Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Vergelijkbare documenten
Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Hogeschool van Amsterdam. Beeldschermwerk? Voorkom RSI!

RSI. Informatie voor werknemers en werkgevers

Stafpersoneel / leidinggevenden / technici

RSI voorlichting studenten FEW RSI in relatie tot:

KANS door beeldschermwerk

Stafpersoneel/ leidinggevenden/ technici

Wat is er aan de hand?

Goed ingericht aan het werk Informatie over gezond werken met beeldschermen

BEELDSCHERMWERK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Boomteelt en Vaste plantenteelt

Gezond werken met computers

Computerwerk brengt gezondheidsrisico s met zich mee. Die risico s hebben concreet betrekking op:

INFORMATIE RSI. Wat is RSI? 1.1 OORZAKEN

Gezond werken met de computer Hoe u zelf klachten kunt voorkomen aan armen, nek en/of schouders

Voorkom RSI /CANS! Voor al deze genoemde beroepen geldt:

- 1 - Informatie over veilig werken met de PC

1.10 Computeropstelling. veilig gebruik in het leslokaal

Interne instructie Arbeidsinspectie. Beeldschermwerk. 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Indicatie beeldschermwerk 2.3 Inspectie 2.

Gezond werken met beeldschermen

Geen pijn in hand, arm, nek of schouder die een relatie met het werk heeft.

BASISREGELIJS BIJ DE KLASSIEKE DESKTOP. De basisregels zijn gebaseerd op het 5 W-model. Een goed preventieplan besteedt aandacht acht deze factoren.

BEELDSCHERMWERK. 1. Inleiding

Arbo- en Milieudienst

Checklist voor opsporen beeldschermgebonden lichamelijke klachten

10/2/2014. Infosessie ergonomiebeleid op kantoor Oktober 2014 Team Ergonomie

Informatiemateriaal ergonomie

Aspecifieke klachten aan arm, nek en/of schouder 1

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

KANS in de Arbocatalogus UMC s

FNV Arbokaart RSI. Wat vindt FNV Bondgenoten?

Adviezen bij KANS/rsi

Optimale instelling beeldschermwerkplek

Second opinion Definitief ontwerp 14 december Gemeentehuis Bloemendaal. Arbo gerelateerde zaken en veiligheid. Datum 3 januari 2013

DYNAMISCH OP KANTOOR. Tine Adriaensen Preventieadviseur ergonomie IDEWE vzw

dienst Arbo en Milieu RSI preventie vrije Universiteit amsterdam

Kantel-/draaimechanisme Met de ingebouwde voet kun je de monitor kantelen en/of draaien voor de meest comfortabele kijkhoek.

7,7. Werkstuk door een scholier 1908 woorden 21 februari keer beoordeeld

STEP WerkPlekAnalyse bij

FYSIEKE BELASTING BIJ MICROSCOOPWERK & PIPETTEREN

KANSloos. Geef KANS geen kans! Voorlichtingsboekje voor studenten

Werken met beeldschermen. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland

Wat is het beste ergonomische toetsenbord?

Voorkom RSI! Inleiding. Ik dacht altijd: RSI, dat zit tussen de oren. Laatst bleek mijn collega klachten te hebben. Nu weet ik wel beter.

Inrichting beeldschermwerkplek

imtech Arbodienst beeldschermbril (versie 2.0)

1 Welke informatie is er te vinden over beeldschermwerkplekken in de Arbowet?

RSI-Brochure Universiteit Twente, Dienst HR 1

Checklist RSI-preventiebeleid

Tips voor het omgaan met artrose van de hand

Checklist werkplekinstelling voor de werknemer

"Beeldschermwerk" is een uitgave van CLB Externe Preventie Industrieterrein Kolmen Alken Tel :

Gezond werken. met de computer

RSI. Lijdt U reeds aan of bestaat er een risico op musculoskeletale. Repetitive Strain Injuries? Ga bij uzelf na of U: Inspanning. Houding.

Checklist Beeldschermwerk voor individuele medewerkers

Checklist werkplekinstelling voor de medewerker

PATIËNTENINFO. Nekbrochure. Rugschool. Fysische geneeskunde - Ergotherapie

1 Arbocatalogus Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente Sector Gemeenten

❶ Veiligheidsregels voor beeldschermwerk... 1 ❷ Ontspanningsoefeningen... 3 ❸ Checklist individueel werkplekonderzoek (beeldschermwerkplek)...

T:+32(0) info@esdproducts.eu F:+32(0) nr Beeld: Frog design, Hedel

CHECKLIST VOOR BEELDSCHERMWERK

Arboregeling Apparatuur en meubilair, lid d,e,f,g,k,l,m,n Inrichting van de beeldschermwerkplek

Risicoanalyse Beeldschermwerk THE BASICS. David Verwimp Preventieadviseur Ergonomie

CHECKLIST TELEWERKEN Werkzaamheden Voorwaarden en faciliteiten Telewerkovereenkomst Nota Bene

Handleiding werkplekinstelling

Pauzes als noodzakelijk onderdeel van gezond werken

Optimale instelling beeldschermwerkplek

Voorkomen is nog altijd beter dan.

Een comfortabele werkplek

Optimale instelling beeldschermwerkplek

Checklist voor het opsporen van RSI- en werkdrukrisico s beeldschermwerk voor individuele werknemers

Wat is wijsheid bij een whiplash?

Repeterende handelingen en werkhouding

Register ergonomen Nederland Bouwregelgeving

Beeldschermen en hun bedieningsmiddelen als toetsenbord en muis dienen aan een aantal eisen te voldoen om goed te kunnen werken.

Tips voor de beeldschermwerkplek

Hoe kies je de juiste muis?

_ Handleiding Workrave

Richtlijn voor het inrichten van de werkplek Categorie en subcategorie 640 Arbo Versie Pagina 1 van 5

RSI IN DE INDUSTRIE INHOUDSOPGAVE. RSI is meer dan een muisarm... Auteurs: Liesbeth Kluyver/ Margreet Pasman. Uitgave juni 2011

RSI. Wat is het en wat doe je er tegen?

Voor- en nadelen van alternatieve invoermiddelen

Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting voor niet-cliëntgebonden werkzaamheden

Vragenlijst Beeldschermwerk

Checklist voor het opsporen van RSI- en werkdrukrisico s

Arbocatalogus Fysieke belasting

SLIM omgaan met ZITTEN. David Verwimp Preventieadviseur Ergonomie

10 tips om goed te leren typen. Beter leren typen is gemakkelijker dan je denkt, maar het start met de basis!

Subject: Taak

Inleiding Wat is fibromyalgie? Oorzaak van fibromyalgie

niveau 2, 3, 4 thema 5.4

Ergonomie van het zitten

Werken met beeldschermen

10/2/2014. Infosessie ergonomiebeleid op kantoor 2014 Team ergonomie

Stap 1 Stoel instellen. 1.1 De stoelhoogte. 1.2 De zitdiepte. Stappenplan Optimale instelling beeldschermwerkplek

1. Starten met Windows 8

1. Starten met Windows 10

Arbocatalogus Gezond verbond, thema het nieuwe werken December 2016.

Taak Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A. Ergonomie. Arbozorg in de grafimedia

Transcriptie:

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente Sector Gemeenten Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Dit webdocument geeft informatie over de gezondheidsrisico s door beeldschermwerk, ook de risico s van andersoortig beeldschermwerk zoals PDA s en Smartphones, komen aan de orde

Inhoudsopgave 2 Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s 3 2.1 Gezondheidsrisico s door beeldschermwerk 3 2.2 Andersoortig beeldschermwerk en gezondheidsrisico s 6 2.3 Beeldschermwerk en de kantooromgeving 7 2.4 Meer informatie Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Sector Gemeenten 2

2 Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s 2.1 Gezondheidsrisico s door beeldschermwerk Klachten arm, nek en schouders Gezondheidsklachten door beeldschermwerk worden vaak aangeduid met RSI (Repetitive Strain Injury: lichamelijk letsel door herhaalde overbelasting) of KANS (klachten arm, nek en schouder). Dit zijn verzameltermen voor pijnklachten in de nek, schouders, armen, polsen en handen door chronische overbelasting. RSI of KANS ontstaat niet alleen door een overbelasting in het werk. Klachten kunnen ook veroorzaakt worden door overbelasting in de vrije tijd. Klachten door beeldschermwerk zijn onder te verdelen in twee hoofdoorzaken: Bij dynamische belasting gaat het om overbelasting als gevolg van het uitvoeren van steeds dezelfde bewegingen, zoals bijvoorbeeld bij data invoerwerk. Bij statische belasting gaat het vooral om een tekort aan bewegingen (bewegingsarmoede). Iemand zit of staat langdurig in een statische houding. Dit type belasting komt vaak voor bij beeldschermwerk. De repeterende bewegingen bij beeldschermwerk zijn min of meer gelijke herhaaldelijke bewegingen van de bovenste extremiteiten (vingers, polsen en/of armen). Repeterende bewegingen bij beeldschermwerk komen voor wanneer iemand gemiddeld twee uur per dag of tenminste een uur aanééngesloten beeldschermwerk per dag uitvoert. Het uitvoeren van repeterende bewegingen bij beeldschermwerk vergroot het risico op klachten in de nek, schouders, armen, polsen en handen (Blatter e.a., 2004). Bij beeldschermwerk komen repeterende bewegingen dus voor in combinatie met statische werk-houdingen: de vingers van de beeldschermwerker bewegen repeterend, de pols beweegt rustig en de bovenarmen en nek-schouderregio bewegen niet. Deze combinatie van dynamische en statische belasting geeft een grotere kans op gezondheidsklachten. Alternatieve benamingen Voor het begrip RSI bestaan veel alternatieve benamingen. In Nederland werden enige jaren geleden de termen ABBE en WABBE geïntroduceerd. ABBE staat voor een Aandoening aan het Bewegings-apparaat in de Bovenste Extremiteit (met andere woorden nek, schouder, arm en hand). Bij WABBE is er sprake van Werkgerelateerde ABBE. Een aandoening heeft in dat geval aantoonbaar een oorzakelijk verband met arbeidsomstandigheden. Het laatste jaar hebben de benamingen ANS, CANS, KANS en KASN hun intrede gedaan. Waarbij KANS staat voor klachten arm, nek en schouders. Hoewel de term RSI al sinds 1982 wordt gebruikt, voor het eerst in Australië door het Workers Health Centre, is deze in toenemende mate controversieel. Er zijn in de loop der jaren verschillende bezwaren tegen de term RSI ingebracht: Vooral medici wijzen op het a-specifieke karakter van de klachten en het grote aantal diagnoses dat onder het begrip zou vallen, waardoor de term voor hen lastig te hanteren is. De term geeft niet aan dat het om een aan arbeid-gerelateerde aandoeningen gaat, of om welke regio het in het lichaam gaat (bewegingsapparaat en veelal beperkt tot de bovenste extremiteit). Arbeidsdeskundigen geven aan dat maar in een deel van de gevallen sprake is van de herhaalde belasting (Repetitive Strain). Vooral statische RSI zou anders genoemd kunnen worden, bijvoorbeeld Occupational Cervicobrachial Disorders (aandoeningen in de nek, schouders en armen veroorzaakt door het werk). Deze arbocatalogus gaat niet in op deze discussie. Voor het beschrijven van het klachtensyndroom in algemene zin worden de termen RSI en KANS gebruikt. Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Sector Gemeenten 3

Het Vijf-Werkfactoren-Model De belastende factoren van beeldschermwerk kunnen grofweg onderverdeeld worden in vijf werkcategorieën: werktaken, werktijden, werkdruk, werkplek en werkwijze. computer. Een deel, 38%, heeft geen voorlichting ontvangen over beeldschermwerk. Van de baliemedewerkers werkt 42% in ongunstige houdingen en voert 65% repeterende bewegingen uit. Bij een beperkt aantal medewerkers zijn er tekortkomingen aan de beeldschermwerkplek zoals: Onvoldoende steun voor de voeten (14%). Onjuiste werkvlakhoogte (15%). Onjuiste hoogte van het beeldscherm (21%). Bijna de helft (45%) houdt geen korte pauzes (10 min). Gemiddeld heeft 29% klachten aan arm, nek en schouder. Door deze klachten ervaart 15% beperkingen. Oudere medewerkers hebben vaker klachten aan arm, nek en schouder en meer beperkingen (bron: Arbomonitor Gemeenten). Figuur 1: Het Vijf-Werkfactoren-Model Dit model, het Vijf-Werkfactoren-Model, is een veel gebruikt model voor het in kaart brengen van gezondheidsrisico s door beeldschermwerk. Meestal komt niet slechts één risico op het werk voor, maar is er sprake van een combinatie van risico s. Uit onderzoek blijkt dat bij het vóórkomen van klachten in de nek, schouders, armen, polsen en handen altijd sprake is van een fysiek belastingsrisico. Klachten in de nek, schouders, armen, polsen en handen kunnen in ieder geval niet alleen veroorzaakt worden door persoonsgebonden factoren. Hoofdstuk 4 van de deelarbocatalogus Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente gaat verder in op het Vijf-Werkfactoren-Model. Ontwikkeling van klachten In 2006 bleef in Nederland het percentage werknemers met klachten door beeldschermwerk ten opzichte van 2005 stabiel, ongeveer 27%. Het percentage werknemers dat vanwege klachten het werk moest onderbreken, nam echter wel toe, van 4,6% in 2003 tot 6,2% in 2006. Dit duidt erop dat de klachten in deze jaren ernstiger zijn geworden 1. Van gemeenten zijn de volgende cijfers bekend: Baliemedewerkers Gemiddeld werken baliemedewerkers van gemeenten 5,6 uur per dag aan het beeldscherm. Een derde (33%) werkt zeven uur of meer per dag met de Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers werken gemiddeld 5,4 uur per dag aan het beeldscherm. Een kwart (25%) werkt 7 uur of meer per dag met de computer. Bijna een derde (31%) kreeg geen voorlichting over beeldschermwerk. Van de beleidsmedewerkes werkt 38% in ongunstige houdingen en voert 53% repeterende bewegingen uit. Bij een beperkt aantal medewerkers is er een tekortkoming aan de beeldschermwerkplek, zoals: Onvoldoende steun voor de voeten (13%). Onjuiste werkvlakhoogte (12%). Onjuiste hoogte van het beeldscherm (22%). Veertig procent van de beleidsmedewerkers neemt geen korte pauzes (10 min). Gemiddeld heeft 22% klachten aan arm, nek en schouder en ervaart 14% beperkingen door deze klachten. Bij beleidsmedewerkers nemen klachten en beperkingen slechts in zeer beperkte mate toe naarmate medewerkers ouder worden (bron: Arbomonitor Gemeenten). Fasering in klachten Klachten kunnen zich voordoen in spieren, pezen en zenuwen van de nek, schouders, armen en handen. De symptomen kunnen variëren van stijfheid en tintelingen tot krachtsverlies. Daarbij is er meestal sprake van een toenemende pijn naarmate de dag en de werkweek vorderen. De individuele gevoeligheid voor de klachten varieert sterk. Sommige mensen hebben meer kans op klachten dan anderen. 1 Bron: Arbobalans 2006, Arbeidsrisico s effecten en maatregelen in Nederland. TNO Kwaliteit van leven, 2007. Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Sector Gemeenten 4

Klachten (fase 1) Pijnplekken zijn duidelijk herkenbaar Mogelijke kenmerken: Pijn en vermoeidheid aan het einde van de werkdag of na stressvol werken. Duidelijke relatie tussen oorzaak en pijn. Pijn verdwijnt na een nacht goed slapen. Vermoeidheid, krampen, tintelingen en/of doof gevoel komen voor. Geen beperkingen, men kan alles nog doen. Klachten zijn met relatief eenvoudige maatregelen op te lossen. Klachten (fase 2) Pijn straalt ook uit naar andere lichaamsregio s Mogelijke kenmerken: Klachten treden sneller en heviger op en verdwijnen minder snel. Minder duidelijke relatie tussen oorzaak en pijn. Pijn kan ook s nachts opkomen; soms last van ochtendstijfheid. Ook bij andere activiteiten in het dagelijkse leven doen zich steeds vaker klachten voor. Krachtverlies en zwaar gevoel. Toenemende beperkingen in het werk en bij dagelijkse bezigheden. Neiging tot vermijdend of compenserend handgebruik. Klachten zijn alleen nog met uitgebreide maatregelen en discipline terug te dringen. Klachten (fase 3). Altijd pijn Mogelijke kenmerken: Pijn is steeds aanwezig. Geen duidelijke relatie tussen het moment van pijn en de oorzaak. Slaapproblemen. Klachtenpatroon en aandoeningen zijn aanwezig in nek, schouder en arm. Vermindering van coördinatie, gevoel en kracht. Vermoeidheid. Werken en dagelijkse bezigheden zijn nauwelijks mogelijk. Fysieke en emotionele gevolgen. Klachten duren lang, herstel verloopt moeizaam. Lastig om weer op het oude niveau te presteren, ook als men pijnvrij is. Tabel 1. Fasering klachten nek, schouders, armen, polsen en handen Gezichtsvermogen Onderzoek van enkele jaren geleden toonde aan dat beeldschermwerk geen achteruitgang van de ogen veroorzaakt. Wel kan beeldschermwerk, evenals ander visueel werk, vermoeiend zijn voor de ogen. De laatste jaren is de visuele kwaliteit van beeldschermen sterk verbeterd, met name de LCD- en TFT-schermen zijn van beduidend hogere kwaliteit, doordat het beeld geheel stil staat, het scherm vlak is en een hoge resolutie (aantal beeldpunten) en hoog contrast heeft. Ook gebruiken steeds meer mensen donkere tekens op een lichte achtergrond. Door de verbeterde kwaliteit van de schermen is de oogvermoeidheid en de oogirritatie geen extra aandachtspunt meer bij beeldschermwerk. Wel is het belangrijk gebruik te maken van een goede oogcorrectie: een beeldschermbril is bijvoorbeeld een andere bril dan een leesbril of een multifocale bril voor dagelijks gebruik. Beeldschermwerk en ouderen Bij het ouder worden veranderen bepaalde eigenschappen van het menselijk lichaam. De meeste van die veranderingen hebben weinig of geen betekenis voor het verrichten van beeldschermwerk, maar sommige wel. De belangrijkste verandering die effect heeft op beeldschermwerk, is de vermindering van het accomoderend vermogen van de ogen. Het bereik van afstanden waarop een oudere zonder hulpmiddelen scherp kan zien is kleiner dan bij jongeren. Ook hebben ouderen doorgaans meer licht (en grotere verschillen in helderheid) nodig om hetzelfde te kunnen zien. Te grote verschillen in helderheid kunnen daarentegen ook weer sneller tot problemen leiden bij ouderen. Het goed kunnen zien van kleine details op het beeldscherm is belangrijk voor het werk, bijvoorbeeld om teksten te lezen. Details niet goed kunnen zien, leidt tot gedrag dat extra gezondheidsrisico s met zich meebrengt, zoals voorover buigen en met de ogen knijpen. Ook wordt de kans op fouten groter en kan het moeilijker worden aan verwachtingen of productie-eisen te voldoen, wat weer leidt tot stressrisico s. Er zijn aanwijzingen dat oudere personen cognitieve/mentale bewerkingen iets langzamer uitvoeren en vooral meer moeite hebben met frequente wisselingen tussen taaksets. Ook dit kan het moeilijker maken om aan verwachtingen te voldoen en tot stressrisico s leiden. Vaak kunnen ouderen deze effecten Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Sector Gemeenten 5

compenseren door hun grote ervaring en kennis. Op het gebied van de statische belasting van het spier- en skeletstelsel, een belangrijk aandachtspunt bij beeldschermwerk, is de belangrijkste verandering bij het ouder worden dat maximale gewrichtsuitslagen kleiner worden. Dit is het duidelijkst bij romprotatie en zijwaartse hoofdbuiging. Omdat extreme gewrichtsstanden voor de totale beroepsbevolking als niet toelaatbaar worden geacht, levert dit toch geen speciale eisen voor aanpassing voor ouderen op. Veranderingen door ouder worden leiden in de meeste gevallen tot een lagere belastbaarheid en tot een verhoging van al bestaande gezondheidsrisico s. Omgaan met gezondheidsklachten gaat verder in op het omgaan met gezondheidsklachten door beeldschermwerk en daaraan gekoppelde verzuimbegeleiding. 2.2 Andersoortig beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Telewerken Telewerken binnen gemeentelijke organisaties neemt steeds meer toe. Het precieze aantal gemeenten dat actief met telewerken aan de slag is, is niet bekend. Letterlijk betekent het woord telewerken werken op afstand, waarbij de medewerker gebruik maakt van informatie- en communicatie-apparatuur. Medewerkers die gebruik maken van mobiele middelen zoals laptops, PDA s en smartphones zijn mobiele telewerkers die op uiteenlopende werkplekken buiten kantoor, onderweg en thuis werken. Daarnaast zijn er ook telethuiswerkers; medewerkers die vanuit huis werken. Het A+O fonds Gemeenten ontwikkelde een website over telewerken voor gemeenten. Deze besteedt aandacht aan het volgende: Informatie over de praktijk en de mogelijkheden van telewerken binnen de gemeentelijke sector. Informatie over wat u nodig heeft om telewerken in te voeren. Zes casusbeschrijvingen van gemeenten die telewerken hebben ingevoerd of ervaringen met telewerken hebben opgedaan. Begrippen, literatuur en belangrijke websites. Zie verder www.aeno.nl/index.php?id=960 Mobiele middelen Het werken met andersoortige beeldschermen zoals laptops, PDA s en smartphones neemt steeds meer toe. Nieuwe technologische ontwikkelingen maken deze mobiele middelen makkelijker in het gebruik, goedkoper en lichter om mee te nemen. Het gebruik neemt ook toe omdat medewerkers binnen functies flexibel en bereikbaar moeten zijn en tegelijk zelf werk- en privé-activiteiten kunnen indelen. Medewerkers krijgen door deze middelen steeds meer de mogelijkheid om tijd- en plaats-onafhankelijk te werken. PDA s en smartphones Een PDA ofwel Personal Digital Assistant is een klein draagbaar toestel dat computer-, telefonie-, fax- en netwerkfuncties combineert. De moderne PDA kan dienen als mobiele telefoon en personal organiser. PDA s worden vaak bediend via een aanraakscherm (touchscreen) met een pennetje en/of via een toetsenbordje met voor iedere letter een aparte toets. De smartphone verschilt niet veel van meer van een PDA. De oorspronkelijke filosofie achter beide producten is anders. PDA s zijn digital assistants ofwel zakcomputers met daarbovenop een antenne. Daartegenover is een smartphone een mobiele telefoon met PDAfuncties. De nieuwste ontwikkelingen maken het mogelijk om de werkzaamheden die gewoonlijk op de PC gedaan worden ook op een PDA uit te voeren. Informatie kan op een makkelijke manier uitgewisseld worden. Belangrijke aspecten van mobiele middelen zijn het design en het kleine formaat zodat ze makkelijk meegenomen kunnen worden. Ergonomische aspecten en gebruiksvriendelijkheid zijn minder belangrijk. De volgende kenmerken geven dit weer: Laptops: Deze zijn oorspronkelijk ontworpen voor kortdu- rend gebruik onderweg van en naar de werkplek. Toetsenbord en beeldscherm zijn verbonden, wat een optimale ergonomische houding lastig maakt. De schouders zijn aangespannen om het toetsenbord goed te bedienen, de bediening van de cursor met het touchpad is erg inspannend. Beeldschermen zijn klein waardoor de nek vaak sterk wordt gebogen om goed op het beeldscherm te kunnen kijken. Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Sector Gemeenten 6

Vaak wordt in niet optimale houdingen gewerkt aan een laptop, bijvoorbeeld op schoot of aan de keukentafel. PDA s, smartphones: Tekstinvoer is niet ergonomisch ontworpen. Kleine toetsen waardoor verhoogde concentratie nodig is om de goede toets te raken. Voor invoer wordt vaak de duim gebruikt. Deze vinger is minder geschikt voor deze functie omdat hij minder behendig/bedreven is dan de andere vingers. Kleine schermen welke oogvermoeidheid kunnen veroorzaken. Bij gebruik van de telefoonfunctie kunnen nietoptimale houdingen ontstaan (bijvoorbeeld telefoon tussen nek en schouder klemmen). Bovenstaande kenmerken vergroten de kans op gezondheidsklachten. Daarnaast is het probleem bij het gebruik van mobiele middelen dat deze vooral buiten het kantoor worden gebruikt, zoals in de trein, auto, woonkamer, keuken, het park en op straat. Op deze plaatsen is de fysieke omgeving niet ingericht voor werken met deze middelen. Daarnaast zijn er nog meer factoren zoals geluid, warmte, oncomfortabel zitten, die kunnen bijdragen aan werkdruk en daarmee het risico op gezondheidsklachten vergroten. Het oplossingenboek Beeldschermwerk (zie http://www.aeno.nl/fileadmin/arbo_verzuim_en_reintegratie/oplossingenboek/oplossingenboek_beeldschermwerk97final.xls) geeft adviezen voor het werken met laptops. Hulpmiddelen zorgen ervoor dat toch in een goede werkhouding met de laptop gewerkt kan worden. Grote beeldschermen Op veel kantoorwerkplekken worden tegenwoordig extra grote beeldschermen gebruikt. De schermen zijn nodig om meerdere documenten naast elkaar geopend af te beelden of om tekeningen met veel details in het geheel te kunnen afbeelden. Dit is vaak het geval bij computer aided design (CAD)-werkplekken. Om een goed overzicht te houden moet het beeldscherm niet te dicht bij de medewerker staan. Echter de details en letters op het beeldscherm moeten wel goed gelezen kunnen worden. De minimale afstand tussen het oog en een beeldscherm (van 17 inch of groter) bedraagt, vanwege het noodzakelijke overzicht, 70 cm. Een grotere kijkafstand is voor medewerkers met leesbrillen weer lastig. De letterhoogte (de hoogte van een hoofdletter) bedraagt 250 e deel van de kijkafstand. Ook hierover is in het oplossingenboek Beeldschermwerk (zie http://www.aeno.nl/fileadmin/arbo_verzuim_en_reintegratie/oplossingenboek/oplossingenboek_beeldschermwerk97final.xls) een oplossing beschreven. Thuiswerken De Arbowet bevat specifieke regels over thuiswerk en beeldschermwerk door thuiswerkers. Zie hiervoor hoofdstuk 3 van de deelarbocatalogus Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente. 2.3 Beeldschermwerk en de kantooromgeving Medewerkers van gemeenten werken nog steeds het meest aan beeldschermen op kantoorwerkplekken. Het telewerken binnen gemeenten neemt wel toe (zie vorige paragraaf). Bij de inrichting van kantoren is de laatste jaren veel mogelijk. Dit varieert van de bekende kamerkantoren en kantoortuinen tot allerlei nieuwe kantoorconcepten met exotische namen als clubs, hotspots en break-out rooms. Sommige gemeenten passen het best in een traditioneel kamerkantoor, andere gedijen uitstekend in een compleet virtueel of flexibel kantoor. De keuze hangt af van de werkprocessen, cultuur, ambities en veranderpotentieel van de gemeente. Afhankelijk van de manier waarop werkplekken gebruikt worden, kan onderscheid gemaakt worden tussen het volgende: Standaardwerkplek: voor functies die individueel routinematig zijn. Flexibele werkplek: geschikt voor meerdere activiteiten, zoals vergaderen, administratief werk en telefoneren door één persoon. Wisselwerkplek: geschikt voor gebruik door steeds wisselende personen voor enkele soorten activiteiten. Activiteit gerelateerde werkplek: werkplekken die speciaal ontwikkeld zijn voor de uitvoering van specifieke taken zoals een vergader-, telefoon-, computer-, of projectwerkplek. Deze werkplekken worden in het algemeen door meerdere gebruikers gedeeld. De kwaliteit van de werkplek is één belangrijk onderdeel bij het voorkomen van gezondheidsklachten. Naast de kwaliteit van de kantoorwerkplek zelf is ook de onderlinge rangschikking ervan belangrijk. Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Sector Gemeenten 7

In kantoren vinden bepaalde processen plaats waarvoor het kantoor de juiste huisvestingsfaciliteiten moet bieden om deze processen zo efficiënt mogelijk te laten uitvoeren. De huisvestingsfaciliteiten kunnen bestaan uit: werkkamers voor één, twee of drie personen; werkruimten voor één persoon voor geconcentreerd werken of ongestoord telefoneren; werkruimten voor één projectgroep; overlegruimten voor enkele personen; vergaderruimten; pauzeruimten zoals kantine of koffiecorner; ontspanningsruimten, bijvoorbeeld terras, sportruimte of bar; technische faciliteiten zoals huisdrukkerij, werkplaats of magazijn; nevenruimte zoals toiletten, EHBO-ruimte, bibliotheek, archiefruimten of postkamer. Ook dient de benodigde ruimte het mogelijk te maken de laden en kasten voldoende te kunnen openen. De wetgeving (zie hoofdstuk 3 van de deelarbocatalogus Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente ) stelt dat de afmetingen van de arbeidsplaats dusdanig zijn dat de werknemer bij het verrichten van de arbeid over voldoende bewegingsruimte beschikt. De eisen gelden alleen voor administratieve werkplekken die grote delen van de dag in gebruik zijn. In NEN 1824 2 wordt aangegeven welke oppervlakten minimaal ter beschikking gesteld dienen te worden. De minimaal benodigde oppervlakte wordt bepaald door de ruimte voor de medewerker, inclusief de circulatieruimte op de werkplek, het meubilair, de apparatuur en de benodigde kasten. Elk kantoor bestaat uit een mix van dit soort ruimten. De ligging van de ruimten en de afdelingen ten opzichte van elkaar beïnvloeden eveneens het totale bedrijfsproces. Door de discussie over nieuwe kantoorvormen is er aandacht ontstaan voor het minimaal benodigd aantal vierkante meters werkruimte voor een kantoorwerkplek. Op de werkplek van een kantoorfunctie moet voldoende ruimte zijn voor het benodigde kantoormeubilair. Het eventuele beeldscherm moet een verantwoorde plek krijgen ten opzichte van het raam. De ruimte moet privacy bieden en mogelijkheden zoals het ontvangen van bezoekers (voor vertrouwelijk overleg) en voor telefoneren. Ook dient er ruimte te zijn voor beweging, voor het plaatsen van planten en persoonlijke spullen en dergelijke. Uit ergonomisch oogpunt is het noodzakelijk dat de vloeroppervlakte voldoende groot is voor het bereiken van de werkplek, de kasten en bijvoorbeeld het raam. Ook moet de werkplek voldoende ruimte bieden het meubilair zo op te stellen dat er zo min mogelijk hinder is van: verblinding door gerichte lichtinval door vensters of van armaturen; spiegeling van vensters, armaturen of lichte oppervlakken; koude- of warmtestraling van de vensters; luchtstromen van luchtinblaasopeningen. 2 Bron: NEN 1824:2010 nl, Ergonomie - Ergonomische eisen voor de oppervlakte van (werkplekken in) administratieve ruimtes en kantoren, 2010 Beeldschermwerk en gezondheidsrisico s Sector Gemeenten 8