armoedebarometer De interfederale Sociale Zekerheid Federale Overheidsdienst DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE



Vergelijkbare documenten
Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Wetenschappelijke studie geeft zicht op de leefomstandigheden van daklozen en mensen zonder papieren

Handilab. 6 december Henk Van Hootegem,

Lunchgesprek: Armoede in Gent

Wat is armoede? Maatschappelijke participatie. Armoede in de Kempen

Lunchgesprek: Armoede in Gent

HET THEMATISCH RAPPORT LE RAPPORT THÉMATIQUE

BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting

Armoede en gebrek aan wooncomfort gaan samen Hoogste armoederisico blijft bij werklozen en alleenstaande ouders

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT BRUSSEL

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

KINDERARMOEDE IN VLAANDEREN

PERSBERICHT Brussel, 15 oktober 2015

Welzijnsbarometer 2015

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers

De evolutie van de woonsituatie in Vlaanderen in de periode

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 17 oktober Armoede in België

ARMOEDE GEPEILD Een analyse van de EU-SILC cijfers naar aanleiding van 17 oktober Werelddag van verzet tegen armoede

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 maart Armoede becijferd

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)

Het Inkomen van Chronisch zieke mensen

PERSBERICHT Brussel, 25 februari 2016

Limburg Sociaal Enkele cijfers. 17 juni 2014 Steunpunt Sociale Planning

Geestelijke gezondheid van de Brusselaars: cijfers in context

Indicatoren van sociale bescherming in België vergeleken met de Europese Unie.

Europese armoededrempel. Die uitkeringen willen we met dit wetsvoorstel optrekken.

ARMOEDEBAROMETER 2015

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Armoede in België (focus arbeidsmarkt)

Iedereen beschermd tegen armoede?

30 augustus blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit

Bijlage I. Sociaal-economische achtergrondcijfers en Nationale en Europese indicatoren voor sociale insluiting

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

Kinderarmoede in Vlaanderen. Jo Noppe Studiedienst van de Vlaamse Regering Hoorzitting Senaat, 29 mei 2015

Om tot een realistisch beeld te komen van de gezinsinkomsten

Kinderarmoede als prioriteit in het Belgisch Strategisch plan sociale bescherming en insluiting, welke zijn de uitdagingen voor het beleid?

BIJLAGE: LIJST VAN DE INDICATOREN VAN LAKEN

Figuur 1: logo Vrouwenraad ALLEENSTAANDE OUDERS ARMOEDERISICO EN SOCIALE UITSLUITING

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Aanvullende enquête bij dak- en thuislozen en bij mensen zonder

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

Armoedebarometer 2012

Wie is er arm in België?

Welzijnsbarometer Samenvatting

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

Het Europees Sociaal Investeringspakket door een Vlaamse bril Workshop kinderarmoede

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

België en Nederland: kleine welvaartsstaten in de EU (*)

Welzijnsbarometer Samenvatting

Ongelijkheid en armoede: een Europees en Nederlands perspectief

Analyse van de effectiviteit van de inkomensvervangende en integratietegemoetkomingen

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

02 Veiligheid - Preventie. 03 Armoedebestrijding. 06 Tewerkstelling. 09 Migratie - Asielbeleid

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2014

11/10/2010. Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES

De sociale minima: actie nodig

Evolutie van de sociale situatie en van de sociale bescherming in België

Vlaamse Armoedemonitor V or 201 Vlaam Vlaamse Armoedemonitor oedemonitor Vlaamse Armoedemonitor 2012

Armoedebarometers, 10 jaar armoedig beleid

Welzijnsbarometer OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES

Sociale Groene Lening 12 oktober 2010

De woningmarkt in Vlaanderen

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Evolutie van de sociale situatie in België: stabiliteit en divergentie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Figuur 1: logo Vrouwenraad ALLEENSTAANDE OUDERS ARMOEDERISICO EN SOCIALE UITSLUITING

Informatie 10 januari 2015

Artikelen. Armoede en inkomensongelijkheid in de Europese Unie. Bart Huynen

Het renovatiepact en Woningkwaliteit. minimale Vlaamse veiligheids- en kwaliteitsnormen voor woningen

Een schatting van het aantal huishoudens in Energie Armoede

DEELNAME AAN NATIONALE RADEN EN COMITÉS

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

MOTYFF: HANDLEIDING. 1 Algemene beschrijving. 1.1 Wat is MOTYFF? 1.2 Wat doet MOTYFF? Link :

De Vlaamse woonmarkt in Europees perspectief

Over problematische schulden en bestaansonzekerheid

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Kinderarmoede en huisvesting. Gerlinde Verbist. Werken rond de structurele oorzaken van kinderarmoede COLLOQUIUM - KBS.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Het socio-vitaal minimum. Update 2006

REFERENTIEBUDGETTEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE

Verbist: Wonen in Vlaanderen

Concreet betekent dit dat de nieuwe bedragen gelden vanaf 1 februari 2012.

Federaal Plan Armoedebestrijding

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

België en Nederland, twee kleine welvaartsstaten in Europa

het leefloon Versie december 2013 LEEFLOON

Armoede is veel meer dan een gebrek aan inkomen. Mensen

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

Transcriptie:

DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING LE SECRETAIRE D ÉTAT À L INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE

Een project van: DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING LE SECRETAIRE D ÉTAT À L INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE Ontwerp en realisatie: www.artoos.be Om een papierversie van de Armoedebarometer te bestellen : tel. 02 508 85 85 of vraag@mi-is.be Om de on-line versie te raadplegen surft u naar www.mi-is.be en opent u de rubriek Armoedebarometer.

Inkomen & schuld Gezondheidszorg Werk Onderwijs Wonen Deelname DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING LE SECRETAIRE D ÉTAT À L INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE

De staatssecretaris voor maatschappelijke integratie en armoedebestrijding Inleiding Mevrouw, Mijnheer, In 2009 werd voor het eerst, zoals voorzien in het Federaal Plan Armoedebestrijding, de Interfederale Armoedebarometer gepresenteerd. Ik stel u vandaag de editie voor. Dit instrument heeft als voornaamste doelstelling het verschijnsel armoede beter bekend te maken in België. De Armoedebarometer toont aan hoe wijdverspreid armoede wel niet is en verduidelijkt enkele essentiële kenmerken ervan. In ons land leeft één burger op zeven onder de armoedegrens. Armoede wordt vaak gekenmerkt door onvoldoende inkomsten. Maar armoede betekent meer dan louter geldgebrek. Armoede heeft een invloed op alle aspecten van het leven van onze armste medeburgers. Door hun kwetsbaarheid liggen grondrechten en basisbehoeften zoals gezondheidszorg, werk, onderwijs, huisvesting,... voor hen immers vaak ver buiten hun bereik. Armoede beter leren kennen om ze beter te kunnen bestrijden, en dat op alle niveaus, dat is voor mij een prioriteit. Deze Armoedebarometer moet dan ook een beleidsinstrument zijn voor alle overheden uit ons land. De Armoedebarometer laat ons bovendien toe de om vergelijking te maken met de situatie in andere Europese landen. Zo kunnen we ook binnen Europa van elkaar leren. Het moet onze ambitie zijn de op mooi weer te krijgen, en dat kunnen we alleen door de strijd tegen armoede samen aan te pakken! Ik wil tot slot onze partners bedanken voor de bijdrage tot de realisatie van de Interfederale Armoedebarometer.

4. Subjectief armoederisico. Percentage personen die leven in een huishouden waarvan de referentiepersoon aangeeft dat het huishouden moeilijk rondkomt. Inkomen & schuld 1. De armoederisicograad van de Belgische bevolking. 2. Bevolkingscategorieën met een sterk verhoogd armoederisico. 3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens. 5. Consumentenkredieten en armoederisico. 6. Achterstallige betalingen voor basisbehoeften.

30% 20% 80% 10% 40% 60% 0% 14,6% 100% 70% 90% Inkomen & schuld 1. De armoederisicograad van de Belgische bevolking. Het percentage personen met een gestandaardiseerd huishoudinkomen lager dan 60% van het nationaal mediaan gestandaardiseerd huishoudinkomen. 50% Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008

22,8% 46,9% Inkomen & schuld 2. Bevolkingscategorieën met een sterk verhoogd armoederisico. Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008 Relatie tot de arbeidsmarkt: werkloosheid invaliditeit/ziekte 33,4% Personen in een gezin met een werkintensiteit=0 zonder kinderen met kinderen 29,9% 75,4% Personen met een werkintensiteit tussen 0 en 0,5 en met kinderen volgende pagina >

23,8% Inkomen & schuld 2. Bevolkingscategorieën met een sterk verhoogd armoederisico. Gezinssituatie: Alleenstaande ouder 36,9% Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008 Alleenstaande vrouw zonder kinderen Jonger dan 65 jaar Ouder dan 65 jaar 24,0% 25,2% Opleiding: Personen met een laag opleidingsniveau Nationaliteit: Niet EU25 53,2%

64,0% 82,0% Inkomen & schuld 3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens. Bron: EU-Silc 2009/ bedrag van de uitkeringen en inkomen 2008 Leefloon alleenstaande koppel met twee kinderen 74,0% Invaliditeit alleenstaande koppel met twee kinderen 101,0% volgende pagina >

69,0% 87,0% Inkomen & schuld 3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens. Bron: EU-Silc 2009/ bedrag van de uitkeringen en inkomen 2008 Werkloosheid alleenstaande koppel met twee kinderen 86,0% Pensioen alleenstaande koppel 106,0% volgende pagina >

66,0% 88,0% Inkomen & schuld 3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens. Bron: EU-Silc 2009/ bedrag van de uitkeringen en inkomen 2008 Inkomensvervangende tegemoetkomingen voor gehandicapten alleenstaande 73,7% koppel met twee kinderen Minimumloon alleenstaande koppel met twee kinderen 130,0%

82,0% Inkomen & schuld 3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens. Bron: EU-Silc 2009/ bedrag van de uitkeringen en inkomen 2008 Inkomensgarantie voor Ouderen alleenstaande koppel 92,0%

30% 0% Bron: EU-Silc 2009 20% 80% 10% 40% 60% 21,1% 100% 70% 90% Inkomen & schuld 4. Subjectieve beoordeling van het armoederisico. Het percentage personen dat leeft in een huishouden waarvan de referentiepersoon aangeeft dat het huishouden moeilijk of zeer moeilijk rondkomt. 50%

30% 20% 80% 10% 40% 60% 0% 5,3% 100% 70% 90% Inkomen & schuld 5. Consumentenkredieten en armoederisico. Het percentage huishoudens waarvan het beschikbaar inkomen (verder) onder de armoederisicogrens valt ten gevolge van de afbetaling van consumentenkredieten. 50% Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2006

0% 14,0% Bron: EU-Silc 2009 100% Inkomen & schuld 6. Achterstallige betalingen voor basisbehoeften. Het percentage personen dat leeft in een gezin met ten minste twee achterstallen voor één of meerdere basisbehoeften (facturen voor electriciteit, water, gas, huur, hypothecaire lening, gezondheidszorg). Bij de totale bevolking In de groep met de 20% laagste inkomens 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 70% 90% 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 70% 90% 0% 5,8% 100%

Gezondheidszorg 1. Uitstel van gezondheidszorg(en) omwille van financiële redenen. 2. Negatieve inschatting van de eigen gezondheid.

0% 7,1% Bron: EU-Silc 2009 100% Gezondheidszorg 1. Uitstel van gezondheidszorg(en) omwille van financiële redenen. Het percentage personen dat leeft in een huishouden waarvan één van de leden in de loop van het voorbije jaar gezondheidszorgen heeft moeten uitstellen of annuleren omwille van financiële redenen. Bij de totale bevolking In de groep met de 20% laagste inkomens 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 70% 90% 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 70% 90% 0% 2,4% 100%

Bron: EU-Silc 2009 De interfederale Gezondheidszorg 2. Negatieve inschatting van de eigen gezondheid. Het percentage personen onder de bevolking van 16 jaar en ouder dat zijn/haar gezondheid redelijk, slecht of zeer slecht inschat. Bij de totale bevolking 40% 50% 60% 30% 20% 70% 80% - 65 jaar 20,3% 10% 0% 26,5% 100% 90% + 65 jaar 52,0% volgende pagina >

Bron: EU-Silc 2009 De interfederale Gezondheidszorg 2. Negatieve inschatting van de eigen gezondheid. Het percentage personen onder de bevolking van 16 jaar en ouder dat zijn/haar gezondheid redelijk, slecht of zeer slecht inschat. In de groep met de 20% laagste inkomens 30% 50% 40% 60% 70% - 65 jaar 34,3% 20% 80% 10% 0% 42,3% 100% 90% + 65 jaar 58,4%

b. Werkenden met armoederisico in enkele specifieke bevolkingscategorieën. c. Het aandeel van werkenden onder de bevolking met armoederisico. Werk 1. a. Kinderen in huishoudens zonder betaald werk. b. Volwassenen in huishoudens zonder betaald werk. 2. a. Werkenden met armoederisico.

30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 0% 12,8% 100% 70% 90% Werk Bron: Enquête naar de Arbeidskrachten 2009 1a. Kinderen in huishoudens zonder betaald werk. Het percentage kinderen (0-17 jaar) dat leeft in een huishouden waar geen van de volwassenen betaald werk heeft. 1b. Volwassenen in huishoudens zonder betaald werk. Het percentage volwassenen (18-59 jaar) dat leeft in een huishouden waar geen van de volwassenen betaald werk heeft. 1a 1b 50% 40% 60% 30% 70% 20% 80% 10% 90% 11,8%

30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 0% 4,6% 100% 70% 90% Werk 2a. Werkenden met armoederisico. Het percentage werkenden met een inkomen beneden de armoederisicogrens (60% van het gestandaardiseerd nationaal mediaan inkomen). Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008

3,2% Werk 2b. Werkenden met armoederisico in enkele specifieke bevolkingscategorieën. Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008 Gezinssituatie alleenstaande koppel zonder kinderen 6,4% koppel met minimum 3 kinderen 7,5% volgende pagina >

4,8% Werk 2b. Werkenden met armoederisico in enkele specifieke bevolkingscategorieën. Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008 Onderwijsniveau laag midden 8,0% hoog 2,6% volgende pagina >

8,7% 9,4% Werk 2b. Werkenden met armoederisico in enkele specifieke bevolkingscategorieën. Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008 Soort tewerkstelling voltijds deeltijds 3,5% volledig jaar gewerkt niet volledig jaar gewerkt 4,3%

30% 20% 80% 10% 40% 60% 0% 23,8% 100% 70% 90% Werk 2c. Het aandeel van werkenden onder de bevolking met armoederisico. Het percentage personen dat werkt, berekend op de bevolking van 18 tot 65 jaar met een armoederisico. 50% Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008

30% 20% 80% 10% 0% 11,1% 100% 70% 90% Onderwijs 1. Vroegtijdige schoolverlaters. Het percentage jongeren tussen 18 en 24 jaar dat geen onderwijs volgt en dat ten hoogste een diploma lager middelbaar onderwijs heeft, berekend op alle jongeren tussen 18 en 24 jaar. Bron: Enquête naar de Arbeidskrachten 2009 50% 40% 60%

1. Betaalbare huisvesting: het aandeel sociale huurwoningen in verhouding tot het aantal private huishoudens. Wonen 2 Kwaliteit van de huisvesting

30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 0% 20,0% 6,2% 100% 70% 90% Wonen 1. Betaalbare huisvesting: het aantal sociale huurwoningen als percentage van het aantal private huishoudens. Bron: Administratieve gegevens 2007

Bron: EU-Silc 2009 Wonen 2. Kwaliteit van de huisvesting. Percentage van de bevolking dat leeft in een woning met één of meerdere van volgende problemen: Tekort in basiscomfort als gevolg van het ontbreken van één van volgende voorzieningen: bad of douche, warm stromend water, toilet met waterspoeling in de woning zelf, en/of Tenminste twee van volgende problemen: lekkend dak, geen adequate verwarming, vocht en schimmel, rottende ramen en deuren, en/of Onvoldoende ruimte, berekend als minder dan 1 kamer per gezinslid (toilet, badkamer, niet meegerekend) Bij de totale bevolking In de groep met de 20% laagste inkomens 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 0% 28,7% 100% 70% 90% 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 0% 49,1% 100% 70% 90%

2. Niet-monetaire deprivatie: het niet kunnen beschikken over een aantal goederen en diensten of het niet kunnen deelnemen aan bepaalde activiteiten die als noodzakelijk worden beschouwd. Deelname & niet monetaire deprivatie 1. Deelname aan sportieve, recreatieve of artistieke activiteiten

0% 79,4% Bron: EU-Silc 2009 100% Deelname & niet monetaire deprivatie 1. Deelname aan sportieve, recreatieve of artistieke activiteiten. Het percentage personen van 16 jaar en ouder dat niet deelneemt aan sportieve, recreatieve (jeugdbeweging, ouderenvereniging) of artistieke (muziek, theater, fotografie, tekenen) activiteiten. Bij de totale bevolking In de groep met de 20% laagste inkomens 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 70% 90% 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 70% 90% 0% 66,5% 100%

Bron: EU-Silc 2009 Deelname & niet monetaire deprivatie 2. Niet-materiële deprivatie: het niet kunnen beschikken over een aantal goederen en diensten of het niet kunnen deelnemen aan bepaalde activiteiten die als noodzakelijk worden beschouwd. Het percentage personen dat leeft in een huishouden dat geconfronteerd word met tenminste drie van de negen onderstaande problemen, omwille van financiële redenen. het vermijden van schulden (huur, afbetalingen huurkoop) het zich niet kunnen permitteren om tenminste éénmaal per jaar een week vakantie te nemen, weg van huis het zich niet kunnen permitteren van om de twee dagen een maaltijd met vlees/vis/kip geen onvoorziene uitgave kunnen doen (ter waarde van het maandbedrag van de armoederisicogrens van het jaar voordien) de woning niet afdoende kunnen verwarmen niet beschikken over een wasmachine niet beschikken over een televisietoestel niet beschikken over een telefoon niet beschikken over een auto 30% 50% 40% 60% 20% 80% 10% 0% 11,4% 100% 70% 90%

De armoederisicogrens wordt bepaald als 60% van het mediaan gestandaardiseerd beschikbaar huishoudinkomen van de Belgische bevolking. De concrete berekening verloopt als volgt: Eerst wordt het inkomen gestandaardiseerd, dat wil zeggen, vergelijkbaar gemaakt tussen huishoudens van een verschillende grootte. Dit gebeurt door het gewone beschikbare huishoudinkomen te delen door een getal 1 voor een alleenstaande. Voor elke bijkomende volwassene in het gezin wordt daar 0,5 aan toegevoegd en voor elk kind 0,3. Voor een huishouden bestaande uit twee volwassenen en twee kinderen wordt het gewone beschikbare huishoudinkomen bijgevolg gedeeld door 2,1 om het gestandaardiseerd inkomen van dit huishouden te bekomen; Vervolgens worden de personen geordend op basis van dit gestandaardiseerd inkomen, van laag naar hoog. Dan wordt nagegaan welke persoon zich precies in het midden van deze rangschikking bevindt. Het inkomen van deze persoon is het mediaan gestandaardiseerd inkomen; De armoedegrens wordt dan bekomen door 60% van deze mediaan te berekenen. Dit is dan meteen de armoede-risicogrens voor een alleenstaande. Om voor andere huishoudtypes de armoederisicogrens te bekomen moet de armoederisicogrens opnieuw vermenigvuldigd worden met de hierbovenvermelde factor voor het betreffende gezinstype. Voor 2009 (inkomen 2008) bedroeg de armoederisicogrens voor een alleenstaande 966. Info 1. De armoederisicogrens: een verduidelijking

De interfederale Armoedebarometer werd ontwikkeld in het kader van het Federaal Plan Armoedebestrijding. De selectie van de indicatoren werd gecoördineerd door de werkgroep Indicatoren NAPincl., opgericht binnen de FOD Sociale Zekerheid, op basis van de beschikbare cijfers van verschillende instellingen (ADSEI, RVA, NAR, FOD Sociale Zekerheid, enz.) De opvolging van de Armoedebarometer wordt opgenomen door de werkgroep Indicatoren NAPincl., het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting en de POD Maatschappelijke Integratie. 3. De Armoedebarometer en de indicatoren van het Nationaal Actieplan Sociale Inclusie De indicatoren van de Armoedebarometer werden geselecteerd uit de indicatorenset van het Nationaal Actieplan Sociale Inclusie (NAPincl.), welke een ruimere set van indicatoren omvat. Voor een inschatting van de (evolutie van de) sociale situatie kan de NAPincl. indicatorenset worden gebruikt ter ondersteuning van de interpretatie van de Armoedebarometer. De NAPincl. indicatorenset kan worden geconsulteerd via: Info 2. Ontwikkeling en opvolging van de Armoedebarometer http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws_publicaties/socinc_ind/index.htm

Nota s

Nota s

Nota s

DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING LE SECRETAIRE D ÉTAT À L INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE De interfederale