Incontinentie bij kwetsbare ouderen Zorg voor normale toiletgang WWW.ZORGVOORBETER.NL Dr P van Houten specialist ouderengeneeskunde 2015
Waarom aandacht voor normale toiletgang en incontinentie Eigenwaarde Sombere gevoelens Schaamte en Isolatie Hygiëne Signaalsymptoom algehele verslechtering of delier Draagvermogen mantelzorg Verzorging; tijd en ervaren kwaliteit. Voorkomen incoletsel Kosten
Normaal urineren Privacy Verstrijken hoek blaas- plasbuis Goede zithouding Ontspannen (niet persen)
Normaal defeceren Verstrijken hoek anus endeldarm Goede zit Ontspannen, niet persen
Geriatrische incontinentie Urine incontinentie Fecale incontinentie Dubbele incontinentie
Prevalentie WZW Bron: LPZ 2014
Prevalentieverloop UI Bron: LPZ 2014
Prevalentieverloop DI Bron: LPZ 2014
Incontinentie naar type afdeling UI FI Bron: LPZ 2014
Variatie afdelingen UI en FI UI FI Bron: LPZ 2014
Geriatrische incontinentie hangt samen met: Mobiliteit Cognitie Morbiditeit Medicatie Stoornissen blaas, darm, zenuwstelsel Meten van ernst met incodagboekje
Mobiliteit -Lopen / rolstoelrijden -Opstaan -Transfers -Manipuleren kleding -Conditie UNCO-Mob www.vumc.nl
Somatische patiënten Zuivere UI, Zuivere FI en DI en toiletvaardigheid 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Afname zelfstandigheid DI FI UI SIVIS
Cognitie Delier -Vinden van toilet - Apraxie - Apathie
Demente patiënten Zuivere UI, Zuivere FI en DI en toiletvaardigheid 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Afname zelfstandigheid DI FI on UI ly on ly SIVIS
Morbiditeit Aandoening Diabetes Reuma COPD en astma Hartfalen Slaap apneu Ernstige constipatie en faecale impactie Beroerte Parkinson Normal Pressure Hydrocephalus (NPH) Dementie Depressie Delier
Medicatie Medicatie met een anticholinergisch (parasympathicolytisch) effect Tricyclische antidepressiva Antihistaminica Parasympathicolytische parkinsonmiddelen Antipsychotica Urologische parasympathicolytica Overige middelen met parasympathicolytische (bij)werking Andere medicatie Diuretica (plaspillen) Alfa-sympathicomimetica Beta-sympaticomimetica (glaucoomduppels) Alfa sympathicolytica Sedativa en hypnotica Calciumantagonisten (* itt anticholinergica treden problemen in veel mindere mate op, maar het kan een oorzaak zijn van incontinentie) Opioïden (* itt anticholinergica treden problemen in veel mindere mate op, maar het kan een oorzaak zijn van incontinentie) ACE-remmers (A-II-remmers veroorzaken minder hoesten) Effect op urine incontinentie Overloopblaas, verwardheid Overloopblaas, verwardheid Overloopblaas, verwardheid Overloopblaas, verwardheid, mobiliteitprobleem Overloopblaas, verwardheid Overloopblaas, verwardheid Effect op urine incontinentie Grote urineproductie Overloopblaas Overloopblaas Druppel incontinentie Verwardheid, mobiliteitprobleem Overloopblaas, obstipatie Overloopblaas, verwardheid Druppel incontinentie.
Cliënt Samenwerking Arts Verzorging Diagnose met meerdere lagen: Urine (type) / Ontlasting / Dubbel bij mobiliteit, cognitie (functie) bij morbiditeit, medicatie Voorkeuren cliënt Stepped Care en Monitoring
Signaleren Incontinentie is een alarmsymptoom
Analyse incontinentie Een verhelderende manier voor het beschrijven van de resultaten van de anamneselijst incontinentie: het mictiedagboek en het mobiliteitsoverzicht functionele beperkingen bij de cliënt (mobiliteit en cognitie), in relatie met omgeving relevante comorbiditeit (andere chronische ziekten) relevante medicatie urineweginfectie en/of afwijking gevonden bij onderzoek Type incontinentie
Instrumenten in kaart brengen anamneselijst incontinentie het incodagboek het mobiliteitsoverzicht
Incodagboek urineverlies fecesverlies toiletbezoek vocht- hoeveelheid oorzaak hoeveelheid incoverband (tijdstip) gebruik (1,2,3)** (1-6)*** consistentie**** (gebruik/ wisseling) (aantal keer soort)* 1 uur 2 uur 3 uur 4 uur 5 uur 6 uur 7 uur 8 uur 9 uur 10 uur 11 uur 12 uur Etc. * Vochtgebruik: 1= kopje (koffie/thee), 2 = mok/soepkom, 3 = wijnglas, 4 = glas bier/fris, 5 = fruit,,6 = toetje ** Hoeveelheid urineverlies: 1=weinig: enkele druppeltjes, 2= een beetje (bijvoorbeeld vochtig ondergoed), 3= behoorlijk (bijvoorbeeld kleding verwisselen noodzakelijk ***Oorzaak urineverlies: 1 = geen controle over plas, 2 = plotselinge activiteit(opstaan, niezen, hoesten), 3= te laat bij toilet, 4= anders, namelijk. 5 = weet ik niet. **** 1+ = weinig, 2++ = behoorlijk en a = waterdun, b = brei, c = vast
Acties Denk hierbij aan ondersteuning bij en adviezen over: - Toiletgang - Verminderen van obstakels en verbeteren mobiliteit - Verandering behandeling chronische ziekte - Aanpassen medicatie - Voorkomen en beperken van incoletsel - Gebruik incomateriaal - Omgang met schaamte en isolatie - Incontinentieverpleegkundige Praktijkkaart urine-incontinentie
Organisatie Aandacht management Samenwerken Team verzorging Multidisciplinair team (werkafspraken) Bewoner en familie Onderdeel risicosignalering, afspraken melden nieuwe incontinentie, structureel in zorgplan Aandachtvelders