VERGELIJKING VAN TOPLOCATIES VOOR EUROPESE DISTRIBUTIE EN LOGISTIEK 2006

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE PROVINCIES IN EUROPEES PERSPECTIEF Hoofdstuk 4

Nederland in Europese systemen en netwerken Internationale Concurrentiepositie van de Noordvleugel van de Randstad

Nederland als vestigingsplaats g voor buitenlandse bedrijven

VLAANDEREN SLECHTS ZESDE IDEALE LOCATIE VOOR E-COMMERCE DISTRIBUTIECENTRA. VIL stelt resultaten studie voor

De concurrentiepositie van de topsectoren in Zuid-Holland

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

Vluchtoord Uden tijdens WO I - Bevolkingsstatistieken

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Oost-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Trier. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. West-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

86,3 87,7 +1,66% -8,62%

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Liège. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Drenthe. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De regionale impact van de economische crisis

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Flevoland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zeeland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Antwerpen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Gelderland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Groningen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Utrecht. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Friesland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

De vastgoedactiviteit stabiliseert zich na de forse stijging van eind 2011

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Weser-Ems. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Onderzoeksflits.

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zuid-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De Brusselse metropool Socio-economische scan

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

Onderzoeksflits. De positie van de Regio Utrecht in de EU Regional competitiveness index Utrecht.nl/onderzoek.

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017

Zorgwekkende terugval in productiesector en bij grootste bedrijven

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België 106,4 106,8 101,6 99, ,2 99,8

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

Nederland als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Bij de tijd Groep 6 thema 3, les 1 De Opstand Werkblad 1. dit is Klaas. Klaas is veer-tien jaar. hij loopt al heel lang.

DocksNLD fase 2 - bijeenkomst 22 februari Contour van het in aanbouw zijnde distributiecentrum van DSV op DocksNLD fase 1 met rechts het

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009.

De internationale concurrentiepositie van Nederland als logistiek land

Woningtransacties per kwartaal Nederland

67,3% van de jarigen aan het werk

Amsterdam top- of toblocatie?

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE. Faillissementen februari 2017

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste trimester 2018

De kracht van Regionale Logistieke Ecosystemen in de Benelux

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Jaarverslag 2004 VLAAMS INSTITUUT VOOR DE LOGISTIEK VZW

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

Het belang van het MKB

Trendbarometer campings 2010

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Regionale economische vooruitzichten

De internationale concurrentiekracht van Nederlandse (top)sectoren en de rol van bereikbaarheid. Frank van Oort Utrecht, 21 november 2011

De ontwikkelingen van de zorgvastgoedmarkt Europa. TOETREDING BUITENLANDSE ZORGONDERNEMERS IS GOED VOOR DE DYNAMIEK IN DE NEDERLANDSE ZORGMARKT

Trendbarometer campings 2011

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Transcriptie:

VERGELIJKING VAN TOPLOCATIES VOOR EUROPESE DISTRIBUTIE EN LOGISTIEK 2006 VLAAMS INSTITUUT VOOR DE LOGISTIEK FLANDERS I NSTITUTE F OR L OGISTICS

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 COLOFON VIL-publicatie Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Datum September 2006 Auteurs Contactpersoon Redactie Verantwoordelijke uitgever Layout Helen De Wachter, Alex Van Breedam Alex Van Breedam, alex.vanbreedam@vil.be Bart Vannieuwenhuyse, Krist l Krols, Alex Van Breedam Alex Van Breedam Ine Bouly Copyright

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Inhoudsopgave Executive Summary 4 Inleiding 5 Methodologie 7 De Gerangschikte Matrix 7 Keuze van de regio s 9 Opbouw van de gegevensets 10 Resultaten van de analyses 12 Rangschikking op provincieniveau (NUTS-2) 12 Rangschikking op gewestniveau (NUTS-1) 15 Een blik op de toekomst 16 Prognosemodellen 16 Randvoorwaarden 18 Verwachte rangschikking 2019 op provincieniveau (NUTS-2) 19 Verwachte rangschikking 2019 op gewestniveau (NUTS-1) 22 Conclusies en aanbevelingen 24 Bijlage A: Belangrijkste Referenties 25 Bijlage B: Verklarende woordenlijst 26 Bijlage C: Rangschikking NUTS-2 regio 28 Bijlage D: Rangschikking NUTS-1 regio 30

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Executive Summary Vlaanderen en een aantal van zijn provincies zoals Limburg en Antwerpen zijn absolute toplocaties voor logistiek en distributie in Europa. De goede bereikbaarheid van de belangrijke markten, de uitstekende infrastructuur en de gunstige vastgoedprijzen zijn hierbij van doorslaggevend belang. De Waalse provincies Luik en Henegouwen zitten de voornoemde Vlaamse provincies kort op de hielen. Ook het Duitse Düsseldorf en de Franse departementen Alsace en Nord-Pas-de-Calais behoren tot de top-10 van de beste logistieke regio s van Europa. Deze rangschikking wordt tweejaarlijks opgemaakt aan de hand van een erkende methodologie ontwikkeld door de internationale vastgoedmakelaar Cushman & Wakefield. Hierbij worden logistieke topregio s als ideale locatie voor Europese distributiecentra kwantitatief vergeleken op basis van een aantal economische factoren voor distributie en logistiek. Om een idee te krijgen hoe de rol van Vlaanderen als logistieke vestigingsplaats in de toekomst zal evolueren, werd een prognose tot 2019 uitgewerkt. Indien de Vlaamse regio s aan een aantal randvoorwaarden - vooral inzake uitbouw van het transportsysteem en aanbod aan bedrijfsterreinen - kunnen voldoen, kunnen ze zich alvast tot dan handhaven in de top-10 van beste locaties voor logistieke operaties in Europa. Een belangrijke vaststelling is dat de Benelux in aanzienlijke mate zijn belangrijkste competitief voordeel, de bereikbaarheid, zal moeten delen met grote delen van Duitsland, Frankrijk en Noord-Italië. Voor de toppositie op gewestniveau zal Vlaanderen in 2019 sterk rekening moeten houden met Nord-Pas-de-Calais. Op provincieniveau blijft Limburg de rangschikking aanvoeren, weliswaar op de voet gevolgd door Luik en Henegouwen. Ook provincies onmiddellijk ten oosten én ten zuiden scoren goed als logistieke toplocaties: Nord-Pas-de-Calais, Alsace en Picardie blijven te duchten concurrenten voor Vlaanderen in de toekomst. Alle Vlaamse provincies blijven, zoals vandaag, deel uitmaken van de top-12 van logistieke regio s in Europa.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Inleiding Dit rapport vergelijkt Vlaanderen op regionaal en provinciaal niveau met andere Europese logistieke topregio s, en dit op basis van een aantal relevante kwantitatieve criteria voor Europese distributie en logistiek. De vergelijking gebeurt aan de hand van een beproefde en erkende methodologie, met name die van de Gerangschikte Matrix, zoals gehanteerd door de internationale vastgoedmakelaar Cushman & Wakefield (C&W) C&W publiceert om de 2 jaar zijn European Distribution Report, waarbij de C&W publiceert tweejaarlijks verschillende Europese landen voor logistiek en distributie in kaart worden een European Distribution gebracht. Voor vestigingsadvies aan bedrijven actief in de logistiek heeft Report met een vergelijking C&W haar vergelijkende analyses uitgebreid tot op regionaal en provinciaal van de logistieke toplocaties niveau, respectievelijk de niveaus NUTS-1 en NUTS-2 van Eurostat. Specifiek voor België zijn de regio s op NUTS-1 niveau de gewesten. Het regionale NUTS-2 niveau komt voor België overeen met het provincieniveau. ONDERZOCHTE NUTS 1 EN 2 REGIO S FIGUUR 1 ONDERZOCHTE NUTS 2 REGIO S ONDERZOCHTE NUTS 1 REGIO S In deze studie wordt de methodologie van de Gerangschikte Matrix gebruikt om Vlaanderen (NUTS-1) en zijn provincies (NUTS-2) te vergelijken met andere Europese toplocaties voor distributie en logistiek. Deze locaties zijn verspreid over volgende landen of gebieden: Nederland, Brussel en Wallonië, Noord-Frankrijk, de westelijke regio s van Duitsland, de andere Europese logistieke topregio s zoals deze zijn opgenomen in het European Distribution Report van Cushman & Wakefield. Figuur 1 geeft een overzicht van de bestudeerde regio s op NUTS-1 en NUTS-2 niveau.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Onderhavige studie is een actualisatie van een gelijkaardige studie uitgevoerd door C&W in opdracht van het VIL in 2004. Naast de actualisatie stricto senso wordt in deze studie ook een vergelijking gemaakt met Europese logistieke topregio s uit de EU-25 die gelegen zijn buiten het in 2004 bestudeerde geografische gebied. In vergelijking tot de studie van 2004 heeft C&W ook Aanpassingen t.o.v. de studie van 2004 de methodologie verfijnd. Zo werd het vergelijkingscriterium Bevolkingsdichtheid als parameter voor de lokale marktsterkte vervangen door een betere graadmeter: de Koopkracht. Deze aanpassingen worden uitgebreid gedocumenteerd in de paragraaf over de methodologie. Na de presentatie van de resultaten van de vergelijking van de Europese topregio s wordt verder in dit document een poging ondernomen om een toekomstbeeld van de betreffende regio s tot en met 2019 op te hangen. Dit rapport wordt besloten met een reeks conclusies en aanbevelingen.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Methodologie De Gerangschikte Matrix De methodologie van de Gerangschikte Matrix (Ranked Matrix) wordt gebruikt Vergelijking van regio s op om een kwantitatieve vergelijking van de Europese topregio s voor logistiek basis van criteria gegroepeerd rond 6 domeinen en distributie uit te voeren. De regio s worden gerangschikt op basis van hun scores voor een aantal gewogen criteria gegroepeerd per domein. In het totaal worden de vergelijkingscriteria geclusterd rond 6 domeinen. Het relatief belang van elk domein in de totaalscore van een regio wordt vermeld: Kosten van opslagruimte, bedrijfsterreinen en arbeid (21,875%). Transportsysteem: de kenmerken van de verschillende vervoersmodi (31,250%). Bereikbaarheid van de markten (31,250%). Aanbod aan gebouwen voor logistiek en de planvoorraad aan terreinen (9,375%). Arbeid: aanbod aan arbeidskrachten en productiviteit (3,125%). Know-how: logistieke opleidingen en talenkennis (3,125%). De domeinen Arbeid en Know-how werden pas in de studie van 2004 toegevoegd aan de vier andere domeinen. De twee voornoemde domeinen worden door C&W niet gebruikt in hun European Distribution Report waarin enkel landen vergeleken worden. Weging van domeinen en criteria volgens internationaal erkende procedure van C&W De gewichten toegekend aan de domeinen alsook aan de criteria (zie tabel 1) zijn deze die gebruikt worden door C&W voor vestigingsadvies inzake Europese Distributiecentra (EDC). In vergelijking met de vorige editie van deze studie in 2004 werd het criterium Bevolkingsdichtheid vervangen door Koopkracht binnen een drie uur rijtijd perimeter als maatstaf voor aantrekkelijkheid van de lokale markt. Tevens is het criterium Koopkracht een betere graadmeter voor de efficiënte inplanting van meer regionaal georiënteerde distributiecentra. Immers, deze drie uur rijtijd houdt in dat een Koopkracht is betere maatstaf dan bevolkingsdichtheid vrachtwagen een ronde op 1 werkdag kan afwerken, namelijk drie uur heenreis en drie uur terugreis. Tabel 1 beschrijft gedetailleerd de 19 criteria gegroepeerd rond de 6 domeinen, telkens met hun relatieve gewicht in de totaalscore van een regio, zoals vastgelegd door C&W. Sommige criteria nemen meerdere gegevens tegelijk in overweging. Zo wordt bv. voor Beschikbare arbeidskrachten zowel het werkloosheidspercentage (als indicator van de onmiddellijke beschikbaarheid) als het percentage jongeren in overweging genomen.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 BESCHRIJVING VAN DE DOMEINEN VAN DE GERANGSCHIKTE MATRIX DOMEIN (Gewicht in matrix) CRITERIUM (Gewicht in domein) Huurprijzen (37,5%) TABEL1 MAATSTAF SENSITIVITEIT BRONMATERIAAL Huurprijzen voor opslagplaatsen (gangbare normen, 10.000m²); gewogen gemiddelde van de transacties over de laatste 3 jaren + 5 EUR/m²/jaar = +1 scorepunt in de gerangschikte matrix C&W Research Kosten (21,875%) Grondprijs (37,5%) Prijs van terreinen voor semi-industrieel vastgoed (goed uitgerust en goed gelegen); gewogen gemiddelde van de transacties over de laatste 3 jaren + 30 EUR/m² = +1 scorepunt in de gerangschikte matrix C&W Research Arbeidskost (25%) Loonkost per tewerkgestelde. Correcties voor uitschieters, voor sterk rurale gebieden, voor verschillende berekeningswijzen per land, voor verschillen in loonkost per land in transportsector + 2.600 EUR/jaar/werknemer = +1 scorepunt in de gerangschikte matrix (dit is richtinggevend en niet zonder meer lineair) Landen: International Labour Organisation en www.ggdc.net Regio s: Eurostat Dissemination Database Dichtheid wegennet (26,67%) Dichtheid wegennetwerk aan snelwegen en vierbaanswegen + 20 km snelweg of vierbaansweg/1.000km² = -0.2 scorepunt in de gerangschikte matrix (lineair verband, maar exponentieel verband bij uitersten) Eurostat Dissemination Database Wegenkaarten: Michelin Wegcongestie (6,67%) Gemiddelde duurtijd van files op de meest filegevoelige plaatsen van een regio + gemiddeld 30 minuten extra file/dag = +1 scorepunt in de gerangschikte matrix Transport & Mobility Leuven voor regio s in België C&W Research voor alle andere regio s Dichtheid spoornet (6,67%) Dichtheid spoorwegnetwerk (het aantal km spoor per 1.000 km² en ook per 1000 inwoners) Eurostat Dissemination Database Transport systeem (31,250%) Wegvervoer (20%) Spoorvervoer (13,33%) Transportvolumes aantal trips van / naar de regio gemiddeld aantal minuten tot transport terminals bereikbaarheid van de Europese markten via weg Transportvolumes aantal trips van / naar de regio gemiddeld aantal minuten tot transport terminals bereikbaarheid van de Europese markten via spoor Eurostat Dissemination Database Connectivity to transport terminals (ICON 2001) Accessibility index via road (ESPON) Eurostat Dissemination Database Connectivity to transport terminals (ICON 2001) Accessibility index via rail (ESPON) Luchtvracht (6,67%) Transportvolumes gemiddeld aantal minuten tot de cargo luchthavens bereikbaarheid van de Europese markten via lucht Eurostat Dissemination Database Cargogegevens van luchthavens (C&W) Accessibility index via air (ESPON) Scheepsvracht (20%) Transportvolumes per grote zeehaven (aantal containers indien beschikbaar) statistieken binnenvaart (zoals IWT) Eurostat Dissemination Database Statistieken zeehavens en binnenvaart Access-time to seaports (ESPON) Koopkracht (25%) Koopkracht binnen de 3-uur rijtijd perimeter (in miljoen EUR) + 70 miljoen EUR = -1 scorepunt in de gerangschikte matrix Berekeningen C&W Research d.m.v. een GIS systeem (CACI) met onderliggende GfK gegevens. Bereikbaarheid (31,250%) Toegang tot de EU-kern (58,33%) Bereikbaarheid van de EU-27 landen (incl. Noorwegen en Zwitserland) op basis van een zwaartekrachtmodel (bevolking en koopkracht) + 20 punten in deze index = -0.5 scorepunt in de gerangschikte matrix Accessibility index multimodal/by road 2001 (ESPON) Toegang tot Oost-Europa (16,67%) Tijdsafstand tot de belangrijke bevolkingsconcentraties in Oost-Europa + 45 min = +0.5 scorepunt in de gerangschikte matrix European road network; tijdsafstand berekend met digitale wegenkaart (www. viamichelin.com) Aanbod (9,375%) Nieuwbouw > 10.000 m² (50%) Grondaanbod (50%) Aanbod aan nieuwe grote logistieke opslagplaatsen (> 10.000 m²) Aanbod aan terreinen voor logistiek vastgoed en beschikbare planvoorraad 1 = onmiddellijk beschikbaar, 2 = potentieel vlug beschikbaar, enz. tot 5 = geen aanbod. 1 = onmiddellijk beschikbaar, 2 = potentieel vlug beschikbaar, enz. tot 5 = geen aanbod. C&W Research C&W Research SPRE (Strategisch Plan Ruimtelijke Economie, Vlaanderen) Etin adviseurs (www.werklocaties.nl) Arbeid (3,125%) Beschikbare arbeidskrachten (50%) Arbeidsproductiviteit (50%) Algemene werkloosheidcijfers werkloosheid bij jongeren < 24 jaar percentage jongeren (als maatstaf voor toekomstige instroom) Toegevoegde waarde in de dienstensector per werknemer + 1000 EUR toegevoegde waarde in de dienstensector per werknemer = -0.3 scorepunt in de gerangschikte matrix Eurostat Dissemination Database Eurostat Dissemination Database Know- How (3,125%) Logistieke opleidingen (50%) Talenkennis (50%) Kwantificering van de logistieke opleidingen naargelang niveau van opleiding en aantal afgeleverde leerlingen. Kennis van de belangrijke Europese talen Engels: Test of English as a Foreign Language (TOEFL) Andere talen: schattingen per regio en land + 1000 punten logistieke opleiding = -0.2 scorepunt in de gerangschikte matrix + 10 op de TOEFL CBT Total Mean score = -1 scorepunt in de gerangschikte matrix VIL interne lijst van logistieke opleidingen; locale internet lijsten opleidingen TOEFL-test gegevens; gegevens kennis Frans & Duits per land aangepast met regionale aanwezigheid van migranten Bron: Cushman & Wakefield (2006)

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 9 De methodologie van de Gerangschikte Matrix beperkt zich uiteraard tot criteria Enkel kwantificeerbare die kwantificeerbaar zijn en een goede vergelijkingsbasis hebben op regionaal criteria worden gebruikt vlak, en dit over de landsgrenzen heen. Bijgevolg is het niet mogelijk om een aantal andere meer kwalitatieve criteria die van belang zijn voor de vestiging van distributiecentra mee in de analyse op te nemen. Deze criteria zijn o.a.: de hoeveelheid en vlotheid waarmee vergunningen en andere overheidsadministratie (zoals douaneformaliteiten) verlopen; de fiscaliteit, rulings, e.d. Met betrekking tot de bovenvermelde administratie en het vergunningsbeleid zijn weinig of geen cijfers voorhanden voor verschillende regio s. Het inzamelen van deze gegevens door een bevraging van (potentiële) marktspelers levert niet steeds een getrouw beeld van de werkelijke situatie, maar eerder een perceptie. Desalniettemin zijn de kwalitatieve criteria belangrijk bij de vestigingskeuze van buitenlandse investeerders. Dikwijls beginnen die echter pas een rol te spelen nadat twee of drie potentiële vestigingsplaatsen werden geïdentificeerd. Voor die identificatie worden doorgaans kwantitatieve analyses gehanteerd. Keuze van de regio s De regio s opgenomen in deze analyse komen overeen met de belangrijkste logistieke hubs in en rond de Blauwe Banaan. De Blauwe Banaan (in het geel aangeduid op figuur 2) omvat de regio s van waaruit Europese distributie aan de beste combinatie van transportkost en serviceniveau kan uitgevoerd worden. De Blauwe Banaan begint echter steeds meer de vorm van een boemerang aan te nemen, hoofdzakelijk ten gevolge van de uitbreidingen naar Oost-Europa en belangrijke investeringen in Zuid-Europa. Bijgevolg zijn de bestudeerde regio s, in vergelijking met de gelijkaardige studie uit 2004, uitgebreid met 23 NUTS-2 regio s om de andere belangrijke logistieke topregio s van de EU-25 in kaart te brengen. Het betreft de regio s rond de belangrijkste Key European Hubs aangeduid met een rode stip op de kaart van figuur 2.

10 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 DE BLAUWE BANAAN FIGUUR 2 KEYS Western European Heart Land Eastern European Transport Corridors Major European Distribution Centres Key European Hubs Expected Expansion Routes Bron: Cushman & Wakefield (2006) Opbouw van de gegevensets De gegevensets voor de analyse zijn opgebouwd volgens een bottom-up benadering. Concreet betekent dit dat eerst de scores voor het laagste niveau, in België de provincies (NUTS-2), werden berekend. Vervolgens zijn de scores voor de gewesten (NUTS-1) bepaald geworden door het eenvoudig rekenkundig gemiddelde van alle NUTS-2 regio s binnen het overeenkomstig NUTS-1 gebied. Vergeleken met de studie 2004 werd deze studie op het NUTS-2 niveau uitgebreid met 23 extra regio s uit de EU-25 (zie tabel 2). De extra regio s zijn logistiek interessante regio s, die weliswaar niet in het Europees epicentrum van de logistieke activiteit gelegen zijn, maar wel belangrijke of nieuwe logistieke aantrekkingspolen zijn in de verschillende lidstaten. Het gaat hier om geïsoleerde NUTS-2 regio s in de zin dat de omliggende regio s ervan niet in de analyse opgenomen werden. Dit heeft tot gevolg dat voor deze regio s geen overeenkomstig gemiddelde van de desbetreffende NUTS-1 regio kan berekend worden. Wetende dat de 23 bijkomende regio s echter veelal achteraan in de NUTS-2 rangschikking Er worden 23 regio s toegevoegd voorkomen (de hoogste score van deze 23 regio s is voor Praag, maar aan de rangschikking van 2004 deze komt slechts op de 34-ste plaats) vormt dit geen bezwaar om een om de EU-25 weer te geven rangschikking van de NUTS-1 regio s op te stellen.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 11 UITBREIDING REGIO S NUTS-2 NIVEAU T.O.V. 2004 TABEL 2 PRAHA (PRAAG) KOZEP MAGYAR. (BOEDAPEST) SW SCOTLAND (GLASGOW) RHONE-ALPES (LYON) LOMBARDIA (MILAAN) SYDSVERIGE (MALMO/ORESUND) HAMBURG SALZBURG VASTSVERIGE (GOTEBORG) WIEN (WENEN) DARMSTADT (FRANKFURT) LISBOA VALE DO TEJO (LISSABON) BERLIN (BERLIJN) OBERBAYERN (MUNCHEN) CATALUNA (BARCELONA) PROVENCE-ALPES COTE D AZUR TIROL (INNSBRUCK) COM. DE MADRID BRATISLAVSKY KRAJ (BRATISLAVA) MAZOWIECKE (WARSZAWA) GREATER LONDON WEST MIDLANDS (BIRMINGHAM) LAZIO (ROME) Bij het opbouwen van de NUTS-1 regio s werden 3 regio s niet volledig beschouwd op NUTS-2 gebied. Het betreft Bassin Parisien (de grootste geo- Bassin Parisien wordt niet volledig beschouwd. Est grafische NUTS-1 regio) waarvan enkel Picardië en Champagne Ardenne werden in rekening genomen op NUTS-2 niveau. Daarnaast wordt NUTS-1 gebied en Nordrhein-Westfalen worden licht overschat Est licht overschat omdat Franche-Comté (NUTS-2) niet werd meegenomen en Nordrhein-Westfalen (NUTS-1) omwille van het ontbreken van Detmold in de NUTS-2 rangschikking. Zowel Franche-Comté als Detmold hebben een meer rurale focus en vormen aldus een minder aantrekkelijke logistieke aantrekkingspool.

12 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Resultaten van de analyses Dit hoofdstuk omvat de resultaten van de vergelijking van de Europese logistieke topregio s. Inherent aan de methodologie van de Gerangschikte Matrix geldt: hoe lager de score van een regio op een criterium in de matrix, hoe beter. Dus, de beste logistieke regio s zijn deze met de laagste totaalscore. De opgevoerde rangschikkingen worden, waar relevant, steeds vergeleken met de overeenkomende studie uit 2004. Duidelijkheidshalve, deze analyse is geen graadmeter van de bestaande logistieke activiteit, maar een meting van de aantrekkelijkheid van een regio om er een Europees distributiecentrum te vestigen op basis van macroeconomische criteria. Rangschikking op provincieniveau (NUTS-2) Tabel 3 geeft de samenvattende rangschikking weer met de scores gegroepeerd per domein. In bijlage C is de volledige tabel opgenomen. De eerste vier plaatsen worden hierin ingenomen door vier Belgische provincies: Limburg, Luik, Henegouwen en Antwerpen. In vergelijking met de studie van 2004 steekt Henegouwen Antwerpen voorbij naar de 3de plaats. Een lichte stijging van de vastgoedprijzen en het relatieve gebrek aan gronden spelen hier in het nadeel van Antwerpen. De Duitse regio Düsseldorf Limburg, Luik, Henegouwen nestelt zich op de 5de plaats. De vooruitgang van Düsseldorf is te danken en Antwerpen zijn de logistieke topprovincies in Europa analysemethodologie. Immers, Düsseldorf heeft een topscore voor Koop- aan de licht verbeterde kostfactor, maar is ook het gevolg van de aangepaste kracht, merkelijk beter dan de score die het had voor de Bevolkingsdichtheid in de studie van 2004. Ook de Belgische provincies Namen en Vlaams-Brabant hebben hun betere score voornamelijk te danken aan de vervanging van het criterium Bevolkingsdichtheid door Koopkracht. De Parijse regio Ile-de France maakt een duik van de 5de naar de 19de plaats. De voornaamste redenen hiervoor zijn: de stijging van de vastgoedkosten en het verder geslonken grondaanbod in de regio; de mindere score op het criterium Koopkracht t.o.v. Bevolkingsdichtheid, aangezien het gebied ten zuiden van Parijs een uitgesproken ruraal karakter heeft. Limburg, Luik en Henegouwen scoren op zowat alle criteria uitstekend. Antwerpen heeft een kostenhandicap, maar compenseert dit nadeel met zijn uitmuntende transportcijfers en een hoge productiviteit (cfr. toegevoegde waarde per werknemer). Ile-de-France scoort zeer goed op het transportsysteem (uitgezonderd de verkeerscongestie), maar wordt benadeeld door een mindere toegankelijkheid tot de kern van de Europese markt. Bovendien beginnen de vastgoedprijzen fors te stijgen. De voorraad aan gronden was al uiterst beperkt, wat zijn effect heeft op de relatief lage kosten voor semi-industrieel vastgoed in de regio rond Parijs.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 13 Nederlands Limburg is de best scorende Nederlandse regio en komt in deze rangschikking op de elfde plaats. Van de 23 regio s die voor het eerst in de studie worden opgenomen, is Praag een interessante nieuwkomer omwille van de lage kosten, het voldoende aanbod aan gronden en nieuwbouw van meer dan 10.000 m² alsook het aanbod aan arbeidskrachten. Deze regio eindigt evenwel pas op plaats 34 in de rangschikking. Andere Midden-Europese regio s zoals Budapest (plaats 51) en Bratislava (plaats 54) volgen nog verder in de rangschikking.

14 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 RANGSCHIKKING PER NUTS-2 REGIO TABEL 3 TRANSPORT SYSTEEM BEREIK- BAARHEID KOSTEN AANBOD ARBEID KNOW HOW SCORE TOTAAL GEWICHT 21,875% 31,250% 31,250% 9,375% 3,125% 3,125% RANKING 2006 RANKING 2004 LIMBURG (B) 5,4 2,0 1,0 1,3 3,6 1,7 2,4 1 1 LIEGE 6,0 1,5 1,0 2,3 3,2 2,5 2,5 2 2 HAINAUT 5,4 2,3 2,1 1,3 2,8 3,3 2,8 3 4 ANTWERPEN 7,9 1,4 1,3 2,3 1,8 1,0 2,9 4 3 DÜSSELDORF 9,1 1,6 0,7 2,5 2,0 2,5 3,1 5 11 NAMUR 6,2 2,4 1,8 2,8 2,5 3,5 3,1 6 19 VLAAMS BRABANT 8,2 1,8 1,4 2,5 2,5 2,3 3,2 7 12 ALSACE 5,2 2,8 2,3 3,0 3,7 3,8 3,2 8 9 NORD - PAS-DE-CALAIS 5,4 2,5 2,7 2,5 3,4 3,8 3,3 9 8 OOST-VLAANDEREN 7,0 2,0 2,4 2,3 3,3 2,0 3,3 10 7 LIMBURG (NL) 8,3 2,2 0,8 2,5 7,7 2,0 3,3 11 15 WEST-VLAANDEREN 6,4 1,8 3,2 1,9 4,3 1,1 3,3 12 6 BRABANT WALLON 8,2 2,2 1,8 2,5 1,4 3,3 3,4 13 17 KÖLN 10,1 1,8 0,8 3,0 2,8 2,5 3,4 14 18 BRUSSELS CAP.REGION 9,2 1,8 1,6 3,3 0,8 2,3 3,5 15 13 RHEINHESSEN-PFALZ 5,7 3,8 2,3 1,5 3,6 3,3 3,5 16 14 SAARLAND 4,9 3,5 3,3 1,5 2,7 3,3 3,5 17 10 ZEELAND 5,9 2,4 2,9 3,8 8,0 2,3 3,6 18 21 ILE DE FRANCE 6,6 1,9 3,7 3,3 1,3 2,8 3,6 19 5 ARNSBERG 7,1 3,6 1,8 2,0 3,7 3,3 3,6 20 16 LUXEMBOURG (B) 5,9 3,5 2,5 2,3 4,4 4,0 3,6 21 34 OVERIJSSEL 6,7 3,4 1,9 2,0 8,0 2,8 3,6 22 22 LORRAINE 4,7 3,5 3,2 3,0 3,5 3,8 3,6 23 20 KOBLENZ 8,1 3,1 1,8 2,8 3,9 3,0 3,8 24 25 NOORD-BRABANT 9,4 2,5 1,5 2,3 7,6 2,0 3,8 25 23 GELDERLAND 7,8 3,3 1,8 2,5 8,1 2,8 3,9 26 26 PICARDIE 5,1 3,9 3,5 2,5 3,3 4,0 3,9 27 28 MUNSTER 8,4 3,6 1,6 2,3 3,5 3,3 3,9 28 24 FLEVOLAND 7,8 3,3 3,1 2,0 6,3 2,8 4,2 29 32 TRIER 8,4 3,7 2,2 2,8 4,5 3,3 4,2 30 36 DRENTHE 5,9 3,8 3,7 2,5 7,7 2,8 4,2 31 29 UTRECHT REGION 10,3 2,6 1,9 3,5 5,8 2,0 4,2 32 31 ZUID-HOLLAND (Rotterdam) 11,1 1,9 2,2 2,8 6,9 2,0 4,2 33 30 PRAHA 4,8 4,0 5,2 2,0 2,8 3,5 4,3 34 RHONE-ALPES (Lyon) 5,4 3,3 5,6 2,3 4,3 3,5 4,4 35 CHAMP.-ARDENNE 5,3 4,8 4,0 3,0 4,0 4,0 4,4 36 37 GRONINGEN REGION 5,9 4,8 4,0 2,0 6,0 2,5 4,5 37 27 HAMBURG 10,4 1,6 4,4 2,6 2,1 2,3 4,5 38 FRIESLAND 5,9 4,8 4,4 2,0 6,4 2,8 4,6 39 35 NOORD-HOLLAND (Amsterdam) 12,5 2,2 3,0 2,3 5,5 2,0 4,8 40 33 WEST MIDLANDS (Birmingham) 11,8 2,9 2,8 3,0 5,0 2,5 4,9 41 BERLIN 9,7 2,9 4,5 3,2 2,2 3,0 4,9 42 WIEN 8,6 2,9 5,3 2,8 2,3 3,8 4,9 43 PROVENCE-ALPES COTE D AZUR 5,4 4,1 6,3 4,3 2,4 4,0 5,0 44 LOMBARDIA (Milano) 9,6 4,2 4,0 3,5 4,5 4,0 5,3 45 LUXEMBOURG (GRAND DUCHE) 13,5 3,4 2,7 3,0 2,6 2,5 5,3 46 38 DARMSTADT (Frankfurt) 14,5 2,4 2,4 5,0 3,1 2,8 5,3 47 SALZBURG 8,1 4,7 5,2 3,8 3,9 4,3 5,4 48 OBERBAYERN (München) 11,3 3,3 4,7 3,5 3,7 2,8 5,5 49 TIROL (Innsbruck) 8,1 4,6 5,2 5,0 4,1 4,3 5,6 50 KOZEP-MAGYAR.(Budapest) 6,3 5,0 6,9 2,3 5,1 5,5 5,6 51 LAZIO (Roma) 9,3 4,2 5,8 3,8 3,7 5,0 5,8 52 MAZOWIECKIE (Warszawa) 4,4 5,6 8,2 1,6 6,2 6,0 5,8 53 BRATISLAVSKY KRAJ 4,9 6,3 7,5 1,5 6,1 5,5 5,9 54 SW SCOTLAND (Glasgow) 10,4 4,2 6,9 3,8 5,0 3,0 6,3 55 SYDSVERIGE (Malmö)/Öresund 9,6 4,8 6,8 4,0 5,2 3,0 6,4 56 VASTSVERIGE (Göteborg) 9,6 5,5 7,3 4,3 5,0 3,0 6,8 57 CATALUNA (Barcelona) 15,4 3,9 7,7 4,5 4,5 4,0 7,7 58 LISBOA VALE DO TEJO 7,7 5,1 11,9 3,5 6,5 5,5 7,7 59 GREATER LONDON 24,4 2,7 3,0 6,0 6,8 2,0 8,0 60 COM. DE MADRID 12,7 4,8 10,1 3,8 3,6 5,0 8,0 61 Bron: Cushman & Wakefield (2006)

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 15 Rangschikking op gewestniveau (NUTS-1) De scores voor de regio s op gewestniveau NUTS-1 worden berekend door het gewogen gemiddelde te nemen van de scores van zijn subregio s op niveau NUTS-2. Dit is uiteraard enkel mogelijk voor de gebieden waarvoor alle subregio s op NUTS-2 niveau berekend zijn. Zoals reeds vermeld, ontbreken er een aantal NUTS-2 gebieden, zodat de rangschikking op NUTS-1 niveau hoofdzakelijk betrekking heeft op de Benelux, de westelijke regio s van Duitsland en Noord-Frankrijk. Alle Europese toplocaties voor logistiek zijn gesitueerd in de beschouwde NUTS-1 gebieden. Tabel 4 vat de rangschikking op NUTS-1 niveau samen. De scores voor elke regio werden gegroepeerd per domein. In bijlage D is de volledige Gerangschikte Matrix voor de NUTS-1 gebieden opgenomen. Vergeleken met 2004 behoudt Vlaanderen alvast zijn nummer één plaats. Vlaanderen blijft de toplocatie, Ook valt de opmars van Wallonië te noteren door ondermeer de uitstekende scores met betrekking tot de vastgoedkosten, het wegennet en de Wallonië rukt sterk op en Nord- Pas-de-Calais volgt beschikbare arbeidskrachten. Wallonië scoorde in 2004 nog relatief ongunstig qua bevolkingsdichtheid, maar doet het beter sinds dit criterium vervangen werd door Koopkracht. Het Brussels hoofdstedelijk gewest is zowel een NUTS-1 als een NUTS-2 regio en komt in deze rangschikking op plaats 7. Ook de Franse regio s Nord-Pas-de-Calais en Ile-de-France zijn zowel NUTS-1 als NUTS-2 regio s en komen uit op respectievelijk de plaatsen 3 en 5. RANGSCHIKKING PER NUTS 1 REGIO TABEL 4 KOSTEN TRANSPORT SYSTEEM BEREIK- BAARHEID AANBOD ARBEID KNOW HOW SCORE TOTAAL GEWICHT 21,875% 31,250% 31,250% 9,375% 3,125% 3,125% RANKING 2006 RANKING 2004 VLAANDEREN (B) 6,6 1,7 1,2 1,6 4,1 2,1 5,1 1 1 WALLONIE (B) 6,0 2,2 1,2 1,8 3,8 4,4 5,2 2 7 NORD - PAS-DE-CALAIS (F) 4,9 2,4 1,7 2,0 4,6 5,0 5,3 3 3 SAARLAND (DL) 4,6 3,3 1,8 1,2 3,5 4,3 5,6 4 4 ILE DE FRANCE (F) 6,2 1,8 2,3 2,6 1,7 3,7 5,8 5 2 EST (F) 5,0 3,0 1,7 2,4 4,8 5,0 5,8 6 6 BRUSSELS HOOFDST. GEWEST (B) 8,7 1,7 1,0 2,6 1,1 3,0 5,8 7 5 NORDRHEIN-WESTFALEN (DL) 8,7 2,5 0,8 2,0 4,0 3,8 6,3 8 8 ZUID-NEDERLAND (NL) 8,9 2,2 0,7 1,9 10,2 2,7 6,5 9 9 RHEINLAND-PFALZ (DL) 7,4 3,3 1,3 1,9 5,3 4,2 6,7 10 10 OOST-NEDERLAND (NL) 7,4 3,1 1,4 1,7 9,9 3,7 6,8 11 11 PICARDIE - CHAMPAGNE ARDENNE (F) 5,2 4,1 2,4 2,2 4,9 5,3 6,9 12 14 WEST-NEDERLAND (NL) 10,0 2,1 1,6 2,5 8,7 2,8 7,4 13 12 NOORD-NEDERLAND (NL) 5,9 4,2 2,5 1,7 8,9 3,6 7,4 14 13 LUXEMBOURG (GR. DUCHE) 12,7 3,3 1,7 2,4 3,5 3,3 9,0 15 15 Bron: Cushman & Wakefield (2006)

16 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Een blik op de toekomst Prognoses leren iets over de opportuniteiten en bedreigingen van een regio Door de evolutie van een regio in de tijd te analyseren probeert men zicht te krijgen op de opportuniteiten en bedreigingen van die regio als logistieke toplocatie. Het berekenen van een Gerangschikte Matrix in de toekomst op basis van bestaande prognosemodellen is bijgevolg een zinvolle oefening. Bepaalde criteria van de Gerangschikte Matrix zijn beduidend meer onderhevig aan verandering dan andere. De meest veranderlijke zijn alvast: De kosten en het aanbod van opslagruimte en bedrijfsterreinen. Een beperkte planvoorraad in bepaalde gebieden kan deze prijzen relatief vlug doen stijgen. Indien de overheden echter voldoende terreinen planmatig vrijmaken, kan hierdoor een omgekeerd effect ontstaan. De transportinfrastructuur en de markttoegankelijkheid en meer specifiek volgende deelaspecten: - de verkeerscongestie, - de evolutie van de transportinfrastructuur en de vrachtcijfers. De ontwikkeling van de koopkracht in West-Europa maar meer nog in de voormalige Oostbloklanden. Aangezien hier relatief grote bevolkingsgroepen aanwezig zijn met voorlopig nog zeer beperkte koopkracht is het belangrijk de evolutie hiervan op de voet te volgen. Eens de koopkracht en de transportinfrastructuur zich in deze streken ontwikkelen, zal het zwaartepunt van de Europese markten wellicht een eind oostwaarts verschuiven. Havens zoals Hamburg, die dichter bij Oost-Europese bevolkingsconcentraties zoals Polen gelegen zijn, kunnen hierbij voordeel hebben. De evolutie van economieën zoals Portugal en het ritme waarmee deze na toetreding tot de EU evolueerden kan veel leren over de toekomstige evolutie van de voormalige Oostblokregio s. Volgens prognoses van Experian (http:// www.business-strategies.co.uk/products%20and%20services/economic%20forecasting/european %20Regional%20Service.aspx) mag men er zich aan verwachten dat het verbruik per inwoner in de Midden-Europese landen in 2016 het peil zal bereiken van Portugal op dit ogenblik. Deze landen zullen dan een gelijkaardige inhaalbeweging gemaakt hebben zoals Portugal dit deed na de toetreding tot de EU in 1986. Prognosemodellen Om de evolutie van de toegankelijkheid van de markten in te schatten, werd gebruik gemaakt van de scenario s die Schürmann, Spiekermann en Wegener (Trans European Transport Networks and Regional Economic Development, 2002, http://www.raumplanung.uni-dortmund.de/rwp/ersa2002/ Voorspellingen zijn gebaseerde op erkende cd-rom/papers/174.pdf) hieromtrent hebben uitgewerkt voor de periode 1996 tot 2016. Figuren 4 (p. 18) en 5 (p. 22) tonen het verlies aan competitief voordeel prognosemodellen van een regio bij toename van de bereikbaarheid van markten.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 17 POPULATIE DIE VEROUDERT IN HET EU GEBIED FIGUUR 3 2000 2015 2030 Projections based on dat from UNPP 2004, Epson database 2005 and ULB 1991 Medium age (years) Grasland C., Guerrien M., Lambert N. (2006) - UMS RIATE - EPSON project 3.2 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 52 54 56 58 60 Bron: ESPON: European Territorial Research in Progress: Conference Proceedings of the 1st ESPON Scientific Conference (Augustus 2006), http://www.espon.eu/mmp/online/website/content/publications/98/1160/file_2292/final-august2006.pdf, p.198 De verwachte evoluties van gegevens betreffende bevolking, tewerkstelling en koopkracht zijn gebaseerd op de regionale prognoses van Experian (http://www.business-strategies.co.uk/products%20and%20services/ Economic%20forecasting/European%20Regional%20Service.aspx). Op basis hiervan en ook in combinatie met de hiervoor ontwikkelde scenario s betreffende bereikbaarheid van Schürmann, Spiekermann en Wegener, werden de Gerangschikte Matrices berekend zoals deze er mogelijk zullen uitzien in 2016. Uiteraard wordt ook rekening gehouden met de voorliggende evolutie van de bevolking in Europa (figuur 3) die ingrijpend zal verouderen in streken zoals Noord- Italië, Noord-Spanje, Oost-Duitsland en Oost-Europa in het algemeen. Zuid-Oost Engeland zal relatief gespaard blijven van deze bevolkingsveroudering. Een oudere bevolking in een bepaald gebied heeft zijn effect op de werkgelegenheid alsook op de koopkracht in dat gebied. De prognoses voor de Gerangschikte Matrices houden uitgebreid rekening met de modellen ontwikkeld door de EU ESPON werkgroep Transport services and networks. Een voorbeeld van zo n model is voorgesteld in figuur 4 met visualisatie van de in 2019 verwachte tonnages op de weg tussen de nieuwe EU-lidstaten en de EU-15.

18 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 POTENTÏËLE VRACHTSTROMEN TUSSEN OUDE EN NIEUWE EU-LID- STATEN TEGEN 2019 FIGUUR 4 Number of tons per edge per year (in thousend of tons) 30 000-63 000 20 000-30 000 10 000-20 000 5 000-10 000 1 000-5 000 Eurographics Assosation for theadministrative bound Source : GISCO GIS, Scenes Graph : CESA graph Bron: ESPON (European Spatial Observation Network) Project 1.2.1., Transport services and networks: territorial trends and supply, Final Report, September 2004, Map 90: Potential freight flows between and old EU members in 2019, p.419 Randvoorwaarden Bij de berekening van de Gerangschikte Matrices voor 2019 werd uitgegaan van Prognose op basis van een aantal basisveronderstellingen. Met betrekking tot het aanbod aan bedrijventerreinen heeft Vlaanderen historisch gezien lagere vastgoedprijzen dan de voldoende aanbod aan bedrijventerreinen meeste omliggende regio s. Het relatief ruime aanbod aan planvoorraad van terreinen is hierbij van cruciaal belang. In Vlaanderen wordt dit bestudeerd in het kader van het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie. De prognose gaat er expliciet van uit dat bij toekomstige planningsrondes (zoals een nieuw Structuurplan Vlaanderen) in ruime mate aan de behoeften aan bedrijventerreinen, zoals berekend binnen het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie, voorzien zal worden. Voldoende aanbod aan bedrijfsterreinen is nodig om de huur- en grondprijzen onder controle te houden. In het verlengde hiervan is het ook van belang om aan de diverse actoren voldoende rechtszekerheid te bieden inzake vergunnings- en concessiebeleid. Er is ook van uitgegaan dat op termijn de bestaande grote verschillen in arbeidskosten tussen de oude en nieuwe lidstaten in ruime mate zullen afgevlakt worden onder invloed van de ontwikkeling van de EU. Uiteraard zullen er altijd verschillen blijven bestaan tussen Prognose op basis van nivellering arbeidskosten meer en minder verstedelijkte regio s.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 19 Wat de ontwikkeling van het transportsysteem betreft, is de randvoorwaarde dat belangrijke bijkomende capaciteit- en infrastructuurwerken zullen uitgevoerd worden in dichtbevolkte regio s zoals Vlaanderen. Dit zal prioritair nodig zijn om de knelpunten in het transportsysteem weg te werken. Prognose op basis van voldoende capaciteit van transportsysteem en uitbouw multimodaliteit Ook de verdere uitbouw van intermodaliteit zal uiterst belangrijk zijn om de toekomstige vervoersstromen te kunnen blijven verwerken. Het uitgangspunt was dat belangrijke verbeteringen inzake spoorwegvervoer, lucht- en scheepsvracht worden uitgevoerd binnen de gestelde tijdshorizon. Verwachte rangschikking 2019 op provincieniveau (NUTS-2) Tabel 5 bevat de Gerangschikte Matrix 2019 met de regio s van het NUTS-2 niveau met de gegroepeerde scores per domein. Bijlage C bevat de overeenkomende integrale Gerangschikte Matrix. De resultaten leren dat Limburg zijn leidersplaats behoudt. Een aantal Belgische provincies zakken echter terug: de provincie Antwerpen zakt van de 4de naar de 5de plaats t.o.v. 2006, hoofdzakelijk ten gevolge van de toegenomen congestie en het afgenomen grondaanbod. Regio s ten oosten en ten zuiden van Vlaanderen winnen Regio s in de omgeving van Vlaanderen die plaatsen winnen, situeren zich zowel ten oosten van Vlaanderen als ten zuiden: Nord-Pas-de-Calais: ondanks het feit dat deze regio in de rangschikking van 2006 tot een negende plaats was teruggevallen komt deze Noord-Franse regio tegen 2016-2019 terug de top-5 binnen. Voornaamste oorzaken zijn betere scores op het vlak van koopkracht en het voorzien van nieuwbouw groter dan 10.000 m². Alsace klimt van de 8ste naar de 6de plaats om dezelfde redenen als Nord-Pas-de-Calais. Picardie stijgt van de 27ste naar de 8ste plaats omwille van de verbeteringen in het transportsysteem, de betere scores op het gebied van koopkracht en de goede scores voor het aanbod aan gronden. Saarland: in 2006 staat deze regio nog op 17de plaats, maar in 2019 zou het zich op de 12de plaats nestelen. De belangrijkste oorzaak is de nabijheid van koopkrachtige gebieden. Overijssel (ten Noordoosten van de Nederlandse randstadregio s): deze regio stijgt van de 22ste naar de 15de plaats omwille van de hogere score op het criterium Koopkracht alsook de verbeteringen in beschikbare arbeidskrachten en arbeidsproductiviteit. Ook Oost- en West-Vlaanderen winnen enkele plaatsen in de rangschikking. Oost- en West-Vlaanderen Beide regio s zullen tegen 2019 in grote mate hun relatieve achterstand qua zullen verbeteren in 2019 transportinfrastructuur opgehaald hebben, wat leidt tot een betere bereikbaarheid van de Europese markten. Ook het vermogen om de vastgoedkosten onder controle te houden, speelt in het voordeel van beide Vlaamse provincies.

20 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Praag en Bratislava gaan vooruit Regio s buiten de onmiddellijke geografische omgeving van Vlaanderen die plaatsen in de rangschikking winnen, zijn voornamelijk de Midden-Europese: Praag (van de 34ste plaats in 2006 naar de 27ste plaats in 2019) omwille van verbeteringen op het gebied van kosten, transportsysteem, know-how en bereikbaarheid. Bratislava (zou van plaats 54 in 2006 opschuiven naar de 44ste stek) door verbeteringen op het gebied van kosten, transportsysteem en bereikbaarheid. Een aantal regio s in de omgeving van Vlaanderen verliezen plaatsen in de rangschikking: Ile-de France zou 11 plaatsen terugvallen tot de 30ste plaats in 2019. De voornaamste reden is de verdere stijging van de vastgoedprijzen. Ook Düsseldorf en Nederlands Limburg zouden respectievelijk 8 en 7 plaatsen moeten prijsgeven tegen 2019. De belangrijkste reden is een slechtere score voor het aanbod van gronden en specifiek voor Nederlands Limburg ook een beperkt aanbod aan nieuwbouw groter dan 10.000 m². De belangrijkste beweegreden van deze evoluties is ongetwijfeld de betere bereikbaarheid van de Europese markten vanuit een veel ruimer gebied dan vandaag. De bereikbaarheidsindices zoals ontwikkeld door Schürmann, Spiekermann en Wegener (Trans European Transport Networks and Belangrijkste evolutie is de Regional Economic Development, 2002, zie hoger) geven bijvoorbeeld aan betere bereikbaarheid van de dat in 2016 relatief perifere regio s zoals het Franse Acquitaine of Schleswig- Europese markten Holstein in Noord-Duitsland boven het Europese gemiddelde zullen scoren qua bereikbaarheid. Dit is het gevolg van actieve maatregelen van o.a. de EU om perifere gebieden te steunen via goede transportverbindingen. Figuur 5 bevat een visuele voorstelling van de bereikbaarheidsindices voor weg en spoor in 2016 berekend volgens een gemiddeld ontwikkelingsscenario, het TEN Scenario 10.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 21 VERWACHTE RANGSCHIKKING PER NUTS-2 REGIO IN 2019 TABEL 5 TRANSPORT SYSTEEM BEREIK- BAARHEID KOSTEN AANBOD ARBEID KNOW HOW SCORE TOTAAL GEWICHT 21,875% 31,250% 31,250% 9,375% 3,125% 3,125% RANKING 2019 LIMBURG (B) 5,9 2,2 1,2 1,0 3,3 1,7 2,6 1 1 LIEGE 6,7 1,9 0,9 2,3 3,0 2,5 2,7 2 2 HAINAUT 5,8 2,4 1,5 1,0 3,0 3,0 2,8 3 3 NORD - PAS-DE-CALAIS 6,6 2,3 1,4 1,3 2,8 3,5 2,9 4 9 ANTWERPEN 7,9 1,8 1,3 2,8 2,0 1,0 3,0 5 4 ALSACE 6,1 2,8 1,4 2,0 3,3 3,5 3,0 6 8 NAMUR 6,5 2,7 1,4 2,8 2,5 3,5 3,1 7 6 PICARDIE 6,1 2,8 1,9 1,3 3,0 4,0 3,1 8 27 OOST-VLAANDEREN 6,8 2,3 1,9 2,5 3,3 2,0 3,2 9 10 WEST-VLAANDEREN 6,9 2,0 2,2 2,4 4,3 1,1 3,2 10 12 VLAAMS BRABANT 8,6 2,0 1,1 2,8 2,5 1,8 3,3 11 7 SAARLAND 5,8 3,5 1,8 1,7 2,7 3,3 3,3 12 17 DÜSSELDORF 9,3 1,8 0,8 3,3 2,0 2,5 3,3 13 5 RHEINHESSEN-PFALZ 6,5 3,8 1,4 1,5 3,5 3,3 3,4 14 16 OVERIJSSEL 6,9 3,2 1,4 2,0 6,0 2,8 3,4 15 22 ZEELAND 6,8 2,3 2,1 3,8 6,0 2,3 3,4 16 18 LORRAINE 5,4 3,6 2,1 2,8 3,8 3,8 3,5 17 23 LIMBURG (NL) 8,6 2,2 1,2 3,0 5,5 2,0 3,5 18 11 KÖLN 10,3 1,7 0,8 3,3 3,0 2,5 3,5 19 14 LUXEMBOURG (B) 6,5 3,7 1,7 1,8 4,0 3,5 3,5 20 21 BRABANT WALLON 8,6 2,5 1,4 2,8 1,8 3,3 3,5 21 13 KOBLENZ 8,3 2,9 1,2 2,5 4,0 3,0 3,5 22 24 ARNSBERG 7,7 3,5 1,1 2,0 3,7 3,3 3,5 23 20 BRUSSELS CAP.REGION 9,8 1,9 1,2 4,0 1,5 2,3 3,6 24 15 MUNSTER 8,3 3,6 1,1 2,3 3,5 3,3 3,7 25 28 NOORD-BRABANT 9,3 2,5 1,3 2,5 6,0 2,0 3,7 26 25 PRAHA 6,1 3,0 3,3 2,4 2,9 2,8 3,7 27 34 CHAMP.-ARDENNE 5,3 4,6 1,9 3,0 3,8 4,0 3,7 28 36 GELDERLAND 7,8 3,3 1,6 2,5 6,5 2,8 3,7 29 26 ILE DE FRANCE 9,6 2,0 1,8 3,8 1,6 2,8 3,8 30 19 DRENTHE 6,2 3,7 2,7 2,5 5,5 2,8 3,8 31 31 FLEVOLAND 7,9 3,2 2,3 2,0 5,2 2,8 3,9 32 29 TRIER 8,5 3,6 1,4 2,8 4,5 3,3 3,9 33 30 UTRECHT REGION 10,3 2,6 1,6 3,5 4,8 2,0 4,1 34 32 GRONINGEN REGION 6,5 4,6 2,9 2,0 4,5 2,5 4,1 35 37 ZUID-HOLLAND (Rotterdam) 11,4 2,0 1,8 2,8 5,3 2,0 4,2 36 33 RHONE-ALPES (Lyon) 6,3 3,1 4,3 2,8 4,1 3,3 4,2 37 35 FRIESLAND 6,3 4,7 3,2 2,0 5,0 2,8 4,3 38 39 HAMBURG 10,9 1,7 3,1 3,0 2,1 2,3 4,3 39 38 NOORD-HOLLAND (Amsterdam) 11,4 2,3 2,2 3,3 4,0 2,0 4,4 40 40 WIEN 9,1 2,7 3,7 2,9 2,3 3,8 4,5 41 43 BERLIN 9,9 2,7 3,2 3,3 2,8 3,0 4,5 42 42 PROVENCE-ALPES COTE D AZUR 6,4 3,7 4,9 4,8 2,4 3,8 4,7 43 44 BRATISLAVSKY KRAJ 5,9 3,8 5,9 2,0 4,8 4,3 4,8 44 54 WEST MIDLANDS (Birmingham) 11,8 2,9 2,5 3,4 4,8 2,5 4,8 45 41 KOZEP-MAGYAR.(Budapest) 7,4 3,9 5,0 2,8 4,6 4,5 4,9 46 51 LUXEMBOURG (GRAND DUCHE) 13,3 3,3 1,5 3,5 3,0 2,5 4,9 47 46 LOMBARDIA (Milano) 9,8 4,1 2,9 4,0 4,8 4,0 5,0 48 45 SALZBURG 8,3 4,6 3,8 3,8 3,9 4,3 5,0 49 48 DARMSTADT (Frankfurt) 14,1 2,3 2,0 5,6 3,1 2,8 5,1 50 47 OBERBAYERN (München) 11,4 3,1 3,5 4,0 3,7 2,8 5,1 51 49 TIROL (Innsbruck) 8,3 4,5 3,9 5,0 4,1 4,3 5,2 52 50 MAZOWIECKIE (Warszawa) 6,4 4,5 6,4 1,9 4,6 4,5 5,3 53 53 LAZIO (Roma) 9,3 4,1 4,3 4,0 3,4 5,0 5,3 54 52 SW SCOTLAND (Glasgow) 10,4 3,9 5,4 3,8 4,8 3,0 5,8 55 55 SYDSVERIGE (Malmö)/Öresund 9,6 4,7 5,3 4,0 4,9 3,0 5,8 56 56 VASTSVERIGE (Göteborg) 9,6 5,3 5,6 4,3 4,9 3,0 6,2 57 57 LISBOA VALE DO TEJO 7,8 4,7 10,2 3,5 5,5 5,0 7,0 58 59 CATALUNA (Barcelona) 17,1 3,5 6,1 5,0 4,7 3,8 7,5 59 58 COM. DE MADRID 13,0 4,6 8,4 4,0 3,7 4,8 7,6 60 61 GREATER LONDON 24,5 2,4 2,3 6,5 6,5 1,8 7,7 61 60 Bron: Cushman & Wakefield (2006) RANKING 2006

22 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 BEREIKBAARHEIDSINDICES IN 2016 FIGUUR 5 0 < 25 25 < 50 50 < 75 75 < 100 100 < 125 125 < 150 150 < 175 175 < 200 200 <... EU = 1 Bron: Schürmann, Spiekermann en Wegener (Trans European Transport Networks and Regional Economic Development, 2002, http://www.raumplanung.uni-dortmund.de/rwp/ersa2002/cd-rom/papers/174.pdf, p.10 Een betere bereikbaarheid betekent bijkomen- Indien men deze bereikbaarheidskaarten vergelijkt met de huidige situatie dan stelt men vast dat deze bereikbaarheidsindices momenteel veel geconcentreerder liggen in Noordoost-België, Zuid-Nederland en het Ruhrgebied. Deze verruimde toegankelijkheid van de Europese markten is van groot belang om de de opportuniteiten toekomstige evolutie van de Europese logistieke markten te begrijpen. Volgens sommigen is de verruimde bereikbaarheid ook een voordeel, want nog meer marktpotentieel komt binnen handbereik van centraal gelegen regio s zoals Vlaanderen. Met andere woorden: een betere toegang tot een grotere Europese markt is dus ook een bijkomende opportuniteit. Verwachte rangschikking 2019 op gewestniveau (NUTS-1) Net zoals voor de Gerangschikte Matrix 2006 wordt deze voor het niveau NUTS-1 berekend door voor elke NUTS-1 regio het gemiddelde te nemen van de scores van al zijn NUTS-2 regio s. Tabel 6 rapporteert de resultaten van de rangschikking voor 2019, gegroepeerd per domein. Bijlage D bevat de integrale Gerangschikte Matrix. De prognose leert dat Vlaanderen het moet afleggen tegen Nord-Pas-de-Calais. Ook de Franse regio s Est (Lorraine en Alsace), Picardie en Champagne-Ardenne zouden vooruitschuiven. Ile-de-France zakt duidelijk verder weg, omdat het onmogelijk de huidige, haast onnatuurlijk lage, vastgoedprijzen zal kunnen behouden.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 23 VERWACHTE RANGSCHIKKING PER NUTS-1 REGIO IN 2019 TABEL 6 KOSTEN TRANSPORT SYSTEEM BEREIK BAAR HEID AANBOD ARBEID KNOW HOW SCORE TOTAAL GEWICHT 21,875% 31,250% 31,250% 9,375% 3,125% 3,125% RANKING 2019 RANKING 2006 NORD - PAS-DE-CALAIS (F) 6,6 2,3 1,4 1,3 2.8 3.5 2.9 1 3 VLAANDEREN (B) 7,2 2,1 1,5 2,3 3,1 1,5 3,1 2 1 WALLONIE (B) 6,8 2,6 1,4 2,1 2,9 3,2 3,1 3 2 EST (F) 5,8 3,2 1,8 2,4 3,5 3,6 3,3 4 6 SAARLAND (DL) 5,8 3,5 1,8 1,7 2,7 3,3 3,3 5 4 PICARDIE-CHAMPAGNE ARDENNE (F) 5,7 3,7 1,9 2,1 3,4 4,0 3,4 6 12 NORDRHEIN-WESTFALEN (DL) 8,9 2,6 0,9 2,7 3,1 2,9 3,5 7 8 BRUSSELS HOOFDST. GEWEST (B) 9,8 1,9 1,2 4,0 1,5 2,3 3,6 8 7 ZUID-NEDERLAND (NL) 9,0 2,4 1,2 2,8 5,8 2,0 3,6 9 9 RHEINLAND-PFALZ (DL) 7,8 3,4 1,3 2,3 4,0 3,2 3,6 10 10 OOST-NEDERLAND (NL) 7,6 3,2 1,8 2,2 5,9 2,8 3,7 11 11 ILE DE France (F) 9,6 2,0 1,8 3,8 1,6 2,8 3,8 12 5 WEST-NEDERLAND (NL) 10,0 2,3 1,9 3,3 5,0 2,1 4,0 13 13 NOORD-NEDERLAND (NL) 6,3 4,3 2,9 2,2 5,0 2,7 4,1 14 14 LUXEMBOURG (GR. DUCHE) 13,3 3,3 1,5 3,5 3,0 2,5 4,9 15 15 Bron: Cushman & Wakefield 2006 Nord-Pas-de-Calais is toplocatie in 2019 omwille van een goed transportsysteem en verbeterde bereikbaarheid Het feit dat Vlaanderen in deze rangschikking zijn eerste plaats verliest aan Nord-Pas-de-Calais illustreert dat Vlaanderen in de toekomst sterke concurrentie kan verwachten omdat het aan competitief voordeel moet inboeten op de volgende vlakken: Algemeen, een betere bereikbaarheid van de Europese kernmarkten vanuit een ruimer geografisch gebied. Nord-Pas-de-Calais plukt ook de vruchten van een uitstekend uitgebouwd transportsysteem met o.a. verbeterde snelweg- en HST-ontsluitingen. Andere sterke punten van Nord-Pas-de-Calais zijn: Een goede koopkracht in de omliggende regio s: aangezien zowel Parijs als Vlaanderen, Brussel en de Nederlandse Randstad binnen de drie uur bereikbaar zijn, scoort het beter dan bvb. Ile-de-France, maar weliswaar nog steeds minder dan de top Duitse, Nederlandse en Vlaamse regio s. De vastgoedprijzen zullen er, in tegenstelling tot bvb. Ile-de-France, beter beheersbaar blijven. Het grondaanbod zal er overigens minder vlug opdrogen dan in andere regio s wat een toekomstig aanbod aan gronden en gebouwen garandeert. Bovendien wordt verwacht dat de huidige sterke punten van Nord-Pas-de-Calais verder zullen behouden blijven: gunstige arbeidskost, ruim aanbod aan beschikbare arbeidskrachten. Nord-Pas-de-Calais heeft weinig echt zwakke punten. Alleen op het vlak van talenkennis, toegang tot internationale luchthavens en arbeidsproductiviteit kan deze regio mogelijk nog vooruitgang boeken.

24 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Conclusies en aanbevelingen Dit document is de weerslag van een vergelijkende analyse van Europese topregio s voor de vestiging van logistieke en distributieactiviteiten op basis van een erkende en gebruikte methodologie van een internationale vastgoedmakelaar. De methodologie rangschikt logistieke regio s enkel op basis van kwantificeerbare factoren. Aangezien men geen kwalitatieve factoren, zoals een vlot vergunningenbeleid, of geen historiek, zoals het aantal reeds aanwezige distributiecentra, in overweging neemt, blijft deze analyse een momentopname die zeer zinvol ingezet kan worden bij de samenstelling van een shortlist van vestigingsplaatsen tijdens een investeringsbeslissing. De analyse heeft aangetoond dat Vlaanderen met zijn provincies Limburg en Antwerpen vooralsnog de toplocaties voor logistiek en distributie in Europa zullen blijven. De goede bereikbaarheid van de belangrijke markten, de lage vastgoedprijzen en de uitstekende infrastructuur zijn hierbij van doorslaggevend belang. Naburige regio s zoals Luik, Henegouwen en Düsseldorf zitten Vlaanderen vandaag op de hielen. Om de opportuniteiten en bedreigingen van de Europese logistieke topregio s beter te verstaan, werden ook prognoses uitgevoerd van deze regiorangschikkingen tot 2019. Daaruit blijkt dat, indien de Vlaamse regio s aan een aantal randvoorwaarden (vooral inzake uitbouw van het transportsysteem en aanbod aan bedrijfsterreinen) voldoen, ze zich kunnen handhaven als toplocatie voor logistieke operaties. Een belangrijke vaststelling echter is dat de Benelux in aanzienlijke mate zijn belangrijkste competitief voordeel, namelijk de bereikbaarheid tot de Europese kernmarkten, zal moeten delen met zowat heel Duitsland, Frankrijk en Noord-Italië. Op provincieniveau kan Limburg alvast zijn Europese leiderspositie behouden, maar wordt op de voet gevolgd door de Waalse regio s Henegouwen en Luik. Ook regio s onmiddellijk ten oosten én ten zuiden scoren goed: Nord-Pas-de-Calais, Picardie, het Duitse Ruhrgebied, Saarland en Alsace blijken voor Vlaanderen in de toekomst de belangrijkste concurrenten te zijn op logistiek vlak. Dit blijkt ook uit de rangschikking op niveau van de gewesten waar Vlaanderen in 2019 dreigt voorbijgestoken te worden door Nord-Pas-de-Calais. Teneinde de vooraanstaande positie van Vlaanderen te bestendigen en te verbeteren is dus een voortdurende bewaking en verbetering van de volgende belangrijke macro-economische factoren noodzakelijk: Kostenstructuur: loonkost, en ook vastgoedkosten die, mede door voldoende planvoorraad, onder controle kunnen gehouden worden. De overheid moet ook voldoende rechtszekerheid kunnen bieden aan investeerders door middel van een aangepast vergunnings- en concessiebeleid. Transportsysteem: Vlaanderen haalt hier nu reeds zéér goede scores, maar verdere ontwikkeling, vooral inzake intermodaliteit en de integratie van de verschillende transportnetwerken in 1 multimodaal en performant achterlandnetwerk (de zogenaamde Extended Gateway Vlaanderen ) alsook bijkomende capaciteits- en infrastructuurwerken zijn absoluut noodzakelijk. Er moeten bovendien voldoende middelen voor het (preventief) onderhoud van het multimodaal transportnetwerk voorzien worden. Bereikbaarheid: Vlaanderen zal hiervoor in de toekomst een belangrijk competitief voordeel moeten delen met meer regio s dan nu. Het goede nieuws hierbij is dat er ook meer markten binnen handbereik van centraal gelegen regio s zoals Vlaanderen komen. Dit is een belangrijke opportuniteit voor regio s die zich logistiek sterk weten te organiseren en te profileren. Ook hier zal het concept van de Extended Gateway ongetwijfeld kunnen bijdragen aan de toekomstige vooraanstaande rol van Vlaanderen Know-How: qua logistieke opleidingen en talenkennis staat Vlaanderen aan de top. Toch dient hier actief verder gewerkt te worden om dit belangrijk competitief voordeel niet te verliezen in de toekomst.

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 25 Bijlage A: Belangrijkste Referenties Cushman & Wakefield (2006), European Distribution Report 2006 Schürmann, Spiekermann en Wegener (2002) Trans European Transport Networks and Regional Economic Development, http://www.raumplanung.uni-dortmund.de/rwp/ersa2002/cd-rom/papers/174.pdf ESPON (European Spatial Observation Network) (September 2004) Project 1.2.1., Transport services and networks: territorial trends and supply, Final Report, http://www.espon.eu/mmp/online/website/content/projects/259/652/file_2202/fr-1.2.1-full.pdf ESPON (European Spatial Observation Network) (2002-2004) Project 1.2.1., Transport services and networks: territorial trends and supply, Third Interim Report, http://www.espon.eu/mmp/online/website/content/ projects/259/652/file_1208/3.ir_1.2.1-final.pdf European Territorial Research in Progress: Conference Proceedings of the 1st ESPON Scientific Conference (Augustus 2006), http://www.espon.eu/mmp/online/website/content/publications/98/1160/file_2292/final- August2006.pdf Experian (http://www.business-strategies.co.uk/products%20and%20services Economic%20forecasting/ European%20Regional%20Service.aspx)

26 Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 Bijlage B: Verklarende woordenlijst Gerangschikte Matrix: een tabel waarbij geografische regio s (rijen) worden gemeten aan de hand van een aantal domeinen die opgebouwd zijn uit een aantal criteria (kolommen). Elke cel uit de tabel komt overeen met de score van een geografische regio voor een bepaald criterium. De score wordt toegekend volgens de Cushman & Wakefield (C&W) methodologie in functie van de grootheid van een waarde. Het totaal van de scores voor een regio geeft aanleiding tot een rangschikking tussen de regio s. De Gerangschikte Matrix is een uitstekend instrument om de sterkte-zwakte analyse van een regio te helpen maken. Domein: macro-economische gegevensgebieden die in de Gerangschikte Matrix gebruikt worden: Kosten, Transportsysteem, Bereikbaarheid, Aanbod, Arbeid, Know-How. Het betreft alle domeinen die voor logistiek en distributie van belang zijn en waarvoor min of meer kwantificeerbare gegevens bestaan. Vooralsnog zijn een aantal andere interessante domeinen moeilijk kwantificeerbaar: hoeveelheid en vlotheid waarmee vergunningen en andere overheidsadministratie (zoals douaneformaliteiten) verlopen, fiscaliteit, rulings, Criterium: één van de specifieke macro-economische factoren waarmee een Domein gekwantificeerd wordt. De absolute waarde van een regio voor een macro-economisch factor wordt omgezet in een score op basis van de Cushman & Wakefield methodologie. Dit laat toe om de bestudeerde regio s binnen dezelfde methodologie te vergelijken met andere regio s van Europa. Voor deze studie werden 19 macro-economische factoren of criteria weerhouden, gegroepeerd rond de 6 domeinen. Gewicht (ook Weights en Weight % ): binnen de Gerangschikte Matrix worden de gewichten gebruikt om aan de verschillende domeinen en criteria meer of minder belang toe te kennen. Het totaal van de gewichtpercentages van alle criteria van één domein is 100% en laat toe om een subtotaal of score per domein weer te geven. Het totaal van de gewichtpercentages van alle domeinen samen is 100% en laat toe om tot één totale score per regio te komen. De toegepaste gewichten in deze studie zijn gebaseerd op de ervaringen van C&W bij locatiestudies voor logistiek en distributie, evenals het relatieve gewicht dat het VIL aan de factoren Arbeid en Know-how heeft willen geven. Sensitiviteit: aanduiding van de relatie tussen de absolute gegevens voor het criterium en de toegepaste score. Deze sensitiviteit geeft aan met hoeveel de absolute waarde moet variëren alvorens de score wijzigt. De sensitiviteit wordt enkel weergegeven als het verband tussen de absolute gegevens en de score voldoende lineair is en als de maatstaf opgebouwd is uit één enkele meting. Deze sensitiviteit is ook van belang om te kunnen evalueren hoe stabiel een bepaalde rangschikking is, bijvoorbeeld door na te gaan hoeveel de waarde van een regio voor een criterium moet dalen alvorens de regio plaatsen verliest in de Gerangschikte Matrix. NUTS: staat voor Nomenclature d Unités Territoriales Statistiques uitgewerkt door Eurostat. Deze laat toe om vergelijkbare regio s te definiëren over de grenzen van de EU-landen heen; de NUTS-niveaus opgenomen in deze studie zijn: NUTS-1 (gewest), NUTS-2 (provincie). Het niveau NUTS-0 (land) en NUTS-3 (arrondissement) zijn niet opgenomen in deze studie. Volgende website geeft de verschillende NUTS-regio s weer op kaart: http://ec.europa.eu/comm/eurostat/ramon/nuts/maps_searchpage_en.cfm

Vergelijking van toplocaties voor Europese distributie en logistiek 2006 27 Extended Gateways: het performant multimodaal achterlandnetwerk van Vlaanderen bestaande uit de verbindingen tussen de gateways (lucht- en zeehavens) en de multimodale platforms. Alle toplocaties voor Europese distributieactiviteiten zijn gelegen binnen dit netwerk. De doelstelling van het concept van de Extended Gateways is dat een toplocatie binnen dit netwerk de kenmerken heeft van een prime-location, dit wil zeggen aanlevering en distributie van goederen naar Europa moet aan minimale logistieke kost kunnen gebeuren. Door dit te realiseren kan Vlaanderen logistieke toegevoegde waarde activiteiten en dus ook de Europese distributiecentra verankeren binnen dit netwerk (zie ook VIL-jaarverslag 2005). EXTENDED GATEWAY VLAANDEREN FIGUUR 6 Bron: Vlaams Instituut voor de Logistiek 2006