Omzetten peuterspeelzalen in peuteropvang (met een peuterprogramma) Plan van aanpak
Inhoud: blz. 1. Achtergrond 2 2. Opdracht voor gemeenten 3 3. Uit te voeren activiteiten 3 4. Randvoorwaarden / Uitgangspunten 4 5. Producten 5 6. Kwaliteit / Advisering / Ambitieniveau / Communicatie 5 7. Betrokken deelnemers / Bevoegdheden / Wie doet wat / Terugkoppeling 5 8. Kosten en baten / Subsidie / Overige middelen 5 9. Kansen en risico s / Medewerking marktpartijen 6 10. Planning 7 Bijlagen: 1. Overzicht locaties peuterspeelzalen / kinderopvang / basisscholen i.r.t. samenwerking 8 2. Overzicht vergelijk subsidie Werkendam, Woudrichem en Aalburg 9 en 10 3. Schema uitvoering huidig subsidiebeleid drie gemeenten 11 1
1. Achtergrond De rijksoverheid wil dat kinderopvang en peuterspeelzalen verder harmoniseren en heeft hiervoor wetgeving in ontwikkeling welke naar verwachting in werking treedt per 1 januari 2018 (zie ook de info onder 8 Bekostiging over de nieuwe financieringstructuur die het kabinet voor ogen heeft). Hierdoor gaan ook de peuterspeelzalen volledig onder de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen vallen. Het kabinet richt zich in het huidige en nieuwe beleid op de volgende doelen; a. Het versterken van de pedagogische kwaliteit, b. Eén kwaliteitskader voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, c. Eén financieringsstructuur voor werkende ouders voor zowel ouders die nu gebruik maken van kinderopvang als die nu gebruik maken van de peuterspeelzaal (fiscaliseren van kinderopvang en peuterspeelzalen) en d. Het realiseren van een aanbod voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Harmonisatie kinderopvang / peuterspeelzalen versus omzetten peuterspeelzalen De harmonisatie van de kinderopvang met de peuterspeelzalen is al jaren geleden door het rijk ingezet. Hierbij zijn er in de afgelopen jaren stapsgewijs veranderingen doorgevoerd in wetgeving (denk aan bijvoorbeeld leidster-kind-ratio of de gezondheids- en veiligheidsinventarisaties) waardoor de peuterspeelzalen en kinderopvang dichter naar elkaar zijn gegroeid. Beide organisaties moeten aan steeds meer dezelfde wettelijke voorschriften voldoen. De laatste verschillen, waaronder de wijze van financieren, worden nu in nieuwe wetgeving gelijkgetrokken. Gevolg hiervan is dat ouders ook meer keuzevrijheid krijgen. Als laatste moet er nu door gemeenten stappen worden genomen om de peuterspeelzalen om te zetten in peuteropvang. Deze vorm is voor de wet kinderopvang. Dit plan van aanpak is met name voor het nemen van deze stappen geschreven. Door deze wijzigingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen verdwijnt de peuterspeelzaal dus als organisatievorm, echter er kan samen met de marktpartijen worden bekeken hoe peuterspeelzaalwerk als dienst of product binnen een organisatie van kinderopvang geboden kan (blijven) bestaan of welke andere mogelijkheden er zijn. Meerdere scenario s zijn denkbaar. Gesproken kan dan worden over bijvoorbeeld peuteropvang, peuterprogramma of een peuterarrangement. Ook andere benamingen zijn denkbaar. In Werkendam en Woudrichem wordt peuterprogramma gebruikt. Door de betrokken Aalburgse voorzieningen wordt eveneens voor deze naam gekozen om aan te duiden welk product bij de kinderopvang kan worden afgenomen. Het college van Aalburg heeft in zijn vergadering van 24 maart 2015 besloten om het subsidiebeleid voor de peuterspeelzalen aan te passen met het oog op nog vast te stellen landelijke wetgeving (zie boven). In de daarop volgende periode is er eerst aandacht gegeven aan de bestuurstaken van de peuterspeelzalen De Snatertjes en t Peuterhofje en de overdracht daarvan aan een nieuw bestuur. Sinds september 2015 zijn de bestuurstaken overgedragen. Vervolgens is aan het nieuwe bestuur gedurende 2016 de tijd gegeven om de beide peuterspeelzalen te leren kennen. Daarbij speelde mee dat Kober kinderopvang (eigenaar van peuterspeelzaal t Spektakel (inclusief Het Hoeksteentje) te kennen had gegeven deze peuterspeelzaallocaties onder te willen brengen bij Trema Kinderopvang met ingang van 1 september 2016. Nu is dan ook het moment gekomen om alle binnen de gemeente Aalburg gevestigde en gesubsidieerde peuterspeelzaallocaties, vooruitlopend op de komende wetgeving, te harmoniseren door de laatste stappen hiervoor te zetten. Opgemerkt wordt dat gemeenten geen keuze hebben in het bepalen van de wijze waarop de marktpartijen invulling willen geven aan de dagindeling van de locaties. De gemeenten hebben alleen de mogelijkheid om in het nieuwe subsidiebeleid afspraken te maken over het product peuterprogramma wat min of meer gelijk is aan het huidige aanbod peuterspeelzaalwerk. Bij deze keuze wordt aansluiting gezocht bij het Onderwijsachterstandenbeleid, cq beleid voor Voor- en Vroegschoolse educatie en de subsidieregelingen van de gemeenten Werkendam en Woudrichem. In dit plan van aanpak is vooral beschreven wat er hiervoor moet gebeuren. Hierbij wordt opgemerkt dat met name de wijziging in de inkomensstromen van de organisaties die een peuterprogramma 2
bieden belangrijk is (zie boven punt c). Zodra het omzetten is gerealiseerd zullen de peuterspeelzalen middelen ontvangen van drie partijen: - ouderbijdrage van werkende ouders - ouderbijdrage van kostwinnersgezinnen (gezinnen waarvan één ouder werkt). - subsidie van de gemeente voor gezinnen (waaronder indien van toepassing de extra dagdelen VVE voor doelgroepkinderen) waarvan de ouders niet werken. De onderdelen genoemd onder a en b wordt vooral aandacht gegeven in het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). De Inspectie van het onderwijs beoordeelt de inhoud van het gemeentelijke VVE-beleid en de inspecteur van de GGD inspecteert of voldaan wordt aan de kwaliteitseisen voor de kinderopvang. De onderdelen c en d komen beide in het harmonisatieproces aan bod. Inspectie van het Onderwijs In februari 2017 heeft de Inspectie van het Onderwijs alle gemeenten met behulp van de VVEmonitor uitgevraagd over het gevoerde VVE-beleid. Uit recente informatie van het ministerie blijkt dat de specifieke uitkering voor OAB wederom met één jaar wordt verlengd. Inmiddels is ook een rapport over het gemeentelijke VVE-beleid ontvangen van de Inspectie van het Onderwijs. De uitkomst daarvan is overwegend positief. Een verdere kwaliteitsverhoging kan bereikt worden meer aandacht te geven aan bijvoorbeeld Ouderbeleid en bv. de afstemming van de activiteiten in de voor- en vroegschool. Met de inzet van deze rijksbijdrage kan hieraan worden gewerkt. In het nieuw op te stellen subsidiebeleid kan met de te bereiken doelen binnen VVE rekening worden gehouden. Ook de samenwerking tussen de voor- en vroegscholen kan daar onderdeel van zijn. De directe ligging dan wel samenwerking met de basisscholen wordt belangrijk geacht. 2. Opdracht voor gemeente vanuit landelijk beleid Opdracht: De gemeente heeft de opdracht de peuterspeelzalen te harmoniseren, waardoor deze volledig onder de werking komen te vallen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De volgende onderdelen zijn daarvoor bepalend: - Het (subsidie)beleid voor de peuterspeelzalen moet worden aangepast. Er komt één financieringsstructuur voor werkende ouders voor zowel ouders die nu gebruik maken van kinderopvang als die nu gebruik maken van de peuterspeelzaal (fiscaliseren van kinderopvang en peuterspeelzalen). Werkende ouders worden hierbij niet meer financieel gestuurd in hun keuze, maar kunnen deze keuze baseren op de belangen van het kind en hun eigen behoefte in de combinatie van zorg en arbeid. Er moet dus bijzondere aandacht worden gegeven aan de gevolgen hiervan voor ouders en medewerksters van met name de huidige gesubsidieerde peuterspeelzalen. - Het realiseren van een aanbod voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. De rijksoverheid wil dat gemeenten die groep kinderen in beeld brengen die nu geen gebruik maken van een voorschoolse voorziening; peuterspeelzaal of kinderopvang of gastouderopvang. Zodra dit in beeld is kan het aanbod beter daarop worden afgestemd. In de komende tijd wordt het non-bereik op aantallen in beeld gebracht. - Het versterken van de doorgaande ontwikkelingslijn naar de basisscholen (bijlage 1) - De kwaliteit van de peuterspeelzalen en de kindercentra, organisatorisch, ambitieniveau enz. De opdracht van de landelijke overheid sluit aan bij de visie van de gemeente Aalburg. Immers de gemeente wil ieder kind de kansen geven haar of zijn competenties te ontwikkelen. Het is daarom van belang dat de gemeente investeert in een (pedagogische) basisinfrastructuur voor alle kinderen. Zeker ook gelet op de verantwoordelijkheid van de gemeente voor preventief jeugdbeleid en jeugdzorg. 3. Uit te voeren activiteiten a. Voorbereiden en opstellen van onderliggend plan van aanpak met aandacht voor: - overleg met de binnen de gemeente aanwezige kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen, consultatiebureau en basisscholen, - in beeld brengen van gevolgen voor financiën, cq subsidie peuterspeelzalen / gemeente, 3
- in beeld brengen harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzalen in afstemming met Werkendam, Woudrichem en Aalburg (verder schematisch uitgewerkt in bijlage 2, zoals nu de situatie is) b. College adviseren over instemmen met onderliggend Plan van aanpak Omzetten naar peuteropvang, c. Onderzoeken hoe groot het non-bereik is, d. College adviseren over de uitkomsten van het non-bereik en indien nodig en waar mogelijk de uitkomst toepassen, zo nodig in afstemming met de twee andere gemeenten, e. Overleg voeren met adviseur. Hiervoor wordt RAP-advies benaderd. Deze partij is in de eerste fase betrokken geweest en kan nu in deze fase wederom worden ingezet.. De besturen van de peuterspeelzalen hebben aangegeven deze inzet op prijs te stellen, f. Adviseur inzetten voor het verstrekken van informatie aan ouders en medewerksters, g. College adviseren over nieuw subsidiebeleid peuteropvang, h. De gemeenteraad lopende het proces informeren. De bovenstaande punten zijn slechts een selectie van de te nemen stappen. In de planning zijn de stappen uitgebreider opgenomen. Deze planning is een werkdocument tussen de besturen van de peuterspeelzalen en de gemeente. Daarin zijn ook momenten opgenomen waarin bijvoorbeeld de gemeenteraad, ouders en personeel nader worden geïnformeerd. De overige partijen genoemd in dit plan van aanpak worden eveneens op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. 4. Aandachtspunten Om het omzetten van de peuterspeelzalen succesvol te kunnen realiseren is het belangrijk dat de betrokken partijen voldoende duidelijkheid kan worden geboden over de gevolgen van het omzetten en of zij daarmee in kunnen stemmen. Daarbij zijn de onderstaande aandachtspunten belangrijk: a. Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag hebben geen recht meer op subsidie vanuit de gemeente. De ouderbijdrage van door de gemeente gesubsidieerde peuterplaatsen wordt geharmoniseerd met die van een kinderopvangplaats. Dit vanuit het idee dat voor beide plaatsen en hetzelfde product evenveel betaald moet worden. b. Een te kiezen scenario moet bijdragen aan het behoud van het product peuterprogramma, c. Er kan alleen sprake zijn van peuterprogramma als er voldaan wordt aan wettelijke en gemeentelijke voorschriften en - beleid, d. In aansluiting wat wordt omschreven onder 3 d. geldt, dat indien er sprake is van een wijziging in het aantal locaties deze mogelijkheid alleen wordt gehonoreerd als er een concrete en directe samenwerking is of komt met een basisschool, welke verankerd is in een samenwerkingsovereenkomst. e. Scheiding van doelgroepkinderen en niet doelgroepkinderen moet worden voorkomen. Het concentreren van het aanbod VVE op bijvoorbeeld 1 locatie leidt tot segregatie. Niet uit te sluiten is dat kinderen die gebruik maken van een dergelijk aanbod een stempel meekrijgen. De wetgever is van mening dat segregatie moet worden voorkomen. f. Niet werkende ouders kunnen in aanmerking komen voor een compensatie van de ouderbijdrage voor het aantal dagdelen VVE dat wordt afgenomen ten behoeve van hun (doelgroep)kind. Tweeverdieners en de alleenstaande werkende ouder met een doelgroepkind kunnen worden gecompenseerd indien er meer dagdelen VVE worden gevolgd dan waarvoor er toeslag wordt ontvangen. g. Het nieuwe scenario moet leiden tot een groter doelgroepbereik. h. Het aanboren van een nieuwe financieringsbron (door ouders via de belastingdienst) leidt voor de gemeente tot het toekennen van naar verhouding minder subsidie. i. Het omzetten dient te gebeuren binnen de financiële kaders van de gemeente. j. Uitbreiding van het aantal locaties waar een gesubsidieerde peuterprogramma wordt geboden is niet gewenst ter voorkoming van versnippering van beleid en inzet middelen. k. Het gewijzigde aanbod past binnen het kleine kernen beleid van de gemeente Aalburg. l. Directe samenwerking met een basisschool is gewenst. m. De doorgaande ontwikkelingslijn (in afspraken, gebruik van methodes / materialen en wijze van handelen naar de basisschool toe wordt bewaakt en daar waar mogelijk verder uitgebreid en versterkt). 4
5. Producten i.r.t. werkzaamheden gemeente a. Plan van aanpak met advies voor college b. Enquête non-bereik; met onder andere, aantal werkende ouders, aantal deelnemende kinderen aan kinderopvang en peuterspeelzalen, deelname aan andere speel en of opvangmogelijkheden, enz., gewenst aanbod door ouders, c. Tussentijdse verslaglegging van gezamenlijke overleggen van de betrokken partijen, d. Advies college voor besluitvorming over nieuw subsidiebeleid voor een peuterprogramma, inclusief tarieven / ouderbijdrage tabellen, e. Bijeenkomsten voor ouders / personeel, te organiseren door betrokken besturen van de peuterspeelzalen in samenwerking met de gemeente, f. Arbeidscontracten van medewerkers omzetten naar CAO-Welzijn. Doorberekenen oude rechten en zo mogelijk afkopen hiervan, g. Inspecties door GGD omdat de locaties waar voorheen peuterspeelzalen werden geëxploiteerd nu veranderen in, voor de wet, kinderopvang met een aanbod peuterprogramma. Deze locaties moeten opnieuw geregistreerd worden. Een inspectie is hier onderdeel van, h. Registraties en of wijzigingen verzorgen in Landelijk register Kinderopvang en peuterspeelzalen. 6. Kwaliteit / advisering / ambitieniveau / communicatie De peuterspeelzalen functioneren nu op ambitieniveau 2, wat inhoudt werken met 2 pedagogisch medewerksters op een groep van maximaal 16 kinderen. Dit gebeurt tot nu toe op basis van door de gemeenteraad vastgesteld beleid. Zodra de wetswijzigingen in werking zijn getreden is werken met 2 pedagogisch medewerksters op een groep een wettelijk voorschrift. Voor het omzetten van de peuterspeelzalen wordt een adviseur ingehuurd om er voor te zorgen dat de gevolgen van het omzetten voor ouders en medewerksters zo beperkt mogelijk blijven en dat het omzetten op de juiste wijze gebeurd. Daarbij wordt extra aandacht gegeven aan de communicatie met ouders, personeel en betrokken partijen. 7. Betrokken deelnemers / bevoegdheden Bij de harmonisatie van de peuterspeelzalen en het wijzigen van het subsidiebeleid zijn betrokken die partijen die het huidige beleid voor de peuterspeelzalen en kinderopvang uitvoeren en daar direct bij betrokken zijn: a. Gemeente Aalburg, als trekker en regievoerder b. Consultatiebureau voor advisering en informatieverstrekking aan ouders over het doorleiden de jongste kinderen naar kinderopvang met een peuterprogramma. c. Alle peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties binnen Aalburg voor het bieden van begeleiding en ondersteuning van de ingeschreven kinderen en informatieverstrekking aan ouders en andere partijen. d. Alle basisscholen binnen de gemeente Aalburg als partij in de doorgaande ontwikkelingslijn en informatieverstrekker aan ouders en andere partijen. In bijlage 1 is aangegeven welke voor- en vroegschoolse instellingen samenwerken op inhoud. Niet alle peuterspeelzaallocaties en kinderopvangorganisaties liggen in de directe nabijheid van een basisschool. De betrokken partijen nemen elk vanuit hun eigen bevoegdheid deel aan het overleg. 8. Kosten en baten / subsidie / overige middelen Bekostiging Kinderopvangorganisaties nu en straks: Ouders moeten nu een uurvergoeding betalen aan de kinderopvangorganisatie. Werkende ouders kunnen hiervoor inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag aanvragen bij de belastingdienst. Wetgeving is in voorbereiding waardoor directe financiering van de kinderopvang mogelijk wordt met verwachte ingangsdatum januari 2020. De kinderopvangtoeslag komt dan te vervallen. In deze plannen wordt de kinderopvangtoeslag direct aan de kinderopvangorganisatie overgemaakt. Ouders weten dan vooraf wat ze moeten bijdragen; nu is dat na afloop. Het nieuwe systeem moet fraude tegengaan en foute aanvragen door ouders voorkomen. In februari 2017 is er een motie ingediend welke mogelijk tot gevolg heeft dat de harmonisatiewet wordt uitgesteld. De indiener is van mening dat er door het gelijktijdig van kracht laten worden van twee nieuwe wetten (harmonisatie en nieuwe wijze van bekostiging van de kinderopvang) ouders minder belast worden. 5
Bekostiging en subsidie peuterspeelzalen nu: Peuterspeelzalen genereren inkomsten uit veelal twee bronnen, namelijk door het innen van ouderbijdrage bij ouders en het aanvragen van subsidie bij de gemeente. De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de peuterspeelzalen zelf bepaald. De gemeenteraad stelt in de begroting de hoogte van het totaal beschikbare subsidiebedrag vast. De peuterspeelzalen vragen zelf jaarlijks een subsidie aan. Aan de hand van de Subsidieregel peuterspeelzalen (en het daarbij behorende rekenmodel) wordt de hoogte van de subsidie voor de afzonderlijke peuterspeelzalen bepaald die jaarlijks wordt toegekend. Nieuwe financieringsstructuur peuteropvang Bij de aanmelding van een peuter bij de peuteropvang wordt beoordeeld of de ouders beide werken of dat er sprake is van een kostwinnersgezin. Vanaf het moment waarop peuterspeelzalen formeel zijn omgezet en er een peuterprogramma wordt aangeboden verstrekken gemeenten alleen nog subsidie voor het product peuterprogramma (het oude product peuterspeelzaalwerk) voor het aantal ouders die geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag via de belastingdienst. Zie onderstaand schema: Aanmelding kind bij KDV Ouders voldoen aan regels voor belastingaftrek kinderopvang Ouders voldoen NIET aan regels voor belastingaftrek kinderopvang Belasting aftrek subsidie regeling PSZ Kinderopvang met geïntegreerde PSZ De organisatie die een peuterprogramma aanbiedt genereert dus uit drie stromen financiële middelen: - Via de ouders die gebruik maken van een peuterprogramma tbv VVE, - Via DUO / Belastingdienst ter compensatie van de kinderopvangtoeslag, - Via subsidie direct van de gemeente of via ouders (afhankelijk van de keuze die de gemeente hiervoor maakt). Nu de binnen Aalburg aanwezig peuterspeelzalen alle onderdeel zijn van een kinderopvangorganisatie is de verwachting dat het omzetten van de peuterspeelzalen gemakkelijk kan plaatsvinden, omdat deze organisatie bekend is met de oude wijze van financieren en de ouders en de medewerkers in dit proces kunnen begeleiden. Een nieuwe subsidieregeling moet nog worden opgesteld in samenwerking met de partijen die in de gemeente een peuterprogramma aanbieden. Daarbij is het gezien de komende fusie met Werkendam en Woudrichem belangrijk om het beleid daarop af te stemmen. 9. Kansen en risico s / medewerking partijen Ouders: Het omzetten van de peuterspeelzalen in peuteropvang met een peuterprogramma kan gevolgen hebben voor het aantal deelnemende kinderen. Vooral ouders die nu al gebruik maken van de peuterspeelzaal kunnen problemen gaan ervaren als gevolg van een andere berekeningswijze van de ouderbijdrage. Echter omdat de meeste kinderen slechts twee jaar gebruik maken van de 6
peuteropvang is de verwachting dat het doorvoeren van de nieuwe bekostiging / subsidie snel en probleemloos kan verlopen. De ouderbijdrage wordt zoals het er nu naar uitziet inkomensafhankelijk omdat werkende ouders via de belastingdienst een tegemoetkoming kunnen gaan aanvragen en het subsidiebeleid van de gemeente aansluiting daarbij zal moeten zoeken. Pedagogisch medewerksters: Medewerksters van de peuterspeelzalen krijgen met verschillende veranderingen te maken. Deze medewerksters vallen nu onder de CAO Welzijn; na de harmonisatie onder de CAO Kinderopvang. Deze is op onderdelen minder gunstig. Nader moet worden bepaald of het nodig is een overgangsregeling op te stellen. Nu echter in de afgelopen maanden er meerdere personeelswisselingen hebben plaatsgevonden is nieuw personeel gelijk aangenomen passend binnen de CAO kinderopvang. Verwachting is dan ook dat er op dit gebied geen grote problemen zullen komen. Ook de dagindeling kan er anders uit gaan zien en wellicht wordt er van de medewerksters verwacht dat zij inzetbaar zijn op andere locaties. Daarnaast krijgen de medewerksters te maken met een andere wijze van aansturing. Kinderopvang is gevoelig is voor economische ontwikkelingen. Kinderopvangorganisaties: Nu binnen de gemeente aanwezige peuterspeelzalen alle onderdeel zijn van een kinderopvangorganisatie is de verwachting dat het omzetten van de peuterspeelzalen gemakkelijk kan plaatsvinden. Dit omdat deze organisaties bekend is met zowel de oude als de nieuwe wijze van financieren, en daardoor de ouders en de medewerkers van de peuterspeelzalen in dit proces kunnen begeleiden. De concurrentiepositie van de huidige in Aalburg gevestigde kinderopvangorganisaties kan effect hebben op het nieuwe beleid voor het omzetten van de peuterspeelzalen in peuteropvang met een peuterprogramma. Daar waar mogelijk wordt hier rekening meer gehouden. Doorgaande ontwikkelingslijn: Met alle partijen moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over het verder verbeteren en onderhouden van de doorgaande ontwikkelingslijn van alle deelnemende kinderen. De marktpositie van de kinderopvang maakt dat hieraan bijzondere aandacht moet worden gegeven. Basisscholen: Bij het versterken van de doorgaande ontwikkelingslijn heeft ook de basisschool een duidelijke en belangrijke rol. Hoe dichter de voorziening gerealiseerd kan worden bij een basisschool hoe veelal gemakkelijker en beter de doorgaande ontwikkelingslijn en de daarvoor gemaakte afspraken bewaakt kunnen worden. De stap die nu wordt genomen kan een van de voorliggende stappen zijn voor de verdere doorontwikkeling naar integrale kindcentra toe. 10. Planning Het gehele proces van het omzetten van de peuterspeelzalen in peuteropvang moet zijn afgerond op 1 januari 2018. De volgende momenten zijn daarvoor belangrijk (note: planning kan gewijzigd worden afhankelijk van ontwikkelingen): Activiteit Product besluitvorming / periode uitwerking door 1. Opstellen Plan van aanpak Plan van aanpak college week 30 2. Opstellen raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief college / raad week 30 / 39 3. Bepalen non-bereik Inventarisatie non-bereik peuterspeelzalen en week 25-28 4. Uitwerken subsidiebeleid concept subsidieregel ambtelijk week 25-35 5. Overleg uitvoerende partijen concept subsidieregel ambtelijk week 33-35 6. Vaststellen subsidiebeleid nieuwe Subsidieregel college / week 35-36 ter kennisname gemeenteraad 7. Bijeenkomsten ouders / Informatie verstrekken ambtelijk week 40-41 Personeel gevolgen wijzigingen in beleid 8. Communicatie pers / website informatie verstrekken ambtelijk week 40-42 nieuw beleid 9. Doorvoeren wijzigingen in registratie in LRKP ambtelijk week 36-52 7
Bijlage 1 Overzicht peuterspeelzalen / kinderdagverblijven/ basisscholen gebruikte methodes / samenwerking kinderen gaan naar VVE-methode Kindvolgsysteem Peuterspeelzalen 1 't Spektakel te Wijk en Aalburg De Hoeksteen en Henri Dunant Uk en Puk KIJK! 2 't Spektakel, locatie Het Hoeksteentje te Wijk en Aalburg De Hoeksteen en Henri Dunant Uk en Puk KIJK! 3 't Peuterhofje te Veen Oranje Nassauschool Uk en Puk KIJK! 4 De Snatertjes te Eethen, Brede school De Bogert Pr. Willem Alexander en De Ark Uk en Puk KIJK! 5 De Snatertjes te Genderen Het Fundament en De Ark Uk en Puk KIJK! Kinderopvang 6 De Schat locatie Azaleastraat Wijk en Aalburg De Hoeksteen en Henri Dunant Uk en Puk KIJK! 7 De Schat locatie Eethen, Brede school De Bogert, PWA Uk en Puk KIJK! 8 Het Boerderijtje, Wijk en Aalburg De Hoeksteen en Henri Dunant Geen VVE Geen volgsysteem?? 9 Camelot te Genderen PWA en Het Fundament Uk en Puk KIJK! Basisscholen 10 CBS Hoeksteen te Wijk en Aalburg veel kinderen van 't Spektakel, locatie Het Hoeksteentje Doe meer met Bas / Taal voor kleuters/ beredeneerd aanbod 11 CBS Oranje Nassauschool te Veen 't Peuterhofje Kleuterplein KIJK Cito 12 CBS Het Fundament te Genderen De Snatertjes Genderen Kleuterplein KIJK Cito 13 CBS De Ark te Meeuwen De Snatertjes Eethen Kleuterplein KIJK Cito 14 OBS Henri Dunant te Wijk en Aalburg 't Spektakel Kleuterplein KIJK Cito 15 OBS Den Biekurf te Babyloniënbroek De Snatertjes Eethen Kleuterplein KIJK Cito Leerlijn jonge kind / Cito 16 OBS Pr Willem Alexander te Eethen De Snatertjes Eethen Kleuterplein KIJK Cito 8
Vergelijk situatie peuterspeelzalen tussen Aalburg, Werkendam en Woudrichem Relatie kinderopvang of directe situering bij een basisschool en spreiding in de kernen Bijlage 2 A Gesubsidieerde peuterspeelzaal /- opvang Aalburg Werkendam Woudrichem alle locaties ambitieniveau 2 alle locaties ambitieniveau 2 alle locaties ambitieniveau 2 1 - voor welke peuters? 2-4 jarigen 2-4 jarigen 2-4 jarigen 2 - aantal dagdelen 'regulier' 2 dagdelen van 3 uur gedurende 40 weken peuterplaats maximaal 6 uur per week gedurende 40 weken. 2 dagdelen van 3, 5 uur gedurende 40 uren per week 3 - aantal dagdelen VVE-doelgroepkinderen 4 dagdelen 10 uur per week voor doelgroepkinderen 3 dagdelen van 3,5 uur 4 - aantal uren per dagdeel 3 uur per dagdeel maximaal 4 uur per dagdeel met 3,5 uur een maximum van 10 uur per week 5 - aantal peuters per groep maximaal 16 kinderen maximaal 16 kinderen maximaal 16 kinderen 6 - CAO bepalend voor pm-ers CAO Welzijn CAO Kinderopvang CAO Kinderopvang 7 - subsidiering per organisatie / of via ouder? aan organisatie ouders van kostwinnersgezinnen via organisatie ouders van kostwinnersgezinnen via organisatie 8 - aantal partijen waaraan subsidie wordt toegekend 3 partijen voor 5 locaties voor in totaal 10 groepen van maximaal 16 kinderen aan 2 partijen wordt subsidie toegekend voor 6 locaties, voor 20 groepen aan 2 partijen wordt subsidie toegekend voor 7 locaties, voor 13 groepen 9 - hoogte bijdrage per kind / groep subsidieberekening volgens rekenmodule 8 minus de inkomensafhankelijke bijdrage jaarlijks door college vast te stellen / VVE-uurtarief wordt vastgelegd in geldende nota VVEbeleid jaarlijks door college vast te stellen bijdrage per uur VNG adviestabel wordt als richtlijn gebruikt 9
Bijlage 2 B Situering van de psz /-opvang Aalburg Werkendam Woudrichem 10 - aansluiting mogelijk bij schooltijden nee, nog niet aansluiting mogelijk aansluiting mogelijk 11 - locaties psz in directe nabijheid van een basisschool? van de 5 locaties zijn er 4 direct gesitueerd bij een basisschool van de? locaties zijn er? direct gesitueerd bij een basisschool van de 7 locaties zijn er 3 direct gesitueerd bij een basisschool 12 - hoeveel locaties zijn VVE-locaties van de psz en kdv? alle psz locaties zijn vve-locaties. Van de 4 locaties kdv zijn er 3 vvelocaties?? Alle peutergroepen en alle kdvlocaties zijn VVE locaties 13 - spreiding van de peuterspeelzalen over de verspreid over 4 van de 7 kernen verspreid over? van de 5 kernen verspreid over 6 van de 9 kernen kernen 14 - aantal kinderopvangorganisaties 3 organisaties, waarvan 2 in de? organisaties, waarvan? in de 2 organisaties, waarvan 3 in de directe omgeving van een directe omgeving van een directe omgeving van een basisschool basisschool basisschool 15 - aantal kinderopvangorganisaties met een aanbod peuteropvang nu nog geen kinderopvang met een aanbod peuteropvang nu? locaties kinderopvang met een aanbod peuteropvang beide organisaties bieden naast kdv/peuterprogramma's aan. Een schematisch overzicht van de dagindeling van de huidige situatie bij de drie gemeenten treft u aan op de volgende bladzijde in bijlage 3. 10
Schematisch overzicht dagindeling: uitvoering huidig (subsidie)beleid in de praktijk Aalburg, Werkendam en Woudrichem: Bijlage 3 Uitvoering huidig (subsidie)beleid in de praktijk peuterspeelzalen / kinderopvang Dagindeling ochtend middag Aalburg huidig peuterspeelzalen 7.00 uur 8.45-11.15 11.15-13.15 13.15-15.45 tot +/-18.30? Regulier: 2 en 3 jarigen, 2 dagdelen regulier per week, 40 weken. VVE-aanbod 4 dagdelen VVE, 40 weken Regulier: 2 en 3 jarigen, 2 dagdelen regulier per week, 40 weken. VVE-aanbod 4 dagdelen VVE, 40 weken kinderopvang 0 tot en met 3 jarigen en oudere leeftijd, keuze aantal uren en weken wordt door ouders gemaakt Werkendam peuteropvang kinderopvang Regulier aanbod: 2 en 3 jarigen, maximaal 6 uur per week, gedurende 40 weken, ouders bepalen zelf aantal uren per dagdeel VVE- aanbod: 2 en 3 jarigen, maximaal 10 uur per week, gedurende 40 weken, ouders bepalen zelf aantal uren per dagdeel 0 tot en met 3 jarigen en oudere kinderen, keuze aantal uren en weken wordt door ouders gemaakt; peuteropvang kan geïntegreerd worden aangeboden Woudrichem peuteropvang kinderopvang Regulier aanbod: 2 en 3 jarigen, 2 dagdelen van maximaal 3,5 uur per dag (verlengde schooldag), gedurende 40 weken VVE aanbod: 2 en 3 jarigen, 3 dagdelen van maximaal 3,5 uur per dag (verlengde schooldag), gedurende 40 weken 0 tot 4 jarigen, keuze aantal uren en weken wordt door ouders gemaakt; peuteropvang kan geintegreerd worden aangeboden 11