O. ó o -> Ons kenmerk Behandelaar Telefoon Datum Bijlage(n) Onderwerp Uw kenmerk De heer I 102732/JH Mevrouw l (070) 414 20 79 6 juli 2015 geen De beslissing op het bezwaarschrift Postbus 1947 2280 DX Rijswijk Telefoon (070) 414 20 00 Fax (070) 414 20 01 Website: www.sch a de fo n ris, n 1 E-mail: info@schadefonds.nl Bij uw reactie graag de datum én ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Geachte heer} We ontvingen op 27 november 2014 uw bezwaarschrift. U maakt bezwaar tegen de beslissing op uw herzieningsaanvraag van de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven van 16 oktober 2014. De beslissing is op 20 oktober 2014 verzonden. Deze beslissing gaat over uw herzieningsaanvraag voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven van 5 maart 2014. U deed dit herzieningsverzoek naar aanleiding van de beslissing van 22 juli 2013 die u ontving op uw aanvraag voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven van 27 februari 2013. In deze brief leest u onze reactie op uw bezwaarschrift. Beslissing De Commissie heeft besloten dat uw bezwaar ongegrond is. Hieronder leest u waarom. Motivering De bestreden beslissing De Commissie besloot de onherroepelijke beslissing van 22 juli 2013 niet te veranderen. De Commissie was van oordeel dat u geen nieuwe feiten of omstandigheden haaf voren bracht die aanleiding gaven om de beslissing van 22 juli 2013 te herzien. De gronden van uw bezwaar U bent het niet eens met de beslissing. U heeft in uw herzieningsverzoek drie vergelijkbare aanvragen aangedragen waarin het Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: Schadefonds) anders dan op uw aanvraag heeft beslist. In allé drie de aanvragen begaven dé overledenen zich in het crimineel milieu, onder meer het drugscircuit, en in alle drie de beslissingen op die aanvragen is aaii de nabestaanden een uitkering toegekend. Omdat het Schadefonds zijn uitspraken niet publiceert, kan in redelijkheid niet van medewerkers van Slachtofferhulp Nederland (hierna: Slachtofferhulp) worden verwacht te allen tijde van alle uitspraken waarin medewerkers van Slachtofferhulp ondersteuning aan slachtoffers of nabestaanden hebben gegeven op de hoogte te zijn.
U bent dan ook van mening dat omdat pas na het verstrijken van de bezwaartermijn bij u bekend werd dat er drie soortgelijke aanvragen een andere beslissing van het Schadefonds hebben ontvangen, de onbekendheid met die beslissingen niet tegengeworpen mag worden. Mocht het Schadefonds dit anders zien dan bent u van mening dat toepassing van het gelijkheidsbeginsel hoort te prevaleren. Ten aanzien van de beslissing op de aanvragen 89157 wilt u opmerken dat de nabestaanden niet door een medewerker van Slachtofferhulp begeleid zijn bij het indienen van een aanvraag bij het Schadefonds, Het was dan ook niet eerder dan begin 2014, na het bezoeken van een bijeenkomst van de Vereniging Aandacht Doet Spreken (ADS), dat u hoorde dat de nabestaanden een uitkering hadden ontvangen, terwijl het slachtoffer om een drugsgerelateerde reden werd vermoord. Direct na het bekend worden van dit nieuwe feit/deze omstandigheid heeft uw gemachtigde namens u een herzieningsverzoek ingediend. Voor de goede orde laat uw gemachtigde het Schadefonds weten dat u door uw gemachtigde werd geïnformeerd over de twee andere vergelijkbare zaken die werden aangevoerd in het herzieningsverzoek. U ontving van uw gemachtigde een geanonimiseerde versie van de stukken zodat de privacy van de nabestaanden werd gerespecteerd. De hoorzitting Wij behandelden uw bezwaarschrift op 30 januari 2015 tijdens een hoorzitting. U was aanwezig met mevrouw i en mevrouw B( van Slachtofferhulp. U vertelde dat er precies vandaag weer een strafzaak tegen de hootadader was omdat hij opnieuw de fout in was gegaan. Hij zit momenteel niet vast. Hij zat tot september vast maar hij is weer vrijgekomen. U geeft aan dat u de dader niet moet tegenkomen. Uw vrouw wilde niet naar de hoorzitting komen omdat zij dat niet aan kan. Wel was uw vrouw blij dat de hoorzitting op deze datum gepland stond zodat u niet naar de strafzaak van de hoofddader kon gaan. U heeft hem nog nooit gezien. Het gaat niet goed in uw gezin. Uw vrouw heeft veel last van psychische klachten. Zij is erg schrikachtig geworden. Toen ze op 29 januari 2015 onweer hoorde lag ze onder de bank omdat ze dacht dat het schoten waren. Zelf zat u ook met trillende handjes thuis. De veijaardag van uw zoon was 1 maart. Deze dag, maar ook de feestdagen zijn voor u en uw vrouw erg moeilijk. U bent al dertien jaar bezig en het houdt nooit op. In 2007 heeft u aan de Officier van Justitie gevraagd of de dader de opgelegde schadevergoedingsmaatregel al had betaald. Bén van de daders betaalde zijn deel volledig, maar de andere niet U wacht nog altijd op dit geld, het gaat om ongeveer 3.000,00. De heer Teeven had tegen u gezegd dat er een potje beschikbaar was voor nabestaanden. Dit potje bleek het Schadefonds te zijn. U vertelde dat uw zoon rommelde met wietplantjes en met pilletjes. De schuld waarover in het vonnis gesproken werd betrof een schuld van ƒ1.000,00. Mevrouw e vertelde dat ze begin 2013 betrokken raakte bij uw aanvraag. Zij onderzocht voor u welke mogelijkheden er waren. Er werden twee daders veroordeeld voor de moord op uw zoon en er werd een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. Een bedrag van 3.000,00 werd echter nooit betaald. Omdat de voorschotregeling nog niet van kracht was wacht u nog altijd op het geld. Omdat de dader dertig dagen is gaan zitten zult u dit bedrag nooit ontvangen. U begrijpt niet dat de rechter in de vaststelling van de feiten wel sprak over de drugsdeal maar dit in de strafmaat niet naar voren kwam. U begrijpt niet dat het Schadefonds op basis van die informatie de aanvraag heeft afgewezen. U gaf aan dat rechters beslissingen nemen over iets waar ze in het dagelijks leven nog nooit mee te maken hebben gehad. Mevrouw Bi toegevoegd. n overlegde een stuk dat zij had geschreven. Dit stuk werd aan het dossier
De beoordeling De Commissie begrijpt uit de toelichting die u tijdens de hoorzitting gaf dat u het heel erg vindt dat uw aanvraag is afgewezen terwijl een aantal andere nabestaanden wel een uitkering ontvingen. U hoopte bij de overheid een vorm van steun te vinden omdat u telkens tussen het wal en schip raakt. Toen de schadevergoedingsmaatregel door de rechter werd opgelegd was de voorschotregeling nog niet van kracht en de heer Teeven had mondeling aan u aangegeven dat er een potje was voor nabestaanden zoals u. Dat potje bleek het Schadefonds te zijn maar u ontving geen uitkering, terwijl andere nabestaanden wel een uitkering ontvingen. U bént al dertien jaar bezig. Het gaat niet goed met u en uw vrouw. Uw vrouw kampt met psychische klachten en u bent schrikachtig. U heeft veel verdriet van het verlies van uw zoon, zijn veijaafdag en de feestdagen zijn hele moeilijke dagen voor u en uw vrouw. De Commissie wil in eerste instantie aangeven dat het ook voor het Schadefonds duidelijk is dat uw zoon door een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf om hét leven is gekomen en dat zij begrijpt dat de impact hiervan op u en uw familie nog altijd enorm is. De Commissie begrijpt dat dit nooit overgaat. De vraag die de Commissie moet beantwoorden is of er in de eerste plaats sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden en daarnaast of deze feiten en omstandigheden een reden zijn om de beslissing van 22 juli 2013 te herzien. Om tot een antwoord op deze vraag te komen wordt eerst het juridisch kader uiteengezet Juridisch kader Uit de memorie van toelichting bij artikel 4:6 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) vólgt dat als uitgangspunt geldt dat er sprake moet zijn van nieuw gebleken feiten of omstandigheden. Het moet dan gaan om feiten en omstandigheden waaraan de belanghebbende, u in dit geval, een (nieuw) argument voor inwilliging van uw aanvraag kan ontlenen. De Commissie is na zorgvuldige overweging van oordeel dat er sprake is van nieuw voor u gebleken feiten en omstandigheden. Ü was niet eerder op de hoogte Van de beslissingen die u aanvoerde in uw herzieningsverzoek, De Commissie vindt dat zij het u niet kan aanrekenen dat uw gemachtigde eerder op de hoogte kon zijn van die beslissingen. Het aan u toerekenen van dit verzuim zóu u onevenredig benadelen ten opzichte van aanvragers die zich niet lieten machtigen. U diende hét herzieningsverzoek in toen u op de hoogte raakte van die beslissingen. U heeft uw beroep op het gelijkheidsbeginsel met redenen omkleed. De Commissie merkt uw bëroëp op het gelijkheidsbeginsel daarom aan als een nieuw feit of veranderde omstandigheid. Nu de Commissie heeft vastgesteld dat er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden zal zij toekomen aan beantwoording van de volgende vraag: is er sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel? Gelijkheidsbeginsel Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden en dat ongelijke gevallen ongelijk behandeld worden naar de mate waarin zij verschillen. Br is sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel als er sprake is van ongerechtvaardigde ongelijkheid. Br is geen sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel als: de beweerdelijk gelijke gevallen op relevante punten niet gelijk te stellen zijn; indien het gelijke geval een duidelijke fout betreft of in strijd met de wet is; indien het bestuursorgaan kan aantonen dat het een ander beleid is gaan voeren; indien het beweerdelijk gélijke geval is beslist d oor een ander bestuursorgaan. Om te onderzoeken of er sprake is van gelijke gevallen hebben wij, zoals besproken tijdens de hoorzitting, het politiedossier opgevraagd en bestudeerd. De Commissie is, op basis van deze informatie en de informatie die bleek uit uitspraken en uit de politiedossiers van de beslissingen dié u aanvoerde, van oordeel dat ér geen sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel omdat ér geen sprake is van gelijke gevallen. De Commissie zal hieronder per beslissing aangegeven waarom er geen sprake is van een gelijk geval. /"Y Mixed! xetl Sources FSC
89157 Bij de beoordeling van de aanvragen van de nabestaanden is er onderzoek gedaan naar de tóedracht, aanleiding en omstandigheden van het geweldsmisdrijf waardoor hét slachtoffer is komen te overlijden. De Commissie is van oordeel dat er geen sprake is van een gelijk geval omdat de toedracht, aanleiding en omstandigheden niet overeenkomen met de toedracht, aanleiding én omstandigheden van het geweldsmisdrijf waardoor uw zoon om het leven kwam. De toedracht, aanleiding en omstandigheden verschillen namelijk op de volgende punten: het slachtoffer was minderjarig, terwijl uw zoon meerderjarig was uw zoon had een hennepplantage op zijn zolder en dealde zowel in hard- als in softdrugs vanuit zijn woning als daarbuiten uw zoon had een vaste klantenkring aan wie hij drugs verhandelde het verhandelen van drugs deed uw zoon al gedurende een lange periode en van de inkomsten kon hij goed rondkomen uw zoon was in het bezit van een vuurwapen uw zoon had enige dagen voor, en op 28 oktober 2001 zelf tegenover één van de daders bedreigingen geuit in verband met een uit cocaïnegebruik voortvloeiende schuld aan hem 101574 Bij de beoordeling van de aanvragen van de nabestaanden waren er voor het Schadefonds geen concrete aanwijzingen dat er sprake was van betrokkenheid in het criminele circuit. Omdat er geen concrete aanwijzingen waren dat er sprake was van betrokkenheid in het criminele circuit is er geen sprake van een gelijk geval. 106527 Tijdens de beoordeling van de aanvragen van de nabestaanden is er nader onderzoek gedaan naar een mogelijk eigen aandeel van het slachtoffer. De Officier van Justitie vertelde dat er wel sprake was van vermoedens dat het slachtoffer zich in het criminele circuit begaf, maar dat er geen concrete bewijzen vó.or handen waren. Daarnaast vermoede het Openbaar Ministerie oók niet dat er sprake was van een afrekening in het criminele circuit. Omdat er ook hier geen concrete aanwijzingen waren dat er sprake was van betrokkenheid in het criminele circuit is ër geen sprake van eëh gelijk geval. Omdat er geen sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel doordat er geen sprake is van gelijke gevallen, ziet de Commissie geen reden om de onherroepelijke beslissing van 22 juli 2013 te herzien. De Commissie verklaart uw bezwaar dan ook ongegrond. De Commissie wil over de genoemde namen in de bestreden beslissing het volgende opmerken. Uw gemachtigde heeft ons een brief gestuurd met daarin de kenmerknummers en de namen van de nabestaanden waarop de beslissingen die u aanvoerde betrekking hebben. In die brief is met aangegeven dat ü niet op de hoogte was van de namen van dé nabestaanden. Omdat die hrief onderdeel was van uw herzieningsverzoek ging de Commissie er onterecht van uit dat u hiervan op de hoogte was en dat de betrokken nabestaanden ervan op de hoogte waren dat u hun beslissingen als beroep op hét gelijkheidsbeginsel hebt opgevoerd. De Commissie vindt het dan ook erg vervelend dat zij er via uw bezwaarschrift van op de hoogte is geraakt dat uniet op de hoogte was van de namen van de nabestaanden. Om die reden heeft de Commissie de namen van de nabestaanden niet vermeld in de beslissing op het bezwaarschrift. De Commissie heeft het waarborgen van de privacy van haar aanvragers namelijk hoog in het vaandel staan en verstrekt nooit informatie aan derden. Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven Rijswijk, 3 juli 2015. Namens de meervoudige kamer van de Commissie, de Secretaris,
Bent u het er niet mee eens? Bent u het niet eens met dé beslissing van de commissie? Dan kunt u de rechtbank Den Haag een brief sturen waarin u dat laat weten. Zorg ervoor dat de rechtbank uw brief uiterlijk binnen zes weken na de datum van de poststempel op deze brief heeft. Schrijf in uw brief in elk geval: waarom u het niet eens bent met de beslissing; het kenmerk van deze beslissing: 102732; de datum van uw brief; uw naam en adres; uw handtekening. VERZONDEN - 7 JU LI 2 015 Houdt u er rekening mee dat de rechtbank kosten in rekening brengt als u een beroepschrift indient.