. STATEN STATEN VAN ARUBA VAN ARUBA i...,..._.- Ingek. 2 3 JAN. 2000 Par c) e, no OV n 0. 2 A cyt ca a p,k_r,t, a FRACTIE AVP MOTIE De Staten van Aruba in een openbare vergadering bijeen op heden 23 januari 2008, Overwegende dat als mensen langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen of, zonder dat ze daar zelf iets aan kunnen doen, structureel niet kunnen rondkomen van hun inkomen, bestaat er een grote kans op het ontstaan van armoede. Dikwijls hangt hiermee samen dat men niet of nauwelijks kan deelnemen aan het sociale en maatschappelijke leven. Het aantal mensen dat in deze positie verkeert neemt op Aruba gestadig toe. Overwegende dat de prijzen van levensmiddelen en de woonkosten, alsmede de kosten van energieen watergebruik de afgelopen jaren enorm zijn gestegen. De directe effecters en de vermenigvuldigingsfactor van de BBO zorgden in 2007 voor een zorgwekkende verdere verhoging van de prijsindex tot een recordpercentage van 10.2%. Overwegende dat de toename van deze kosten zonder een gelijk opgaande aanpassing van de bedragen aan bijstand en bijslag van overheidswege een zeer negatieve invloed hebben op de levenskwaliteit van de burgers die langdurig of tijdelijk zijn aangewezen op een laag inkomen uit de bijstand. Overwegende dat het feitelijke gegeven dat een groeiend deel van de huishoudens op Aruba met een laag bijstandsinkomen niet of nauwelijks in staat is rond te komen urgent aandacht verdient. Overwegende dat elke vorm van armoedebestrijding begint met het aanbrengen van de fundamenten voor een menswaardig bestaan. Vervolgens moet de armoedebestrijding ook gaan over aangelegenheden die verder reiken dan alleen de zuiver economische. Overwegende dat het bij de materiele kant van het armoedevraagstuk gaat om de vraag of mensen redelijkerwijs de door hen te dragen vaste fasten en andere noodzakelijke kosten kunnen betalen. Overwegende dat armoedebestrijding geen monopolie is van de overheid: de samenleving in at haar geledingen is erbij betrokken. In het gezin, het onderwijs, het verenigingsleven en de levensbeschouwelijke instellingen worden voor (jonge) mensen de fundamenten gelegd en de vaardigheden aangereikt om zelfstandig in het leven te kunnen staan. De maatschappelijke instellingen en organisaties dragen de zorg voor hen die in problemen zijn geraakt. Het bevorderen van de gemeenschapszin (communitarisme) en solidariteit is van bijzonder groot belang. Informele steun van buren, familie en vrienden is van eminente betekenis om tegenslagen te boven te komen. Bovendien dient er in ruime mate sprake te zijn van kansen op de arbeidsmarkt en van werkgevers die investeren in de kwaliteiten van hun werknemers, alsmede van een deugdelijk systeem van beloning en van ontslagbescherming. Desalnietemin heeft de overheid een grote verantwoordelijkheid op het gebied van preventie en komt onmiddellijk als vangnet in beeld wanneer mensen door ziekte, tegenslag of werkloosheid in problemen dreigen te raken. Overwegende dat de overheid de bestrijding van armoede ter hand moet nemen d or: het garanderen van een menswaardig bestaan;
bescherming te bieden door middel van het aanbrengen van de fundamenten voor een menswaardig bestaan; preventie en toerusting met het oog op participatie. Overwegende dat bij bepaalde typen huishoudens armoede vaker voorkomt dan bij andere huishoudens. Zoals bijvoorbeeld bij eenoudergezinnen. Armoede onder (schoolgaande) kinderen hangt samen met de inkomenspositie van de ouders. Ook de leeftijd van de kinderen speelt hierbij een rol. Dit zijn dan ook de redenen waarom extra ondersteuning van bepaalde gezinnen met kinderen gewenst is, en om deze tegemoetkoming in de kosten voor de kinderen bovendien te koppelen aan het aantal kinderen. Overwegende dat er een integraal nieuw beleid moet komen om huishoudens gericht financieel te ondersteunen, opdat de noodzakelijke kosten daadwerkelijk opgebracht kunnen worden. Hierbij gaat het in het bijzonder om woonkosten en kosten voor kinderen. Niettemin is het uitermate urgent om de ouder(s), die afhankelijk is/zijn van een bijstandsuitkering, extra te ondersteunen teneinde de mogelijkheid te bieden om de enorm stijgende kosten van levensonderhoud enigszins te kunnen opvangen. Overwegende dat de huidige bijstandsregeling van Aruba een basisuitkering (bijstand) voor het hoofd van het gezin en een bijkomende uitkering (bijslag) per lid van het gezin kent. Deze uitkeringen blijven sterk achter bij de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud terwijl met name de kosten voor schoolgaande kinderen flink zijn gestegen. Uitgaven aan voeding en schoolbenodigdheden, vervoer van schoolkinderen en niet-vergoede ziektekosten drukken zwaar op de huishoudens. Ook met name gezonde voeding, zoals groenten en vruchten, welke bijzonder belangrijk zijn in het dieet van de kinderen, zijn enorm in prijs gestegen. Overwegende dat deze achterstand urgent ingelopen moet worden met een breder sociaal vangnet. BESLUIT Bij de regering erop aan te dringen om de uitkeringen van de bijstand en bijslag te verhogen met 50% en tevens om een schoolkinderentoeslag in te voeren. Behalve de mogelijkheid om jaarlijks een eenmalige schooluitkering aan te vragen, moet er een extra ondersteuning komen voor ouder(s) met schoolgaande kinderen. Aan onderstandgerechtigden moet naast bovengenoemde verhoging een extra financiele tegemoetkoming (schoolkinderentoeslag) verstrekt worden om in de kosten voor verzorging of onderhouding van schoolgaande gezinsleden tegemoet te komen. De ouder die als hoofd van het gezin recht heeft op bijstand komt dan bovendien ook in aanmerking voor een schoolkinderentoeslag voor de inwonende schoolgaande gezinsleden. Dit bedrag komt derhalve bovenop het bedrag dat aan een kind toekomt (bijslag) als lid van het gezin. Dit bedrag aan schoolkinderentoeslag wordt gesteld op Afl 100,- per kind per maand. De bijslag voor een schoolgaand gezinslid wordt derhalve vermeerderd met het bedrag van de schoolkinderentoeslag. En gaan over tot de orde van de dag, _/ 44 \ ------Impir /A I "V 4r0. 40 AGO
STATEN VAN ARUBA STEMMING AGENDAPUNT: 1/4) i/14 --/o-31, VERGADERING NO: D.D. I.,,zro VOOR TEGEN 1. drs. M.G. RAS f.0. 2. V.E.Jr. ARENDS 3. S.R. BISLIK 4. D.M. DUMFRIES 0". 5. K.S. JONG 6. D.F.P. LEO 7. ir. R.M. MADURO V 8. mr. ing. Z.C. van POPPEL-MARQUEZ../... 9. mr. J.E. THIJSEN 10. M.F. WERLEMAN 11. G.R. WILSON 12. mr. drs. A.L. DOWERS 13. rnr. M.G. EMAN 14. C.V. HAYNES 15. drs. R.A. LEE 16. ing. M.E. de MEZA 17. 0.E. ODUBER 18. O.B. SEVINGER 19. mr. A.F. TROMP 20. mr. M.H.J. KOCK 21. dr. A.R. LAMPE UITSLAG STEMMING: VOOR: TEGEN: u HOOFDELIJKE STEMMING:
STATEN VAN ARUBA MOTIE De Staten van Aruba in een openbare vergadering bijeen op heden 23 januari 2008, Overwegende dat als mensen langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen of, zonder dat ze daar zeif iets aan kunnen doen, structureel niet kunnen rondkomen van hun inkomen, bestaat er een grote kans op het ontstaan van armoede. Dikwijls hangt hiermee samen dat men niet of nauwelijks kan deelnemen aan het sociale en maatschappelijke leven. Het aantal mensen dat in deze positie verkeert neemt op Aruba gestadig toe. Overwegende dat de prijzen van Ievensmiddelen en de woonkosten, alsmede de kosten van energie- en watergebruik de afgelopen jaren enorm zijn gestegen. De directe effecten en de vermenigvuldigingsfactor van de BBO zorgden in 2007 voor een zorgwekkende verdere verhoging van de prijsindex tot een recordpercentage van 10.2%. Overwegende dat de toename van deze kosten zonder een gelijk opgaande aanpassing van de bedragen aan bijstand en bijslag van overheidswege een zeer negatieve invloed hebben op de levenskwaliteit van de burgers die langdurig of tijdeiijk Overwegende dat het feitelijke gegeven dat een groeiend deel van de huishoudens op Aruba met een laag bijstandsinkomen niet of nauwelijks in staat is rond te komen urgent aandacht verdient. Overwegende dat elke vorm van armoedebestrijding begint met het aanbrengen van de fundamenten voor een menswaardig bestaan. Vervolgens moet de armoedebestrijding ook gaan over aangelegenheden die verder reiken dan alleen de zuiver economische. Overwegende dat het bij de materiele kant van het armoedevraagstuk gaat om de vraag of mensen redelijkerwijs de door hen te dragen vaste lasten en andere noodzakelijke kosten kunnen betalen. Overwegende dat armoedebestrijding geen monopolie is van de overheid: de samenleving in al haar geledingen is erbij betrokken. In het gezin, het onderwijs, het verenigingsleven en de levensbeschouwelijke instellingen worden voor (jonge) mensen de fundamenten gelegd en de vaardigheden aangereikt om zelfstandig in het leven te kunnen staan. De maatschappelijke instellingen en organisaties dragen de zorg voor hen die in problemen zijn geraakt. Het bevorderen van de gemeenschapszin (communitarisme) en solidariteit is van bijzonder groot belang. Informele steun van buren, familie en vrienden is van eminente betekenis om tegenslagen te boven te komen. Bovendien dient er in ruime mate sprake te zijn van kansen op de arbeidsmarkt en van werkgevers die investeren in de kwaliteiten van hun werknemers, alsmede van een deugdelijk systeem van beloning en van
ontslagbescherming. Desalnietemin heeft de overheid een grote verantwoordelijkheid op het gebied van preventie en komt onmiddellijk als vangnet in beeld wanneer mensen door ziekte, tegenslag of werkloosheid in problemen dreigen te raken. Overwegende dat de overheid de bestrijding van armoede ter hand moet nemen door: het garanderen van een menswaardig bestaan; bescherming te bieden door middel van het aanbrengen van de fundamenten voor een menswaardig bestaan; preventie en toerusting met het oog op participatie. Overwegende dat bij bepaalde typen huishoudens armoede vaker voorkomt dan bij andere huishoudens. Zoals bijvoorbeeld bij eenoudergezinnen. Armoede onder (schoolgaande) kinderen hangt samen met de inkomenspositie van de ouders. Ook de leeftijd van de kinderen speelt hierbij een rol. Dit zijn dan ook de redenen waarom extra ondersteuning van bepaalde gezinnen met kinderen gewenst is, en om deze tegemoetkoming in de kosten voor de kinderen bovendien te koppelen aan het aantal kinderen. Overwegende dat er een integraal nieuw beleid moet komen om huishoudens gericht financieel te ondersteunen, opdat de noodzakelijke kosten daadwerkelijk opgebracht kunnen worden. Hierbij gaat het in het bijzonder om woonkosten en kosten voor kinderen. Niettemin is het uitermate urgent om de ouder(s), die afhankelijk is/zijn van een bijstandsuitkering, extra te ondersteunen teneinde de mogelijkheid te bieden om de enorm stijgende kosten van levensonderhoud enigszins te kunnen opvangen. Overwegende dat de huidige bijstandsregeling van Aruba een basisuitkering (bijstand) voor het hoofd van het gezin en een bijkomende uitkering (bijslag) per lid van het gezin kent. Deze uitkeringen blijven sterk achter bij de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud terwijl met name de kosten voor schoolgaande kinderen flink zijn gestegen. Uitgaven aan voeding en schoolbenodigdheden, vervoer van schoolkinderen en niet-vergoede ziektekosten drukken zwaar op de huishoudens. Ook met name gezonde voeding, zoals groenten en vruchten, welke bijzonder belangrijk zijn in het dieet van de kinderen, zijn enorm in prijs gestegen. Overwegende dat deze achterstand urgent ingelopen moet worden met een breder sociaal vangnet. BESLUIT Bij de regering erop aan te dringen om de uitkeringen van de bijstand en bijslag te verhogen met 50% en tevens om een schoolkinderentoeslag in te voeren. Behalve de mogelijkheid om jaarlijks een eenmalige schooluitkering aan te vragen, moet er een extra ondersteuning komen voor ouder(s) met schoolgaande kinderen. Aan onderstandgerechtigden moet naast bovengenoemde verhoging een extra financiele tegemoetkoming (schoolkinderentoeslag) verstrekt worden om in de kosten voor verzorging of onderhouding van schoolgaande gezinsleden tegemoet te komen. De ouder die als hoofd van het gezin recht heeft op bijstand komt dan 2
bovendien ook in aanmerking voor een schoolkinderentoeslag voor de inwonende schoolgaande gezinsleden. Dit bedrag komt derhalve bovenop het bedrag dat aan een kind toekomt (bijslag) als lid van het gezin. Dit bedrag aan schoolkinderentoeslag wordt gesteld op Afl 100,- per kind per maand. De bijslag voor een schoolgaand gezinslid wordt derhalve vermeerderd met het bedrag van de schoolkinderentoeslag. En gaan over tot de orde van de dag, Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Staten van Aruba op 23 januari 2008. De Griffier, mr. J.A. Bastien-Sherman 3