Voorstel aan de raad Nummer: 131026465 Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail: wethouder openbare ruimte en wijkvernieuwing 2.3 Leefbare stad W.J. Stinissen / D.H. Everwijn BLD Ruimtelijk Economisch Beleid Punt 10 van de agenda voor de vergadering van 5 november 2013. Onderwerp: Kaders onttrekking middelen uit vrije deel van Nuon-gelden voor duurzaamheid. Voorgesteld besluit Voor het vaststellen van de kaders waarbinnen onttrekkingen mogen worden gedaan uit de vrij besteedbare Nuon reserve. 1. Het begrippenkader in bijlage 1 vast te stellen. 2. Het vrij besteedbare deel van de NUON reserve beschikbaar te stellen voor doelen die passen binnen de beleidskaders: a. doel draagt bij aan de realisatie van duurzame energie, en b. doel draagt bij aan een duurzame leefomgeving, en/of c. doel draagt bij aan duurzame (sociaal) economische ontwikkeling. 3. Bij de keuze van investeringen of projecten het zwaartepunt te leggen bij uitgaven die een terugverdieneffect met zich meebrengen zodat op de lange termijn sprake is van een vrijwel kostenneutrale financiering. 4. Op basis van het op te stellen duurzaamheidsbeleid elke vier jaar een uitvoeringsprogramma vast te stellen. Aanleiding en context De gemeenteraad heeft het college verzocht een voorstel voor te leggen met daarin de aanwendingsvoorwaarden waarbinnen de vrij besteedbare Nuon gelden ingezet kunnen worden. Dit voorstel voorziet daarin. Beoogd effect Het bieden van kaders waarbinnen gelden uit de vrij besteedbare NUON reserves kunnen worden besteed aan duurzame doeleinden. TD1309 Paginanummer 1
Argumenten 1.1 De raad heeft de wens uitgesproken de NUON reserve vrij besteedbaar in te zetten voor duurzaamheid In 2009 is besloten de nog te ontvangen tranches af te romen van de NUON reserve niet vrij te besteden naar de NUON reserve vrij besteedbaar. De raad kan besluiten aan deze reserve onttrekkingen te doen, dit deel is vrij besteedbaar. De wens van de raad is om deze reserve in te zetten voor duurzaamheid. In 2015 wordt het laatste bedrag ontvangen en kent deze reserve zijn volledige omvang. 1.2 Kaders bieden duidelijkheid over de doelen voor besteding van NUON gelden De kaders moeten duidelijkheid geven over de bestedingsdoelen. Daarmee wordt voorkomen dat deze middelen worden aangewend voor andere doeleinden dan die welke door de raad zijn vastgelegd. 1.3 Begrenzing van begrip duurzame ontwikkeling is noodzakelijk In de samenleving is het begrip duurzaamheid de laatste jaren verworden tot een containerbegrip. Daarom is het noodzakelijk een definitie te hanteren waarmee duurzame ontwikkeling de juiste betekenis krijgt, evenals de onderliggende doelen. Deze definities zijn beschreven in bijlage 1. 1.4 Financieel kader is basis voor duurzaamheidsbeleid Tot heden is de financiering van duurzaamheids- en klimaatbeleid vooral gevonden in rijkssubsidieregelingen, zoals de Subsidieregeling BANS klimaatconvenant en de Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). De uitkeringen uit deze regelingen zijn inmiddels beëindigd, of stoppen op korte termijn. Om het duurzaamheidsbeleid en de daaruit voorkomende initiatieven ook in de komende jaren te kunnen financieren is dit vrijwel uitsluitend aangewezen op de NUON reserve, of inkomsten daaruit. Financiële aspecten 1.1 Zwaartepunt ligt bij projecten die een terugverdieneffect kennen, daardoor vrijwel kostenneutraal Gezien de huidige financiële situatie van de gemeente moet met de besteding van gelden terughoudend omgegaan worden. Daarom wordt voorgesteld bij de selectie van investeringen / projecten het zwaartepunt te leggen bij projecten met een terugverdieneffect. Bij kansrijke projecten blijft dan beperkt de mogelijkheid te kiezen kan voor vormen van subsidie, waarbij de middelen uiteindelijk niet terugvloeien naar de gemeente. Door het zwaartepunt van de uitgaven te doen via bijvoorbeeld een revolverend fonds en/of DEon 2.0, is op de lange termijn sprake van een vrijwel kostenneutrale inzet van middelen. 1.2 Aanspraak op Nuon reserve minimaal Overigens is het zo dat wanneer voor deze vorm van financiering wordt gekozen het beslag op de Nuon gelden zeer beperkt. Voor het bedrag dat als lening wordt verstrekt (balansmutatie) behoeft de reserve niet te worden aangesproken; de aanspraak is slechts beperkt tot een te treffen voorziening voor dat deel van de leningen dat op termijn niet terugbetaald zal worden. 1.3 Voor investeringen zonder terugverdieneffecten worden een of meer subsidieverordeningen opgesteld Voor eventuele ondersteuning van projecten die geen terugverdieneffect kennen zal in een of meer subsidieverordeningen vastgelegd worden welke subsidieplafonds er zijn, begrenzingen per jaar, subsidievoorwaarden waar aan voldaan moet worden,etc. Kanttekeningen Niet van toepassing TD1309 Paginanummer 2
Communicatie en voortgang Communicatie vindt plaats via de gebruikelijke media met bijgaand persbericht. Lelystad, 1 oktober 2013. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris, de burgemeester, N. Versteeg M. Horselenberg TD1309 Paginanummer 3
Raadsbesluit Nummer: 131026465 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 1 oktober 2013; B E S L U I T: voor het vaststellen van de kaders waarbinnen onttrekkingen mogen worden gedaan uit de vrij besteedbare Nuon reserve: 1. het begrippenkader in bijlage 1 vast te stellen; 2. het vrij besteedbare deel van de NUON reserve beschikbaar te stellen voor doelen die passen binnen de beleidskaders: a. doel draagt bij aan de realisatie van duurzame energie, en b. doel draagt bij aan een duurzame leefomgeving, en/of c. doel draagt bij aan duurzame (sociaal) economische ontwikkeling; 3. bij de keuze van investeringen of projecten het zwaartepunt te leggen bij uitgaven die een terugverdieneffect met zich meebrengen zodat op de lange termijn sprake is van een vrijwel kostenneutrale financiering; 4. op basis van het op te stellen duurzaamheidsbeleid elke vier jaar een uitvoeringsprogramma vast te stellen. Lelystad, 5 november 2013. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier, de voorzitter, TD1309 Paginanummer 4
Bijlage 1 Begrippenkader duurzame ontwikkeling Begripsomschrijving Duurzaamheid / duurzame ontwikkeling Onder uitgaven voor duurzame ontwikkeling zoals het in dit voorstel is bedoeld, worden geschaard die uitgaven die bijdragen aan ontwikkelingen die voorzien in de behoeften van de huidige generatie inwoners, maar die gelijktijdig geen beperkingen opleggen aan de behoeften van de generaties na ons. Eerder is een definitie van deze strekking als kader geformuleerd door een commissie van de VN en sindsdien algemeen aanvaard, ondermeer door het Plan Bureau voor de Leefomgeving (PBL). Maatschappelijke ontwikkeling volgens de drie p s Duurzame ontwikkeling wordt bereikt door doelen te richten op de aspecten people, planet en profit, waarbij er een duidelijke balans moet zijn tussen deze aspecten. Zonder dat evenwicht is er geen sprake van een duurzame ontwikkeling. People : het doel moet rechtvaardige en stabiele sociale verhoudingen opleveren Planet : het doel moet ecologisch houdbaar zijn Profit : het doel moet leiden tot een economisch gunstig lange termijn perspectief Voor het bereiken van deze duurzame doelen en het bereiken van het evenwicht daartussen is het noodzakelijk de kaders voor de vrijbesteedbare Nuon gelden te baseren op de drie P s. En om voor de afzonderlijke P s per thema duurzame ontwikkeling concreet en hanteerbaar te maken: People : Duurzame leefomgeving Planet : Duurzame energie Profit : Duurzame (sociaal) economische ontwikkeling Afbeelding 1: verhoudingen tussen people, planet en profit. TD1309 Paginanummer 5
Duurzame energie Wat is duurzame energie en wat is nodig om dat te ontwikkelen? Duurzame productie van energie uit hernieuwbare bronnen Ontwikkelingen voldoen aan het kader duurzame energie als ze bijdragen aan het vergroten van de energieproductie uit zonne-energie (elektriciteit en warmte), windenergie, bio-energie, bodemenergie en geothermie. Als voorbeeld wordt genoemd een investering in een duurzame energievoorziening van een sportaccommodatie, maar ook het ondersteunen van de herstructurering van windenergie in Flevoland en het ondersteunen van lokale initiatieven op het gebied van zonnepanelen. Duurzame consumptie: energiebesparing bij bewoners en bedrijven Onder duurzame energie wordt ook verstaan die ontwikkelingen die bijdragen aan energiebesparing bij inwoners, woningeigenaren en bedrijven. Bijdrage aan ontwikkeling en gebruiken van energie efficiënte technieken Duurzame leefomgeving Wat is duurzame leefomgeving en wat is nodig om dat te realiseren? Duurzame leefomgeving is een zodanige (her)inrichting van de private en publieke ruimte dat de inwoners zich hechten en zich met de leefomgeving identificeren. Mensen voelen zich thuis in hun leefomgeving. Een voorbeeld daarvan is een omgeving met pleinen en parken die onderling contact bevorderen. Een ander voorbeeld is het verder introduceren van stadslandbouw. Daarnaast worden hier de ontwikkelingen toegerekend die vallen onder duurzaam waterbeheer, materiaal(her)gebruik en afval, gezondheidsverbetering (geluid, luchtkwaliteit, voldoende ruimte voor sport en recreatie) en veiligheid (verlichting, sociale veiligheid). Gedacht kan ook worden aan aanpasbaar bouwen waarmee een link kan worden gelegd met participatie en zelfredzaamheid. Duurzame (sociaal) economische ontwikkeling Wat is duurzame economische ontwikkeling en wat is nodig om dat te bereiken? Ontwikkelingen dragen bij aan een duurzame economische ontwikkeling als welvaart, groei, versterking van de concurrentiekracht en/of een toename van de werkgelegenheid gecombineerd met een beter beheer van ruimte, natuur en vermindering van de milieudruk. Voorbeelden daarvan zijn Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, de ontwikkeling van duurzaam toerisme (Blauwe Vlag) en ontwikkeling van regionale biologische voedselproductie en lokale consumptie daarvan. Hiermee worden ook duurzame transitiemaatregelen bedoeld die, incidenteel en afbouwend gesubdidieerd, een wezenlijke verandering op sociaal-economisch gebied bewerkstelligen. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan het stimuleren van een duurzame inzet van mensen op de arbeidsmarkt. TD1309 Paginanummer 6