Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk

Vergelijkbare documenten
Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Maastricht

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Tilburg

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeenten Boxtel, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode & Vught

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Veldhoven

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeentes Bergeijk, Bladel, Cranendonck, Eersel, Heeze-Leende, Oirschot, Reusel-De Mierden en Valkenswaard

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Kerkrade

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Heerlen

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Etten-Leur

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Regio Heuvelland

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente Helmond

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen. Gemeente s-hertogenbosch

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

12. Vaak een uitkering

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, september 2012

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

10. Veel ouderen in de bijstand

De Bibliotheek; óók partner in het sociale domein

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Digitale grenzen en mogelijkheden van laaggeletterden en laagopgeleiden

Migrantenouderen in cijfers

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, februari 2014

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Arbeid en inkomen

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

2. De niet-westerse derde generatie

Inschatting van het risico op laaggeletterdheid per wijk Laaggeletterdheid in Gouda

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey Willem Houtkoop

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

De positie van etnische minderheden in cijfers

Schriftelijke en digitale (laag)geletterdheid

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

8. Werken en werkloos zijn

Inhoudsopgave hoofdstuk 5

Werkloosheid 50-plussers

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

VIME NT1 Werkveld NT1: begrippen en verantwoording

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, juni 2013

De analyse van stadsdeel Noord is opgebouwd uit een drietal componenten:

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Arbeidsdeelname van paren

Register artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen Gemeente Waalwijk. 1 november 2016

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Inwonertal Brabant groeit met ruim 9000

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Pensioenaanspraken in beeld

szw Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

Bijlage bij hoofdstuk 9 Geregistreerde criminaliteit onder nietwesterse allochtonen en autochtonen

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Achtse Molen telde op 1 januari inwoners, waarvan mannen en vrouwen. Jaar Achtse Molen

Kinderopvang. Selectie van een aantal Arnhemse cijfers uit het rapport van het CBS. 15 maart 2015 Onderzoek & Statistiek

Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord vergelijking oud-nieuw

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede

Gemeente rapportage Nederweert Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Maatschappelijke zorg

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Meerdere keren zonder werk

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, oktober 2015

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Middelburg

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, september 2014

TOOLKIT Bekend maakt Bemind

Eén grondslag voor de gemeentelijke bijdrage aan de GGD

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Transcriptie:

Ken uw doelgroep Kwetsbare groepen Gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk November 2015

Colofon In opdracht van: Uitvoering en rapportage: Ilse Lodewijks, Adviseur T 06-20960051 Postbus 90114 5000 LA Tilburg T 013 46 56 700 Statenlaan 4 5042 RX Tilburg I www.cubiss.nl 2

Samenvatting Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Gemeenten, bibliotheken en andere maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke rol in de ondersteuning en begeleiding van inwoners die het niet op eigen kracht redden. Maar hoe is deze groep samengesteld? In welke wijken wonen zij? En hoe kunnen de bibliotheek en andere maatschappelijke organisaties hen het beste ondersteunen? Om vast te stellen om welke kwetsbare groepen het gaat en welke omvang deze hebben, heeft Cubiss een meta-analyse uitgevoerd binnen het verzorgingsgebied van Bibliotheek Midden-Brabant. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens uit verschillende databronnen die samenhangen met het feit of iemand zich in een kwetsbare positie bevindt. In deze rapportage wordt onder kwetsbare groepen verstaan: groepen mensen, woonachtig in de gemeentes Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk, die in een (potentieel) kwetsbare positie verkeren 1. Een kwetsbare inwoner is een persoon die niet zelfredzaam is en daardoor niet in staat tot maatschappelijke participatie. In dit rapport is naar drie typen kwetsbare groepen gekeken: laaggeletterden, maatschappelijke kwetsbaren en jonge, potentiele kwetsbare kinderen. Geletterdheid is het gebruiken van gedrukte en geschreven informatie om te functioneren in de maatschappij, om de eigen doelen te bereiken en om de eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen. De mate van geletterdheid wordt weergegeven in vijf niveaus (Fouarge, D., Houtkoop, W. & Van der Velden, R., 2011). Laaggeletterd betekent doorgaans dat mensen op het laagste niveau zitten. Naar schatting wonen er in gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk circa 6.000 laaggeletterden in de leeftijdscategorie 16 tot 65 jaar. D.w.z. circa 7 procent van de potentiele beroepsbevolking is naar schatting laaggeletterd. Deze mensen beschikken over onvoldoende vaardigheid om te kunnen omgaan met de lees- en schrijftaken in het dagelijks leven en op het werk. Ze hebben niet het niveau dat nodig is om in de kenniseconomie en de moderne westerse samenleving adequaat te functioneren. Daarnaast blijkt uit landelijk onderzoek dat minimaal 21,5 procent van de 65-plussers laaggeletterd is (Buisman & Houtkoop, 2014). Dit betekent dat in gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk minimaal 5.600 laaggeletterde 65-plussers wonen. Van de 30 tot 55-jarige vrouwen in de vijf gemeenten (de doelgroep van het project Educatie voor Vrouwen met Ambitie ) is naar schatting tussen de 11 en 13 procent laaggeletterd: circa 2.650 personen. Naast laaggeletterden is bekeken in welke mate de vijf gemeenten te maken hebben met maatschappelijke kwetsbare volwassenen en jonge, potentiele kwetsbare kinderen. Een persoon is maatschappelijk kwetsbaar als hij of zij in een kwetsbare situatie verkeert of dreigt te raken doordat deze persoon door verschillende problemen of oorzaken geconfronteerd wordt met achterstand en/of sociaal isolement. 1 Voor de gemeente Tilburg is een aparte rapportage Ken uw doelgroep opgeleverd. 3

Uit onderzoek blijkt dat als een kind opgroeit in een gezinsomgeving die niet stimulerend en bevorderlijk is om te leren lezen en schrijven, het risico verhoogt dat de kinderen later zelf laaggeletterd zullen worden. Deze houding beïnvloedt de opvoeding die ze aan hun kinderen zullen geven. (Fouarge et. al, 2011). Dit benadrukt het belang om jonge potentieel kwetsbare kinderen al vroeg in beeld te hebben en er vroegtijdig op in te grijpen. Hoe ouder het kind, hoe moeilijker de problemen op school ten gevolge van leerachterstand immers kunnen worden verholpen. Een preventieve strategie lijkt het meest aangewezen. Circa 2 tot 4 procent van alle peuters en kleuters in gemeente Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand en Oisterwijk komt in aanmerking voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). In Waalwijk ligt dit percentage op 16 procent. Voor- en vroegschoolse educatie is als compensatie bedoeld voor peuters en kleuters die thuis te weinig ontwikkelingsgerichte stimulering ontvangen. Het doel is het voorkomen van een achterstand bij de start van groep 3 in de in het basisonderwijs. Kernen/wijken met kleine kans op kwetsbare inwoners In de kernen Esbeek, Biest-Houtakker, Diessen, Haghorst (gemeente Hilvarenbeek), Riel (gemeente Goirle) en Moergestel (gemeente Oisterwijk) is de kans op kwetsbare inwoners klein. Ook in de wijken Grobbendonck, De Groote Akkers, De Hoge Wal, 't Ven + De Boschkens, en De Hellen + De Nieuwe Erven (gemeente Goirle) en omgeving Bunders en Levenskerk (Oisterwijk) wonen verhoudingsgewijs (in verhouding tot de andere kernen en wijken) zowel weinig laaggeletterden als weinig maatschappelijk kwetsbaren. Deze gebieden worden gekenmerkt door een laag percentage laagopgeleiden, laag percentage allochtonen en relatief weinig mensen die niet participeren op de arbeidsmarkt. Daarnaast is de financiële, sociale en gezondheidssituatie van de inwoners van deze wijken gunstig. In Grobbendonck, De Groote Akkers, De Hoge Wal, en De Hellen + De Nieuwe Erven is de sociale cohesie echter wel relatief laag. Kernen/wijken met gemiddelde kans op kwetsbare inwoners In Capelle + Nieuwe Vaart, Waspik (gemeente Waalwijk), Kaatsheuvel-Oost, Loon op Zand, De Moer (gemeente Loon op Zand), Goirle-Centrum + Abcoven (gemeente Goirle), de kern Hilvarenbeek, Pannenschuur en omgeving Waterhoef en Klompven (gemeente Oisterwijk) is een gemiddelde kans op kwetsbare inwoners. Hierbij is wel een duidelijk onderscheid tussen de wijken zichtbaar. Goirle-Centrum + Abcoven en omgeving Waterhoef en Klompven worden gekenmerkt door relatief veel laaggeletterden. Dit valt te verklaren vanuit het groot aantal 45-plussers en het groot aantal mensen dat niet participeert op de arbeidsmarkt. De kans op maatschappelijke kwetsbare inwoners is gemiddeld. In Pannenschuur, Kaatsheuvel-Oost, Capelle + Nieuwe Vaart en Waspik woont een gemiddeld aantal laaggeletterden, terwijl de kans op maatschappelijke kwetsbaren vanwege een slechte financiële situatie en sociale situatie behoorlijk groot is. In De Moer is de kans op maatschappelijke kwetsbare inwoners gemiddeld, terwijl je hier relatief weinig laaggeletterden zult treffen. Voor de kern Hilvarenbeek geldt precies het omgekeerde. Hier is de kans op laaggeletterden gemiddeld, terwijl je in deze wijk nauwelijks maatschappelijke kwetsbaren zult tegenkomen. De kern Loon op Zand wordt gekenmerkt door zowel een gemiddelde kans op laaggeletterden als op maatschappelijke kwetsbaren Kernen/wijken met grote kans op kwetsbare inwoners Waalwijk-stad (Waalwijk-Centrum + Besoijen, Baardwijk + Laageinde + De Hoef, Antoniusparochie + Bloemenoord, Zanddonk + Meerdijk), Sprang, Vrijhoeve, Kaatsheuvel-West, de Goirlese wijken 4

Wildackers + Hoogeind en Oisterwijk-Centrum en omgeving t Westend en t Seuverick kunnen als potentieel kwetsbaar worden aangemerkt. Waalwijk-stad (alle wijken) is het meest zorgelijke gebied. Hier is een relatief grote kans op zowel taalachterstanden/laaggeletterdheid als maatschappelijke kwetsbaarheid. Vrijwel alle gemeten indicatoren zijn beneden gemiddeld ten opzichte van de andere wijken en de gehele provincie. In Kaatsheuvel-West en omgeving t Westend en t Seuverick is de situatie eveneens zorgelijk. Hoewel de kans op laaggeletterden en maatschappelijke kwetsbaren iets kleiner is dan in bovenstaand genoemde gebieden, is deze alsnog bovengemiddeld. In Wildackers + Hoogeind en Oisterwijk-Centrum is de kans op laaggeletterden behoorlijk groot, terwijl de kans op maatschappelijke kwetsbaren gemiddeld is. Voor Sprang en Vrijhoeve geldt precies het omgekeerde. Hier is de kans op laaggeletterden gemiddeld, terwijl je in deze kernen behoorlijk veel maatschappelijke kwetsbaren zult tegenkomen. 5

Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Inleiding... 7 1.1 Aanleiding en doel... 7 1.2 Kwetsbare groepen... 9 1.3 Methodiek... 11 1.4 Inhoud van het rapport... 12 2. Laaggeletterdheid & maatschappelijke kwetsbaarheid... 13 2.1 Inleiding... 13 2.2 Laaggeletterdheid... 14 2.3 Maatschappelijke kwetsbaarheid... 18 3. Indicatoren... 22 3.1 Laaggeletterden... 22 3.1.1 Geslacht... 22 3.1.2 Opleidingsniveau... 24 3.1.3 Leeftijd... 25 3.1.4 Etniciteit... 28 3.1.5 Participatie op de arbeidsmarkt... 32 3.1.6 Laaggeletterde 30 tot 55-jarige vrouwen... 34 3.2 Maatschappelijke kwetsbaren... 40 3.2.1 Financiële situatie: inkomen en type woning... 40 3.2.2 Sociale situatie: leefbaarheid buurt, sociale cohesie en eenzaamheid... 46 3.2.3 Gezondheid... 53 3.3 Jonge, potentieel kwetsbare kinderen... 55 3.3.1 Voor- en vroegschoolse educatie... 55 3.3.2 BoekStart... 56 4. Conclusies... 59 4.1 Kernen/wijken met kleine kans op kwetsbare inwoners... 60 4.2 Kernen/wijken met gemiddelde kans op kwetsbare inwoners... 60 4.3 Kernen/wijken met grote kans op kwetsbare inwoners... 60 Geraadpleegde literatuur en bronnen... 62 Bijlage: doelgroepdefinitie VVE... 63 6

1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Gemeenten, bibliotheken en andere maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke rol in de ondersteuning en begeleiding van inwoners die het niet op eigen kracht redden. Maar hoe is deze groep samengesteld? In welke wijken en kernen wonen zij? En hoe kunnen de bibliotheek en andere maatschappelijke organisaties hen het beste ondersteunen? Om vast te stellen om welke kwetsbare groepen het gaat en welke omvang deze hebben, heeft Cubiss een meta-analyse uitgevoerd binnen het verzorgingsgebied van Bibliotheek Midden-Brabant. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens uit verschillende databronnen die samenhangen met het feit of iemand zich in een kwetsbare positie bevindt. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: In welke mate hebben de gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk te maken met kwetsbare groepen en hoe ziet de situatie er per wijk en kern uit? Met de resultaten van dit onderzoek kan zowel Bibliotheek Midden-Brabant als het project EVA van Stichting Lezen & Schrijven probleemgroepen definiëren. Ook kunnen de gemeenten worden geïnformeerd en bewust gemaakt worden van de omvang van het probleem. De genomen foto biedt input voor de te vervullen rol en de te bewandelen strategie van de Bibliotheek ten aanzien van kwetsbare groepen. Daarnaast biedt het kerngegevens die zeer relevant zijn in mogelijke gesprekken met samenwerkingspartners in het werkgebied. Bibliotheek Midden-Brabant opereert in de Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Tilburg, Oisterwijk en Waalwijk. In de figuren op de volgende pagina s is de wijk- ofwel kernindeling visueel weergegeven. Deze indeling is tot stand gekomen in overleg met Bibliotheek Midden-Brabant. Voor de gemeente Tilburg is een aparte rapportage Ken uw doelgroep opgeleverd. 7

Figuur 1.1.1a Wijk- / kernindeling gemeentes Hilvarenbeek en Oisterwijk Figuur 1.1.1b Wijk- / kernindeling gemeente Goirle 8

Figuur 1.1.1c Wijk- / kernindeling gemeentes Loon op Zand en Waalwijk 1.2 Kwetsbare groepen In deze rapportage wordt onder kwetsbare groepen verstaan: groepen mensen, woonachtig in de gemeentes Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk, die in een (potentieel) kwetsbare positie verkeren. Een kwetsbare inwoner is een persoon die niet zelfredzaam is en daardoor niet in staat tot maatschappelijke participatie. Niet zelfredzaam is iemand wanneer deze niet zelfstandig (niet op eigen kracht) of niet met behulp van zijn omgeving (eigen sociale netwerk) actief kan meedoen in de samenleving of onvoldoende draagkracht heeft om de daarvoor benodigde voorziening(en) aan te schaffen. Kernbegrip in deze definitie is "zelfredzaamheid" (het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke of financiële vermogen om voorzieningen te treffen dan wel te laten treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken) 2. In dit rapport wordt naar drie typen kwetsbare groepen gekeken: laaggeletterden, maatschappelijke kwetsbaren en jonge, potentieel kwetsbare kinderen. 2 WMO voorzieningenbeleid 9

Laaggeletterdheid Geletterdheid is het gebruiken van gedrukte en geschreven informatie om te functioneren in de maatschappij, om de eigen doelen te bereiken en om de eigen kennis en mogelijkheden te ontwikkelen. De mate van geletterdheid wordt weergegeven in een aantal niveaus. Laaggeletterd betekent doorgaans dat mensen op het laagste of enerlaagste niveau zitten (Fouarge, D., Houtkoop, W. & Van der Velden, R., 2011). Op dit niveau beschikken mensen over een elementair basisvocabulaire, en kunnen eenvoudige informatie uit korte zinnen en teksten halen. De meeste laaggeletterden zijn zeker geen analfabeten. Slechts een kleine groep, ongeveer 2,5%, kan niet of nauwelijks (technisch) lezen en schrijven. Een veel grotere groep heeft pas moeite met lezen en schrijven als de teksten ingewikkelder worden, bijvoorbeeld als ze informatie uit een tekst moeten afleiden die er niet letterlijk in staat. De meeste laaggeletterden hebben meer moeite met schrijven dan met lezen. Op de schaal van 0 tot 500 scoren zeer laaggeletterden onder de 176 punten en laaggeletterden tussen de 176 en 225 punten. Zeer laaggeletterde volwassenen kunnen korte teksten over bekende onderwerpen lezen en één stukje informatie vinden dat dezelfde vorm heeft als de taak of vraag (Buisman & Houtkoop, 2014). Er wordt alleen om een elementaire woordenschat gevraagd. Laaggeletterde volwassenen kunnen korte papieren of digitale teksten lezen om één stukje informatie te vinden dat identiek is aan de taak of vraag. Volwassenen op dit niveau kunnen simpele formulieren invullen, beschikken over een elementaire woordenschat, begrijpen de betekenis van zinnen en kunnen eenvoudige teksten lezen. Op het volgende niveau (niveau 2, schaalwaarde 226 tot en met 275) kunnen volwassenen twee of meer stukjes informatie integreren. Ze kunnen informatie vergelijken, contrasteren of erover reflecteren en ze kunnen eenvoudige gevolgtrekkingen maken. Ook kunnen ze binnen digitale teksten navigeren om op verschillende plekken in een tekst informatie te zoeken en te vinden (Buisman & Houtkoop, 2014). Op dit niveau lopen veel volwassenen echter een risico als de vaardigheidseisen thuis, op het werk of in de samenleving veranderen. Op dit niveau wordt dan ook gesproken van een latent probleem (Bohnenn, E., Ceulemans, C., Van de Guchte, C., Kurvers, J. & Van Tendeloo, T., 2004). Er bestaat een grote kans bij personen op niveau 2, dat als ze hun vaardigheden niet onderhouden, ze op latere leeftijd terugvallen naar niveau 1. Het volgende niveau, niveau 3 wordt beschouwd als het geletterdheidsniveau dat nodig is om in de kenniseconomie en de moderne westerse samenleving adequaat te functioneren. Uit onderzoek blijkt dat in Nederland 1,3 miljoen laaggeletterden (niveau 1) wonen. Dit betekent dat 12 procent van de potentiele beroepsbevolking op het laagste niveau van taalvaardigheid functioneert (PIAAC, 2013). Qua absolute aantallen bevinden de grootste groepen laaggeletterden zich onder oudere autochtonen (45-plus) met een middelbaar opleidingsniveau. Daarnaast vormen 120.000 autochtone en 108.000 allochtone niet-werkende laag opgeleiden twee relatief grote groepen van laaggeletterden. De individuele gevolgen voor laaggeletterden kunnen leiden tot een sociaal isolement. Zij worden onzeker, durven niet buiten hun vertrouwde kring te opereren, te solliciteren, zich niet duidelijk uit te spreken of actief te participeren in groepsactiviteiten. Laaggeletterdheid is daarmee een bron van sociale, culturele en politieke uitsluiting voor het individu. Laaggeletterden participeren vaak beperkt in het maatschappelijk leven. Uit Brits onderzoek blijkt dat laaggeletterden nauwelijks deelnemen aan gemeenschappelijke activiteiten in buurten, scholen, bewonersgroepen of politieke partijen. Laaggeletterdheid heeft ook gevolgen voor de economie. Door ontwikkelingen als toenemende digitalisering, maar ook grotere behoefte aan kennis worden steeds hogere en andere eisen gesteld aan mensen om deel te nemen aan de kenniseconomie. De kenniseconomie vraagt om werknemers die mondeling en schriftelijk goed kunnen communiceren. Geletterde en goed opgeleide werknemers 10

zijn productiever, en meer productiviteit betekent een hogere economische groei. Vrijwel in alle banen moeten mensen zich bijscholen, ook laagopgeleide medewerkers. Omdat bijscholing voor laaggeletterden vaak te moeilijk is en zij cursussen dus ook liever vermijden, lopen zij een hoger risico om uiteindelijk ontslag te krijgen. (Vos, De Vries (St. Lezen & Schrijven) & Duvekot, 2007). Uit een onlangs verschenen onderzoek van het ECBO blijkt eveneens dat laaggeletterden drie keer meer kans hebben om onvoldoende digitaal vaardig te zijn (Baay, Buisman & Houtkoop, 2015). Laaggeletterden beschikken over minder functionele taalvaardigheden de vaardigheid om informatie te kunnen lezen, begrijpen en gebruiken en dit is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden. In dit rapport wordt enerzijds gekeken naar de omvang van de totale groep laaggeletterden per wijk. Anderzijds wordt ingezoomd op de kans op laaggeletterdheid onder 30 tot 55-jarige vrouwen (de doelgroep van Educatie voor Vrouwen met Ambitie (EVA)). Maatschappelijke kwetsbaarheid Een persoon is maatschappelijk kwetsbaar als hij of zij in een kwetsbare situatie verkeert of dreigt te raken doordat deze persoon door verschillende problemen of oorzaken geconfronteerd wordt met achterstand en/of sociaal isolement. Factoren die doorgaans in verband worden gebracht met maatschappelijke kwetsbare groepen zijn de financiële situatie (inkomen en type woning), sociale situatie (leefbaarheid buurt, sociale cohesie en eenzaamheid) en de mate van gezondheid. Jonge, potentieel kwetsbare kinderen Bij lees- en schrijfvaardigheid speelt de familiale context een fundamentele rol. De houding van de ouders tegenover lezen en schrijven zal een grote impact hebben op de latere ontwikkeling van het kind op dit domein. Uit onderzoek blijkt dat als een kind opgroeit in een gezinsomgeving die niet stimulerend en bevorderlijk is om te leren lezen en schrijven, het risico verhoogt dat de kinderen later zelf laaggeletterd zullen worden. Deze houding beïnvloedt de opvoeding die ze aan hun kinderen zullen geven. (Fouarge et. al, 2011). Dit benadrukt het belang om jonge potentieel kwetsbare kinderen al vroeg in beeld te hebben en er vroegtijdig op in te grijpen. Hoe ouder het kind, hoe moeilijker de problemen op school ten gevolge van leerachterstand immers kunnen worden verholpen. Een preventieve strategie lijkt het meest aangewezen. 1.3 Methodiek Om in kaart te brengen in welke mate de gemeentes te maken hebben met de drie kwetsbare groepen, is middels deskresearch een aantal indicatoren verzameld die samenhangen met het feit of iemand zich in een kwetsbare positie bevindt. De voorwaarden waaraan een indicator moet voldoen zijn als volgt: Van een betrouwbare bron afkomstig zijn Op het juiste niveau (wijk/kern-niveau) beschikbaar zijn Recentelijk onderzocht zijn. In totaal zijn er 14 indicatoren gebruikt. In tabel 1.1 op de volgende pagina zijn de indicatoren voor laaggeletterden en maatschappelijke kwetsbaren gedefinieerd. 11

Tabel 1.1 Dimensies en indicatoren Dimensie Laaggeletterden Maatschappelijke kwetsbaren Jonge potentieel kwetsbare kinderen Indicator % vrouwen % 45-plussers % laag opgeleiden: max een mavo of lbo opleiding afgerond % niet-westerse allochtonen % inwoners dat niet participeert op de arbeidsmarkt (excl. AOW ers) Financiële situatie: % huishoudens met laag inkomen Financiële situatie: % huurwoningen in handen van wooncorporatie Sociale situatie: score voor de sociale samenhang in de wijk Sociale situatie: score voor de veiligheid in de wijk Sociale situatie: % eenzame inwoners Sociale situatie: % inwoners dat niet genoeg mensen heeft op wie teruggevallen kan worden in geval van narigheid Gezondheid: % inwoners dat eigen gezondheid als matig tot slecht ervaart Gezondheid: % inwoners dat vanwege de gezondheid niet de dingen kan doen die men zou willen doen % kinderen dat in aanmerking komt voor voor- en vroegschoolse educatie 1.4 Inhoud van het rapport De rapportage bestaat uit twee delen. Het eerste deel geeft een totaaloverzicht van de kans op kwetsbare volwassen inwoners in iedere gemeente. Aan de hand van de opgenomen figuren is in één oogopslag te zien wat de kans op taalachterstanden/ laaggeletterdheid en maatschappelijke kwetsbaarheid is in de verschillende wijken en kernen. In het tweede deel wordt ingezoomd op de verschillende indicatoren. Aan de hand van figuren en tabellen wordt aangegeven hoe een wijk/kern scoort t.o.v. Noord-Brabant en Nederland. 12

2. Laaggeletterdheid & maatschappelijke kwetsbaarheid 2.1 Inleiding In dit eerst gedeelte wordt een totaaloverzicht van de kans op kwetsbare volwassen inwoners gepresenteerd. Aan de hand van een vaste waarde-indeling wordt de kans op zowel laaggeletterdheid als maatschappelijke kwetsbaarheid in figuren weergegeven. De waarde van deze dimensies is gebaseerd op de onderliggende indicatoren. Aan de hand van zogenaamde z-scores is per indicator berekend in hoeverre de wijken en kernen afwijken van het gemiddelde voor het totaalgebied. Per type kwetsbaren zijn deze afwijkingen bij elkaar opgeteld. Voordat de resultaten worden gepresenteerd, is allereerst in de tabel hieronder te zien hoeveel inwoners iedere wijk heeft. Tabel 2.1 Aantal inwoners per wijk (2014) Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) Potentiele beroepsbevolking (15 tot 65 jaar) Inwonersaantal (15 jaar en ouder) Aantal inwoners (totaal) 14.550 18.938 23.095 Goirle-Centrum + Abcoven 1.614 2.278 2.575 Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 3.317 4.159 5.105 Wildackers + Hoogeind 2.458 3.781 4.430 't Ven + De Boschkens 1.848 2.318 2.925 De Hellen + De Nieuwe Erven 3.500 4.101 5.010 Riel 1.465 1.930 2.325 Gemeente Hilvarenbeek 9.658 12.525 15.090 Hilvarenbeek 5.273 7.059 8.505 Esbeek 802 984 1.215 Biest-Houtakker 597 706 905 Diessen 2.369 3.062 3.645 Haghorst 574 697 820 Gemeente Loon op Zand 15.002 19.618 23.080 Kaatsheuvel-West 6.624 8.458 10.190 Kaatsheuvel-Oost 4.102 5.221 6.215 Loon op Zand 3.678 5.149 6.130 De Moer 362 475 540 Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) 15.996 21.672 25.800 Oisterwijk-Centrum 1.066 2.023 2.175 13

Omgeving Waterhoef en Klompven 1.904 2.856 3.400 Omgeving Bunders en Levenskerk 2.198 3.256 4.070 Omgeving 't Westend en 't Seuverick 1.804 2.276 2.775 Pannenschuur 4.179 4.752 5.725 Moergestel 3.704 4.998 5.880 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) 30.222 39.056 46.495 Waalwijk-Centrum + Besoijen 4.836 6.682 7.710 Baardwijk + Laageinde + De Hoef 5.235 6.588 7.835 Antoniusparochie + Bloemenoord 3.387 4.494 5.350 Zanddonk + Meerdijk 4.971 6.600 7.880 Sprang + Landgoed Driessen 3.634 4.429 5.505 Vrijhoeve 2.812 3.432 4.135 Capelle + Nieuwe Vaart 1.828 2.327 2.770 Waspik 3.149 4.084 4.920 Bron: CBS Statline In dit rapport wordt ingegaan op de omvang van kwetsbare groepen in de verschillende kernen en woonwijken. De buitengebieden, industrieterreinen, bedrijventerreinen, verspreide huizen en Eikendonk worden niet individueel meegenomen in de analyses. Wel zijn deze gebieden meegenomen bij de totaalcijfers van de gemeenten. 2.2 Laaggeletterdheid In figuren 2.2.1 t/m 2.2.3 op de volgende pagina s is in één oogopslag te zien in welke mate er laaggeletterden in de verschillende gemeentes wonen. Oisterwijk-Centrum, de wijk Wildackers + Hoogeind in Goirle, en de Waalwijkse wijken Waalwijk- Centrum + Besoijen, Baardwijk + Laageinde + De Hoef, Antoniusparochie + Bloemenoord, en Zanddonk + Meerdijk kunnen als zeer kwetsbaar worden aangemerkt. In wijken is een relatief grote kans op taalachterstanden/laaggeletterdheid. Naar alle waarschijnlijkheid wordt dit veroorzaakt door een hoog percentage vrouwen, veel laagopgeleiden, 45-plussers en allochtonen, en relatief veel inwoners die niet kunnen participeren op de arbeidsmarkt (hierover in hoofdstuk 3 meer). Omgeving Waterhoef en Klompven en omgeving 't Westend en t Seuverick (Oisterwijk), Goirle- Centrum + Abcoven (Goirle), Vrijhoeve (Waalwijk) en Kaatsheuvel-West (Loon op Zand) hebben een iets minder grote kans, maar ook hier is de kans op laaggeletterde inwoners bovengemiddeld groot. De kans op laaggeletterde inwoners in omgeving Bunders en Levenskerk, Moergestel (Oisterwijk), en Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal en De Hellen + De Nieuwe Erven (Goirle) is relatief klein, in Esbeek, Biest-Houtakker, Diessen, Haghorst (Hilvarenbeek), 't Ven + De Boschkens, Riel (Goirle) en De Moer (Loon op Zand) zelfs zeer klein. 14

5 4 1 2 3 6 7 9 11 10 8 Wijken/kernen 1. Oisterwijk-Centrum 2. Omgeving Waterhoef en Klompven 3. Omgeving Bunders en Levenskerk 4. Omgeving 't Westend en 't Seuverick 5. Pannenschuur 6. Moergestel 7. Hilvarenbeek 8. Esbeek 9. Biest-Houtakker 10. Diessen 11. Haghorst Figuur 2.2.1 De kans op laaggeletterde inwoners in Hilvarenbeek en Oisterwijk, per wijk en kern 15

6 5 4 2 3 1 Wijken/kernen 1. Goirle-Centrum + Abcoven 2. Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 3. Wildackers + Hoogeind 4. 't Ven + De Boschkens 5. De Hellen + De Nieuwe Erven 6. Riel Figuur 2.2.2 De kans op laaggeletterde inwoners in Goirle, per wijk en kern 16

8 7 6 5 1 2 3 4 9 10 11 12 Wijken/kernen 1. Waalwijk-Centrum + Besoijen 2. Baardwijk + Laageinde + De Hoef 3. Antoniusparochie + Bloemenoord 4. Zanddonk + Meerdijk 5. Sprang + Landgoed Driessen 6. Vrijhoeve 7. Capelle + Nieuwe Vaart 8. Waspik 9. Kaatsheuvel-West 10. Kaatsheuvel-Oost 11. Loon op Zand 12. De Moer Figuur 2.2.3 De kans op laaggeletterde inwoners in Loon op Zand en Waalwijk, per wijk en kern 17

2.3 Maatschappelijke kwetsbaarheid Een persoon is maatschappelijk kwetsbaar als hij of zij in een kwetsbare situatie verkeert of dreigt te raken doordat deze persoon door verschillende problemen of oorzaken geconfronteerd wordt met achterstand en/of sociaal isolement. Indicatoren voor maatschappelijke kwetsbaarheid zijn de financiële en sociale situatie van een inwoner en de mate van gezondheid. In figuren 2.3.1 t/m 2.3.3 op de volgende pagina s is te zien in welke mate de verschillende gemeentes te maken hebben met maatschappelijke kwetsbare groepen. 5 4 1 2 3 6 7 9 11 10 8 Wijken/kernen 1. Oisterwijk-Centrum 2. Omgeving Waterhoef en Klompven 3. Omgeving Bunders en Levenskerk 4. Omgeving 't Westend en 't Seuverick 5. Pannenschuur 6. Moergestel 7. Hilvarenbeek 8. Esbeek 9. Biest-Houtakker 10. Diessen 11. Haghorst Figuur 2.3.1 De kans op maatschappelijke kwetsbare inwoners in Hilvarenbeek en Oisterwijk, per wijk en kern 18

6 5 3 4 1 2 Wijken/kernen 1. Goirle-Centrum + Abcoven 2. Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 3. Wildackers + Hoogeind 4. 't Ven + De Boschkens 5. De Hellen + De Nieuwe Erven 6. Riel Figuur 2.3.2 De kans op maatschappelijke kwetsbare inwoners in Goirle, per wijk en kern 19

8 7 6 5 1 2 4 3 10 9 11 12 Wijken/kernen 1. Waalwijk-Centrum + Besoijen 2. Baardwijk + Laageinde + De Hoef 3. Antoniusparochie + Bloemenoord 4. Zanddonk + Meerdijk 5. Sprang + Landgoed Driessen 6. Vrijhoeve 7. Capelle + Nieuwe Vaart 8. Waspik 9. Kaatsheuvel-West 10. Kaatsheuvel-Oost 11. Loon op Zand 12. De Moer Figuur 2.2.3 De kans op maatschappelijke kwetsbare inwoners in Loon op Zand en Waalwijk, per wijk en kern 20

De Waalwijkse wijken Waalwijk-Centrum + Besoijen, Baardwijk + Laageinde + De Hoef, Antoniusparochie + Bloemenoord, Zanddonk + Meerdijk en de kernen Sprang en Vrijhoeve hebben een relatief hoog aantal maatschappelijk kwetsbare inwoners. Ook in omgeving 't Westend en t Seuverick, Pannenschuur (Oisterwijk), Capelle + Nieuwe Vaart, Waspik (Waalwijk), Kaatsheuvel-West en Kaatsheuvel-Oost (Loon op Zand) is de kans op inwoners die in een kwetsbare situatie verkeren of dreigen te raken doordat zij geconfronteerd wordt met achterstand en/of sociaal isolement relatief groot. In Moergestel en de omgeving Bunders en Levenskerk (Oisterwijk), de gehele gemeente Hilvarenbeek en de Goirlese gebieden Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal, 't Ven + De Boschkens, De Hellen + De Nieuwe Erven en Riel zullen verhoudingsgewijs minder maatschappelijke kwetsbaren wonen. Deze wijken en kernen kennen relatief weinig mensen met een laag inkomen, weinig (sociale) huur, de sociale situatie is goed en de meeste mensen hebben een goede gezondheid. 21

3. Indicatoren In dit hoofdstuk wordt een uitgebreidere toelichting gegeven op de diverse indicatoren. Zo komt o.a. aan bod op basis van welke bronnen de indicatoren gebaseerd zijn, hoe ze zijn gemeten en wat de indicatoren dus precies vertellen. Ook worden de exacte percentages c.q. aantallen gepresenteerd per wijk en kern. In dit hoofdstuk wordt tevens aan de hand van tabellen en figuren geïllustreerd hoe een wijk/kern scoort t.o.v. de andere wijken en kernen binnen de vijf gemeenten, en t.o.v. Noord- Brabant en Nederland als totaal. Indien een wijk/kern bovengemiddeld slecht (afhankelijk van de indicator boven of onder het gemiddelde voor Noord-Brabant) scoort, is dit aangegeven met een grijze arcering. 3.1 Laaggeletterden Uit landelijk wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het profiel van (zeer) laaggeletterden in vergelijking met niet-laaggeletterden relatief vaker bestaat uit vrouwen, laaggeschoolden (lager onderwijs of vbo), ouderen, allochtonen uit de eerste generatie (met de kanttekening dat driekwart van de laaggeletterden autochtoon is) en mensen die niet participeren op de arbeidsmarkt (Fouarge et al, 2011). Deze onderdelen vormen dan ook de indicatoren voor laaggeletterdheid: Geslacht Opleidingsniveau Leeftijd Etniciteit Participatie op de arbeidsmarkt 3.1.1 Geslacht Nederland valt op als een van de landen waar de achterstand van vrouwen op mannen voor taalvaardigheid relatief groot is. Zo blijkt uit het PIAAC-onderzoek van 2012 dat 12,7 procent van de vrouwen laaggeletterd is tegenover 11,2 procent van de mannen. De verschillen tussen mannen en vrouwen worden groter naarmate de leeftijd stijgt. Zo scoren onder 45-plussers de mannen significant beter op taalvaardigheid dan vrouwen, terwijl onder 18-45 jarigen geen significant verschil bestaat tussen mannen en vrouwen. De taalvoorsprong van mannen is sinds 1994 en vooral sinds 2007 gegroeid (PIAAC, 2013). In figuur 3.1.1 op de volgende pagina is de man-vrouw verdeling weergegeven. Zoals te zien wonen in alle gemeentes (behalve gemeente Hilvarenbeek) iets meer vrouwen dan gemiddeld in Noord-Brabant en Nederland. In Noord-Brabant is 50,0 procent vrouw. In gemeente Oisterwijk wonen relatief de meeste vrouwen: 50,8 procent van de inwoners vrouw is. De verschillen tussen de dorpskernen en wijken zijn groot. Zo is maar liefst 56,3 procent van de inwoners van het centrum van Oisterwijk vrouw (waarschijnlijk vanwege een hoog percentage ouderen), terwijl het percentage vrouwen in De Moer (gemeente Loon op Zand) slechts 46,3 is. Ook in Goirle-Centrum + Abcoven, Wildackers + Hoogeind (gemeente Goirle), omgeving Waterhoef en Klompven (gemeente Oisterwijk) en Vrijhoeve (gemeente Waalwijk) is een oververtegenwoordiging van vrouwen. In gemeente Hilvarenbeek is een lichte ondervertegenwoordiging van vrouwen. De verschillen tussen de kernen zijn echter groot. In Esbeek, Haghorst en Diessen wonen relatief veel mannen, terwijl in de kern Hilvarenbeek juist een lichte oververtegenwoordiging van vrouwen is. 22

Gemeente Goirle Goirle-Centrum + Abcoven Wildackers + Hoogeind 't Ven + De Boschkens Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal De Hellen + De Nieuwe Erven Riel 49,5 48,2 48,2 49,2 49,3 50,1 51,3 50,5 51,8 51,8 50,8 50,7 49,9 48,7 Gemeente Hilvarenbeek Hilvarenbeek Biest-Houtakker Diessen Haghorst Esbeek 50,5 49,2 50,8 51,9 53,0 53,9 49,5 50,8 49,2 48,1 47,0 46,1 Gemeente Loon op Zand Loon op Zand Kaatsheuvel-West Kaatsheuvel-Oost De Moer 49,5 48,9 49,2 50,2 53,7 50,5 51,1 50,8 49,8 46,3 Gemeente Oisterwijk Oisterwijk-Centrum Omgeving Waterhoef en Klompven Omgeving Bunders en Levenskerk Moergestel Omgeving 't Westend en 't Seuverick Pannenschuur 49,2 43,7 48,5 49,0 49,1 49,2 50,2 50,8 56,3 51,5 51,0 50,9 50,8 49,8 Gemeente Waalwijk Vrijhoeve Waalwijk-Centrum + Besoijen Sprang + Landgoed Driessen Zanddonk + Meerdijk Baardwijk + Laageinde + De Hoef Antoniusparochie + Bloemenoord Waspik Capelle + Nieuwe Vaart 49,8 48,5 49,0 49,3 49,6 50,0 50,5 50,7 51,8 50,2 51,5 51,0 50,7 50,4 50,0 49,5 49,2 48,2 Noord-Brabant Nederland 50,0 49,5 50,0 50,5 0% 20% 40% 60% 80% 100% Mannen Vrouwen Figuur 3.1.1 Bevolking per wijk/kern naar geslacht (%) (2014) Bron: CBS Statline 23

3.1.2 Opleidingsniveau Uit onderzoek blijkt dat opleidingsniveau samenhangt met laaggeletterdheid. Een opleiding draagt in positieve zin bij aan geletterdheid. Mensen die laagopgeleid zijn hebben vaker een taalachterstand dan mensen die hoogopgeleid zijn. Ruim 4 op de 10 mensen die maximaal de lagere school hebben afgerond, zijn laaggeletterd (PIAAC, 2013). In de gezondheidsmonitor 2012 van de GGD is aan bewoners gevraagd wat hun hoogst genoten opleiding is die met een diploma is afgerond. Waalwijk 5 31 38 26 Loon op Zand 3 31 40 26 Hilvarenbeek 3 27 40 30 Oisterwijk 2 24 39 35 Goirle 2 22 40 37 Regio Hart voor Brabant 5 25 38 32 Nederland 5 24 36 34 0% 20% 40% 60% 80% 100% Laag (geen opleiding/lager onderwijs) Midden 2 (HAVO/VWO/MBO) Midden 1 (MAVO/LBO) Hoog (HBO/WO) Figuur 3.1.2a Opleidingsniveau 19-64 jarige inwoners per gemeente (%) (2012) Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen 2012 Het aandeel laagopgeleide 19 tot 65 jarigen is in gemeenten Waalwijk en Loon op Zand erg hoog, in verhouding tot de regio Hart voor Brabant 3 en Nederland als totaal. Zo heeft 5 procent van de 19-64 jarige inwoners van Waalwijk geen of een lage opleiding genoten en 31 procent mavo of lbo (zie figuur 3.1.2a). In gemeenten Goirle en Oisterwijk wonen verhoudingsgewijs weinig laagopgeleiden. Hilvarenbeek komt redelijk overeen met het regionaal en landelijk gemiddelde. Van de afzonderlijke kernen en wijken zijn helaas geen gegevens over het opleidingsniveau beschikbaar. In figuur 3.1.2b op de volgende pagina is het opleidingsniveau van 65-plussers weergegeven. 3 De regio Hart voor Brabant bestaat uit de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oisterwijk, Oss, Schijndel, s-hertogenbosch, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Tilburg, Uden, Veghel, Vught en Waalwijk 24

Waalwijk 21 51 14 14 Loon op Zand 19 49 17 16 Hilvarenbeek 16 51 16 17 Goirle 14 49 18 19 Oisterwijk 15 44 18 23 Regio Hart voor Brabant 19 48 17 16 Nederland 18 46 18 18 0% 20% 40% 60% 80% 100% Laag (geen opleiding/lager onderwijs) Midden 2 (HAVO/VWO/MBO) Midden 1 (MAVO/LBO) Hoog (HBO/WO) Figuur 3.1.2b Opleidingsniveau 65-plussers per gemeente (%) (2012) Bron: Gezondheidsmonitor Ouderen 2012 Vergeleken met Nederland (64%) en de regio Hart voor Brabant (67%) is het aantal ouderen met een laag opleidingsniveau (max mavo of lbo) hoog in Waalwijk (72%) en Loon op Zand (68%). In Hilvarenbeek komt het aantal laagopgeleiden overeen met het regionaal percentage (67%). In Goirle en Oisterwijk zijn verhoudingsgewijs weinig laagopgeleide ouderen (resp. 63% en 59%). Totaal bezien (19 tot 65 jarigen en 65-plussers) wonen er in gemeenten Waalwijk en Loon op Zand relatief veel laagopgeleiden. 3.1.3 Leeftijd Uit verschillende onderzoeken blijkt dat leeftijd correleert met het niveau van laaggeletterdheid. Waar vijf procent van de 16-24 jarigen in Nederland laaggeletterd is, ligt dit percentage onder de 45-54 jarigen op de 14,1 procent en onder de 55-64 jarigen zelfs op 21,5 procent (Buisman & Houtkoop, 2014). Dat betekent echter niet dat laaggeletterdheid alleen bij ouderen voorkomt. Juist onder (middelbaar en hoogopgeleide) jongeren in de leeftijd van 16-34 jaar is een langzame achteruitgang van geletterdheid waar te nemen (Fouarge, et. al, 2011). Figuur 3.1.3 en tabel 3.1.4 op de volgende pagina geven de leeftijdsverdeling weer van de inwoners. Figuur 3.1.3 laat het percentage inwoners zien van 45 jaar en ouder. In tabel 3.1.4 is de gehele verdeling weergegeven. In verhouding tot Nederland hebben alle vijf gemeentes een vrij oude populatie. Gemeente Oisterwijk springt er hierbij uit. Maar liefst 52 procent van de inwoners uit deze gemeente is 45 jaar of ouder. In Loon op Zand ligt dit percentage op 51 procent en in Goirle en Hilvarenbeek op 50. In Gemeente Waalwijk is het aandeel 45-plussers (48%) vergelijkbaar met Noord-Brabant. 25

Gemeente Goirle Goirle-Centrum + Abcoven Wildackers + Hoogeind Riel Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal De Hellen + De Nieuwe Erven 't Ven + De Boschkens 50 58 55 52 50 46 44 Gemeente Hilvarenbeek Hilvarenbeek Haghorst Diessen Esbeek Biest-Houtakker 42 50 52 51 50 47 Gemeente Loon op Zand De Moer Loon op Zand Kaatsheuvel-Oost Kaatsheuvel-West 51 53 52 50 49 Gemeente Oisterwijk Oisterwijk-Centrum Omgeving Waterhoef en Klompven Moergestel Omgeving Bunders en Levenskerk Omgeving 't Westend en 't Seuverick Pannenschuur 44 52 55 54 53 49 68 Gemeente Waalwijk Zanddonk + Meerdijk Waalwijk-Centrum + Besoijen Waspik Capelle + Nieuwe Vaart Antoniusparochie + Bloemenoord Vrijhoeve Baardwijk + Laageinde + De Hoef Sprang + Landgoed Driessen 39 48 52 51 51 50 47 47 45 Noord-Brabant Nederland 45 47 Figuur 3.1.3 Percentage 45-plussers per wijk/kern (2015) Bron: CBS Statline; Parkstadmonitor 0 10 20 30 40 50 60 70 26

Oisterwijk-Centrum wordt gekenmerkt door veel 65-plussers. Maar liefst 44 procent van de inwoners is 65 jaar of ouder. Ook in Goirle-Centrum + Abcoven, Wildackers + Hoogeind (gemeente Goirle), de kern Loon op Zand, Omgeving Waterhoef en Klompven, Omgeving Bunders en Levenskerk en Moergestel (gemeente Oisterwijk) en Waalwijk-Centrum + Besoijen wonen verhoudingsgewijs veel 65- plussers. In Goirle-Centrum + Abcoven, Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal, De Hellen + De Nieuwe Erven (gemeente Goirle), Haghorst (gemeente Hilvarenbeek) en Pannenschuur (gemeente Oisterwijk) wonen relatief veel mensen uit de leeftijdscategorie 45 65 jaar. Tabel 3.1.4 Leeftijdsgroepen per wijk/kern (%) (2014) Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) 0 tot 15 jaar 15 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder 17 10 22 31 19 Goirle-Centrum + Abcoven 12 9 21 33 26 Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 19 11 21 33 17 Wildackers + Hoogeind 14 9 21 25 30 't Ven + De Boschkens 21 11 24 28 16 De Hellen + De Nieuwe Erven 19 10 26 34 12 Riel 17 11 20 32 20 Gemeente Hilvarenbeek 17 12 21 31 19 Hilvarenbeek 16 11 20 31 21 Esbeek 19 13 21 32 15 Biest-Houtakker 22 13 23 30 12 Diessen 16 12 22 31 19 Haghorst 15 15 19 36 15 Gemeente Loon op Zand 16 11 23 31 20 Kaatsheuvel-West 16 12 22 31 18 Kaatsheuvel-Oost 16 11 23 32 18 Loon op Zand 17 10 22 28 24 De Moer 13 13 22 32 21 Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) 16 11 21 30 22 Oisterwijk-Centrum 7 9 16 24 44 Omgeving Waterhoef en Klompven 16 9 20 27 28 Omgeving Bunders en Levenskerk 20 9 18 27 26 Omgeving 't Westend en 't Seuverick 17 10 23 32 17 Pannenschuur 17 14 25 34 10 Moergestel 15 12 19 32 22 27

Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) 0 tot 15 jaar 15 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder 16 11 25 29 19 Waalwijk-Centrum + Besoijen 13 10 25 27 24 Baardwijk + Laageinde + De Hoef 16 12 26 28 17 Antoniusparochie + Bloemenoord 15 9 27 26 21 Zanddonk + Meerdijk 17 10 21 32 21 Sprang + Landgoed Driessen 20 9 32 24 14 Vrijhoeve 17 13 23 32 15 Capelle + Nieuwe Vaart 15 11 23 32 18 Waspik 16 11 21 32 19 Noord-Brabant 16 12 25 29 18 Nederland 17 12 26 28 17 Bron: CBS Statline 3.1.4 Etniciteit Uit onderzoek blijkt dat het profiel van laaggeletterden in vergelijking met niet-laaggeletterden relatief vaak bestaat uit allochtonen. De etniciteit van een persoon wordt bepaald door het geboorteland van de persoon of, als de persoon in Nederland is geboren, door het geboorteland van de moeder of de vader. Binnen de groep allochtonen zijn eerste generatie allochtonen vaker laaggeletterd dan tweede generatie allochtonen. Zo is 37 procent van de eerste generatie allochtonen laaggeletterd, terwijl er onder de tweede generatie allochtonen nauwelijks meer sprake is van een oververtegenwoordiging van laaggeletterden (PIAAC, 2013). Daarnaast is een duidelijk onderscheid in laaggeletterdheid zichtbaar tussen westerse en niet-westerse allochtonen. Onder westerse allochtonen is 19 procent laaggeletterd terwijl dit percentage onder niet-westerse allochtonen op 46 procent ligt. Figuur 3.1.5 op de volgende pagina geeft de verhouding weer tussen autochtonen en westerse en niet-westerse allochtonen 4 (zowel eerste als tweede generatie allochtonen) per wijk en kern. Allochtonen hebben een Nederlands (of dubbel) paspoort. Hieronder vallen dus geen asielzoekers, asielmigranten en vluchtelingen. Helaas zijn er geen gegevens voorhanden van enkel eerste generatie allochtonen. 4 Het CBS onderscheidt twee groepen: allochtonen en vreemdelingen. Allochtonen hebben een Nederlands (of dubbel) paspoort. Onder vreemdelingen vallen asielzoekers, asielmigranten en vluchtelingen. In het cijferoverzicht zijn dus niet de vluchtelingen meegenomen. 28

Gemeente Goirle Wildackers + Hoogeind 't Ven + De Boschkens De Hellen + De Nieuwe Erven Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal Goirle-Centrum + Abcoven Riel 89 87 89 90 90 90 92 7 4 8 5 6 5 7 3 6 4 8 3 6 2 Gemeente Hilvarenbeek Hilvarenbeek Biest-Houtakker Esbeek Diessen Haghorst 93 92 93 95 96 97 5 2 6 2 4 3 41 31 21 Gemeente Loon op Zand Kaatsheuvel-West Kaatsheuvel-Oost Loon op Zand De Moer 91 90 91 92 95 6 3 6 4 6 3 6 2 41 Gemeente Oisterwijk Omgeving Waterhoef en Klompven Pannenschuur Omgeving 't Westend en 't Seuverick Oisterwijk-Centrum Omgeving Bunders en Levenskerk Moergestel 90 87 88 88 91 93 95 6 4 8 5 6 6 7 5 8 1 6 1 41 Gemeente Waalwijk Baardwijk + Laageinde + De Hoef Antoniusparochie + Bloemenoord Zanddonk + Meerdijk Waalwijk-Centrum + Besoijen Sprang + Landgoed Driessen Vrijhoeve Capelle + Nieuwe Vaart Waspik 85 76 80 81 83 90 91 93 94 10 8 8 7 15 12 10 10 9 7 6 5 5 4 6 1 51 Noord-Brabant 83 9 8 Nederland 79 10 12 Figuur 3.1.5 Percentage allochtonen/autochtonen per wijk/kern (2014) Bron: CBS Statline; Parkstadmonitor 0% 20% 40% 60% 80% 100% Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen 29

In Brabant is 17 procent van de inwoners van allochtone afkomst, in Nederland 22 procent. In alle vijf gemeenten ligt dit percentage een stuk lager. Zo is het aandeel allochtonen in Hilvarenbeek, Loon op Zand en Oisterwijk 10 procent of minder. In Goirle en Waalwijk ligt dit percentage op respectievelijk 11 en 15 procent. Het betreft hier met name westerse allochtonen. Tussen de 2 en 7 procent van de inwoners van de genoemde gemeente is een niet-westerse allochtoon 5. Tussen de wijken en kernen onderling zijn nauwelijks verschillen zichtbaar. Wel valt Baardwijk + Laageinde + De Hoef op. In deze Waalwijkse wijk is een kwart van de inwoners in het buitenland geboren of zijn/haar ouders zijn in het buitenland geboren. Hiervan is 10 procent een westerse allochtoon en 15 procent een niet-westerse. Ook in Antoniusparochie + Bloemenoord, Zanddonk + Meerdijk en Waalwijk-Centrum + Besoijen (allen gemeente Waalwijk) wonen relatief veel allochtonen. In tabel 3.1.6 is de etniciteit van de inwoners, en dan de niet-westerse allochtonen, nader bekeken. Hier is aangegeven welk percentage van Surinaamse, Antilliaanse/Arubaanse, Turkse of Marokkaanse afkomst is of onder de categorie overig valt. De personen die in onderstaande tabel als allochtoon worden aangemerkt, betreffen zowel eerste- als tweedegeneratie allochtonen. Tabel 3.1.6 Percentage allochtonen per wijk/kern, uitgedrukt in procenten van het totaal aantal inwoners (2014) Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) Autochtonen Westerse Marokko NL se Antillen en Aruba Allochtonen Surina me Turkije Overig nietwesters 89 7 0 0 0 1 2 Goirle-Centrum + Abcoven 90 8 0 0 0 2 1 Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 90 6 0 0 0 1 2 Wildackers + Hoogeind 87 8 0 0 1 1 2 't Ven + De Boschkens 89 6 1 0 0 1 2 De Hellen + De Nieuwe Erven 90 7 0 0 1 1 1 Riel 92 6 0 0 0 0 1 Gemeente Hilvarenbeek 93 5 0 0 0 0 1 Hilvarenbeek 92 6 0 0 0 0 2 Esbeek 95 4 0 0 0 0 1 Biest-Houtakker 93 4 0 0 1 0 1 Diessen 96 3 0 0 0 0 0 5 Allochtonen worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaal-economische en -culturele positie worden allochtonen uit deze twee landen tot de westerse allochtonen gerekend. Tot de categorie 'Westerse allochtonen behoren allochtonen uit Europa, Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië en Japan. 30

Autochtonen Westerse Marokko NL se Antillen en Aruba Surina me Turkije Overig nietwesters Haghorst 97 2 0 0 0 0 0 Gemeente Loon op Zand 91 6 0 0 0 1 2 Kaatsheuvel-West 90 6 0 0 0 2 2 Kaatsheuvel-Oost 91 6 0 0 0 1 2 Loon op Zand 92 6 0 0 0 1 1 De Moer 95 4 0 0 0 0 0 Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) 90 6 1 0 0 0 3 Oisterwijk-Centrum 91 8 0 0 0 0 1 Omgeving Waterhoef en Klompven Omgeving Bunders en Levenskerk Omgeving 't Westend en 't Seuverick 87 8 1 0 0 0 4 93 6 0 0 0 0 0 88 7 2 0 0 1 1 Pannenschuur 88 6 1 0 1 1 3 Moergestel 95 4 0 0 0 0 1 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) Waalwijk-Centrum + Besoijen Baardwijk + Laageinde + De Hoef Antoniusparochie + Bloemenoord 85 8 0 0 1 4 2 83 10 0 0 1 3 2 76 10 1 1 1 8 4 80 8 0 0 1 7 3 Zanddonk + Meerdijk 81 10 1 1 1 3 2 Sprang + Landgoed Driessen 90 6 0 0 1 2 2 Vrijhoeve 91 5 0 0 1 1 2 Capelle + Nieuwe Vaart 93 6 0 0 0 1 1 Waspik 94 5 0 0 0 0 0 Noord-Brabant 83 9 2 1 1 2 3 Nederland 79 10 2 1 2 2 4 Bron: CBS Statline 31

Uit deze tabel valt op dat in alle vijf gemeenten relatief weinig Marokkanen, Surinamers en Antillianen wonen. Gemeente Waalwijk wordt echter wel gekenmerkt door een relatief groot aantal Turken. 3.1.5 Participatie op de arbeidsmarkt Een voldoende vaardigheidsniveau is belangrijk om volwaardig op de arbeidsmarkt te kunnen participeren. Daarnaast gaat het niveau van vaardigheden sneller achteruit als men er gedurende langere tijd geen aanspraak op doet. Laaggeletterden zijn dan ook sterk oververtegenwoordigd onder langdurig werklozen en personen die buiten de beroepsbevolking vallen (o.a. arbeidsongeschikten en gepensioneerden) (Buisman & Houtkoop, 2014). In tabel 3.1.7 is per wijk en kern weergegeven welk deel van de potentiele beroepsbevolking een bijstandsuitkering ontvangt en welk deel een AO- en WW-uitkering. Algemene bijstandsuitkeringen omvatten uitkeringen in het kader van de algemene bijstandswet (ABW), de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). Het betreft uitkeringen aan thuiswonenden, dus niet uitkeringen die worden toegekend aan mensen die in instellingen of inrichtingen verblijven. AO-uitkeringen is een verzamelterm voor uitkeringen in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). Tabel 3.1.7 Bijstandsgerechtigden, arbeidsongeschikten en werklozen per wijk/kern, uitgedrukt in procenten van het totaal aantal 15-65 jarige inwoners (2014) Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) % 15-65 jarige inwoners met een bijstandsuitkering % 15-65 jarige inwoners met een AOuitkering % 15-65 jarige inwoners met een WWuitkering 2,1 6,1 3,9 Goirle-Centrum + Abcoven 2,5 10,5 4,3 Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 1,8 4,8 4,2 Wildackers + Hoogeind 4,1 9,0 4,5 't Ven + De Boschkens 1,1 4,3 3,2 De Hellen + De Nieuwe Erven 1,1 5,4 4,0 Riel 0,7 4,1 3,4 Gemeente Hilvarenbeek 1,0 5,5 3,3 Hilvarenbeek 1,3 6,3 3,4 Esbeek 1,2 5,0 2,5 Biest-Houtakker 0,0 3,4 3,4 Diessen 0,8 5,1 3,8 Haghorst 0,0 5,2 3,5 32

% 15-65 jarige inwoners met een bijstandsuitkering % 15-65 jarige inwoners met een AOuitkering % 15-65 jarige inwoners met een WWuitkering Gemeente Loon op Zand 1,9 6,5 4,9 Kaatsheuvel-West 2,3 7,5 5,6 Kaatsheuvel-Oost 2,2 6,1 4,4 Loon op Zand 1,4 5,4 4,4 De Moer 0,0 5,5 5,5 Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) 1,9 6,2 3,8 Oisterwijk-Centrum 1,9 6,6 3,8 Omgeving Waterhoef en Klompven 4,2 6,8 4,7 Omgeving Bunders en Levenskerk 0,5 3,2 3,2 Omgeving 't Westend en 't Seuverick 2,8 10,0 4,4 Pannenschuur 2,6 7,2 4,3 Moergestel 0,8 5,4 3,2 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) 2,7 6,6 4,9 Waalwijk-Centrum + Besoijen 2,5 7,0 5,2 Baardwijk + Laageinde + De Hoef 4,8 7,8 5,0 Antoniusparochie + Bloemenoord 3,5 7,1 5,9 Zanddonk + Meerdijk 2,8 6,6 4,6 Sprang + Landgoed Driessen 1,1 5,2 4,1 Vrijhoeve 2,8 6,0 5,3 Capelle + Nieuwe Vaart 1,6 6,0 4,9 Waspik 1,3 6,0 4,8 Noord-Brabant 3,0 6,8 4,1 Nederland 3,9 7,1 3,9 Bron: CBS Statline & UWV In 2014 ontving 3,0 procent van de beroepsbevolking in Noord-Brabant een bijstandsuitkering. In alle vijf gemeenten ligt dit percentage een stuk lager. Wel springen de Goirlese wijken Wildackers + Hoogeind er in negatieve zin uit, evenals omgeving Waterhoef en Klompven in Oisterwijk en de Waalwijkse wijken Baardwijk + Laageinde + De Hoef. In deze wijken ligt het aantal uitkeringen (procentueel) boven het gemiddelde van Noord-Brabant en Nederland (meer dan 4%). Het aantal arbeidsongeschikten woonachtig in gemeenten Goirle (6,1%), Hilvarenbeek (5,5%) en Oisterwijk (6,2%) ligt procentueel onder het gemiddelde van Noord-Brabant (6,8%) en Nederland (7,1%). De verschillen tussen de kernen zijn echter behoorlijk groot. Zo worden Goirle-Centrum + 33

Abcoven, Wildackers + Hoogeind, en omgeving 't Westend en 't Seuverick gekenmerkt door relatief veel arbeidsongeschikten. Het aantal arbeidsongeschikten in Loon op Zand (6,5%) en Waalwijk (6,6%) is procentueel gezien nagenoeg gelijk met het Noord-Brabantse gemiddeld. De Waalwijkse wijken Baardwijk + Laageinde + De Hoef kennen echter wel een hoog percentage arbeidsongeschikten. Het aantal werklozen in Hilvarenbeek (3,3%) ligt procentueel onder het gemiddelde van Noord- Brabant (4,1%) en Nederland (3,9%). Het aantal werklozen in de gemeente Goirle en Oisterwijk is procentueel gezien nagenoeg gelijk met het Brabantse gemiddelde. Circa vier procent van de beroepsbevolking in deze twee gemeenten ontvangt een WW-uitkering. In gemeente Loon op Zand en Waalwijk wonen relatief veel werklozen (beide 4,9%). Kaatsheuvel- West, De Moer, Antoniusparochie + Bloemenoord en Vrijhoeve springen er in negatieve zin uit. Hier ligt het aantal WW-uitkeringen beduidend boven het gemiddelde van Brabant. 3.1.6 Laaggeletterde 30 tot 55-jarige vrouwen Het project Educatie voor Vrouwen met Ambitie (EVA) is een initiatief van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in samenwerking met Stichting Lezen & Schrijven. Het EVAproject biedt vrouwen concrete ondersteuning bij het (hernieuwd) leren van hun taalvaardigheden, het verhogen van hun rekenniveau en het verbeteren van digitale vaardigheden. EVA is o.a. opgestart in de regio Tilburg en richt zich op vrouwen in de leeftijdscategorie 30 tot 55 jaar. Aanleiding voor dit project is de verontrustende achterstandspositie van Nederlandse vrouwen in basisvaardigheden als taal en rekenen. Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat 1 op de 8 vrouwen in Nederland laaggeletterd is (PIAAC, 2013). In welke wijken en kernen in Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Tilburg, Oisterwijk en Waalwijk is een grotere kans op laaggeletterde 30 tot 55-jarige vrouwen? Allereerst is in de tabel hieronder per wijk te zien hoeveel 30 tot 55-jarige vrouwen er in de vijf gemeenten wonen. Tabel 3.1.8 Aantal 30 tot 55-jarige vrouwen, per wijk/kern Aantal Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) 3.612 Goirle-Centrum + Abcoven 512 Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 866 Wildackers + Hoogeind 505 't Ven + De Boschkens 407 De Hellen + De Nieuwe Erven 884 Riel 438 Gemeente Hilvarenbeek 2.478 Hilvarenbeek 1.393 Esbeek 204 Biest-Houtakker 178 Diessen 570 Haghorst 133 34

Aantal Gemeente Loon op Zand 3.834 Kaatsheuvel-West 1.755 Kaatsheuvel-Oost 1.015 Loon op Zand 989 De Moer 75 Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) 4.127 Oisterwijk-Centrum 235 Omgeving Waterhoef en Klompven 524 Omgeving Bunders en Levenskerk 639 Omgeving 't Westend en 't Seuverick 458 Pannenschuur 1.071 Moergestel 933 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) 8.157 Waalwijk-Centrum + Besoijen 1.242 Baardwijk + Laageinde + De Hoef 1.447 Antoniusparochie + Bloemenoord 916 Zanddonk + Meerdijk 1.349 Sprang + Landgoed Driessen 1.065 Vrijhoeve 781 Capelle + Nieuwe Vaart 200 Waspik 806 Bron: Gemeente Goirle; Gemeente Hilvarenbeek; Gemeente Loon op Zand; Gemeente Oisterwijk; Gemeente Waalwijk In de tabel op de volgende pagina is te zien dat in Goirle-Centrum + Abcoven, Riel (gemeente Goirle), Biest-Houtakker (gemeente Hilvarenbeek), Baardwijk + Laageinde + De Hoef, Sprang + Landgoed Driessen, Vrijhoeve (gemeente Waalwijk) en Pannenschuur (gemeente Oisterwijk) relatief veel 30 tot 55-jarige vrouwen wonen. Bijna 40 procent van de vrouwelijke inwoners in deze wijken is tussen de 30 en 55 jaar oud. 35

Tabel 3.1.9 Leeftijdsgroepen per wijk/kern, uitgedrukt in procenten van het totaal aantal vrouwelijke inwoners in een wijk kern (2015) Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) 30 tot 35 jaar 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 45 tot 50 jaar 50 tot 55 jaar Totaal 6 5 6 7 7 31 Goirle-Centrum + Abcoven 6 7 7 9 9 38 Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 5 6 7 8 8 33 Wildackers + Hoogeind 6 3 5 5 3 22 't Ven + De Boschkens 5 5 7 6 5 27 De Hellen + De Nieuwe Erven 8 7 7 8 6 35 Riel 5 6 8 9 11 39 Gemeente Hilvarenbeek 4 5 7 9 8 33 Hilvarenbeek 4 6 6 8 8 32 Esbeek 6 4 6 12 8 36 Biest-Houtakker 5 6 9 10 10 40 Diessen 4 4 7 9 8 32 Haghorst 4 4 6 9 12 35 Gemeente Loon op Zand 5 5 7 8 8 33 Kaatsheuvel-West 5 5 7 9 8 34 Kaatsheuvel-Oost 5 5 7 7 8 33 Loon op Zand 5 6 6 7 7 32 De Moer 4 5 5 8 8 30 Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) 4 5 6 8 8 31 Oisterwijk-Centrum 3 2 3 5 6 19 Omgeving Waterhoef en Klompven Omgeving Bunders en Levenskerk Omgeving 't Westend en 't Seuverick 4 5 7 8 6 30 3 5 7 8 8 31 7 5 6 8 7 32 Pannenschuur 5 6 7 9 10 38 Moergestel 3 4 7 8 9 31 36

Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) Waalwijk-Centrum + Besoijen Baardwijk + Laageinde + De Hoef Antoniusparochie + Bloemenoord 30 tot 35 jaar 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 45 tot 50 jaar 50 tot 55 jaar Totaal 6 6 7 8 9 35 6 5 6 7 8 32 7 6 7 8 10 37 7 6 7 7 8 35 Zanddonk + Meerdijk 5 5 7 8 9 34 Sprang + Landgoed Driessen 8 8 7 8 7 38 Vrijhoeve 6 5 6 8 12 37 Capelle + Nieuwe Vaart 2 2 3 4 4 15 Waspik 4 4 8 8 9 33 Nederland 6 6 7 7 7 34 Bron: CBS Statline; Gemeente Goirle; Gemeente Hilvarenbeek; Gemeente Loon op Zand; Gemeente Oisterwijk; Gemeente Waalwijk In tabel 3.1.10 op de volgende pagina is te zien hoeveel vrouwelijke 30 tot 55-jarige inwoners van gemeente Loon op Zand en gemeente Waalwijk van allochtone afkomst is. Let op: hierbij is enkel naar het geboorteland van de inwoner gekeken en niet naar het geboorteland van de vader of moeder (zoals bij paragraaf 3.1.4). Bij de andere gemeenten was het helaas niet mogelijk om deze cijfers te verkrijgen. In de gemeente Loon op Zand wonen 165 vrouwen tussen de 30 en 55 jaar die in een westers land, anders dan Nederland, zijn geboren. Op grond van de sociaal-economische en -culturele positie worden de volgende landen tot de westerse landen gerekend: landen uit Europa, Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië en Japan. Daarnaast wonen er 174 vrouwen tussen de 30 en 55 jaar die in een niet-westers land zijn geboren. In de gemeente Waalwijk wonen 422 vrouwen tussen de 30 en 55 jaar die in een westers land, anders dan Nederland, zijn geboren. Daarnaast wonen er 669 vrouwen tussen de 30 en 55 jaar die in een niet-westers land zijn geboren. In de wijken Baardwijk + Laageinde + De Hoef wonen de meeste nietwesterse allochtoonse vrouwen. 37

Tabel 3.1.10 Aantal allochtonen per kern van gemeente Loon op Zand, uitgedrukt in procenten van het totaal aantal 30 tot 55 jarige vrouwen Autochtoon Westerse allochtoon (gebaseerd op geboorteland) Niet-westerse allochtoon (gebaseerd op geboorteland) Gemeente Loon op Zand 3.495 165 174 Kaatsheuvel-West 1.580 76 99 Kaatsheuvel-Oost 927 42 46 Loon op Zand 917 45 27 De Moer 71 2 2 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) Waalwijk-Centrum + Besoijen Baardwijk + Laageinde + De Hoef Antoniusparochie + Bloemenoord 7.066 422 669 1.066 83 93 1.140 92 215 747 45 124 Zanddonk + Meerdijk 1.137 77 135 Sprang + Landgoed Driessen 992 41 32 Vrijhoeve 715 29 37 Capelle + Nieuwe Vaart 183 12 5 Waspik 761 29 16 Bron: Gemeente Loon op Zand; Gemeente Waalwijk Een voldoende vaardigheidsniveau is belangrijk om volwaardig op de arbeidsmarkt te kunnen participeren. Daarnaast gaat het niveau van vaardigheden sneller achteruit als men er gedurende langere tijd geen aanspraak op doet. Of men participeert op de arbeidsmarkt is dan ook van belang. In onderstaand overzicht is weergegeven hoeveel 30-55 jarige vrouwen in gemeenten Hilvarenbeek, Oisterwijk en Waalwijk een bijstandsuitkering ontvangen. In Oisterwijk zijn 71 vrouwen rechtstreekse cliënten en 27 vrouwen de partner van een cliënt. Van de andere gemeenten is dit helaas niet bekend is Tabel 3.1.11 Aantal 30 tot 55 jarige vrouwen dat een bijstandsuitkering ontvangt Aantal Gemeente Hilvarenbeek 38 Hilvarenbeek 28 Esbeek 3 Biest-Houtakker 1 Diessen 6 Haghorst 0 38

Gemeente Oisterwijk 98 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) Waalwijk-Centrum + Besoijen 56 Baardwijk + Laageinde + De Hoef 95 Antoniusparochie + Bloemenoord 20 Zanddonk + Meerdijk 62 Sprang + Landgoed Driessen 20 Vrijhoeve 34 Capelle + Nieuwe Vaart 7 Waspik 20 Bron: Gemeente Hilvarenbeek; gemeente Oisterwijk; Gemeente Waalwijk 314 Een schatting van het aantal laaggeletterde 30 tot 55 jarige vrouwen per gemeente is als volgt: Schatting laaggeletterde 30 tot 55 jarige vrouwen Gemeente Goirle 398-459 Gemeente Hilvarenbeek 284-315 Gemeente Loon op Zand 432-487 Gemeen Oisterwijk 472-524 Gemeente Waalwijk 917-1.036 39

3.2 Maatschappelijke kwetsbaren Maatschappelijk kwetsbare groepen worden doorgaans in verband gebracht met de volgende factoren: financiële situatie (inkomen en type woning), sociale situatie (leefbaarheid buurt, sociale cohesie en eenzaamheid) en de mate van gezondheid. 3.2.1 Financiële situatie: inkomen en type woning Twee indicatoren die de financiële situatie van een inwoner kunnen meten zijn het besteedbaar inkomen en of men in een huur- of koophuis woont. Inkomen Wat is het gemiddeld inkomen per inwoner en per inkomensontvanger in de verschillende wijken en kernen? Het persoonlijk (bruto) inkomen van mensen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Het persoonlijk inkomen per inwoner is het totaal van alle persoonlijke inkomens gedeeld door het totaal aantal inwoners. Het persoonlijk inkomen per inwoner is gebaseerd op de totale bevolking (dus ook inclusief kinderen en huismannen/-vrouwen). Het persoonlijk inkomen per inkomensontvanger is het gemiddelde persoonlijk inkomen van enkel personen met inkomen (52 weken). Tabel 3.2.1 Gemiddeld persoonlijk inkomen in per wijk/kern (2013) Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) Persoonlijk inkomen per inkomensontvanger Persoonlijk inkomen per inwoner 32.000 24.000 Goirle-Centrum + Abcoven 28.400 23.100 Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 33.600 24.800 Wildackers + Hoogeind 25.600 19.900 't Ven + De Boschkens 39.000 27.300 De Hellen + De Nieuwe Erven 34.700 25.800 Riel 31.300 23.900 Gemeente Hilvarenbeek 30.500 23.000 Hilvarenbeek 31.100 23.400 Esbeek 30.200 22.600 Biest-Houtakker 31.400 22.300 Diessen 29.600 22.400 Haghorst 28.500 22.100 Gemeente Loon op Zand 29.900 22.500 Kaatsheuvel-West 27.900 20.800 Kaatsheuvel-Oost 30.900 23.200 Loon op Zand 32.400 24.400 De Moer 30.900 24.100 40

Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) Persoonlijk inkomen per inkomensontvanger Persoonlijk inkomen per inwoner 32.700 24.300 Oisterwijk-Centrum 28.800 24.500 Omgeving Waterhoef en Klompven 32.900 24.800 Omgeving Bunders en Levenskerk 41.900 30.200 Omgeving 't Westend en 't Seuverick 28.100 20.600 Pannenschuur 30.600 22.400 Moergestel 31.000 23.600 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) 29.200 21.900 Waalwijk-Centrum + Besoijen 29.400 23.000 Baardwijk + Laageinde + De Hoef 25.800 19.500 Antoniusparochie + Bloemenoord 25.200 19.100 Zanddonk + Meerdijk 32.900 24.300 Sprang + Landgoed Driessen 32.700 23.600 Vrijhoeve 27.800 20.400 Capelle + Nieuwe Vaart 30.000 22.000 Waspik 29.900 22.300 Noord-Brabant 31.000 22.700 Nederland 31.700 22.900 Bron: CBS Statline De inkomens in de vijf gemeenten verschillen sterk (zie tabel 3.2.1). In de gemeente Oisterwijk zijn de inkomens het hoogst. Dit geldt zowel voor het gemiddelde inkomen per inkomensontvanger als het gemiddelde inkomen per inwoner. Op de tweede plek staat Goirle. Het gemiddelde persoonlijke inkomen (zowel per inkomensontvanger als per inwoner) ligt boven het Brabantse en Nederlandse gemiddelde. Wel valt op dat in deze twee gemeenten het onderscheid tussen de wijken erg groot is. Zo liggen de gemiddelde inkomens in Wildackers + Hoogeind en omgeving 't Westend en t Seuverick erg laag, terwijl 't Ven + De Boschkens en Omgeving Bunders en Levenskerk relatief rijke wijken zijn. In Loon op Zand en Waalwijk liggen de gemiddelde persoonlijke inkomens (zowel per inkomensontvanger als per inwoner) onder het Brabantse gemiddelde. Van deze twee gemeentes is het gemiddelde inkomen in Waalwijk het laagst. Waar een Brabander met een inkomen gemiddeld op jaarbasis 31.000 ontvangt, is dit in de gemeente Waalwijk 29.200. Kernen en wijken binnen deze twee gemeenten die er in negatieve zin uitspringen zijn Kaatsheuvel- West, Baardwijk + Laageinde + De Hoef, en Antoniusparochie + Bloemenoord en Vrijhoeve. Het gemiddelde inkomen is hier erg laag. In de gemeente Hilvarenbeek ligt het gemiddelde inkomen per inwoner net iets boven het Brabantse gemiddelde. Het gemiddelde inkomen per inkomensontvanger is in Hilvarenbeek daarentegen net iets ondergemiddeld. Met name in de kern Haghorst zijn de inkomens laag. 41

Naast het gemiddelde inkomen is het ook interessant om te kijken naar het percentage huishoudens in een wijk dat leeft van een inkomen onder of rond het sociaal minimum. In onderstaande figuur is het percentage huishoudens te zien met een laag besteedbaar huishoudensinkomen. Alle particuliere huishoudens in Nederland (excl. studenten) zijn door het CBS gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. In totaal zijn er 3 groepen gemaakt. Tot de groep huishoudens laag inkomen hoort 40 procent van de Nederlandse huishoudens. Zij hebben een besteedbaar inkomen van maximaal 25.100 euro. Gemeente Goirle Wildackers + Hoogeind Goirle-Centrum + Abcoven Riel 't Ven + De Boschkens De Hellen + De Nieuwe Erven Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 28 26 24 23 32 47 45 Gemeente Hilvarenbeek Diessen Hilvarenbeek Biest-Houtakker Esbeek Haghorst 21 29 30 30 27 27 Gemeente Loon op Zand Kaatsheuvel-West Kaatsheuvel-Oost Loon op Zand De Moer 25 34 37 34 31 Gemeente Oisterwijk Oisterwijk-Centrum Omgeving 't Westend en 't Seuverick Omgeving Waterhoef en Klompven Pannenschuur Moergestel Omgeving Bunders en Levenskerk 20 35 33 31 42 39 54 Gemeente Waalwijk Baardwijk + Laageinde + De Hoef Centrum + Besoijen Antoniusparochie + Bloemenoord Vrijhoeve Capelle + Nieuwe Vaart Sprang + Landgoed Driessen Waspik Zanddonk + Meerdijk 36 34 34 32 30 39 46 46 44 Nederland 0 10 20 30 40 50 60 40 Figuur 3.2.2 Percentage huishoudens met een laag inkomen, uitgesplitst per wijk/kern (%) (2013) * Gegevens van de provincie Noord-Brabant als totaal ontbreken Bron: CBS Statline 42

De gegevens in de figuur laten zien dat relatief veel huishoudens in de gemeente Waalwijk moeten leven van een laag besteedbaar inkomen. In Waalwijk moet 39 procent van de huishoudens rondkomen van een inkomen van 25.100 euro. Een vergelijking tussen de gebieden onderling laat zien dat Baardwijk + Laageinde + De Hoef, Waalwijk-Centrum + Besoijen, en Antoniusparochie + Bloemenoord relatief veel huishoudens kent met een laag inkomen. Hoewel het gemiddelde inkomen in Loon op Zand onder het Brabantse en Nederlands gemiddelde ligt, zijn er niet opvallend veel huishoudens die van een laag besteedbaar inkomen moeten rondkomen. Waarschijnlijk zijn de extremen iets kleiner (dus ook relatief weinig grootverdieners). In overeenstemming met het gemiddelde inkomen, zijn er in gemeentes Goirle, Hilvarenbeek en Oisterwijk niet opvallend veel huishoudens die van een laag besteedbaar inkomen moeten rondkomen. Wel springen opnieuw de wijken Wildackers + Hoogeind en omgeving 't Westend en t Seuverick in negatieve zin eruit. Ook zijn er bovengemiddeld veel huishoudens in Goirle-Centrum + Abcoven en Oisterwijk-Centrum die moeten leven van een laag inkomen. Dit valt naar alle waarschijnlijkheid te verklaren door het hoog percentage 65-plussers. Naast het gemiddelde inkomen is het ook interessant om te kijken naar het percentage huishoudens in een wijk dat leeft van een inkomen onder of rond het sociaal minimum. In figuur 3.2.3 is het percentage huishoudens te zien dat moet rondkomen van een inkomen onder of rond het sociaal minimum. Deze cijfers zijn helaas niet op kern- en wijkniveau beschikbaar. Gemeente Oisterwijk 8 Gemeente Waalwijk 8 Gemeente Loon op Zand 7 Gemeente Goirle 6 Gemeente Hilvarenbeek 5 0 2 4 6 8 10 Figuur 3.2.3 Percentage huishoudens met een inkomen onder of rond het sociaal minimum, uitgesplitst naar gemeente (%) (2013) * Gegevens van de provincie Noord-Brabant en Nederland als totaal ontbreken Bron: CBS Statline Hierbij springen Waalwijk en Oisterwijk er in negatieve zin uit. In totaal leeft 8 procent van de huishoudens in deze gemeenten van een inkomen onder of rond het sociaal minimum. Ondanks dat in de gemeente Oisterwijk de gemiddeldes inkomens het hoogst liggen (in vergelijking tot de andere vier gemeenten), zijn er dus ook veel huishoudens die moeten rondkomen van een inkomen onder of rond het sociaal minimum. De extremen zijn in Oisterwijk groter. 43

Type woning In onderstaande figuur en tabel 3.2.5 op de volgende pagina is het aantal huurwoningen in handen van woningcorporaties per wijk en kern weergegeven, met in tabel 3.2.5 een nadere specificering van de verdeling huur- en koopwoningen. Gemeente Goirle Wildackers + Hoogeind Goirle-Centrum + Abcoven De Hellen + De Nieuwe Erven Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal 't Ven + De Boschkens Riel 11 21 19 16 26 37 46 Gemeente Hilvarenbeek Hilvarenbeek Diessen Esbeek Biest-Houtakker Haghorst 3 10 8 6 15 19 Gemeente Loon op Zand Kaatsheuvel-West Kaatsheuvel-Oost Loon op Zand De Moer 5 18 25 24 30 Gemeente Oisterwijk Omgeving 't Westend en 't Seuverick Omgeving Waterhoef en Klompven Pannenschuur Oisterwijk-Centrum Moergestel Omgeving Bunders en Levenskerk 4 14 22 22 37 34 32 Gemeente Waalwijk Baardwijk + Laageinde + De Hoef Vrijhoeve Sprang + Landgoed Driessen Centrum + Besoijen Waspik Antoniusparochie + Bloemenoord Zanddonk + Meerdijk Capelle + Nieuwe Vaart 22 29 29 28 28 28 32 42 47 Nederland 0 10 20 30 40 50 31 Figuur 3.2.4 Percentages woningen in handen van wooncorporaties per wijk (2013) * Gegevens van de provincie Noord-Brabant als totaal ontbreken Bron: CBS Statline 44

De gegevens laten zien dat in gemeente Waalwijk de meeste huurwoningen in handen van wooncorporaties te vinden zijn (32%). Dit is nagenoeg gelijk met het landelijk percentage (31%). Met name in Baardwijk + Laageinde + De Hoef, en Vrijhoeve is een groot deel van de woningen het bezit van een wooncorporatie. In gemeenten Goirle (26%), Hilvarenbeek (15%), Loon op Zand (25%) en Oisterwijk (22%) is circa een kwart of minder van de woningen in handen van wooncorporaties. In de wijken Goirle-Centrum + Abcoven, Wildackers + Hoogeind, en Omgeving 't Westend en 't Seuverick is verhoudingsgewijs een groot deel van de woningen in bezit van een wooncorporatie. Opvallend is ook dat in Oisterwijk-Centrum relatief veel woningen het bezit zijn van overige verhuurders (20% of meer). Mogelijk zijn dit veel seniorenwoningen. Tabel 3.2.5 Koop / huur per wijk (%) (2013) Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) Goirle-Centrum + Abcoven Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal Koopwoningen Huurwoningen In bezit woningcorporatie Huurwoningen In bezit overige verhuurders Eigendom onbekend 68 31 26 5 1 53 44 37 7 3 78 22 19 2 0 Wildackers + Hoogeind 50 49 46 4 1 't Ven + De Boschkens 76 24 16 8 0 De Hellen + De Nieuwe Erven 76 24 21 4 0 Riel 81 19 11 7 0 Gemeente Hilvarenbeek 74 25 15 11 1 Hilvarenbeek 70 30 19 10 0 Esbeek 78 21 8 13 1 Biest-Houtakker 82 18 6 11 0 Diessen 80 20 10 10 1 Haghorst 87 12 3 10 1 Gemeente Loon op Zand 60 39 25 14 1 Kaatsheuvel-West 57 41 30 11 2 Kaatsheuvel-Oost 61 39 24 15 0 Loon op Zand 64 36 18 18 0 De Moer 80 20 5 15 0 45

Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) Koopwoningen Huurwoningen In bezit woningcorporatie Huurwoningen In bezit overige verhuurders Eigendom onbekend 64 35 22 13 1 Oisterwijk-Centrum 46 48 22 26 6 Omgeving Waterhoef en Klompven Omgeving Bunders en Levenskerk Omgeving 't Westend en 't Seuverick 58 42 34 8 0 85 15 4 10-56 44 37 7 0 Pannenschuur 59 41 32 9 1 Moergestel 72 27 14 13 1 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) Waalwijk-Centrum + Besoijen Baardwijk + Laageinde + De Hoef Antoniusparochie + Bloemenoord 56 44 32 11 1 55 45 29 16 1 45 54 47 7 0 62 38 28 10 0 Zanddonk + Meerdijk 58 42 28 14 0 Sprang + Landgoed Driessen 60 38 29 9 2 Vrijhoeve 50 50 42 8 0 Capelle + Nieuwe Vaart 64 36 22 14 0 Waspik 62 37 28 9 1 Noord-Brabant 61 39 * * 0 Nederland 56 43 31 12 1 * Gegevens ontbreken Bron: CBS Statline 3.2.2 Sociale situatie: leefbaarheid buurt, sociale cohesie en eenzaamheid Naast de financiële situatie is de sociale situatie eveneens van invloed op de kans dat een persoon in een kwetsbare situatie verkeert of dreigt te raken. Indicatoren die de sociale situatie van een inwoner kunnen meten zijn de kwaliteit van de woonomgeving en de mate van ervaren eenzaamheid door een inwoner. 46

Kwaliteit woonomgeving: veiligheid en sociale cohesie Iedere 2 jaar wordt er in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een meting naar de leefbaarheid gedaan middels de Leefbaarometer. De Leefbaarometer biedt inzicht in de leefbaarheidssituatie in alle wijken en buurten in Nederland. Leefbaarheid is gedefinieerd als 'de mate waarin de leefomgeving aansluit bij de voorwaarden en behoeften die er door de mens aan worden gesteld. De leefbaarheidssituatie wordt met behulp van zo n 50 indicatoren berekend. Deze indicatoren zijn verder te verdelen in de volgende onderliggende dimensies: woningvoorraad, publieke ruimte, voorzieningen, bevolkingssamenstelling (sociaal/economisch), levensopbouw en sociale samenhang van de bevolking, overlast en onveiligheid. In tabel 3.2.6 is de leefbaarheidsscore per kern/wijk te zien. De Leefbaarometer is een landelijk onderzoek. Iedere wijk c.q. kern die deelneemt aan het Leefbaarometer krijgt een totaalscore. Voor deze totaalscore wordt gebruik gemaakt van 49 (voornamelijk) objectieve indicatoren (kenmerken van de woonomgeving). De totaalscores kunnen uiteen lopen van zeer negatief tot uiterst positief. Eveneens zijn de deelscores voor sociale samenhang 6 en veiligheid 7 weergegeven. De deelscores geven aan of een kern c.q. wijk beter of slechter scoort dan het landelijk gemiddelde. De deelscore kan een waarde tussen -50 (een grote negatieve afwijking) en +50 (een grote positieve afwijking) aannemen. Uit de tabel blijkt dat de leefbaarheid in Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand en Oisterwijk zeer positief is. In Waalwijk positief. Tabel 3.2.6 Leefbaarheid per kern/wijk (2012) Gemeente Goirle (incl. verspreide huizen en bedrijventerreinen) Totaalscore Leefbaarometer Score sociale samenhang Score Veiligheid zeer positief 3 35 Goirle-Centrum + Abcoven zeer positief 15 32 Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal zeer positief -8 34 Wildackers + Hoogeind zeer positief 21 34 't Ven + De Boschkens zeer positief 3 36 De Hellen + De Nieuwe Erven zeer positief -13 34 Riel uiterst positief 14 43 Gemeente Hilvarenbeek zeer positief 6 41 Hilvarenbeek zeer positief 4 35 Esbeek uiterst positief 0 47 6 Sociale samenhang is berekend aan de hand van de volgende items: Dominantie middelbare paren zonder kinderen, dominantie jonge paren zonder kinderen, dominantie oudere paren zonder kinderen, dominantie jong alleenstaand, dominantie middelbaar alleenstaand, aandeel ouderen, aandeel gezinnen met kinderen, homogeniteit gezinnen met oudere kinderen, homogeniteit gezinnen met jonge kinderen, dominantie eigenaar bewoners en verhuizingen (mutatiegraad) 7 Veiligheid is berekend aan de hand van de volgende items: vernielingen, verstoring openbare orde, geweldsmisdrijven, diefstal uit de auto en overlast 47

Totaalscore Leefbaarometer Score sociale samenhang Score Veiligheid Biest-Houtakker uiterst positief -3 46 Diessen uiterst positief 10 45 Haghorst zeer positief 18 46 Gemeente Loon op Zand zeer positief 2 11 Kaatsheuvel-West zeer positief 7 25 Kaatsheuvel-Oost zeer positief -1 4 Loon op Zand zeer positief 34 26 De Moer zeer positief -1 19 Gemeente Oisterwijk (incl. verspreide huizen en industrieterrein) zeer positief 6 31 Oisterwijk-Centrum zeer positief 35 34 Omgeving Waterhoef en Klompven zeer positief 17 37 Omgeving Bunders en Levenskerk uiterst positief 23 40 Omgeving 't Westend en 't Seuverick zeer positief -10 26 Pannenschuur zeer positief -18 15 Moergestel zeer positief 2 30 Gemeente Waalwijk (incl. buitengebied, industrieterreinen en Eikendonk) positief -2 8 Waalwijk-Centrum + Besoijen positief 2 3 Baardwijk + Laageinde + De Hoef positief -3-9 Antoniusparochie + Bloemenoord positief -2 8 Zanddonk + Meerdijk zeer positief -3 8 Sprang + Landgoed Driessen zeer positief -14 23 Vrijhoeve positief -5 5 Capelle + Nieuwe Vaart zeer positief -5 22 Waspik zeer positief 10 24 Noord-Brabant * * * Nederland * 0 0 * Gegevens ontbreken Bron: Leefbaarometer, 2012 Een blik op de deelscores laat zien dat de sociale samenhang in gemeente Waalwijk het slechtst is. De sociale samenhang is lager dan gemiddeld in Nederland. Met name in Sprang + Landgoed Driessen is de sociale cohesie laag. In Goirle en Loon op Zand is de sociale samenhang overeenkomstig met het Nederlands gemiddeld. De verschillen tussen de kern en wijken in Goirle onderling zijn echter groot. In de gemeente Goirle 48

scoren de wijken De Hellen + De Nieuwe Erven en Grobbendonck + De Groote Akkers + De Hoge Wal het slechtst op sociale samenhang. In Hilvarenbeek en Oisterwijk ligt de sociale samenhang boven het Nederlands gemiddelde. In Oisterwijk is echter wederom veel verschil tussen de wijken. In Oisterwijk-Centrum is de socile cohesie er hoog, terwijl in Omgeving 't Westend en t Seuverick en Pannenschuur de sociale samenhang onder het Nederlandse gemiddelde ligt. In de Leefbaarometer is de sociale cohesie gemeten aan objectieve kenmerken zoals de mate van homogeniteit van bewoners en de mate van verhuizingen (zie voetnoot 5). Sociale cohesie kan ook gemeten worden middels subjectieve kenmerken zoals de mate waarin bewoners tevreden zijn over de betrokkenheid in de buurt. Deze vraag is gesteld in de gezondheidsmonitor Volwassenen 2012 van de GGD. In onderstaand figuur is het percentage 19-64 jarige inwoners te zien dat ontevreden is over de betrokkenheid in de buurt, uitgesplitst naar gemeente. Deze vraag is niet aan de 65-plussers gesteld. Waalwijk Loon op Zand Goirle Oisterwijk Hilvarenbeek 26 37 41 44 47 Regio Hart voor Brabant 44 0 10 20 30 40 50 Figuur 3.2.7 Percentage 19-64 jarige inwoners dat ontevreden is over betrokkenheid in de buurt (sociale cohesie), uitgesplitst naar gemeente (2012) * Gegevens van de 65-plussers, evenals gegevens van Nederland als totaal ontbreken Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen 2012; Gezondheidsmonitor ouderen 2012 In overeenstemming met de objectieve maat in de Leefbaarometer is de sociale cohesie het laagst in Waalwijk en het hoogst in Hilvarenbeek. Van de afzonderlijke kernen en wijken zijn helaas geen gegevens beschikbaar. Met de veiligheid staat het in alle vijf gemeenten goed (zie tabel 3.2.6). In alle gemeenten wordt (ver) boven het Nederlands gemiddelde gescoord. Gebieden waar de veiligheid iets minder scoort zijn Kaatsheuvel-Oost, Waalwijk-Centrum + Besoijen, Baardwijk + Laageinde + De Hoef, en Vrijhoeve. Net als bij sociale cohesie is de veiligheid te meten aan de hand van zowel objectieve als subjectieve kenmerken. In de Leefbaarometer is veiligheid berekend aan de hand van de vernielingen, verstoring openbare orde, geweldsmisdrijven, diefstal uit de auto en overlast. In de gezondheidsmonitor 2012 van de GGD is zowel aan de 19 t/m 64 jarigen als aan de 65-plussers gevraagd of men zich weleens onveilig voelt. In figuur 3.2.8a en 3.2.8b op de volgende pagina zijn de resultaten te zien. Ook hierbij zijn de resultaten overeenkomstig met de Leefbaarometer. In Hilvarenbeek en Goirle is de veiligheid het best en Loon op Zand en Waalwijk scoren het minst goed op veiligheid. Desondanks is het in deze gemeenten nog beter gesteld met de veiligheid dan gemiddeld in de gehele regio Hart voor Brabant. 49

Ruim een vijf van de inwoners van Loon op Zand en Waalwijk voelt zich s avonds of s nachts wel eens onveilig. Overdag voelt circa een tiende van de 65-plussers en respectievelijk 8 en 6 procent van de 19-64 jarige inwoners uit Loon op Zand en Waalwijk zich weleens onveilig. Loon op Zand 8 21 Waalwijk 6 22 Oisterwijk Goirle 5 5 20 20 Hilvarenbeek 5 18 Regio Hart voor Brabant 7 24 0 5 10 15 20 25 30 s Avonds/'s Nachts Overdag Figuur 3.2.8a Percentage 19-64 jarige inwoners dat zich weleens onveilig voelt, uitgesplitst naar gemeente (2012) * Gegevens van Nederland als totaal ontbreken Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen 2012 Waalwijk 11 25 Loon op Zand 9 22 Oisterwijk Goirle 7 7 20 20 Hilvarenbeek 7 19 Regio Hart voor Brabant 11 23 0 5 10 15 20 25 30 s Avonds/'s Nachts Overdag Figuur 3.2.8b Percentage 65-plussers dat zich weleens onveilig voelt, uitgesplitst naar gemeente (2012) * Gegevens van Nederland als totaal ontbreken Bron: Gezondheidsmonitor Ouderen 2012 50

Eenzaamheid Naast de kwaliteit van de woonomgeving wordt de sociale situatie van een persoon eveneens bepaald door de mate van persoonlijke contacten. Gevoelens van eenzaamheid worden veroorzaakt doordat mensen een gebrek ervaren in het aantal of de kwaliteit van relaties. Eenzaamheid wordt gedefinieerd als het negatief ervaren verschil tussen de kwaliteit van relaties die men onderhoudt en de relaties die men voor zichzelf zou wensen. Eenzaamheid kan leiden tot depressie en suïcide en verhoogt de kans op vroegtijdig overlijden. Waalwijk Oisterwijk Loon op Zand Hilvarenbeek Goirle 34 36 33 36 41 43 45 40 49 52 Regio Hart voor Brabant Nederland 37 37 45 46 0 10 20 30 40 50 60 65-plussers 19 t/m 64 jarigen Figuur 3.2.9a % inwoners dat zich (matig t/m zeer ernstig) eenzaam voelt, uitgesplitst naar gemeente (2012) Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen 2012; Gezondheidsmonitor Ouderen 2012 Hilvarenbeek Waalwijk Oisterwijk Loon op Zand Goirle 5 5 6 6 7 8 8 10 11 12 Regio Hart voor Brabant Nederland 7 8 9 9 0 2 4 6 8 10 12 14 65-plussers 19 t/m 64 jarigen Figuur 3.2.9b % inwoners dat zich (zeer) ernstig eenzaam voelt, uitgesplitst naar gemeente (2012) Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen 2012; Gezondheidsmonitor Ouderen 2012 51