:

De bouwonderdelen bij dit nummer

JEUGDZEILEN KZVW. Praktijk en theorie. Jeudzeilopleiding Kustzeilvereniging Wassenaar

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 15 versie

Module Installatiehandleiding E46 Module

B l i k s e m b o l Let op!. Benodigd gereedschap: Stuklijst Aantal Afm. (mm) Omschrijving Nr.

De bouwonderdelen bij dit nummer

Schuif vervolgens het afstelgereedschap van achter vandaan onder een van de schijven tot het hart van de schijf (ashoogte dus). Bij de achterstabi

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 12 versie

Speedboot met o p w i n d - m o t o r

Bouwbeschrijving RBC Delta 400 door Ben Caris.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door

Koppels en krachten. Hoe werkt mijn cat?

WAAIER.

Raamgeleiders vervangen

Accu ipod Classic Installatie handleiding

TIRION 21 Meetrapport

OPI-Robo R3O3

Binnenschip met elektrische aandrijving

N Raceboot Miami

VIS-KOTTER. Onderdelenlijst

Trimmen van een Platbodem

In deze opdracht gaan we een houten vogelhuisje maken.

NUTTIGE HULPMIDDELEN. Kruiskopschroevendraaier. Set inbussleutels. Moersleutel

Handleiding bij de constructie van de Hydraulische machines uitgereikt ter gelegenheid van techniek toernooi 2009


INHOUD. 2

Handleiding Oxan Radio met obstakeldetectie

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

Het herstellen van Microsoft Wedge Touch Mouse Battery Cover behouden Clip

DEUROPENER MET TIMER EN LICHTSENSOR

Zweefvleigtuig Marathon

De voorste 2 staanders moeten 25 cm korter zijn dan de staanders aan de vlonder e

Masker met Edo-toom. Het idee

CWO II Theorie. 1. Schiemanswerk. 2. Zeiltermen. Op deze pagina vind je de theorie van CWO II KB. Het is een aanvulling op de theorie CWO I.

GROHE MINTA TOUCH. installatie instructie

Voordat wij u uitleggen hoe u de boot gereed maakt voor gebruik moet u eerst nog een aantal dingen weten.

ZORG ERVOOR DAT TIJDENS DE INSTALLATIE DE STROOM IS UITGESCHAKELD TEST HET SYSTEEM VOORDAT U DE BOOT WEER TE WATER LAAT

Quad met elektro aandrijfmotor

Montage. handleiding. Maak de verpakking(en) per meubel open en sorteer de onderdelen. In de verpakking vindt u:

Opbouwbeschrijving Brighton

Speaker ipad 3 Reparatie handleiding

Lelievlet. Een Elfrink Bouwplaat, Wageningen. Aangeboden door: Elfrink-Bouwplaten.

1.a) Begin met het vastschroeven van de zijkappen, op zowel de muurprofiel als op de goot.

Flex 150 Opzetinstructies

JoyCon Modificatie Handleiding. Door: XxWiReDxX. Dutch / Nederlands. Versie 1.0

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

Vriendelijke bedankt voor de aanschaf van de NRGBike loopfiets. We hopen dat het u verder brengt!

WASP. Wasp e2k bouwdoos instructie.

De bouwonderdelen bij dit nummer

Transcriptie:

Handleiding Graupner/SJ racing Micro Magic HoTT

Dit is een compleet gebouwd model van de firma Graupner/SJ. Om er direct mee te kunnen varen moeten slechts enkele eenvoudige montage stappen gevolgd worden. Technische Data Lengte Breedte Hoogte ca. Gewicht met RC-onderdelen zonder batterij 535 mm 180 mm 980 mm 870 g Inhoud Graupner Micro Magic HoTT Romp Set zeilen Elektrinica (2x Servo) Ontvanger GR 12 Batterij, Oplader, Zender Inclusief Inclusief Inclusief Inclusief Exclusief

Voor gebruik Bouw van de bootstandaard Zet de standaard in elkaar en lijm de onderdelen vast met houtlijm. Naar wens kan het gedeelte waarop de boot rust bekleed worden met een zacht materiaal, zoals bijvoorbeeld tochtstrip, ter bescherming van de romp. Bevestiging van het roer Doe een beetje vet op de roeras en zet het roer met een klein veertje en de roerbevestiging vast. De roerstang zetten we later vast nadat alle onderdelen van de RC systeem gemonteerd zijn en de roerservo in de gewenste neutraal stand staat.

Bevestiging van de kiel Steek de kiel in de romp en zet deze vast met het bijgeleverde ringetje en de moer. Door het gewicht van de kiel blijft de boot rustiger op de standaard staan wat de verdere montage vergemakkelijkt. In het geval dat je wenst deel te nemen aan regattas is het aan te raden om met behulp van een sjabloom, gemaakt van een stukje karton, na te gaan of de kiel in vastgezette stand niet meer dan 135mm onder de boot uitsteekt. Meer dan 135mm bevorderd weliswaar de stabiliteit maar is volgens de aktuele internationale klassenregels niet toegestaan. Indien het sjabloom, zoals in het plaatje te zien is, de romp niet raakt, verwijder dan de kiel en snij of schuur aan de bovenzijde ongeveer 1 a 2 mm materiaal weg totdat de kiel diep genoeg in de romp steekt en de diepte onder de boot niet meer de 135mm overschreidt. Aansluitend zal ook het draadeinde nog met enkele mm's ingekort moeten worden, waardoor deze niet tegen het beslag van de giek aan komt nadat de kiel weer ingebouwd is.

Monteren van het zeil Aanwijzing: Het zeil van de Micro Magic is zo gebouwd, dat het tijdens een regatta zeer makkelijk te wisselen is voor een kleiner zeil, zonder dat er knopen losgemaakt dienen te worden. Schuif het giekbeslag over de mast met de aluminium neerhouder naar boven gericht. Neem het lange touw welke al voorzien is van een lijnspanner en schuif het vrije uiteinde van onderen door het kunstofbuisje dat al bevestigd is aan het giekbeslag. Draai beide schroefjes van de mastplaat los, steek de mast inclusief giekbeslag in de romp totdat de beide pootjes aan de onderzijde van het giekbeslag in de uitsparingen vallen van de mastplaat en de mast op de bodem van de kielkast staat. Zet de mast nu zover mogelijk naar achteren en schroef de mastplaat weer vast. Bevestig de reeds gemonteerde draad, aan de top van de mast ( de achterstag), aan het oogje in de steven en schuif de lijnspanner zover dat er spanning op komt te staan, zonder dat de mast daarbij naar achteren gebogen wordt. Bevestig nu de beide wanten (mast spanners aan beide zijkanten) en breng hier ook iets spanning op. Belangrijk : zorg ervoor dat de opening van de bevestigingsoogje naar achteren wijzen zodat de fokkeschoot er niet achter kan blijven hangen. Mocht dit gebeuren zou de zeilservo schade op kunnen lopen en kapot kunnen gaan.

Montage van het grootzeil Het standaard grootzeil is nog aan te passen zodat het meer geschikt is om wedstrijden mee te varen. Wil je geen wedstrijden varen dan kan dit hoofdstuk overgeslagen worden. Leg het zeil plat en het voorlijk (de voorkant van het zeil) tegen een lineaal of ander recht voorwerp. Om het zeil meer wedstrijd geschikt te krijgen, moet een ronding van ongeveer 4mm gemaakt worden in het voorlijk. Dit doe je als volgt : plak het zeil (bv met verf tape), zonder spanning, vast op een egale ondergrond hiervoor is bijvoorbeeld een spiegel uitermate geschikt. Markeer een punt op ongeveer 24 cm van de top van het zeil en ongeveer op 27cm van de onderzijde van het zeil. Snij nu met een scherp mes, een breekmes zou voldoende moeten zijn, vanaf het bovenste punt (op 24cm) schuin naar boven 2mm af. Doe dit ook vanaf het onderste punt naar beneden en snij daar schuin ongeveer 1,5mm af. Markeer nogmaals maar nu op de helft van het reeds afgesnede stuk, dus op 12 cm van de bovenzijde en op 14cm vanaf de onderzijde. Snij vervolgens, wederom schuin weg, 2mm naar boven en 1,5 mm naar beneden. Nu heb je een curve van ongeveer 4mm in het zeil gesneden waarbij de buik net iets boven het midden van de mast ligt en het gehele zeil de vorm heeft van de gebogen mast. Deze voorlijk ronding zal later een redelijk profiel in het zeil maken. Span nu de achterstag iets meer aan zodat de mast ongeveer 3mm buigt. Check nu de gaatjes in het zeil waarmee het zeil middels de ringetjes aan de mast wordt vast gezet. De gaatjes moeten ongeveer op 2mm van het voorlijk zitten. Is dat niet het geval dan kan met een hete naald een nieuw gaatje gebrand worden op de juiste afstand. Indien je het grootzeil zoals boven hersneden hebt kan je het beste nieuwe gaatjes maken daar waar je bent begonnen met snijden. Eventueel dienen ook de bevestigingsgaatjes aan de bovenzijde en onderzijde opnieuw gemaakt te worden. Ook deze gaatje op 2 tot 3mm vanaf het voorlijk maken.

Nu kan het grootzeil gemonteerd worden aan de giek en mast. Knoop de top van het zeil zo dicht mogelijk bij de top van de mast. De onderzijde van het zeil mag eigenlijk niet meer dan 5mm boven de neerhouder zitten. Daarna het achterste deel van het zeil aan de giek bevestigen tussen de beide siliconen ringetjes. Misschien zal de neerhouder iets aangespannen moeten worden zodat de giek iets naar boven staat. Draai nu het touwtje, dat al aan het zeil bevestigd is, 2x tussen de siliconen ringetjes door en knoop het vast. Let erop dat het zeil daar ongeveer 2 tot 3mm boven de ringetjes zit en niet meer. Draai de neerhouder iets aan zodat er op het achterlijk (de achtersijde van het grootzeil) lichte spanning staat. De neerhouder heeft aan beide zijde nog ongeveer 4mm schroefdraad zichtbaar. Als dat niet het geval maak je het bevestigingspunt los (het klemhaakje) en verschuif deze over de giek tot het gewenste resultaat. Dan het haakje met een druppeltje secondelijm of een stukje tape vastzetten.

Hierna kan de voorlijkspanner aan het haakje voor op het dek vastgezet worden. Schuif nu de lijnspanner zover totdat de lijnspanner iets achter het 2e haakje op het voordek komt te liggen. Knoop nu het deel,dat uit het buisje steekt, aan het zeil vast. Het zeil zal ongeveer 10mm boven het giekbeslag komen. Als dat niet het geval is dan kijken of het zeil in de top nog strakker gezet kan worden. Als dit niet gedaan wordt kan het uiteindelijk gebeuren dat de giek tegen de kajuit aan komt. Pak nu de mastringetjes en bevestig deze aan het voorlijk en de mast en zet de haakje vast. TIP: omdat de haakjes nog wel eens losraken of kwijtraken kan je het voorlijk ook vastzetten met een touwtje om de mast. Om ervoor te zorgen dat het zeil nog rond de mast kan bewegen zou je een 2,5mm boortje in het lusje kunnen steken om een goede afstand te kunnen krijgen. Haal de spanning van het achterlijk door de neerhouder ongeveer een halve slag open te draaien. Verschuif de siliconen ringetje op de giek zover zodat er buik in het zeil komt van ongeveer 20mm. Als je nu de boot schuin en met je hand de giek in het midden van de boot houdt dan zal het achterlijk van het zeil in de top ongeveer 3,5cm afstand hebben met de achterstag. Dat noemen we twist. Dit is tevens de basisinstelling van de twist. Haal de spanning weer van het voorlijk Tip: nooit langer dan noodzakelijk de spanning op je zeil houden.

Montage van het voorzeil (Fok) Trek het contragewicht iets uit de fokkeboom. Bevestig hier de voorstag aan vast. Schuif het gewichtje weer in de fokkeboom. Als deze te los zit kan hij met een druppeltje seconde lijm vastgezet worden. Het touwtje van de voorlijk spanner is al bevestigd. Haal dit door het oogje van het kunstofdeel aan de voorzijde van de fokkeboom en maak het vast aan het clipje dat aan de voorzijde zit. Bevestig de schoothoek tussen de beide siliconen ringetjes net zoals je bij het grootzeil hebt gedaan. Knoop een stuk draad, waar een lijnspanner overheen geschoven is, vast aan de ring die op ongeveer 10 van de top van de mast zich moet bevinden. De lijnspanner moet zo over de draad geschoven zijn dat de beide gaatjes naar onderen wijzen (net zoals bij de achterstag). Op de kop van de fok zit een ringetje waar de draad doorheen moet gaan. Zet nu de draad vast in het ondersta gaatje van de lijnspanner. Nog niet direct vastbinden maar bv vastzetten met een wasknijper. Zet de fokkeboom vast door het ringetje over het eerste haakje aan dek te schuiven. Verschuif nu de siliconen ringetjes aan de fokkeboom zover dat de achterzijde van de fokkeboom niet meer dan 10mm van de mast af is. Schuif nu het 2e ringetje over het achterste haakje aan dek. Schuif hierbij de lijnspanner zo dat deze in het midden van beide haakjes zit. Knoop de draad vast en let op dat de fokkeboom niet meer dan ongeveer 10mm boven het haakje zit, met andere woorden de fokkeboom moet redelijk dicht op het dek zitten. Zie de afbeeldingen op de volgende pagina.

Aan het einde van de fokkeboom is de DIRK al bevestigd. Daarmee wordt later de twist in de fok gemaakt. Het einde van de DIRK dient vastgemaakt te worden aan de mastring (daar waar ook de rest van de fok aan vastgemaakt is). Schuif de lijnspanner iets naar boven zodat het achterlijk van de fok een lichte curve maakt. Nu kan je de lijn van de voorstag definitief vastknopen aan de lijnspanner (hierbij staat de mast nog steeds iets achterover en onder spanning met de achterstag). Schuif de lijnspanner zover dat deze in het midden van de beide ringetjes zit en knoop definitief vast. Om te voorkomen dat de knopen loslaten kan je deze met een druppel secondelijm vastplakken. Alle overige draad kan nu verwijderd worden. Om te voorkomen dat de draad gaat rafelen kan je de draad met een vlammetje samensmelten. Kijk wel uit dat je niet te dicht bij het zeil komt!

RC onderdelen De plaats achter de zeilservo is bestemd voor de ontvanger. Je kan de ontvanger door bv het toevoegen van een schakelaar, ook op een wat hogere plaats tegen de kielkast bevestigen. Let er dan wel op dat de kabels niet klem komen te zitten met de schoten of de servo arm. Steek de kabels van de servos in de ontvanger. Let daarbij op de juiste positie, de stekkertjes kunnen er maar op 1 manier in en er zal in geen geval veel kracht gebruikt hoeven worden. Op de zijkant van de ontvanger staat ook beschreven welke draad waar zou moeten komen, ie bruine draad is de -, rood is + en oranje is het signaal draadje. Zie afbeelding 1). Op de ontvanger staan ook nummers die overeenkomen met de kanalen. Nummer 6 is gereserveerd voor de stroomvoorziening. Sluit hier de batterij op aan. Maar met behulp van een V of Y kabel kan hier ook nog een servo samen met de batterij op aangesloten worden. Verdere details over het aansluiten van de ontvanger staan in de handleiding van de Graupner GR-12 HoTT (bestnr 33506) ontvanger. LET OP!! steek het stekkertje NOOIT horizontaal in de ontvanger (zie afbeelding 2). Om de ontvanger te binden met de HoTT zender moet de ontvanger eerst verbonden worden met de 2.4HF module. Volg hierbij de volgende stappen (alle stappen zijn uitvoeriger omschreven in de handleiding van de zender en ontvanger) : - Zet de zender en ontvanger aan (de ontvanger staat aan zodra er een batterij aangesloten is - Druk nu ongeveer 3 seconde op de SET knop, er gaat nu een groen lampje knipperen. - Op de zender nu de functie "binden" (zie handleiding zender voor de procedure) starten en na ongeveer 1 sec zal het lampje op de ontvanger stoppen met knipperen en continu blijven branden. - Indien het binden mislukt is zal er op de zender een rood lichtje gaan branden (ipv een blauwe) en zal het lampje op de ontvanger uit zijn. Dan dient bovenstaande procedure herhaald moeten worden. Na het binden de beide servos aansluiten en nagaan of het werkt. Misschien werkt de uitslag van de knuppels andersom, ie linker stuurknuppel naar voren is zeil open, naar achteren is zeil dicht, rechter stuurknuppel naar links is roer naar links en naar rechts is uiteraard roer naar rechts. Is dit niet het geval dan de schakelaar of instelling "servo reverse" aanzetten. Daarna kan je uiteraard de stuurknuppels zo afstellen zoals jij dat lekker vindt.

Stel de roerservo nu af door de servo arm zo te plaatsen dat in de netraalstand van de servo de servo arm iets naar voren wijst. Dit kan ook dmv de fijnafstemming op de zender. Zet nu het roerblad in het midden van de boot en zet de roerstang vast door het schroefje aan te draaien. Begrens de uitslag van het roer via de zender en zorg er daarbij voor dat het roer niet aanloopt. Het moet voldoende zijn als de maximale uitslag van het roer tot ongeveer de binnenkant van de kuip komt. Indien je een zender gebruikt waar je de servo uitslag niet kan regelen dan kan je bv de stuurstang wat groter of kleiner maken door de schroefjes van de stoppers los te maken en de stang te verschuiven. Het beste kan je dat aan de kant van het roer doen. Stel nu de zeilservo af. Zet deze op positie "dichtgehaald" (rechterkant van de servo arm wijst naar achteren). Bevestig nu het grootzeil aan de grootschoot maar knoop deze nog niet helemaal vast, de giek zou ongeveer 5 graden uit het midden moeten zijn, maw als je de giek zou verlengen zou het einde daarvan ongeveer ter hoogte komen van het midden van de kuiprand en de hoek van de romp. De fijnafstelling kan verder geregeld worden met de lijnspanners in de kuip. Doe nu hetzelfde met de schoot van de fok. De fokkeboom moet ongeveer in het midden staan tussen de mast en de zijknt van de boot. De fijnafstelling kan geregeld worden door het verschuiven van het clipje op de fokkeboom. Zet de stuurknuppel nu naar boven (zeil helemaal open) waardoor de fok ongeveer 90 graden open staat en het grootzeil ongeveer 80 graden. De giek moet in ieder geval niet de verstaging raken. Indien noodzakelijk dan zal de servo uitslag via de zender geregeld moeten worden. Wil je dit niet via de zender doen dan kan je ook de schootgeleider van de fokkeschoot op de servo arm 2 gaatjes naar binnen vastzetten (ipv in het buitenste gaatje). Zodra je een redelijke instelling van de zeilen hebt, kan je de schoten echt vastzetten en met een druppeltje secondelijm vastlijmen zodat ze niet los kunnen raken. Je boot is nu klaar om ermee te zeilen!

Verdere aanbevelingen Tijdens het varen met meer wind en hogere golven kan het voorkomen dat er door de schootdoorvoer van de fok en grootzeil wat water in de boot komt. Om dat te absorberen raden wij aan een stukje spons, keukenpapier of iets anders in de romp te leggen. Als je de eerste keer gaat varen kies dan een dag met een windkracht 1 a 2, maar doe eerst een reikwijdte test op het droge. Trim je zeilen zoals besproken in de de basistrim en veel plezier met je Micro Magic. Enkele begrippen van het zeilen Zeilen met een modelzeilboot is relatief makkelijk als je de samenhang kent tussen windrichting, vaarrichting en de stand van je zeilen. Het beste zou je eerst wat kunnen lezen hierover als je nog geen ervaring hebt met zeilen. Met onderstaand kunnen we je alvast een beetje op weg helpen. Een zeilboot kan nooit tegen de wind in varen (de zwarte pijl (W)) In dit windbereik van 90graden (het donkergrijze vlak) zullen je zeilen altijd klapperen of killen zoals dat heet. Ook maak je geen snelheid. Pas als de boot op ongeveer 45graden van de windrichting is afgevallen, en het zeil wordt aangehaald zal de boot snelheid maken (2a en 2b). Deze koers noemen we aan de wind varen. Alleen op deze koers, met aangehaalde zeilen en kruisend van 2a naar 2b (via 1) kan er tegen de wind in gevaren worden. Je zeilt dan als het ware een zigzag koers tegen de wind in met de ene keer het zeil aan bakboord en dan weer aan stuurboord. Om daarbij zo snel mogelijk te gaan moet je blijven kijken wat er gebeurt en vingerspitsgevoel hebben. Dit geldt als de kunst van het zeilen. De ander koersen zijn minder inspannend. Als de wind van de zijkant komt dan de zeilen openen (fieren) totdat ze net niet gaan klapperen, dus ongeveer 30 tot 45graden ten opzichte van de boot. Deze koers noemt men met halve wind varen (3a - halve wind over bakboorboeg en 3b halve wind over stuurboordboeg). Als de boot nog verder van de wind afdraaid (afvallen: met de boeg stteds meer van de wind wegdraaien (II), oploeven: met de boeg naar de wind toe draaien (I)) kom je in een koers die ruime wind heet. De zeilen staan dan ongeveer 60graden vanuit het midden van de boot (4a/4b). Op de half en ruime windse koers wordt de hoogste bootsnelheid bereikt. Nog iets meer afvallen en dan vaar je voor de wind. Het zeil zal dan maximaal open staan op ongeverr 90 graden tov de boot. Door de verschillende winddruk in de zeilen zal de fok uit zichzelf naar de andere kant dan het grootzeil draaien om een zo groot mogelijk zeiloppervalkte te krijgen. Deze stand van de zeilen kan je bereiken met minimale roeruitslag of koersverandering. De benaming voor deze stand van de zeilen noemt men ook wel "vlinder". Als er meer wind staat kan de boot in de voordewindse koers met de boeg in het water duiken. Hierdoor verlies je veel snelheid en is je boot voor korte duur onbestuurbaar. Door geconcentreerd voor de wind te zeilen kan je dit voorkomen.

Indien je boot vanuit een ruime koers iets afvalt en in een voordewindse koers en door een korte stuurbeweging weer op een ruime koers (maar over een ander boeg vaart) dan zal de giek van de ene kant naar de andere kant gaan. De snelste koers voor de wind vaar je het beste met de "vlinder" waarbij de fok aan de loefzijde staat.

De afstelling van het zeil Zeiltrim De Micro Magic is als wedstrijdboot gebouwd en biedt veel mogelijkheden om de zeilen te trimmen indien nodig, maar die voor een gemoedelijk zeilen met vrienden niet direct nodig zijn. In dit hoofdstuk vertellen wij de belangrijkste trim mogelijkheden, hun invloed op het zeilen en hoe deze met de verschillende windsnelheden en golfslag te gebruiken is. De beschrijving is bewust eenvoudig en beknopt gehouden zodat U als beginneling in de modelzeilhobby uw Micro Magic RTR gebruiken kan Mastneiging (mastpositie) Veranderd de positie van het zeildrukpunt. Mast schuin naar achteren ->meer loefgierig. Mast schuin naar voren ->minder loefgierig maar zal bij windvlagen de boeg eerder in het water laten duiken. De positie wordt door het plaatje op dek ingesteld. Mastbuiging Deze zal het profiel van het voorlijk van het grootzeil moeten volgen. Minder buiging zorgt voor een vlakker profiel in het grootzeil en vertikale plooien in het zeil. Teveel buiging zorgt voor horizontale plooien in het zeil. Zeilspanning Dit gebeurd dmv de achterstag en voorstag op spanning te zetten en moet bij de windsterkte passen. Bij meer wind meer spanning anders zal de fok meer verdraaien (twist) en tijdens windvlagen zal de boot sterk oploeven. Indien bij een voordewindse koers de fok heen en weer zwaait is de spanning op het voorlijk te hoog dus minder spanning op de voorstag. Let er wel op dat verandering in spanning van de ene stag ook invloed heeft op de ander stag, mastbuiging verandert waardoor ook het profiel van het grootzeil verandert maar ook de twist van beide zeilen zal veranderen. Spanning op de verstaging De mast van je Micro Magic is zo ontwikkeld dat deze ook zonder verstaging gevaren kan worden. Je hoeft de mast met de zijverstaging niet nog stijver te maken. Maw de verstaging kan achterwege blijven. Vergeet dan niet de oogjes op het dek te verwijderen en de gaatjes daarvan te dichten. Spanning op het voorlijk Het voorlijk moet zoveel spanning hebben dat er geen plooien in het zeil zichtbaar zijn. Probeer niet, door nog meer spanning, andere plooien welke zich in het zeil bevinden weg te halen. Na het zeilen meteen alle spanning van het voorlijk afhalen om het zeil niet uit te rekken. Zeilbolling Een diep profiel betekent meer kracht maar ook een hogere weerstand. Als basis instelling vaar je met weinig wind of met hoge golven met meer profiel in het zeil. Bij sterke wind verschuif je het bevestigingspunt aan het einde van de giek iets naar achteren waardoor het zeil wat vlakker wordt. De fok heeft in het algemeen al minder bolling dan het grootzeil dus daar hoeft weining tot niets aan veranderd te worden. Door alleen al het verstellen van het zeil verander je ook de lokatie van het zeildrukpunt. Hiermee kan je binnen de gestelde grenzen bijvoorbeeld een iets te loefgierige boot met iets meer bolling in de fok of minder bolling in het grootzeil rustiger maken en zelfs leigieriger laten zijn.

Openingshoek van het zeil Als je het zeil opent dan zal het resulteren in een aandrijvende kracht naar voren. Het hellen van de boot neemt af maar je kan minder hoog aan de wind varen.tijdens het zeilen kan je met je afstandsbediening continu de opening van je zeil bepalen aan de hand van je te zeilen koers. Je kan uitgaand van je basis instelling hiermee ook je zeildrukpunt ligt veranderen (zoals bij de verandering van de bolling in je zeil). Een lijgierige boot kan met een grotere openingshoek van je fok of een kleinere hoek van je grootzeil neutraler gemaakt worden (loefgieriger). Twist De twist is het verloop van het achterlijkronding van zowel fok als grootzeil. De twist heeft een enorme invloed op de zeileigenschappen van je Micro Magic. Met nul twist (een recht en strak achterlijk) kan het voorkomen dat je boot aan de wind op dezelfde plaats blijft en alleen wegdrijft en niet vooruit gaat. Als basis vaar je met harde wind met meer twist (sterke ronding van het achterlijk) dan met weinig wind. Hogere golven wensen in het algemeen ook meer twist dan een vlak wateroppervlak. Door het eenzijdig veranderen van de twist kan je de zeileigenschappen, net als bij de openingshoek van je zeil, beinvloeden. De twist in je fok regel je met je DIRK en de twist in je grootzeil regel je door de neerhouder te verdraaien. Een loefgierige boot kan je met iets twist in het grootzeil neutraler krijgen zonder andere instellingen te veranderen. Basisinstelling Tijdens de bouw van je boot ben je al begonnen met het voorbereiden hiervan, de mast staat al achterover. Als je met een grootzeil zonder curve in het voorlijk zeilt, is je mast niet gebogen. Heb je wel een curve buig je mast dan naar achteren zodat deze de kromming van het voorlijk volgt. Het voorlijk mag nog net de mast raken. Span nu je voorstag iets aan. Verdere details over de spanning op je voorstag is te lezen in het hoofdstuk "Zeilspanning" en "sterke wind". Het voorlijk van beide zeilen moet net strak genoeg te staan zodat het zeil vlak is. In de fok ongeveer een profieldiepte van 17mm (je wijsvinger past tussen de fokkeboom en het zeil) en je grootzeil ongeveer 20mm (er passen 2 vingers tussen je giek en het zeil). Als je het zeil dichttrekt wijst de fokkeboom ongeveer naar de helft tussen mast en zijkant van de boot en de giek wijst dan naar ongeveer naar de schuine kant van de achterzijde van je boot. De twist in het grrotzeil is ongeveer 35mm ten opzichte van je achterlijk en de twist in de fok is ongeveer 25mm ten opzichte van de DIRK. Het beste kan je deze instelling doen op een windstille plaats (binnen bv). Met deze instelling zal je boot bij een constante windkracht 1 a 2bft en aan de wind zeilend heel weinig neiging hebben tot afvallen dan wel oploeven. Hij blijft als het ware vanzelf zijn koers varen. Voordat je veranderingen in de trim gaat doen eerst kijken of je boot over beide boegen (stuurboord en bakboord) hetzelfde vaart. Is dat niet het geval dan staat je roer waarschijnlijk niet recht onder je boot. Een andere manier om dat na te gaan is halve wind varen, je zeil half open. Als je boot rechtdoor vaart zonder dat je het roer moet bewegen dan staat je roer recht onder de boot. Stel met de fijnafstelling op je zender je roer af indien dat noodzakelijk is. Je boot kan natuurlijk ook met afwijkende instellingen varen. Maar zelfs topzeilers varen hun Micro Magic met ongeveer de hierboven beschreven basistrim. Het beste is om in het begin niet teveel af te wijken van deze basistrim totdat je meer kennis hebt opgedaan over de vaareigenschappen ten opzichte van een andere trim. Als je bijvoorbeeld aan de wind zeilt en je zeilen dichter hebt staan als beschreven zal je boot niet hoger aan de wind of sneller varen maar juist meer overhellen en verlijeren (wegdrijven met de wind) omdat het spel van de wind met de zeilen en de zeilen onderling niet juist meer is. Het volgende hoofdstuk, het aanpassen van de trim is echt millimeter werk en zal een duidelijke uitwerking hebben.

Hoe reageert je boot Wat te doen bij weing of meer wind? De vaareigenschappen hangen nauw samen met het zeildrukpunt en het lateraalpunt. Beide veranderen in verschillende windsnelheden. Daarom is de trim niet voor elke windsnelheid hetzelfde. Het lateraalpunt is bij een Micro Magic RTR nauwelijks te veranderen. Je kan je batterij wel naar voren of achteren schuiven maar doe dit nu om het duiken, op een voor-dewindse koers, van je boot tegen te gaan. We concentreren ons nu alleen op de zeilen. Bij zeer zwakke wind zal je Micro Magic nauwelijks overhellen, je boot zal leigierig worden, dus je boeg draait van de wind weg op een aan-de-windse koers. Als je dit niet in de gaten hebt zal je uiteindelijk een half-windse koers varen waardoor bij een lichte windvlaag, met dichte zeilen, je geen snelheid zal maken. Je ligt nagenoeg stil! Je kan dit voorkomen door continu bij te sturen zodat je bij een windvlaag toch de juiste koers vaart en snelheid blijft houden. Maar elke roerbeweging remt ook weer af. In het hoofdstuk Zeiltrim is ook beschreven hoe je de druk in je zeilen iets naar achteren kan verplaatsen wat leigierigheid tegengaat. Je kan bijvoorbeeld je grootzeil dichter zetten door de lijnspanner in de kuip iets aan te trekken of met iets minder twist te varen. Of je fok iets meer open zetten, meer twist in je fok kan ook helpen. Meer profieldiepte dan de 17/20mm zoals in de basistrim omschreven kan je beter niet instellen. Bij zeer, zeer lichte wind zal je de leigierigheid nooit compleet kunnen wegtrimmen. Als de fok bij lichte wind en op een voor-de-windse koers niet uit zichzelf open blijft staan maar heen en weer beweegt, dan iets spanning van het voorlijk halen (en ook iets van het voorlijk). Bij veel wind (en uitgaand van de basisinstelling) zal je Micro Magic steeds loefgieriger worden (de boeg in de wind draaien) omdat het zeildrukpunt steeds naar achteren verschuift. Als je met halve wind of aan de wind verrast wordt door een windvlaag dan kan je het beste je zeil iets openen en een beetje tegenroer geven. Alleen maar tegenroer geven heeft geen zin, het zeil iets openen wel! Door dit veel te oefenen krijg je het juiste gevoel in je duimen. Door de basistrim iets te veranderen kan je het zeildrukpunt verleggen, meer naar voren of naar achteren. Houdt je boot met je zeilen dicht getrokken in de wind (nooit recht tegen de wind in) en kijk naar je fok. Indien de twist enorm toeneemt als de wind erin blaast, dus de fokkeboom gaat uit zichzelf omhoog, dan zal je meer spanning op je voorstag moeten zetten. Dat is een kwestie van gevoel (vergeet daarna niet ook wat meer spanning op je voorlijk te zetten). Eventueel doe je dit in 2 stappen, eerst wat spanning op je voorlijk, dan iets meer spaning op je achterlijk en daarna weer spanning op het voorlijk. Vergeet niet met de DIRK weer iets twist in je fok te maken. Vergeet overigens niet de rest van de trim van je zeilen na te lopen na elke verandering die je doet. Breng de profieldiepte van je fok en grootzeil terug naar ongeveer 12/15mm. Maar is er een redelijke golfslag kan je de twist in je fok en grootzeil vergroten en de profieldiepte verhogen naar 30/40mm of zelfs naar 35/45mm. Hierdoor krijgt je Mirco Magic meer snelheid om door de golven heen te komen zodra er een windvlaag komt.

Indien de wind nog meer toeneemt zal het steeds moeilijker worden om de boot door de wind te krijgen (wenden). Een grotere opening van de fok en meer snelheid voordat jje overstag gaat kan hierbij helpen. Bij deze windsterkte vaar je op een aan-de-windse koers ook niet meer met geheel dichtgetrokken zeilen maar die staan beduidend meer open. Daarmee voorkom het zijdelings wegdrijven als je weinig snelheid hebt.. Met ruime of voor-de-windse koers zal de boot proberen de boeg in het water te duwen (duiken). Het beste is dan om de batterijen in de boot zo ver mogelijk naar achteren te verplaatsen. Om die op hun plaats te houden raden wij klitteband aan. Plak een lange strip op de bodem zodat de batterij op elke plek vast kan klitten. Als je boot zo ver in het water duikt dat hij oncontroleerbaar is, dan zal je je manier van zeilen moeten aanpassen. Door het zeil te laten killen (er ontstaat een bolling net achter het voorlijk die tegengesteld is aan de windrichting) kan je je boot op een half-windse koers nog redelijkerwijs naar de kant zeilen mocht je niet op tijd gestopt zijn tijdens hevige wind. Voor sterke wind of wedstijdzeilen in competitie verband zijn er mogelijkheden om bv kleinere zeilen aan te schaffen. Hierdoor kan je met verschillende windsterkten toch blijven zeilen. Na het zeilplezier Onderhoud Haal vooral tijdens de eerste keer zeilen je boot regelmatig uit het water om na te gaan of alle schroeven nog vast zitten, je schoten niet ergens achter blijven hangen, knoopjes los gegaan zijn en heel belangrijk of er geen water in je boot zit! Een beetje water in je boot tijdens regen, sterke wind of behoorlijke golfslag is normaal en kan met een papieren zakdoek of sponsje eruit gehaald worden. Na het zeilen het liefst zo snel mogelijk alle spanning van de zeilen afhalen door de stagen losser te maken en eventueel ook de voorlijken losser te maken. Indien je met weinig twist gevaren hebt en je maakt je achterstag los dan ook de neerhouder losser draaien zodat het achterlijk van je grootzeil ontspant. Open het luikje, haal de batterij eruit en ook de vochtige doekjes of sponsjes. Maak de romp met een doek droog en laat hem verder drogen op de standaard. Als je langere tijd niet gaat varen haal dan ook de kiel eraf. Vergeet niet het water uit de mastkoker te laten lopen. Loop van tijd tot tijd na of je schoten geen beschadigingen hebben en als ze gerafeld zijn kan je ze beter vervangen voordat je weer gaat varen. Ongeveer 2 keer per jaar is het aan te bevelen je roerkoker en je neerhouder te smeren. Dat kan zelfs met vaseline als je dat zou willen. Veel plezier met je Micro Magic! Stand 12/2015