Herziene richtlijn Opvang van patiënten met licht traumatisch hoofd-hersenletsel

Vergelijkbare documenten
Inhoud. Trauma capitis. Trauma capitis. Trauma capitis. Casus. Casus De aanpak bij het gevallen kind

Minor head injury, a minor problem? Crispijn van den Brand SEH-arts MCH-Bronovo. Crispijn van den Brand Emergency Physician

RICHTLIJN OPVANG VAN PATIËNTEN MET LICHT TRAUMATISCH HOOFD/HERSENLETSEL

Diagnostiek en behandeling van patiënten met licht traumatisch schedel-hersenletsel

RICHTLIJN OPVANG VAN PATIËNTEN MET LICHT TRAUMATISCH HOOFD/HERSENLETSEL

Spoedeisende hulp. Licht traumatisch hoofd-/ hersenletsel volwassenen

Licht traumatisch hoofd-/ hersenletsel. Kinderen

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Ontslagadvies bij licht traumatische hersenletsel bij kinderen t/m 5 jaar

Licht Traumatisch Hoofd-/ Hersenletsel (LTH)

Opvang van patienten met licht traumatisch hoofd hersenletsel. Korné Jellema,neuroloog 8 februari 2016 Stichting MCHaaglanden en Bronvov Nebo

Licht Traumatisch Hoofd-/ Hersenletsel (LTH)

Licht traumatisch hoofd- of hersenletsel

Licht Traumatisch Hoofd-/ Hersenletsel (LTH)

Licht traumatisch hoofd-/hersenletsel

Licht traumatisch hersenletsel

Licht traumatisch hoofd-/ hersenletsel. Volwassen

Richtlijn licht schedelhersenletsel (LSH) M. de Graaf, D.W.J. Dippel, september 2011

Licht Traumatisch. adviezen na een hernia-operatie. Hoofd-/Hersenletsel. (LTH, hersenschudding) Spoedeisende Hulp (SEH) ZorgSaam

Licht traumatisch hoofd/hersenletsel (LTH)

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Ontslagadvies bij licht traumatisch hersenletsel volwassenen

HersenletselCongres 2017

Licht schedel-/hersenletsel

Licht traumatisch hoofd- /hersenletsel (LTH) bij kinderen

Licht traumatisch hoofd-/hersenletsel volwassenen

Kinderen met hoofd-/hersenletsel

The clinical efficacy of chest computed tomography in trauma patients

Volwassenen met licht traumatisch hoofd-/hersenletsel

Traumatisch hersenletsel. 17 mei 2016 Ella Fonteyn

Kinderen met licht traumatisch hoofd of hersenletsel

Activiteiten en participatie bij kinderen jongeren met Licht Traumatisch Hersenletsel & Een vroege interventie

Licht traumatisch hoofd-/ hersenletsel bij kinderen

Patiënteninformatie. Hersenschudding (Licht traumatisch schedel-/hersenletsel) Hersenschudding (Licht traumatisch schedel-/hersenletsel) 1

Traumatisch hersenletsel bij kinderen. Maayke Hunfeld

De NHG-Standaard Traumatische knieproblemen (eerste herziening): samenvatting

Richtlijn Licht traumatisch hoofd-hersenletsel in de praktijk

Licht traumatisch schedelhersenletsel

PATIËNTEN INFORMATIE. Hersenschudding kind tot 6 jaar

Lichamelijk onderzoek: Algemeen: ziek ogend, EMV, tekenen van een battle sign of brilhematoom

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

De behandeling van LTSH op de SEH: Resultaten van de CENTER-TBI provider profiling study

Plenaire sessies. IT in de acute radiologie: Drs M.J. Scheerder, OLVG Prof. dr. S.G.F. Robben, MUMC

Licht traumatisch hoofd- of hersenletsel

Titel Regionale procedure raaa binnen Netwerk Acute Zorg Euregio. Pagina 1 van 5

Informatie lichttraumatisch hoofd-/hersenletsel

Licht traumatisch hoofdletsel (hersenschudding)

Niet Aangeboren Hersenletsel

Volwassenen met licht traumatisch hoofd / hersenletsel

Licht traumatisch hoofd-/hersenletsel (LTH)

vrijdag 18 maart 2016

Wat doet NAH met je hersenen? En wat te doen na signalering? Els Peeters kinderneuroloog

Ziekenhuizen. Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker

Leefregels na opname kind met licht traumatisch hoofd-/hersenletsel

Chapter 10. Samenvatting

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Ledenlijst landelijke werkgroep NVS

5/18/2018. Wat is de context van deze studie? Criteria zorgopdrachten. Netwerken. Organisatie van zorg voor patiënten met een ernstig trauma

Vragen naar aanleiding van informatiebijeenkomsten

Richtlijn "Opvang van patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel": voorstel tot tussentijdse aanpassing

LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN

Auw mijn hoofd, help me even overeind. Hoofdtrauma en CWK letsel. Melissa Cadée Annemieke Kummeling Lisanne Hollander

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg

Plan van aanpak. Module Verdieping in de beroepspraktijk. Preventie en behandeling van het delier bij klinische patiënten van 70 jaar en ouder.

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Soort Document Procedure. Code AZE.CVA.01. Titel Regionale procedure acute beroertezorg binnen Netwerk Acute Zorg Euregio

Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker

Epiduraal hematoom bij kinderen na val van kleine hoogte

Analyse online consultatie themacluster Acute Zorg

Richtlijn ondervoeding bij patiënten met kanker

RADIOLOGIE 2011 achtergronden casusschetsen

OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten

Traumatisch Hersenletsel Inleiding (1)

Improviseren of organiseren?

Aspecten van het zorgpad hersentumor. Fenna Hummel, Neuro-oncologieverpleegkundige

Paramedisch OnderzoekCentrum

Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) bij volwassenen

Overzicht NVS-gecertificeerde verwijs- en implantatiecentra

Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie Deel II

Licht traumatisch hoofd/hersenletsel (LTH) Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant

HAND EN POLS: LETSELS, AANDOENINGEN EN REVALIDATIEGENEESKUNDE ARMAMPUTATIES EN REDUCTIEDEFECTEN

Start, afbouw en stop van voedingstherapie bij zware neuroschade. AZ Nikolaas

Zenderen, 18 juni 2013 Gerard Hageman, (kinder)neuroloog

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Opleiden voor Public Health. Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud

College Geneeskundige Specialismen

Regionale verschillen in acute fase behandeling van ruggenmergletsel in Nederland. B.L. Fransen AIOS Orthopaedie

Snel en op maat. Sandra te Winkel Martine Kapitein. Ketenzorgproject voor licht hersenletsel bij kinderen. C3 Sandra te Winkel & Martine Kapitein

Position paper ziekenhuis Lelystad 8 februari 2019

Galwegcarcinoom: ontwikkeling van een multidisciplinair, ziekenhuis overstijgend zorgpad 7 oktober 2016

Beleid na een whiplashletsel. Informatie voor hulpverleners

SYMPOSIUM TRAUMATISCH SCHEDEL - HERSENLETSEL BIJ KINDEREN

CRPS-1 EN PLEXUS BRACHIALIS- EN PERIFEER ZENUWLETSEL

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium

APOP op de opnameafdeling

vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp

Onderzoek naar de inzet van nurse practitioners op de Spoedeisende Hulp van Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ

Patiëntveiligheid in ziekenhuizen. 12,5 jaar onderzoek, successen en nieuwe uitdagingen

Transcriptie:

Richtlijnen Herziene richtlijn Opvang van patiënten met licht traumatisch hoofd-hersenletsel Jelle R. de Kruijk, Paul J. Nederkoorn, Eef P.J. Reijners en Gerard Hageman* Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4474 KLINISCHE PRAKTIJK Recent is de verouderde richtlijn Licht traumatisch hoofd/hersenletsel uit 2001 herzien, onder begeleiding van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg (CBO). De herziene richtlijn geeft onderbouwde beslisregels voor het verwijzen van patiënten naar het ziekenhuis, het uitvoeren van beeldvormend onderzoek en het stellen van een indicatie voor opname. Licht traumatisch hoofd-hersenletsel is geen indicatie meer voor een conventionele schedelfoto. Ook krijgen volwassenen en kinderen van 6 jaar of ouder geen wekadvies meer als zij naar huis mogen. De richtlijn is zowel te gebruiken in de eerste lijn als op de afdeling Spoedeisende Hulp van ziekenhuizen en is toepasbaar op kinderen en volwassenen. De richtlijn gaat niet in op behandeling van klachten op de lange termijn na een licht traumatisch hoofd-hersenletsel, maar geeft wel adviezen over het verminderen van de kans op langdurige klachten. Regionale implementatie van de richtlijn in de eerste en tweede lijn is aan te bevelen. *Namens de werkgroep Richtlijn voor de opvang en diagnostiek van patiënten met licht traumatisch hoofd-hersenletsel, waarvan de samenstelling staat vermeld aan het eind van dit artikel. Tergooiziekenhuizen, afd. Neurologie, Blaricum. Dr. J.R. de Kruijk, neuroloog. Academisch Medisch Centrum, afd. Neurologie, Amsterdam. Dr. P.J. Nederkoorn, neuroloog-klinisch epidemioloog. St. Elisabeth Ziekenhuis, afd. Spoedeisende Hulp, Tilburg. Drs. E.P.J. Reijners, SEH-arts. Medisch Spectrum Twente, afd. Neurologie, Enschede. Dr. G. Hageman, neuroloog. Contactpersoon: dr. G. Hageman. (G.Hageman@mst.nl). Licht traumatisch hoofd-hersenletsel (LTH) komt frequent voor, voornamelijk bij jonge mensen. Recent is de multidisciplinaire richtlijn Opvang van patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel grondig herzien. 1 Uit onderzoek was gebleken dat adviezen uit de vorige richtlijn, uitgebracht in 2001, niet meer voldeden. De belangrijkste doelstelling van de herziene richtlijn is de kans op het missen van zeldzame, maar potentieel levensbedreigende acute complicaties te minimaliseren. Goed onderbouwde beslisregels voor het verwijzen van patiënten naar het ziekenhuis, het uitvoeren van beeldvormend onderzoek en het stellen van een indicatie voor opname zijn hiervoor essentieel. De nieuwe richtlijn adviseert over alle patiënten met een LTH, namelijk over de noodzaak van wel of niet verwijzen naar een ziekenhuis, terwijl de oude richtlijn alleen adviezen gaf over patiënten die al op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van een ziekenhuis waren opgenomen. In de nieuwe richtlijn wordt de indicatie voor beeldvormend onderzoek gebaseerd op criteria waarvan de voorspellende waarde intussen goed onderzocht is. De oude indeling in 3 risicogroepen (categorie I, II en III) is verlaten en heeft plaatsgemaakt voor een inschatting van de kans op complicaties op basis van diverse risicofactoren ( minor en major criteria). In de nieuwe richtlijn is geen plaats meer voor het geven van een wekadvies aan volwassenen in de thuissituatie, een maatregel die in de oude richtlijn wel een prominente plaats innam. Wel worden adviezen besproken die aan de patiënt kunnen worden gegeven in de acute fase en die de kans op mogelijke posttraumatische klachten kunnen verminderen. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4195 1

KLINISCHE PRAKTIJK De nieuwe richtlijn werd opgesteld door een werkgroep samengesteld uit vrijwel alle disciplines die zich bezighouden met LTH. Het opstellen gebeurde volgens de regels voor evidence-based richtlijnen, onder begeleiding van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Definitie De besluitregels zijn vooral gebaseerd op recent onderzoek en sluiten aan op internationale richtlijnen. Daarom is ervoor gekozen de definitie van LTH uit de oude richtlijn te herzien. Zo is de grens tussen licht en matig traumatisch hoofd-hersenletsel gelegd bij een maximale duur van de posttraumatische anterograde amnesie van 24 h (bij een langere amnesie spreekt men van matig hoofd-hersenletsel); in de oude richtlijn was dit 1 h. Een ander criterium is dat eventueel bewustzijnsverlies maximaal 30 min geduurd mag hebben; dit was voorheen 15 min. Domein De herziene richtlijn is geschreven voor zowel de eerstelijns als tweedelijns opvang van patiënten met LTH, hoewel het Nederlands Huisartsen Genootschap niet heeft deelgenomen aan de ontwikkeling ervan. De richtlijn voorziet in duidelijke beslisregels voor doorverwijzing naar een SEH, maar beperkt zich tot de acute periode na een LTH. Zij heeft betrekking op patiënten met LTH zonder al bestaande hersenaandoeningen, zowel kinderen als volwassenen. Waar relevant zijn specifieke aandachtspunten voor kinderen uitgewerkt. Uitvoering De richtlijn omschrijft niet welke zorgverlener of specialist verantwoordelijk is voor de uitvoering; het uitgangspunt is dat de zorg altijd geleverd wordt door een bevoegde én bekwame zorgverlener. Om dit te waarborgen dient op elke SEH in een lokaal protocol vastgelegd te worden welke professional voor welk gedeelte van de zorg verantwoordelijk is en hoe de overdracht tussen de verschillende zorgverleners geregeld is. Verwijzing naar ziekenhuis Als een kind of volwassene een LTH heeft opgelopen, is de eerste vraag of verwijzing naar een ziekenhuis noodzakelijk is. De richtlijn helpt een besluit over verwijzing te nemen op basis van risicofactoren voor het ontwikkelen van mogelijke intracraniële complicaties; hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen minor en major criteria (figuur 1 en 2). Deze criteria kunnen worden gebruikt voor regionale werkafspraken van ziekenhuizen met huisartsen en ambulancediensten. Voor de verwijsfase wordt aanbevolen de criteria te vertalen in spreektaal, onder andere om telefonische triage via de huisartsposten en andere hulpdiensten mogelijk te maken. Opvang en klinisch onderzoek op de SEH De richtlijn bevat aanbevelingen over het minimaal te verrichten klinisch onderzoek, de duur en frequentie van observatie van patiënten met LTH na het eerste onderzoek op de SEH. Bij het onderzoek moet niet alleen het LTH beoordeeld worden, maar moet ook aandacht worden besteed aan mogelijk ander lichamelijk letsel. Door introductie van het advanced trauma life support (ATLS)- protocol zijn de uitkomst en prognose bij traumapatiënten de afgelopen jaren verbeterd, met name door een betere behandeling in het eerste uur na binnenkomst. De eerste opvang van een patiënt met LTH is in principe identiek aan de opvang van elke andere patiënt met een trauma. Ondanks het relatieve lichte letsel wordt het ABCDE (acroniem voor airway, breathing, circulation, disability, exposure ) van de ATLS bij het eerste contact toegepast. Beeldvormende diagnostiek In de vorige richtlijn uit 2001 was nog een indicatie opgenomen voor een conventionele schedelfoto; dit onderzoek wordt in de huidige richtlijn niet meer toegepast. Voor het uitsluiten van acute posttraumatische intracraniële complicaties na een LTH wordt een CT van de hersenen geadviseerd (zie figuren 1 en 2). De indicatiestelling voor een CT van de hersenen was in de oude richtlijn was gebaseerd op predictieregels waarbij patiënten met een risico op intracraniële complicaties geïdentificeerd zouden kunnen worden met 100% sensitiviteit en een specificiteit van 25%. In de Nederlandse prospectieve, multicentrische cohortstudie CT in minor head injury patients (CHIP) zijn meerdere predictieregels gevalideerd in de Nederlandse populatie. De sensitiviteit van de oude richtlijn bleek hierbij niet 100%; bij patiënten met een zogenaamd categorie I-letsel (trauma capitis zonder tekenen van hersenletsel) was er namelijk een kleine kans dat toch een neurochirurgische interventie noodzakelijk was, terwijl deze patiënten volgens de oude richtlijn geen aanvullend onderzoek behoefden. Aan de andere kant van het spectrum werd in de oude richtlijn gestreefd naar het opsporen van alle intracraniële letsels, ongeacht de noodzaak tot neurochirurgische interventie. Er is nu een nieuwe predictieregel opgesteld, met als uitgangspunt een sensitiviteit van 100% voor het identificeren van patiënten die een neurochirurgische interventie moeten ondergaan. Dit betekent wel dat er kleine kans bestaat dat afwijkingen die geen neurochirurgische ingreep behoeven, over het hoofd worden gezien. Met deze klinische predictieregel kon het aantal 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4195

KLINISCHE PRAKTIJK FIGUUR 1 Stroomschema voor de indicatiestelling voor CT en klinische opname bij volwassenen met licht traumatisch hoofd-hersenletsel, gebaseerd op major criteria en minor criteria. 1 CT s met circa 30% verminderd worden, wat ook een aanzienlijke kostenbesparing betekende. De aanbevelingen in de huidige richtlijn zijn gebaseerd op de CHIP-predictieregel, aangevuld met relevante aanvullende conclusies uit de Britse richtlijn van het National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE), omdat deze laatste actuele richtlijn vrijwel hetzelfde domein met dezelfde klinische vraagstellingen behandelt. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4195 3

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4195 4 KLINISCHE PRAKTIJK FIGUUR 2 Stroomschema voor de indicatiestelling voor CT en klinische opname bij kinderen met licht traumatisch hoofd-hersenletsel, gebaseerd op major criteria en minor criteria. -. 1 ˇ 4 ˇ ˇ ;

Opname, ontslag en adviezen Patiënten met intracraniële afwijkingen op een CT-scan van de hersenen worden ter observatie opgenomen en zo nodig wordt de neurochirurg geconsulteerd. Patiënten bij wie aanvullend onderzoek geïndiceerd is dat op dat moment praktisch niet uitvoerbaar is, worden ook ter observatie opgenomen. Als aanvullend onderzoek niet zinvol is en er geen sprake is van ander traumatisch letsel, kan de patiënt naar huis worden ontslagen. In de oude richtlijn werd bij ontslag na een LTH onderscheid gemaakt tussen adviezen die werden meegegeven ter onderkenning van een acute posttraumatische complicatie (wekadvies) en adviezen ter preventie van posttraumatische klachten op langere termijn. Als er geen indicatie is voor het verrichten van aanvullend onderzoek, is de kans op een intracranieel letsel verwaarloosbaar klein. Daarom krijgen patiënten van 6 jaar en ouder in de huidige richtlijn geen wekadvies meer mee als zij naar huis mogen. Het geven van enkele eenvoudige adviezen ter preventie van posttraumatische klachten lijkt wel zinvol. De herziene richtlijn voorziet in uniforme adviezen die men bij ontslag op schrift aan de patiënt mee kan geven. Hoewel de meeste patiënten bij ontslag geen ernstige klachten hebben, kan een poliklinisch controlebezoek aan de neuroloog in sommige gevallen wel zinvol zijn; de richtlijn geeft aan voor welke patiënten dit geldt. Bij LTH-patiënten met parenchymateuze afwijkingen op de CT-scan van de hersenen in het acute stadium wordt aanbevolen om bij persisterende klachten 3-6 maanden na het trauma ten minste 1 maal een neuropsychologisch onderzoek te verrichten. Specifieke aandachtspunten bij kinderen Bij verwijzing naar een SEH wordt onderscheid gemaakt tussen kinderen die wel en niet met spoed door een ambulance moeten worden vervoerd, net als bij volwassenen. De risicofactoren die betrekking hebben op intracranieel letsel zijn bij kinderen globaal hetzelfde als bij volwassenen, maar er is in de literatuur veel discussie over de relatie tussen de hoogte van een val - bijvoorbeeld van een commode of tafel - en het risico op ernstige intracraniële afwijkingen bij kinderen van 0-5 jaar. Omdat de literatuur niet eenduidig is, volgt de werkgroep ook hier de eerder genoemde NICE-richtlijn, die als criterium voor verwijzing naar de SEH een val van een hoogte van meer dan 1 m of 5 traptreden hanteert. Kinderen worden op de SEH opgevangen volgens het advanced pediatrics life support (APLS)-protocol. Voor de beoordeling van het bewustzijn van kinderen is de glasgowcomaschaal gemodificeerd, waarbij voor de verbale score onderscheid wordt gemaakt tussen kinderen jonger dan 4 jaar en kinderen van 4 jaar of ouder. Het verdere onderzoek bestaat uit beoordeling van alertheid, oriëntatie, amnesie, pupillen, oogbewegingen, gelaatsmimiek, motoriek en reflexen van de ledematen en bij kleine kinderen een gespannen of bolle nog open fontanel. Bij jonge kinderen komt kindermishandeling relatief vaak voor als oorzaak van traumatisch hoofd-hersenletsel. Bij verdenking hierop is een aparte richtlijn van toepassing. CT-scans bij kinderen Het aantal CT s van schedel en hersenen bij kinderen met LTH is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De indicatie voor een CT moet zorgvuldig worden afgewogen tegen de langetermijnrisico s die de toegediende straling met zich meebrengt. Het wordt aanbevolen om de stralingsdosis bij kinderen lager in te stellen dan bij volwassenen en om het onnodig herhalen van CT s te vermijden. Daarnaast is het aan te bevelen een aangepast scanprotocol te gebruiken bij CT van de hersenen bij kinderen, met een iets lagere resolutie om de stralenbelasting te beperken. Bij het stellen van de indicaties voor CT wordt onderscheid gemaakt tussen kinderen jonger dan 2 jaar, 2-5 jaar en 6 jaar en ouder. Bij het ontbreken van major criteria kan laagdrempelig worden gekozen voor een opname ter observatie, in plaats van een CT-scan. Wekadvies De strategie van ontslag met wekadvies zonder beeldvormend onderzoek wordt bij kinderen met LTH nog wel toegepast, in tegenstelling tot bij volwassenen. In deze nieuwe richtlijn is het wekadvies alleen gehandhaafd voor kinderen tot 6 jaar, met name vanwege het risico op een zogenaamde kindercontusio. Bovendien is de literatuur over predictieregels op basis van CT niet eenduidig voor kinderen tot 6 jaar. Ook bij kinderen kunnen goede voorlichting en geruststelling mogelijke posttraumatische klachten op langere termijn voorkomen. Het lijkt daarom zinvol bij ontslag schriftelijk voorlichting en adviezen mee te geven. Hiervoor is een informatiefolder ontwikkeld met adviezen over (bed)rust, televisiekijken, videospelletjes, medicatiegebruik, buiten spelen en school. Implementatie Het is belangrijk dat de aanbevelingen uit deze herziene richtlijn worden omgezet in lokale protocollen, zowel in de eerste als in de tweede lijn. De huisartsen zagen af van participatie aan de richtlijn, maar deze bevat wel aanbevelingen voor de eerste lijn. Voor wat betreft de tweede lijn geeft de herziene richtlijn goede mogelijkheden om, KLINISCHE PRAKTIJK NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4195 5

KLINISCHE PRAKTIJK afhankelijk van lokale omstandigheden, een taakverdeling te maken waar dat noodzakelijk is. Speciale aandacht verdient de werkverdeling tussen kinderartsen, SEHartsen en algemeen neurologen in een setting waarin kinderneurologen niet beschikbaar zijn. Ook voor radiologen kan een nieuwe situatie ontstaan, omdat bij sommige patiënten een CT-scan wordt aangevraagd door een andere specialist dan de (kinder)neuroloog. Tilburg; dr. R.H. Boerman, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem; J.P.M. Cremers, Landelijk Platform Hersenletselorganisaties; drs. K.G.J. van Dijk, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem; drs. P.V. van Eerten, Maxima Medisch Centrum, Eindhoven; R.E. Egberink, Medisch Spectrum Twente, Enschede; prof. dr. M.G.M. Hunink, Erasmus MC Rotterdam; drs. D.R. Kool, UMCN St. Radboud, Nijmegen; dr. S. Peerdeman, Vrije Universiteit Medisch Centrum, Amsterdam; drs. M.C. Verhulsdonck, St Maartenskliniek, Nijmegen; prof.dr. J.S.H. Vles, Academisch Ziekenhuis Maastricht. Samenstelling van de werkgroep Richtlijn voor de opvang en diagnostiek van patiënten met licht traumatisch hoofd-hersenletsel : Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Dr. G. Hageman (voorzitter), Medisch Spectrum Twente, Enschede; dr. M.A. Pols (secretaris tot en met 31 augustus 2008) en drs. D.M. Schipper, (secretaris vanaf 31 augustus 2008 tot mei 2010), Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO; dr. J.R. de Kruijk, Tergooiziekenhuizen, Blaricum; dr. P.J. Nederkoorn, AMC, Amsterdam; drs. E.P.J. Reijners, St. Elisabeth Ziekenhuis, Aanvaard op 6 november 2011 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4195 > Meer op www.ntvg.nl/klinischepraktijk Literatuur 1 Nederlandse Vereniging voor Neurologie, CBO. Richtlijn opvang van patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Neurologie; 2010. 6 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4195