LEREN BELEGGEN. theorie



Vergelijkbare documenten
LEREN BELEGGEN. theorie

LEREN BELEGGEN. theorie

Praktische opdracht Economie Beleggen

Welke soorten beleggingen zijn er?

Aandelenopties in woord en beeld

7,3. Opdracht door een scholier 2133 woorden 14 januari keer beoordeeld. Inleiding

Werkstuk Economie Beleggen

Beleggingrisico s. Rendement en risico

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

Werkstuk Economie Beleggen en sparen

Risico s en kenmerken van beleggen

Kenmerken financiële instrumenten en risico s

Kenmerken financiële instrumenten en risico s

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))

Kenmerken van effecten en daaraan verbonden specifieke risico s

Beleggen. voor beginners

Werkstuk Economie Sparen en beleggen

Gestructureerde ProductenWijzer

Wat u moet weten over beleggen

Koersrisico Het koersrisico is het risico dat uw beleggingen minder waard worden.

Werkstuk Economie Beleggen

het gemak van het Pension Lifecycle Fund

Samenvatting M&O hoofdstuk

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Member of the KBC group

Praktische opdracht Economie Beleggen

Stel, je spaart f50,- per maand, dus in een jaar 600 gulden. Laten we zeggen dat je spaarrekening 4%

Persoonlijk Pensioen Plan

Praktische opdracht Economie Beleggen

Inleiding. 1.1 Aandeel. Medezeggenschap in de onderneming. Een gedeelte in het overschot bij de liquidatie van de onderneming.

OPTIES IN VOGELVLUCHT

Euronext.liffe. Inleiding Optiestrategieën

Maandbeleggen. Ook met een klein bedrag. Geen aankoopkosten. Betere spreiding. Flexibel. Van punt tot punt sneller naar je doel

Achmea life cycle beleggingen

Direct Ingaand Pensioen

Profielwijzer. Profielwijzer - LCE-031 1

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Member of the KBC group. Gepubliceerd door KBC Securities in samen werking met Euronext.

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

De Knab Participatie in het kort

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Member of the KBC group

1Vermogensbeheer Beleggingsinstrumenten

Groenbeleggen met de Rabobank

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

Zelf Beleggen en Sparen

Kenmerken en risico s OHRA Pensioenrekening

Beleggingsmodel Fondsen

Binaire opties termen

Verzekeringen. Werkgever en personeel. Het Persoonlijk Pensioen Plan: verstandig beleggen voor een goed pensioen

7,1. Werkstuk door een scholier 2403 woorden 1 november keer beoordeeld

Hypotheekrecht en - vormen

Kenmerken en risico s financiële instrumenten

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Member of the KBC group

Verstandig beleggen voor een goed pensioen

Verstandig beleggen voor een goed pensioen

Rentenieren op het dividend Geld en Kapitaalmarkt

Direct Ingaand Pensioen

Vragenlijst. - in te vullen door financieel adviseur -

Het beleggingssysteem van Second Stage

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

a Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag?

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Member of the KBC group

Periodiek Inleggen. Iedere maand vast bedrag. Klein bedrag mogelijk. Spreiding instaprisico. Flexibel

Gabriël VermogensPlan

De grootste financiële beslissing in een mensenleven

RegioBank Doelbeleggen

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen

Risicoprofiel bepalen

Einddatumgericht Beleggen

Rabobank (leden)certificaten

Beleggen. Algemene Voorwaarden

Algemene Voorwaarden Beleggen C

Effectenhandelaar Beleggingsproducten

Hoofdstuk 20: Financiële opties

Samengevat bieden aandelen over het algemeen een onzeker rendement terwijl u daarnaast het risico loopt uw inleg te verliezen.

De looptijd van een obligatie is bekend van bij de aanvang (met uitzondering van eeuwigdurende obligaties).

Gaat u beleggen? Publieksfolder

Turbo s. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Een onderneming van de KBC-groep

ING Dynamic Mix Fondsen Vol vertrouwen aan uw vermogen bouwen

Turbo s. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Member of the KBC group

Belangrijke informatie voor uw adviesgesprek

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Een onderneming van de KBC-groep

Rabo Groen Obligaties. Rabobank. Een bank met ideeën.

Wanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.

Verstandig beleggen voor een goed pensioen

Financiële analyse. Les 2 Vermogensbehoefte en financiering. Auteur: Witek ten Hove, MBA

Beleggen op uw eigen tempo.

1. De optie theorie een korte kennismaking

Individueel pensioensparen

55119 (06-13) Begrippenlijst ASR VermogenBelegd

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

AEGON Rendementplan voor uw kind. Je gunt je kind een mooie toekomst

(N)iets op de bank? Lesbrief over sparen, beleggen en lenen

7,6. Werkstuk door een scholier 3408 woorden 2 oktober keer beoordeeld

Bericht opties en futures

GROEI NAAR VERMOGEN. Expirerende Lijfrente HOOG RENDEMENT LAGE KOSTEN INFLATIEBESTENDIG

BIJLAGE II - IIA SUPPLEMENT W&O BRIGHT NEW WORLD

PLUK DE VRUCHTEN VAN 3 STERAANDELEN

Praktische opdracht Economie De Amsterdamse Effectenbeurs

Nieuwsbrief februari 2016

Transcriptie:

theorie LEREN BELEGGEN In deze serie lessen leer je meer over beleggen. Je kunt op veel manieren beleggen, maar je kunt er ook voor kiezen te sparen. Wat zijn eigenlijk de verschillen? En waar moet je allemaal op letten als je gaat beleggen? In zes lessen leren we je de basis.

1.1 Sparen en beleggen Vermogensvorming Module 1 Deze module gaat in op de manieren waarop je je vermogen kunt laten groeien. Je kunt je geld op een spaarrekening zetten of gaan beleggen. Lees meer over de verschillen tussen sparen en beleggen. Geld geeft je de mogelijkheid iets te kopen. We noemen dat ook wel consumeren. Je kunt er ook voor kiezen je geld niet uit te geven, maar opzij te leggen. Het geldbedrag dat je hebt, wordt je vermogen genoemd. Je kunt je vermogen laten groeien. We noemen dat ook wel vermogensvorming. Sparen is de bekendste vorm van vermogensvorming. Maar je kunt ook kiezen voor beleggen. Hieronder leggen we de verschillen uit. Sparen Veel mensen zetten het vermogen dat ze niet direct nodig hebben op een spaarrekening bij een bank. De bank gebruikt het geld dat alle mensen op de spaarrekeningen zetten weer om bijvoorbeeld leningen te verstrekken aan andere mensen of bedrijven. Als beloning geeft de bank jou rente. Je krijgt dan een bepaald percentage van het geld dat je op de spaarrekening hebt staan erbij gestort. Door die rente groeit je vermogen geleidelijk aan. Als je gaat sparen, maak je vooraf een aantal afspraken met de bank. Zo spreek je af of je een vaste rente krijgt, of een rente die kan variëren. Afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten kan de algemene marktrente stijgen of dalen. De rente van jouw spaarrekeningen stijgt of daalt dan mee. Ook kun je afspreken of je altijd bij je geld kunt, of dat het voor een bepaalde periode vastligt. Wanneer je je geld een langere tijd vastzet, krijg je normaal gezien een hogere rente. De bank kan immers een langere tijd met jouw geld aan de slag! Het doel van de meeste mensen met sparen is dat het geld op zijn minst evenveel waard blijft. Dat zit zo: Wanneer je je spaargeld in een oude sok stopt, wordt het langzaam minder waard. Je hebt namelijk te maken met de inflatie. Het leven wordt duurder en het prijspeil van de meeste producten en diensten stijgt. Met 10 euro kun je over 5 jaar minder kopen dan nu. Dat kun je voorkomen door je vermogen te laten groeien. En liefst sneller dan de inflatie, dan groeit je vermogen echt. KBC Beursspel 2009

Beleggen Een totaal andere manier van vermogensvorming is beleggen. De meeste mensen die beleggen, doen dat in aandelen. Wanneer je in aandelen belegt, investeer je eigenlijk in een bedrijf of een onderneming. Je koopt een klein stukje van die organisatie en daarmee ben je mede-eigenaar. Zo n stukje van het bedrijf noemen we een aandeel. Als het goed gaat met het bedrijf, maakt het bedrijf winst. Jij krijgt dan ook een deel van de winst, omdat je mede-eigenaar bent. Zo n winstuitkering noemen we dividend. Hoe meer aandelen je hebt gekocht, hoe meer dividend je ontvangt. In paragraaf 1.3.3 vertellen we daar meer over. Er gebeurt nóg iets positiefs als het goed gaat met het bedrijf. Jouw aandeel wordt meer waard. Het bedrijf is namelijk meer waard geworden, dus jouw stukje ook. Verder zijn er ook meer mensen die interesse hebben om aandelen van dat bedrijf te kopen. En wanneer naar een bepaald aandeel veel vraag is, wordt het duurder! Je kunt dus op twee manieren met beleggen geld verdienen: door dividend te ontvangen en door je aandeel voor een hogere prijs te verkopen dan waarvoor je het gekocht hebt. Daarmee komen we gelijk bij het nadeel van beleggen. Het kan namelijk ook minder goed gaan met het bedrijf en dan gebeurt het omgekeerde. De aandelen worden minder waard en je ontvangt weinig of geen dividend. Als je je aandelen gaat verkopen, kun je er minder voor terugkrijgen dan je ervoor betaald hebt. Je maakt in dat geval verlies. Behalve in aandelen, kun je ook beleggen in obligaties en opties. Maar je kunt ook je geld steken in kunst of huizen. Alles waarvan je verwacht dat het later meer waard wordt. Het geld dat beleggen oplevert wordt rendement genoemd. Rendement wordt uitgedrukt in een percentage van het belegde vermogen. Op de langere termijn levert beleggen vaak meer rendement op dan sparen. Je vermogen groeit harder. Maar je loopt ook meer risico met beleggen. Als je pech hebt, kan je belegging weinig waard worden of zelfs waardeloos. KBC Beursspel 2009

1.2 Sparen of beleggen Waarom zou je geld beleggen in plaats van te sparen? We zetten de plus- en minpunten van sparen en beleggen op een rij. + - Sparen veilig: je krijgt het ingelegde geld altijd terug rente: je weet vooraf hoeveel rente je krijgt eenvoudig: ook zonder financiële kennis kun je sparen als je op voorhand een vaste termijn afspreekt, betaal je meestal (beperkte) kosten als je vóór het einde van die termijn je geld terug wilt relatief laag rendement: soms is de rente maar net iets meer of zelfs minder dan de inflatie Beleggen rendement: over langere termijn meestal meer rendement dan bij sparen actief: bij sommige beleggingen ben je actief met je eigen geld bezig risico dat je ingelegde geld minder waard wordt risico dat het rendement tegenvalt ingewikkelder: om te beleggen moet je over enige financiële kennis beschikken Over het algemeen kun je zeggen dat hoe hoger de (verwachte) rendementen zijn, hoe groter het risico is dat je een gedeelte van je inleg kwijtraakt. Je wordt met de hogere rendementen beloond voor het risico dat je hebt gelopen. Wil je meer zekerheid, dan kun je beter sparen. Je kunt sparen en beleggen ook prima combineren. Een deel van je geld beleg je voor langere tijd. Een ander deel zet je op een spaarrekening, waardoor je de risico s spreidt. Zo heb je ook geld achter de hand voor dagelijkse of onverwachte uitgaven. Met welk geld beleg je? Als je gaat beleggen, dan kun je dat het beste doen met geld dat je niet direct nodig hebt. Je belegt meestal voor de lange termijn. Als je heel kort belegt, noem je het speculeren. Je gokt erop dat de koersen in die korte periode stijgen. Niemand kan echter de ontwikkelingen op beurs goed voorspellen. Zeker niet op korte termijn. Over een langere periode heb je wat meer zekerheid. Kijk ook of het gewenste eindbedrag haalbaar is met de beleggingsvorm die je hebt gekozen. Daardoor voorkom je teleurstellingen. Je kunt al beleggen met een klein bedrag, in principe kun je zelfs één aandeel kopen. Voor 100 euro kun je meerdere aandelen met een lage prijs (5 tot 10 euro) aanschaffen. Bedenk wel dat je de bank of beleggingsinstelling betaalt voor hun tussenkomst. Een nadeel van het beleggen met lage bedragen is dat de kosten in verhouding hoog zijn. Tot je achttiende heb je overigens wel de toestemming (een handtekening) van je ouders KBC Beursspel 2009 3

Vragen en opdrachten Module 1 Vragen niveau 1 Vraag 1 Wat is vermogensvorming? Vraag 2 Welke vormen van vermogensvorming ken je? Vraag 3 Waarom wordt geld minder waard als je het in een spaarpot stopt? Vraag 4 Waarom is sparen veilig? Vragen niveau 2 Vraag 5 Hoe kun je geld verdienen als je een aandeel koopt? Vraag 6 Noem enkele voor- en nadelen van sparen ten opzichte van beleggen. Vraag 7 Wanneer kun je overwegen te gaan beleggen in plaats van te sparen? Vraag 8 Wat gebeurt er als iedereen in België zijn spaargeld in aandelen belegt? KBC Beursspel 2009

Opdrachten Opdracht 1 Anne heeft met haar vakantiebaan EUR 400 verdiend. Met dit geld wil zij een Playstation 3 kopen, maar deze kost EUR 415. Anne zet haar geld op een spaarrekening, die jaarlijks 3% rente oplevert. De rente wordt op haar spaarrekening bijgeschreven. Na twee jaar neemt ze haar geld op. Hoeveel geld heeft Anne dan? Opdracht 2 Na twee jaar is de prijs van de Playstation door inflatie met 5% gestegen. Heeft Anne voldoende geld om de Playstation 3 te kopen als je kijkt naar het antwoord bij opdracht 1? Opdracht 3 Robert bezit EUR 520 en koopt voor dit bedrag aandelen Nike. De koers van 1 aandeel Nike is EUR 65. De koers daalt nadat Robert de aandelen heeft gekocht naar EUR 60. Welk bedrag verliest Robert als hij na deze koersdaling zijn aandelen weer verkoopt? KBC Beursspel 2009

Soorten beleggingen Module 2 Beleggen kan op veel manieren. In deze module worden de kenmerken van de belangrijkste vormen van beleggen uitgelegd. 2.1 Vastrentende waarden Als belegger kun je geld uitlenen aan een bedrijf, een instelling of aan de overheid. Zo n lening kan plaatsvinden in de vorm van een obligatie of termijndeposito. Voor zo n lening ontvang je een vooraf afgesproken rente. Obligaties Een obligatie is een lening die is uitgegeven door een bedrijf, een instelling of de overheid. Obligaties koop je op de beurs. Je koopt als het ware een schuldbewijs dat je gedurende de looptijd van het schuldbewijs het recht geeft op rente. Een obligatie kan op verschillende momenten worden afgelost. Op een van tevoren vastgestelde datum, in een van tevoren vastgestelde periode of op het moment dat een obligatie wordt uitgeloot. Als je je obligaties houdt tot het einde van de looptijd, dan is een obligatie een relatief veilige belegging. Je krijgt dan het geld terug dat je hebt geleend. In de tussentijd heb je ook nog een jaarlijkse rente ontvangen. Je kunt er ook voor kiezen om je obligatie voor het einde van de looptijd te verkopen tegen de koers van dat moment. De waarde van een obligatie kan net als bij aandelen stijgen of dalen en is sterk afhankelijk van de rente. Stijgt de marktrente, dan daalt de waarde van de obligatie. Nieuwe obligaties die op dat moment worden uitgegeven, bieden immers een hogere rente dan de oude (die jij hebt). Terugbetaling Wanneer het bedrijf waarvan je obligaties hebt, die leningen in één keer terugbetaalt, spreken we van een bulletlening. De uitbetaling kan ook in gedeelten plaatsvinden. De obligaties zijn dan verdeeld in groepen, de uitlotingsgroepen. Een notaris bepaalt door loting welke uitlotingsgroep wordt afgelost. Aan de looptijd zie je wanneer de obligaties worden uitgeloot. Stel, een obligatie heeft in haar naam de volgende aanduiding: 2004-2008/2012. In dit geval zijn er vijf uitlotingsgroepen. Met ingang van 2008 tot en met 2012 wordt elk jaar een vijfde deel van de obligaties afgelost. KBC Beursspel 2009

Converteerbare obligaties De converteerbare obligatie kun je gedurende een bepaalde periode tegen een bepaalde prijs (de conversiekoers) omwisselen tegen aandelen van dezelfde onderneming. Als het goed gaat met de onderneming en de aandelenkoers boven de conversiekoers uitkomt, is omwisselen aantrekkelijk. Termijndeposito s Een termijndeposito heeft overeenkomsten met een spaarrekening. Je zet een bepaald bedrag bij de bank vast tegen een afgesproken rente en voor een afgesproken termijn. Het gaat hier om een korte periode van drie, zes of negen maanden. Dit wordt ook wel beleggen in liquiditeiten genoemd. Dit is een type belegging, waarbij je weer op korte termijn over je geld kunt beschikken. Beleggen in termijndeposito s gebeurt vaak door beleggers die tijdelijk een bedrag over hebben en dat even tegen een aantrekkelijke rente willen uitzetten. Termijndeposito s worden alleen door banken aangeboden en zijn niet op de beurs verhandelbaar. 2.2 Onroerend goed Onroerend goed, ook wel vastgoed genoemd, kan bestaan uit een stuk grond en/of een pand dat daarop gebouwd is. Voorbeelden van panden zijn woonhuizen, kantoren, winkels en andere bedrijfsgebouwen. Een belegger kan direct of indirect beleggen in onroerend goed. Direct beleggen Direct beleggen in onroerend goed betekent dat een belegger zelf woonhuizen, kantoren en bedrijfspanden koopt. Iedereen die zelf een huis koopt om in te wonen, is een onroerendgoedbelegger. Een eigen huis wordt op een gegeven moment immers meer of minder waard. Voor veel mensen is een eigen huis de grootste belegging die zij in hun leven doen. Het rendement van een belegging in vastgoed kan bestaan in waardeveranderingen (het onroerend goed wordt meer of minder waard) en huuropbrengsten. Indirect beleggen Als je indirect belegt in onroerend goed, koop je aandelen van een onderneming die zelf in onroerend goed belegt. Zo n beleggingsmaatschappij koopt en beheert het onroerend goed. Als belegger geef je geld aan de beleggingsmaatschappij, in ruil daarvoor krijg je vastgoedaandelen. Het rendement van een indirecte onroerendgoedbelegging bestaat in het dividend en de koersstijgingen van het aandeel. Maar ook hier geldt: het aandeel kan minder waard worden. Ook schommelen de prijzen van vastgoed lang niet zo sterk als aandelenkoersen. KBC Beursspel 2009

2.3 Aandelen Een aandeel is een eigendomsbewijs van een bedrijf. Wie een aandeel van een onderneming koopt, wordt dus mede-eigenaar van dat bedrijf. Dankzij je aandeel heb je het recht om mee te beslissen (stemrecht) over belangrijke zaken betreffende de onderneming. Voor veel aandeelhouders is dat echter niet de belangrijkste reden om een aandeel te kopen. Zij willen vooral financieel meeprofiteren als het goed gaat met het bedrijf. Dividend Het gedeelte van de winst dat je als aandeelhouder van een bedrijf ontvangt, heet dividend. Als een bedrijf veel winst maakt, kan het een hoog dividend uitkeren. Soms keert een bedrijf ook halverwege het jaar een interim-dividend uit. Als een bedrijf nauwelijks winst maakt, of zelfs verlies draait, keert het weinig of zelfs helemaal geen dividend uit. Ook kan het voorkomen dat bedrijven veel winst maken, maar geen dividend uitkeren. In dat geval gebruiken bedrijven de winst om te investeren, waardoor de winst in de toekomst hoger kan uitvallen. Waarde van een aandeel De waarde die op een aandeel is vermeld, wordt de nominale waarde van een aandeel genoemd. De nominale waarde blijft altijd gelijk. De prijs van een aandeel op de beurs noemen we de koers. De koers van een aandeel kan wel veranderen. De koers wordt bepaald door vraag en aanbod. Als er veel vraag is, stijgt de koers. Is er weinig vraag, dan daalt de koers. De bedrijfsresultaten, de economische omstandigheden en de stemming op de beurs hebben allemaal invloed op de vraag en het aanbod. Door op de beurs je aandelen te verkopen, kun je winst of verlies maken. Koerswinst boek je als je de aandelen (of obligaties) verkoopt voor een hoger bedrag dan waarvoor je ze gekocht hebt. Koersverlies lijdt een belegger als hij zijn beleggingen verkoopt tegen een lagere koers (prijs) dan de koers waartegen hij ze heeft gekocht. Aandelenemissie Stel: Pepsi Cola wil investeren in een supermoderne bottelmachine. De machine kost een paar miljoenen. Als Pepsi Cola dat geld niet heeft, kan het bedrijf aandelen uitgeven op de beurs: het bedrijf doet dan een aandelenemissie. Als je bij een emissie aandelen koopt, zijn die aandelen nieuw. Het aantal aandelen dat in omloop is, neemt bij een emissie dus toe. Bedrijven doen vaak meerdere keren emissies. Als je gewoon aandelen op de beurs koopt, en niet bij een emissie, koop je aandelen van iemand die zijn oude aandelen verkoopt. KBC Beursspel 2009 8

Obligaties of aandelen? + - Obligaties Je krijgt in principe altijd je inleg terug. Als een bedrijf failliet gaat, dan krijgen obligatiehouders eerder hun geld terug dan aandeelhouders Je ontvangt jaarlijks een vaste vergoeding Je deelt niet mee in de winst van het bedrijf Je hebt geen inspraak in het bedrijf Als de marktrente stijgt, daalt de waarde van je obligatie Aandelen Je profiteert direct mee van de winst en waardegroei van het bedrijf Je hebt stemrecht op de aandeelhoudersvergadering Je aandeel kan minder waard worden 2.4 Beleggingsfondsen Wanneer je belegt in een beleggingsfonds, beleg je in verschillende effecten tegelijk. Dat kunnen aandelen, obligaties of andere soorten beleggingen van verschillende bedrijven en/of instellingen zijn. Elk beleggingsfonds heeft een fondsmanager. Hij of zij zorgt ervoor dat de inleg van de deelnemers in het fonds verstandig wordt belegd. Er bestaan allerlei soorten beleggingsfondsen: fondsen die alleen beleggen in aandelen (je koopt dan met één aandeel in het beleggingsfonds een stukje van alle bedrijven waarin het beleggingsfonds belegt); fondsen die alleen beleggen in een bepaalde regio, bijvoorbeeld Azië; fondsen die alleen beleggen in bepaalde sectoren, bijvoorbeeld chemiebedrijven of internetbedrijven; fondsen die beleggen in bedrijven met een bepaald thema, bijvoorbeeld groene fondsen, die alleen beleggen in bedrijven die producten maken die milieuvriendelijk zijn of een bijdrage leveren aan een beter milieu. Beleggen in een beleggingsfonds heeft een aantal voordelen: gespreid risico: het fonds beschikt over voldoende geld om van verschillende bedrijven aandelen of obligaties te kopen. Zo beperk je het risico en is het minder erg als het met één bedrijf minder goed gaat; gemak: deskundige en ervaren fondsbeheerders stellen de beleggingsportefeuille samen en beheren die ook. Je hebt er zelf geen omkijken naar; eenvoudig: beleggen in een fonds is gemakkelijker dan het zelf kopen van allemaal verschillende aandelen, obligaties en opties; KBC Beursspel 2009 9

klein bedrag: wanneer je belegt in een fonds, kun je al met weinig geld in veel verschillende landen en bedrijven beleggen; kapitaalbescherming: Bij nogal wat beleggingsfondsen is je kapitaal beschermd op de eindvervaldag. 2.5 Opties Een optie is een verhandelbaar recht om gedurende een bepaalde periode (meestal 3, 6 of 9 maanden) een onderliggende waarde te kopen of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. De onderliggende waarde kan van alles zijn: zilver, olie of een huis. Maar meestal gaat het om aandelen. Hierna gaan we uit van aandelen, maar je kunt in plaats van aandelen dus van alles invullen. Er zijn twee soorten opties: callopties en putopties. Callopties geven je het recht om aandelen te kopen, putopties geven het recht om aandelen te verkopen. De contractgrootte bij aandelenopties is altijd 100. Eén optie geeft dus het recht op de aan- of verkoop van 100 aandelen tegen een vooraf afgesproken prijs. Voor een optie betaal je een premie. Rekenvoorbeeld Laten we als voorbeeld dit krantenberichtje over Pinot Printemps Redoute nemen: Serie waardepremie PPR C mrt 09 42,00 5,60 PPR P jan 09 44,00 6,00 Hier staat dat je voor een premie van 5,60 euro het recht koopt (de c staat voor calloptie) om 100 aandelen PPR (100 is immers voor aandelen de vaste contractgrootte) te kopen tegen een koers van 42 euro vóór de afloop op de derde vrijdag in maart 2009. mrt 09 betekent dat het optierecht in maart 2009 komt te vervallen. De exacte datum is altijd de derde vrijdag van de maand. Je betaalt in totaal 5,60 euro x 100 (contractgrootte, de premie geldt voor 1 aandeel) = 560 euro. Callopties Stel, in december 2008 is de koers van het aandeel PPR gestegen tot 50 euro. Je kunt dan besluiten om je optie uit te oefenen. Uitoefenen wil zeggen dat je gebruikmaakt van het recht om de onderliggende waarde van de optie tegen de afgesproken prijs te kopen. Je koopt in dit geval 100 aandelen PPR voor 42 euro per stuk, terwijl je ze direct kunt verkopen voor KBC Beursspel 2009 10

50 euro. Dat levert je een winst op van 8 euro per aandeel. Daarvoor heb je wel 5,60 euro moeten betalen, dus je uiteindelijke opbrengst is 100 x (8,00-5,60) = 240 euro. Kopen of schrijven Bezit je een calloptie, dan heb je het recht om te kopen. Je bent als koper echter niet verplicht om van je recht gebruik te maken. Als de koers van het aandeel onvoldoende stijgt, dan zal een koper verder niets met zijn opties doen. Stel dat in dit voorbeeld de koers niet boven de 42 euro uitkomt, dan maak je geen gebruik van je recht. Wel heb je 5,60 euro premie voor de aankoop betaald. Dat is dan je verlies. Tegenover de koper van de optie staat de verkoper. De verkoper van een optie wordt de schrijver genoemd. Een schrijver van een calloptie neemt de plicht op zich om de aandelen te verkopen tegen de prijs die in het optiecontract staat. Omdat de verkoper die optie aanbiedt, krijgt hij een vergoeding in de vorm van een premie. Putopties Als koper van putopties heb je het recht je aandelen tegen een bepaalde waarde te verkopen. Als koper van een putoptie hoop je dat de koers daalt nadat jij de optie hebt gekocht, zodat je het recht kunt uitoefenen om het aandeel tegen de hoge uitoefenprijs te verkopen. Tegenover de koper van een putoptie staat een schrijver die de verplichting heeft aandelen tegen een vastgestelde prijs te kopen en hiervoor een premie ontvangt. In het eerdere voorbeeld lees je dat je als koper van een putoptie (p staat voor putoptie) Pinot Printemps, tegen betaling van 6,00 euro premie, het recht hebt om 100 aandelen PPR (100 is immers voor aandelen de vaste contractgrootte) te verkopen tegen een koers van 44 euro vóór de afloop op de derde vrijdag van januari 2009. Stel dat de koers daalt naar 36 euro en je verkoopt je aandelen voor 44 euro, dan is je winst:100 x 8 euro = 800 euro. Hiervoor heb je wel 600 euro premie betaald. Je uiteindelijke opbrengst is dus 200 euro. Calloptie De koper heeft het recht om aandelen te kopen tegen de uitoefenprijs en betaalt hiervoor een premie. De koper verwacht dat de beurskoers gaat stijgen. Putoptie De schrijver is verplicht om aandelen tegen de uitoefenprijs te verkopen en ontvangt hiervoor een premie. De schrijver verwacht dat de beurskoers gaat dalen. De koper heeft het recht aandelen tegen de uitoefenprijs te verkopen en betaalt hiervoor een premie. De koper verwacht dat de koers gaat dalen. De schrijver is verplicht aandelen tegen de uitoefenprijs te kopen en ontvangt hiervoor een premie. De schrijver verwacht dat de koers gaat stijgen. KBC Beursspel 2009

Vragen en opdrachten Module 2 Vragen niveau 1 Vraag 1 Noem vijf vormen van beleggen. Vraag 2 Bij welke vormen van beleggen heb je grote zekerheid dat je je inleg weer terugkrijgt? Vraag 3 Wat betekent de nominale waarde bij aandelen? Vraag 4 Wat is het verschil tussen direct en indirect beleggen in onroerend goed? Vragen niveau 2 Vraag 5 Noem enkele voor- en nadelen van beleggen in obligaties ten opzichte van aandelen. Vraag 6 Wat betekent de volgende aanduiding bij een obligatie? 2008-2012/2015 Vraag 7 Waarom zou je beleggen in een beleggingsfonds? Vraag 8 Er zijn beleggingsfondsen die in aandelen beleggen en bij voorbaat geen dividend uitkeren. Hoe kun je toch profiteren van de winst die het fonds maakt? KBC Beursspel 2009 12

Opdrachten Opdrachten 1 Chantal heeft twee jaar geleden staatsobligaties gekocht voor EUR 1000. Elk jaar ontvangt zij 6% couponrente. De ontvangen rente zet Chantal op een spaarrekening tegen 4% rente per jaar. Hoeveel rente heeft Chantal na 2 jaar ontvangen? Opdracht 2 Tom koopt 100 aandelen Adidas tegen een koers van EUR 30. Tom ontvangt dat jaar EUR 2 dividend per aandeel. Na een jaar bedraagt de koers van het aandeel EUR 32 en verkoopt Tom zijn aandelen. Hoeveel geld heeft Tom het afgelopen jaar verdiend? Opdracht 3 Het aandeel Mobistar staat in oktober op de beurs genoteerd voor EUR 50. Kathleen koopt in december een call-optie Mobistar met een uitoefenprijs van EUR 55. Ze betaalt er EUR 1 premie voor. Het gaat goed met Mobistar en de koers stijgt. In maart het jaar erop staan de aandelen voor EUR 62 op de beurs genoteerd. Kathleen besluit haar optie uit te oefenen. Wat verdient Kathleen aan haar optie? KBC Beursspel 2009 13

3.1 De beurs Markt van vraag en aanbod Module 3 Snelle jongens in dure pakken, die schreeuwend op de beursvloer de koersen volgen. Het ziet er spannend uit, maar wat gebeurt er op de effectenbeurs in New York of Brussel? In deze module nemen we een kijkje achter de schermen. De effectenbeurs is in feite niets anders dan een markt. Een markt is een plaats waar kopers en verkopers elkaar ontmoeten. Kopers en verkopers, aanbieders en vragers komen bij elkaar om te handelen. Als ze het eens zijn over de prijs, wordt de koop gesloten. Op een markt wordt de prijs van producten bepaald door vraag en aanbod. Als de vraag naar een bepaald product groter is dan het aanbod, zul je zien dat de prijs van het product stijgt. Wordt ergens meer van aangeboden dan er vraag naar is, dan daalt de prijs. Na verloop van tijd zal er een prijs ontstaan waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. De effectenbeurs is een markt waarop wordt gehandeld in aandelen, obligaties, opties, onroerend goed, fondsen en verschillende valuta s (munteenheden). Kopers willen effecten hebben voor een bepaalde koers en verkopers bieden effecten aan tegen een bepaalde koers. De beurs biedt ondernemingen de mogelijkheid om bij een breed publiek kapitaal aan te trekken. Zo kunnen zij veel geld verkrijgen om investeringen te doen. De beurs stelt aandeelhouders in staat eenvoudig aandelen te kopen of te verkopen. Doordat vele kopers en verkopers op de beurs samenkomen, zijn aandelen goed verhandelbaar. Er is bijna altijd wel iemand die een bepaald aandeel wil kopen of verkopen. Wanneer er veel wordt gehandeld in één aandeel, zal de koers meestal flink schommelen. 3.2 Beurzen in de wereld Buiten Europa zijn de New York Stock Exchange en de beurs van Tokio de grootste effectenbeurzen. In Europa hebben de meeste landen een eigen beurs. Belangrijke beurzen zijn die van Parijs, Londen, Frankfurt, Brussel en Amsterdam. In september 2002 fuseerde de Beurs van Brussel met de beurzen van Parijs, Lissabon en Amsterdam en werd de naam gewijzigd in Euronext Brussels. Hierdoor is het makkelijker geworden om vanuit België aandelen te kopen van bijvoorbeeld een Portugees bedrijf. KBC Beursspel 2009 14

Dow Jones en BEL 20 Wil jij weten hoe het op Euronext Brussels gaat? Houd dan de BEL 20 in de gaten. De BEL 20 is een index die wordt samengesteld op basis van de koersen van de 20 belangrijkste beursgenoteerde ondernemingen op de Belgische effectenbeurs. Dat zijn bedrijven waarin veel en vaak wordt gehandeld. Denk bijvoorbeeld aan Belgacom, InBev en KBC Groep NV. Omdat het bij deze aandelen om grote aantallen gaat, zijn deze transacties van invloed op de algemene stemming op de beurs. Wil je zien hoe het bij alle aange-sloten beurzen van Euronext gaat, dan kun je het beste de index Euronext 100 in de gaten houden. Ook de stemming op de beurs in New York kun je volgen, via de Dow Jonesindex. Die index wordt op de beurs van New York samengesteld uit de koersen van 30 Amerikaanse, internationaal georiënteerde bedrijven zoals McDonald s en Microsoft. Stijgt de index, dan gaat het goed. Een daling van de index kan onrust of terughoudendheid onder de beleggers betekenen. In Londen heet de index FTSE (uit te spreken als foetsie ) en op de Japanse beurs kun je zien hoe de stemming is via de Nikkei. 3.3 Handelen op de beurs Op de effectenbeurs komen kopers en verkopers samen in grote ruimtes vol computers, waarin de handelaren telefonisch opdrachten krijgen van beleggingsspecialisten om aandelen te kopen of te verkopen. Tien jaar geleden zag je veel handelaren en hoekmannen op de beursvloer en ging het handelen er hectisch aan toe. Zij maakten met woord en gebaar duidelijk wat ze wilden verhandelen en tegen welke prijs. De handelaar gaf zijn bestelling door aan een hoekman. Die bepaalde de prijs van een aandeel al naargelang de vraag en het aanbod ervan. Als er veel vraag was, kon de hoekman de prijs van het aandeel hoger stellen en andersom. Tot 2002 kwamen op de optiebeurs de meeste handelaren nog op deze manier bijeen. Tegenwoordig is dit systeem van open outcry vervangen door volledige schermhandel, waarbij computers het meeste werk doen en de beursvloer minder hectisch lijkt. Hoe koop je een aandeel? Wat gebeurt er als je een aandeel wilt kopen? Je hoeft daarvoor niet zelf naar de beurs in Brussel. Je geeft je order door aan je bank. Dat kan telefonisch of via het internet. De beleggingsspecialist van je bank geeft de opdracht door aan een handelaar van de bank op de beursvloer. Via een computer wordt jouw kooporder uitgevoerd, samen met vele andere bestellingen. KBC Beursspel 2009 15

Als je een order plaatst, geef je meestal het aantal aandelen dat je wilt kopen of verkopen door. Ook kun je aan de bank het totaalbedrag dat je wilt besteden doorgeven. Het plaatsen van een order kan op twee manieren: bestens en gelimiteerd. Bestens wil zeggen dat de order zo snel mogelijk wordt uitgevoerd, zonder dat gekeken wordt naar de prijs. Stel dat een aandeel op het moment van bestelling 25 euro kost. Dan verwacht je voor 500 euro 20 aandelen te kunnen kopen. Maar voordat jouw order op de beurs is beland, kan de koers zijn gestegen tot 30 euro, en moet je dus plotseling 100 euro meer betalen voor je 20 aandelen. Als je nu een gelimiteerde order had geplaatst, had je deze tegenvaller kunnen voorkomen. Bij een gelimiteerde order geef je de bank een maximale koers op waartegen je aandelen wilt kopen, of een minimale koers waartegen je wilt verkopen. In dat laatste geval worden je aandelen pas verkocht als de koers van jouw aandelen een bepaalde minimale prijs heeft bereikt. Je loopt dan wel het risico dat je order niet wordt uitgevoerd als de werkelijke koers onder jouw minimum blijft. 3.4 Beurskoersen lezen In de meeste landelijke kranten staan dagelijks de koersen van de belangrijkste aandelen die aan de effectenbeurs in Brussel zijn genoteerd. Ook op het internet kun je terecht, bijvoorbeeld op www.euronext.com, www.detijd.be of www.beursduivel.be. Meestal ziet een koersenoverzicht er in de krant als volgt uit (soms gebruikt een krant iets andere afkortingen). Afkorting div.boekj fonds vk op/ok lk/la hk/ho sk versch omzet lk/lj + datum hk/hj + datum div Verklaring de hoogte van het dividend en het jaar en de vorm waarin dit voor het laatst is uitgekeerd de naam van het fonds de vorige koers, dat is de slotkoers van de voorafgaande beursdag de openingskoers, dat is de eerste koers waartegen op de betreffende datum is gehandeld de laagste koers, dat is de laagste koers waartegen op de betreffende beursdag is gehandeld de hoogste koers, dat is de hoogste koers waartegen op de betreffende beursdag is gehandeld de slotkoers, dat is de laatste koers waartegen op de betreffende datum is gehandeld het verschil, dat is het verschil tussen de slotkoers van de vorige dag en de huidige slotkoers het aantal aandelen dat op die dag is verhandeld de laagste koers van de afgelopen 12 maanden, met de datum waarop die koers tot stand is gekomen de hoogste koers van de afgelopen 12 maanden, met de datum waarop die koers tot stand is gekomen het laatst uitgekeerde dividend KBC Beursspel 2009

Het is mogelijk dat aan de koersen van aandelen nog iets is toegevoegd. Deze toevoegingen hebben de volgende betekenis: 1. ask=laten Dit wil zeggen dat een bepaald aandeel wel werd aangeboden, maar dat er geen vraag was. Niemand wilde ze kopen. Er vond daarom geen handel plaats. De koers die wordt vermeld is dan de minimumprijs. Voor minder willen de houders van de aandelen niet verkopen. 2. bid=bieden Er was wel vraag naar het aandeel, maar geen aanbod. Ook in deze situatie vindt geen handel plaats. De biedkoers is de maximale prijs die de kopers voor de aandelen willen betalen. Meer willen ze niet betalen. 3. ex claim Dit wil zeggen dat de aandelen worden verhandeld zonder dat de koper recht heeft op de uit te keren claim (voorkeur). 4. ex dividend Dit wil zeggen dat de aandelen worden verhandeld zonder dat de koper recht heeft op het uit te keren dividend. 5. gedaan en bieden Er was wel vraag naar de aandelen, maar het aanbod was niet voldoende. Niet iedereen die dat wilde heeft de aandelen kunnen kopen. Tegen de vermelde koers heeft nog wel handel plaatsgevonden, maar niet aan alle vraag kon worden voldaan. 6. gedaan en laten Er was minder vraag dan aanbod. Tegen de vermelde koers heeft wel handel plaatsgevonden, maar niet al het aanbod kon worden verwerkt. 7. bieden en ex dividend combinatie van 2 en 4 8. laten en ex dividend combinatie van 1 en 4 9. gedaan en laten ex dividend combinatie van 6 en 4 10. gedaan en bieden ex dividend combinatie van 5 en 4 11. stockdividend Het dividend wordt (gedeeltelijk) in aandelen uitgekeerd. KBC Beursspel 2009 17

3.5 Emoties op de beurs Soms lijkt de effectenbeurs een markt van computers en beeldschermen. De beslissingen worden echter nog altijd genomen door mensen, de computer helpt ze daarbij. Emoties hebben dan ook invloed op de beurskoersen. Een mooi voorbeeld is het weekendeffect. Op vrijdag zijn de beurzen over het algemeen positief gestemd en stijgen de koersen harder. Mensen kijken uit naar het weekend en zullen zich op de beurs hiernaar gedragen. Een gelijksoortig effect zie je aan het einde van de maand als de belegger zijn salaris ontvangt. Voorliefde Emoties kunnen een belangrijke rol spelen bij beleggers die een sterke voorliefde hebben voor bepaalde aandelen, bijvoorbeeld een geliefd sport- of biermerk. Ondanks hevige koersschommelingen kunnen zij geen afstand doen van hun geliefde stukken. Het rendement op een aandeel is dus niet het enige dat belangrijk is. Hot nieuws Nieuws dat met grote koppen in de krant staat, heeft meer invloed op de beleggingsbeslissingen dan minder recente berichten of nieuws dat op de achterpagina van de krant staat. Wanneer beleggers heftig reageren op bepaalde nieuwsfeiten, kan dat leiden tot een overdreven reactie op de beurs. Extrapolatie Extrapolatie houdt in dat beleggers ontwikkelingen in het verleden doortrekken naar de toekomst. Beleggers verwachten van een bedrijf dat dit jaar een hoge winst heeft behaald, dat volgend jaar de winst nog hoger zal zijn. Historische resultaten beïnvloeden de verwachtingen van beleggers. Gek, want juist beleggers weten als geen ander dat historische resultaten geen garantie geven voor de toekomst. Kuddegedrag Als een belegger een andere mening heeft dan de andere beleggers, brengt dat hem in een kwetsbare positie. Beleggers baseren hun beslissingen dus ook op het gedrag van andere marktpartijen. Dat is niet-rationeel gedrag. Als veel beleggers hun gedrag aanpassen aan de geldende norm, spreken we van kuddegedrag. KBC Beursspel 2009 18

Vragen en opdrachten Module 3 Vragen niveau 1 Vraag 1 Hoe ontstaat een beurskoers? Vraag 2 Wat is de naam van de beurs in Brussel? Vraag 3 Wat is de BEL-20? Vraag 4 Hoe koop je aandelen op de beurs? Vragen niveau 2 Vraag 5 Stel dat veel mensen plotseling het aandeel Recticel willen verkopen. Welke invloed kan dit hebben op de koers van het aandeel? Vraag 6 De Dow Jones index stijgt enorm. Wat betekent dit? Vraag 7 Stel dat je op internet ziet dat de koers van het aandeel H&M erg laag is. Je besluit goedkoop aandelen te kopen en je geeft de bank deze opdracht. Vervolgens krijg je te horen dat de koop is gesloten, maar wel tegen een veel hogere koers dan je op internet had gezien. Hoe had je dit kunnen voorkomen? Vraag 8 Hoe kun je aan de koers van een aandeel zien dat er veel in wordt gehandeld? KBC Beursspel 2009 19