Module Kinderopvang. Implementatie werkwijze ketenaanpak kinderen voor 0-4 jarigen. Proeftuin Ketenaanpak overgewicht bij kinderen.

Vergelijkbare documenten
Module Voortgezet onderwijs

Module Kinderopvang. Werkwijze aanpak overgewicht kinderen. Proeftuin aanpak overgewicht kinderen s-hertogenbosch

Module financiering ketenaanpak

Module Huisarts. Implementatie werkwijze ketenaanpak overgewicht kinderen. Proeftuin ketenaanpak overgewicht bij kinderen.

Module Primair onderwijs

Module kinderfysiotherapeut

Implementatie werkwijze ketenaanpak overgewicht kinderen

Module Jeugdgezondheidszorg (JGZ)

Module kinderfysiotherapeut

Proeftuin Ketenaanpak overgewicht bij kinderen. Marian Sijben, projectmanager proeftuin

Module Jeugdgezondheidszorg (JGZ)

Module Wijkprofessionals

Module Kinderarts. Implementatie werkwijze ketenaanpak overgewicht kinderen. Proeftuin ketenaanpak overgewicht bij kinderen.

Module Kinderarts. Implementatie werkwijze ketenaanpak overgewicht kinderen. Proeftuin ketenaanpak overgewicht bij kinderen.

Module primair onderwijs

Van een smalle blik naar een brede basis.

Eerste resultaten inzet centrale zorgverlener s-hertogenbosch

Lessons learned: pilot Dapper App

Achtergrond informatie Pilot centrale zorgverlener Smallingerland

Module Diëtist. Werkwijze aanpak overgewicht kinderen. Proeftuin aanpak overgewicht kinderen s-hertogenbosch

Module Jeugdgezondheidszorg

Kernelement Samenwerking tussen zorg en sport

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: ZonMw,

HANDREIKING GECOMBINEERDE LEEFSTIJLINTERVENTIE VOOR GEZINNEN

Module Kinderfysiotherapeut

Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 7 december 2017

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Richtlijn Angst (2016)

PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling ondervoeding in revalidatiecentra

Module Huisarts. Werkwijze aanpak overgewicht kinderen. Proeftuin aanpak overgewicht kinderen s-hertogenbosch

Module Kinderarts. Werkwijze aanpak overgewicht kinderen. Proeftuin aanpak overgewicht kinderen s-hertogenbosch

Kinderdagverblijf Buitenpret. Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE

Zorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl. Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB

De lokale verbinding JOGG en GIDS

Pilot concept-richtlijn Veilige zorgrelatie

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

RESULTATEN 2 JAAR JOGG

Samenwerken aan gezondheid in de wijk

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Voorbeeldadvies Cijfers

4. Protocollen en reglementen Zorgstructuur Datum 9 januari 2014 Versie 2 Blad 1 van 5 ZORGSTRUCTUUR

Brede anamnese overgewicht

Module uitwisseling patiëntgegevens

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Het individuele leefstijlprogramma: samenwerking met diëtist en fysiotherapeut

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )

Projectplan. Aanpak laaggeletterdheid bij patienten en/of medewerkers. [Naam organisatie] [auteur] [datum] Werken aan taal heeft veel voordelen

Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan)

Factsheet Kwetsbare ouderen: Extramuralisering. Trekker: gemeente Arnhem

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aan de slag met het zorgplan Bewegen als onderdeel van het zorgplan

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp Versienummer Portefeuillehouder Ed Anker

EWEGEN OP ECEPT EEN PRAKTIJK AANPAK UIT GELDERLAND (ACHTERHOEK) SUSANNE VAN ROOIJEN RONALD VAN TOL GELDERSE SPORT FEDERATIE

1. Bestuurlijke opdracht

Beweegmakelaar Intake * (vragenlijst) Voeding. Diëtist **

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Scoren voor een gezonde jeugd!

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling

Samenwerken in de jeugdketen Een instrument voor gegevensuitwisseling

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School

Inhoudsopgave. Wijzigingenoverzicht

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Open Denksessie Kwetsbare inwoners. 1 maart 2018 Platform Zelfredzaamheid, programmalijn 3

Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Plan organisatie ouderenzorg in de wijk of gemeente Regio Zwolle

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

In 10 stappen van project naar effect!

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL 'T WOELIGE HOEKJE

Stichting zorgbeheer de Zellingen T.a.v. de Raad van bestuur Postbus AA Capelle aan den IJssel

Werkwijze Praktijktest

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur

Zorgcontinuüm en rollen m.b.t. voorschrijven van stomahulpmiddelen

Aanvraag VEZN Pro Vita

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Het organiseren van een MDO

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Bijlagenboek Balanz4Kidz

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Projectmanagement 2.0

MinVWS_instrument_jeugdzorg_wt :33 Pagina 1. Samenwerken in de jeugdketen Een instrument voor gegevensuitwisseling

ambitieakkoord stichting jongeren op gezond gewicht

Integratie van jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en jeugd GGZ in de wijkteams: een meerwaarde voor kind en gezin?

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Soest

Samenwerken in de GGZ

Transcriptie:

Module Kinderopvang Implementatie werkwijze ketenaanpak kinderen voor 0-4 jarigen Proeftuin Ketenaanpak overgewicht bij kinderen Opgesteld door: In samenwerking met: Versienummer: Datum: OLIC GGD Hart van Brabant KO- 1.0 23-12- 2016

Inhoudsopgave 1 ALGEMENE INFORMATIE OVER MODULE KINDEROPVANG 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 3 3 3 4 4 4 BELANG VAN DE KINDEROPVANG IN DE KETENAANPAK OVERGEWICHT KINDEREN DOEL VAN DE MODULE KINDEROPVANG DOELGROEP VOOR GEBRUIK MODULE GEBRUIK VAN DE MODULE IN DE PRAKTIJK GEHANTEERDE BASIS VOOR INRICHTEN WERKWIJZE KINDEROPVANG LEESWIJZER 2 KETENAANPAK EN DE ROL VAN DE KINDEROPVANG 5 2.1 DE BLAUWDRUK VAN DE BOSSCHE KETENAANPAK 2.2 DE ROL EN POSITIE VAN DE KINDEROPVANG IN DE KETEN 5 6 3 DE TAKEN EN ACTIVITEITEN VAN DE KINDEROPVANG 7 KERNTAAK 1 SIGNALEREN KERNTAAK 2 ANAMNESE / DIAGNOSTICEREN KERNTAAK 4 TOELEIDEN INTERVENTIE KERNTAAK 5 BEHANDELEN KERNTAAK 6 BIEDEN NAZORG 7 13 15 16 17 4 ONTWIKKELEN EN IMPLEMENTATIE WERKWIJZE KINDEROPVANG 18 4.1 BELANG VAN EEN WELOVERWOGEN IMPLEMENTATIE 4.2 BELANGRIJKE PRINCIPES VOOR EEN SUCCESVOLLE IMPLEMENTATIE 4.3 ACTIVITEITEN IMPLEMENTATIEPROCES STAP 1 BETREKKEN RELEVANTE LOKALE PARTNERS STAP 2 ONTWIKKELEN WERKWIJZE STAP 3 VOORBEREIDEN PILOT STAP 4 PILOT UITVOEREN EN EVALUEREN STAP 5 AANPASSEN WERKWIJZE STAP 6 PERIODIEK EVALUEREN 18 18 21 22 23 25 27 28 29 5 BENODIGDE CAPACITEIT IMPLEMENTATIE WERKWIJZE KINDEROPVANG 30 Module Kinderopvang versie KO- 1.0 2

1 Algemene informatie over module kinderopvang Deze module wordt aangeboden vanuit de Proeftuin Ketenaanpak overgewicht bij kinderen, een initiatief uit s- Hertogenbosch, dat is ontstaan in afstemming met het ministerie van VWS. Het doel van de proeftuin is om kennis te ontsluiten vanuit een best practice situatie waarin de benodigde ketensamenwerking voor het ver- minderen van overgewicht bij kinderen gerealiseerd is. 1.1 Belang van de kinderopvang in de ketenaanpak overgewicht kinderen Er zijn diverse redenen die de bijdrage van de kinderopvang (pedagogische medewerkers en locatiemanagers) in de ketenaanpak voor kinderen wenselijk maken. De kinderopvang speelt een rol in het hebben van een positieve invloed op de gezonde ontwikkeling van een kind. Structurele aandacht voor gedrag en gezondheid op jonge leeftijd vergroot de kans op een gezonde ontwik- keling van een kind. Het is daarom belangrijk dat de kinderopvang preventieve maatregelen biedt om het kind gezond te laten ontwikkelen. In veel gevallen is er al een voedingsbeleid en een beweegaanbod vanuit de kinder- opvang. Pedagogisch medewerkers zijn in staat tijdig ontwikkelings- en opvoedproblemen te signaleren. Hierdoor heb- ben pedagogisch medewerkers een rol om een bijdrage te leveren aan het signaleren en bespreekbaar maken van opvallend gedrag van het kind (niet conform leeftijd). Naar aanleiding van het eetgedrag en motoriek van het kind kunnen pedagogisch medewerkers opvallend gedrag dat consequenties heeft voor een afwijkende ge- wichtsontwikkeling bij het kind signaleren en bespreekbaar maken met ouder(s) en kinderen. Daarnaast kan de kinderopvang een bijdrage leveren in de begeleiding van het kind vanuit de opvoedende rol. Doordat zij mede- opvoeders zijn zouden zij betrokken moeten worden in het plan van aanpak en kunnen zij ondersteunen bij de leefstijlverandering van het kind. Bekend is dat hoe eerder opvallend gedrag gesignaleerd wordt, hoe kansrijker een begeleidingstraject is. Door ook bij de kinderopvang alert te zijn op opvallend gedrag met betrekking tot een gezonde gewichtsontwikkeling, kan het signaal indien gewenst gedeeld worden met JGZ en kan er proactief gehandeld worden als het kind een opvallende gewichtsontwikkeling doormaakt of lijkt door te gaan maken. Op deze wijze worden de activiteiten die al binnen de omgeving van de kinderopvang plaats vinden in breder verband benut waar het kind/ het gezin, de kinderopvang en de JGZ voordeel van hebben. De samenwerking met de JGZ biedt de mogelijkheid om te kijken naar het hele systeem (gezinsfactoren, buurt/vrije tijd factoren) rondom het kind. Daarnaast kan de samenwerking tussen de kinderopvang en de JGZ drempelverlagend werken wat resulteert in minder uitval in de begeleiding door de JGZ bij overgewicht van het kind omdat het contact is aangegaan vanuit een vertrouwde omgeving op basis van warme overdrachten. 1.2 Doel van de module kinderopvang Het doel van deze module is om de mogelijke bijdrage en rol van de kinderopvang in de ketenaanpak overge- wicht inzichtelijk te maken en te faciliteren door het bieden van een concreet uitgewerkte werkwijze met bijbe- horende hulpmiddelen, instrumenten en een handreiking in de wijze waarop de werkwijze geïmplementeerd kan worden. 1.3 Doelgroep voor gebruik module Deze module is bedoeld voor personen die de werkwijze van de kinderopvang in de ketenaanpak voor kinderen met overgewicht willen vormgeven en implementeren. Dit kunnen professionals zijn die zelf een actieve rol in deze aanpak (willen) hebben zoals de professionals in de kinderopvang of de JGZ. Dit kunnen ook projectleiders zijn die daartoe opdracht hebben gekregen vanuit betrokken of verantwoordelijke organisaties zoals de ge- meente, GGD en JGZ. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 3

1.4 Gebruik van de module in de praktijk Afhankelijk van de situatie ter plaatse kan op verschillende manieren de informatie uit deze module gebruikt worden: - ter invoering van een vergelijkbare werkwijze in de kinderopvang: de werkwijze past grotendeels in de ei- gen lokale situatie en wordt zoals in deze module omschreven ingevoerd; - ter inspiratie: op basis van de hier uitgewerkte werkwijze zelf komen tot een variant voor de werkwijze van de kinderopvang en de samenwerking met de JGZ; - ter informatie: onderdelen uit de module worden gebruikt om betrokkenen te informeren en te stimuleren om meer samenwerking te realiseren, eventueel op andere aandachtsgebieden, aandoeningen of thema s. Belangrijk bij het gebruik van deze module is dat relevante professionals altijd ruimte wordt geboden om de ke- tensamenwerking op eigen wijze te realiseren. Zowel voor wat betreft de inhoud van de werkwijze als het imple- mentatieproces. De module is niet bedoeld om in te zetten als dé manier waarop de samenwerking moet worden ingericht. Het is een best practice en daarmee dus een voorbeeld. Iedere gemeente, GGD, school, wijk, gezond- heidscentrum, huisartsenpraktijk, ziekenhuis en kinderopvang heeft zijn eigen signatuur dat van invloed kan zijn op een passende werkwijze en het implementatieproces. 1.5 Gehanteerde basis voor inrichten werkwijze kinderopvang Uitgangspunt bij het uitwerken van een werkwijze voor de kinderopvang is dat de werkwijze vooral handzaam, eenvoudig en praktisch toepasbaar moet zijn en dat het een duidelijke aanvulling biedt op het aandeel dat door andere ketenpartners geleverd wordt. De werkwijze voor de kinderopvang is geïntegreerd in de zorgroute die al bekend is en gebruikt wordt. 1.6 Leeswijzer De blauwdruk van de ketenaanpak overgewicht van kinderen in s- Hertogenbosch wordt in het volgende hoofd- stuk toegelicht. De rol die de kinderopvang in de ketenaanpak heeft wordt daarin eveneens omschreven. In hoofdstuk 3 wordt de werkwijze van de kinderopvang beschreven. Hoofdstuk 4 gaat over het implementatiepro- ces. In hoofdstuk 5 wordt een inschatting gegeven van benodigde capaciteit van relevante professionals in het ontwikkelings- en implementatieproces. Hoofdstuk 4 en 5 worden toegevoegd aan deze module op het moment dat de pilotfase wordt afgerond. In de beschreven werkwijze wordt er niet vanuit gegaan dat de pedagogisch medewerker het overgewicht van het kind actief bespreekt vanuit een signalerende rol. De pedagogisch medewerker heeft wel een belangrijke bij- drage in het bespreekbaar maken van opvallend gedrag, specifiek gericht op eetgedrag en de motorische ontwik- keling. Hiervoor wordt de zorgroute gehanteerd. In het volgen en doorlopen van de reguliere zorgroute zal er bewuster aandacht zijn voor een gezonde ontwikkeling van het kind (gezonde voeding en motorische ontwikke- ling). De werkwijze besproken in deze module is dus een aanvulling op de bestaande werkwijze beschreven in de zorgroute. Daar waar in de tekst gesproken wordt over het kind met overgewicht wordt ook het kind met obesitas bedoeld. Met de term ouder(s) wordt de primaire verzorger van het kind bedoeld. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 4

2 Ketenaanpak en de rol van de kinderopvang 2.1 De blauwdruk van de Bossche ketenaanpak De blauwdruk van de Bossche ketenaanpak overgewicht kinderen is de basis waarbinnen de werkwijzen van de diverse professionals is ontwikkeld. Figuur KO- 1: Blauwdruk ketenaanpak overgewicht kinderen in s- Hertogenbosch Binnen het zorgproces van de ketenaanpak worden zes kerntaken onderscheiden: 1. Het signaleren van het kind met overgewicht door de jeugdgezondheidszorg, huisarts, kinderarts, profes- sionals uit het onderwijs en kinderopvang, fysiotherapeuten, diëtisten en andere relevante (zorg)professi- onals. 2. Het diagnosticeren van oorzakelijke en onderhoudende factoren van het overgewicht en het afnemen van een uitgebreide anamnese om draaglast en draagkracht van het gezin voor mogelijke behandelingen te inventariseren. Deze kerntaak wordt uitgevoerd door de jeugdverpleegkundige, jeugdarts, huisarts en/of de kinderarts. 3. Als er sprake is van meervoudige problematiek in het gezin of bij het kind wordt de situatie als casus inge- bracht in het zorgteam van school, dat bestaat uit de interne begeleiding van school, schoolmaatschappe- lijk werk en de jeugdgezondheidszorg. Het zorgteam zorgt er dan voor dat de behandeling van het overge- wicht onderdeel wordt van een integraal plan van aanpak voor het gezin of kind, eventueel in overleg of in samenwerking met het wijkteam Jeugd en Gezin en het Basisteam Jeugd en Gezin (BJG) of (sociaal) wijk- team. Het wijkteam is gemachtigd 2e lijns jeugdhulpverlening in te schakelen. 4. Op basis van de diagnose, anamnese en een eventueel opgesteld integraal plan van aanpak kan de jeugd- gezondheidszorg het kind/ gezin toeleiden naar bij de draagkracht en de gezinscontext passende inter- ventie(s). 5. Het behandelen gebeurt door het inzetten en uitvoeren van passende interventies. Het interventieaanbod wordt ingezet aan de hand van het stepped en matched care principe. Dit houdt in dat gegeven de ernst van de aandoening altijd wordt begonnen met de minst ingrijpende behandeling en dat de zorg aansluit bij de behoefte, draagkracht en draaglast van het gezin. Door de principes van stepped en matched care toe te passen, wordt onnodige verwijzing, zorgconsumptie en belasting van het gezin voorkomen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier categorieën interventies (oplopend van minst ingrijpende naar meest ingrijpende behandeling): 5 Module Kinderopvang versie KO- 1.0

- Reguliere voorzieningen: voorzieningen die al in de wijk of stad aanwezig zijn en die ondersteunend kunnen zijn voor het realiseren van de gewenste gedragsverandering. Voorbeelden daarvan zijn sport- en beweegvoorzieningen, beschikbare informatie via websites, folders, bijeenkomsten en be- schikbare ondersteuning /begeleiding op gebied van opvoeding en ontwikkeling (vanuit het onder- wijs, de GGD, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk e.d.). - Individueel leefstijladvies: het één op één kortstondig begeleiden van een gezin op leefstijlverande- ring door de jeugdverpleegkundige of de praktijkondersteuner van de huisarts (POH- er). - Gecombineerde leefstijlinterventies (GLI s): het begeleiden van het kind en gezin op gebied van voeding, beweging en gedragsverandering door deskundigen. De gedragsverandering betreft bij GLI S ook het versterken van opvoedkundige vaardigheden van de ouder(s) en verzorgers. - Aanvullende zorg: als er een indicatie is voor specifieke zorg voor het kind en gezin of voorgaande interventietypen hebben onvoldoende effect gehad, kan aanvullende zorg ingezet worden. Voorbeel- den hiervan zijn een uitgebreid diagnostisch traject in het ziekenhuis, diëtiek, fysiotherapie, psycholo- gische begeleiding, GLI+ en opname (meest intensieve interventievorm). 6. De jeugdverpleegkundige houdt contact met het gezin om te toetsen of de behandeling effect heeft en om eventueel een opschaling van zorg in gang te zetten bij het uitblijven van het gewenste effect. Na af- ronding van de behandeling blijft de jeugdverpleegkundige in contact om eventuele terugval te voorko- men door een nazorgtraject te bieden1. 2.2 De rol en positie van de kinderopvang in de keten De rol van de kinderopvang is van belang bij de groen gearceerde kerntaken in figuur KO.2. Het gaat met name over de kerntaken signaleren (1) en bespreken van het kind in breder verband (3) indien daar redenen voor zijn. Voor de werkwijze van de kinderopvang wordt de zorgroute gehanteerd die al bekend is en al gebruikt wordt binnen de kinderopvang. In deze werkwijze wordt er meer aandacht gevraagd voor eetgedrag (gezonde voeding) en beweeggedrag van het kind en het bespreekbaar maken daarvan en mogelijke consequenties voor de ge- wichtsontwikkeling van het kind. Er worden dus geen nieuwe handelingen verwacht van de pedagogisch mede- werkers. In het volgende hoofdstuk wordt de Bossche werkwijze per kerntaak voor de kinderopvang beschre- ven. Figuur KO- 2: Bijdrage kinderopvang in de keten (groen gearceerd) 1 Het bieden van nazorg wordt in de Zorgstandaard obesitas begeleiding genoemd. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 6

3 De taken en activiteiten van de kinderopvang Kerntaak 1 Signaleren Figuur KO- 3: Plaats Signaleren in de keten Er zijn meerdere manieren waarop de signalering van opvallend eet- en beweeggedrag van het kind binnen de kinderopvang wordt vormgegeven. De methoden die in s- Hertogenbosch worden ingezet, zijn te categoriseren naar twee methoden: 1. De pedagogisch medewerker signaleert tijdig opvallend eet- en beweeggedrag gedrag (niet conform leeftijd) van het kind en maakt dit bespreekbaar met ouder(s). 2. Ouder(s) van het kind kan zelf met zorg komen over de ontwikkeling van het kind, of vragen met betrekking tot het gedrag van het kind. Indien gewenst kan verwezen worden naar de JGZ. De eerste methode gebeurt op basis van waarneming door de pedagogisch medewerker waarbij de kinderop- vang zich inzet een brug te maken naar begeleiding door de JGZ. In figuur KO- 1 worden de verschillende stappen van het proces signaleren van opvallend gedrag en bespreek- baar maken van het gedrag van het kind door de kinderopvang weergegeven. In de volgende paragrafen worden de stappen 1.1 tot en met 1.5 uitgewerkt. Figuur KO- 1.: Processchema Signaleren Toelichting op figuur KO- 1: Vanuit de observerende en signalerende rol analyseert de kinderopvang het eet- en beweeggedrag van het kind. Indien gewenst bespreekt de pedagogisch medewerker het opvallende gedrag van het kind kort met de ouder(s) van het kind tijdens het haal/breng moment. Indien er vanuit de ouder(s) of vanuit de pedagogisch medewerker behoefte is aan een vervolggesprek dan wordt een afspraak ingepland. Tijdens dit vervolggesprek wordt de zorg gedeeld omtrent de gewichtsontwikkeling van het kind en wordt de mogelijke bijdrage van de JGZ besproken. Indien ouder(s) een vervolg wensen bij JGZ dan kan het kind via de kindbespreking verwezen worden naar de JGZ voor verdere diagnostiek. Indien ouder(s) geen behoefte hebben aan de kindbespreking maar wel een bege- leidingstraject willen starten met de JGZ dan wordt JGZ hierover geïnformeerd door de kinderopvang. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 7

Activiteit 1.1 Signaleren: Analyseer gedrag van het kind Figuur KO- 2: Processchema Activiteit 1.1 Analyseer gedrag van het kind in proces signaleren Doel Vroegtijdig opvallend gedrag van het kind signaleren dat kan leiden tot een afwijkende gewichtsontwikkeling Input - beoordeling mate waarin er zorg is omtrent opvallend gedrag van het kind Acties kinderopvang 1. 2. 3. 4. Ben alert op het eet- en beweeggedrag van het kind Deel de zorg over opvallend gedrag van het kind met collega s en/of eventueel locatiemanager Bespreek of het gewenst is dat de pedagogisch medewerker een vervolg initieert Plan een moment met ouder(s) om het gedrag van het kind bespreekbaar te maken (dit kan tijdens het haal/breng moment). Output - Afspraken over een moment waarop het gedrag van het kind wordt besproken met ouder(s) van het kind Hulpmiddelen - bijlage KO.1 Hulpmiddel pedagogisch medewerkers Extra informatie - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 8

Activiteit 1.2 Signaleren: Bespreekbaar maken gedrag van het kind Figuur KO- 3: Processchema Activiteit 1.2 Bespreekbaar maken gedrag van het kind in proces signaleren Doel Bespreekbaar maken van het opvallende gedrag van het kind met de ouder(s) van het kind tijdens het haal/breng moment Input - beoordeling mate waarin gezondheidsontwikkeling zorgelijk is op basis van waarneming van gedrag Acties kinderopvang (pedagogisch medewerker) 1. Deel de zorg met de ouder(s) en maak het gedrag van het kind bespreekbaar 2. Indien ouder(s) of de kinderopvang hier behoefte aan hebben, vraag of ouder(s) vervolggesprek wensen 3. Plan een afspraak met ouder(s) om uitgebreider stil te staan bij het gedrag van het kind. Output - Eventueel een vervolgafspraak zodat ouder(s) en de kinderopvang de ruimte krijgen tot een gesprek Hulpmiddelen - bijlage KO.1 Hulpmiddel pedagogisch medewerkers Extra informatie Aanknopingspunten om opvallend gedrag bespreekbaar te maken Voorbeelden / hulpvragen aan de hand waarvan het gedrag van het kind bespreekbaar gemaakt kan worden: - vanuit opvallend eetgedrag van het kind (niet willen eten/ slecht eten, juist veel willen eten/ niet verza- digbaar, snel eten/gulzig eten) - vanuit beleid: gezond en passend beleid binnen het kinderdagverblijf/ peuterspeelzaal (bijvoorbeeld water drinken beleid, of traktatiebeleid) - vanuit het beweeggedrag van het kind: motoriek van het kind is niet conform leeftijd. - vanuit het screeningsinstrument dat gebruikt wordt binnen de kinderopvang (kindvolgsysteem zoals bijvoorbeeld de KIJK of ParnaSys) Module Kinderopvang versie KO- 1.0 9

Activiteit 1.3 Signaleren: Vervolggesprek over gedrag van het kind Figuur KO- 4: Processchema Activiteit 1.3 Vervolggesprek over gedrag van het kind in proces signaleren Doel Het bespreken van de zorg rondom het opvallende gedrag en de mogelijke consequenties voor de gewichtsont- wikkeling van het kind met ouder(s) Input - beoordeling mate waarin gewichtsontwikkeling zorgelijk is op basis van waarneming van gedrag Acties kinderopvang 1. Breng het opvallend gedrag van het kind ter sprake en spreek de zorg uit voor mogelijke consequenties voor de gewichtsontwikkeling 2. Vraag of en zo ja, op welke wijze het gedrag/ontwikkeling van het kind herkenbaar is. Indien de ou- der(s) het gedrag van het kind niet herkennen maar de pedagogisch medewerker wel, benoem dit dan aan de hand van voorbeelden (concreet gedrag) 3. Inventariseer of er al eens met iemand over gesproken is en of er al begeleiding is ingezet 4. Vraag of ouder(s) bekend zijn met de begeleiding die de JGZ kan bieden 5. Benoem de mogelijke rol en bijdrage van de JGZ en dat elk kinderdagverblijf vertegenwoordigd is door een JGZ- medewerker 6. Vraag of ouder(s) in contact gebracht wil worden met JGZ met betrekking tot de gewichtsontwikkeling 7. Indien ouder(s) geen vervolg wensen volgen er geen verdere acties Indien ouder(s) akkoord zijn, vraag of zij een apart gesprek willen met de JGZ of dat zij via de kindbe- spreking in contact willen komen met de JGZ 8. Registreer de gemaakte afspraken in kindvolgsysteem Output - Afspraken over het vervolg (geregistreerd in kindvolgsysteem) Hulpmiddelen - - bijlage KO.1 Hulpmiddel pedagogisch medewerkers Kindvolgsysteem Extra informatie Mogelijke rol en bijdrage JGZ: - Door met de JGZ samen te gaan werken, is het mogelijk om na te gaan welke factoren bijdragen aan het ontstaan of in stand houden van overgewicht - Door met de JGZ samen te gaan werken, is het mogelijk te kijken naar het hele systeem rondom het kind (gezinsfactoren, buurt/vrije tijd factoren) en wat haalbaar is voor het kind Module Kinderopvang versie KO- 1.0 10

Activiteit 1.4 Signaleren: Bespreken zorg in kindbespreking Figuur KO- 5: Processchema Activiteit 1.4 Bespreken in kindbespreking in proces signaleren Doel Het bespreken van de zorg rondom het opvallende gedrag en de mogelijke consequenties voor de gewichtsont- wikkeling van het kind met JGZ Input - toestemming van ouder(s) voor kindbespreking - aanknopingspunten voor het ter sprake brengen van de gewichtsontwikkeling/overgewicht van het kind (als resultaat van activiteit 1.3) Acties kinderopvang 1. Breng het opvallende gedrag ter sprake en de mogelijke consequenties voor de gewichtsontwikke- ling van het kind 2. Laat ouder(s) een eerste reactie geven op de boodschap 3. Introduceer de jeugdverpleegkundige als expert en partner om het kind en gezin te begeleiden als ouder (en kind) actief met vraagstukken omtrent voeding, bewegen en gewicht aan de slag wensen te gaan 4. Vraag of ouder(s) en kind een begeleidingstraject bij de JGZ willen starten 5. Zo ja, laat JGZ met ouder(s) afspraak maken over vervolgstap 6. Registreer de gemaakte afspraken in kindvolgsysteem. 7. Indien gemaakte afspraken (nog) andere acties vragen van kinderopvang, zorg dat deze acties wor- den uitgevoerd. Output - Afspraken over vervolg (geregistreerd in het kindvolgsysteem) Hulpmiddelen - - bijlage KO.1 Hulpmiddel pedagogisch medewerkers Kindvolgsysteem Extra informatie - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 11

Activiteit 1.5 Signaleren: Inlichten JGZ Figuur KO- 6: Processchema Activiteit 1.5 Inlichten JGZ in proces signaleren Doel De JGZ inlichten over de te starten begeleiding met ouder(s) en kind Input Gemaakte afspraken tijdens het vervolggesprek (activiteit 1.3) of de kindbespreking (activiteit 1.4) Acties kinderopvang 1. Licht de JGZ in over de gemaakte afspraken met ouder(s) en kind 2. Benoem dat de JGZ verder contact opneemt met het kind (en gezin) over het te starten begeleidingstra- ject Output - Registreer gemaakte afspraken Hulpmiddelen - - bijlage KO.1 Hulpmiddel pedagogisch medewerkers Kindvolgsysteem Extra informatie - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 12

Kerntaak 2 Anamnese / diagnosticeren Figuur KO- 5: Plaats Anamnese/ diagnosticeren in de keten De kinderopvang heeft geen specifieke rol in het afnemen van de anamnese of het diagnostisch onderzoek dat aan het overgewicht gerelateerd is. Dat is een taak van professionals binnen de JGZ, huisarts en kinderarts. Doel - Input - Acties kinderopvang - Output - Hulpmiddelen - Extra informatie - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 13

Kerntaak 3 Bespreken in zorgteam (evt. wijkteam) (kindbespreking) Figuur KO- 6: Plaats Bespreken in zorgteam (evt. wijkteam) in de keten Doel Bespreken van het kind in breder verband vanwege geconstateerde multiproblematiek bij het kind en/of het ge- zin met als doel een plan van aanpak voor het kind en/of gezin opstellen. Input - toestemming van ouder(s) voor kindbespreking - aanmelding van het kind voor kindbespreking Acties kinderopvang 1. Pedagogisch medeweker en/of locatiemanager (indien locatiemanager goed afgestemd heeft met peda- gogisch medewerker) bespreekt casus in kindbespreking (ouder(s) is/zijn bij voorkeur ook aanwezig) 2. Maak afspraken over wie het eerste aanspreekpunt is voor ouder(s) en kind in het begeleidingtraject 3. Draag bij aan het opstellen van een integraal plan van aanpak. Output - Integraal plan van aanpak waarin de aanpak overgewicht van het kind onderdeel is Hulpmiddelen - Extra informatie In s Hertogenbosch wordt de casus ingebracht in de kindbespreking of het wijkteam als er sprake is van meer- voudige problematiek. In bepaalde gevallen zal uitwijken naar het wijkteam de voorkeur hebben omdat daar de casuïstiek van het gezin al is ondergebracht of dat de zwaarte van de problematiek daarom vraagt. Mogelijke bijdrage kinderopvang Er zijn twee redenen om het kind te bespreken in de kindbespreking na de diagnostiek: 1. Er zijn meerdere zorgen rondom het kind, er is dus sprake van multiproblematiek. 2. De kinderopvang kan een belangrijke bijdrage leveren in de begeleiding van het kind op het overgewicht van de opvoedende rol die zij heeft. Doordat zij mede- opvoeders zijn kunnen zij ondersteunen bij de leefstijlverandering van het kind. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 14

Kerntaak 4 Toeleiden interventie Figuur KO- 7: Plaats toeleiden interventie in de keten Het toeleiden naar een interventie is primair geen verantwoordelijkheid van de kinderopvang. Echter waar mogelijk kunnen zij zoeken naar een passend aanbod in het kindcentrum en/of de omgeving. De peda- gogisch medewerker en/of locatiemanager kan een bijdrage hebben in het (deels) toeleiden naar bijvoorbeeld pas- sende beweegvormen voor het kind. Deze taak wordt dan meestal uitgevoerd als onderdeel van het behandelplan van het kind en dus als aanvulling op de activiteiten die de JGZ uitvoert. Doel - Input - Acties kinderopvang - Output - Hulpmiddelen - Extra informatie - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 15

Kerntaak 5 Behandelen Figuur KO- 8: Plaats Behandelen in de keten Indien een kind onder behandeling is en de ouder(s) de pedagogisch medewerker betrekken bij het behandelplan, dan heeft de kinderopvang/pedagogisch medewerker ook een verantwoordelijkheid in het uitvoeren van het behan- delplan voor het overgewicht van het kind omdat de kinderopvang/pedagogisch medewerker mede- opvoeder is van het kind. Indien gewenst geven zij uitvoering aan het beleid van de kinderarts of het advies van de JGZ. De pedago- gisch medewerker komt afspraken gerelateerd aan de voedingsinname van het kind na indien dit voedingspatroon niet te veel afwijkt van het voedingsbeleid van de kinderopvang (bijvoorbeeld afstemmen hoe om te gaan met trak- taties etc.). Doel - Input - Acties kinderopvang - Output - Hulpmiddelen - Extra informatie - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 16

Kerntaak 6 Bieden nazorg Figuur KO- 9: Plaats Bieden nazorg in de keten De kinderopvang heeft geen specifieke rol of verantwoordelijkheden in het bieden van nazorg na behandeling voor het overgewicht van het kind. Doel - Input - Acties kinderopvang - Output - Hulpmiddelen - Extra informatie - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 17

4 Ontwikkelen en implementatie werkwijze kinderopvang In dit hoofdstuk is het implementatieproces voor de bijdrage van de kinderopvang in de ketenaanpak uitge- werkt. Voordat dit proces beschreven wordt en de hulpmiddelen geïntroduceerd worden, volgt eerst een uiteen- zetting van een aantal belangrijke principes voor een succesvolle implementatie. De in paragraaf 4.2 uitgewerkte principes liggen ten grondslag aan het implementatieproces van de ketenaanpak in s- Hertogenbosch en zijn van invloed op de implementatieprocesstappen, beschreven in paragraaf 4.3. 4.1 Belang van een weloverwogen implementatie Implementeren van een nieuwe werkwijze is meer dan betrokken professionals vertellen wat zij moeten doen. Het is ervoor zorgen dat betrokkenen willen doen wat nodig is om de gewenste verandering door te voeren en in stand te houden. De beste uitkomst is als betrokkenen zich verantwoordelijk voelen voor de uitvoering, het peri- odiek evalueren van de nieuwe werkwijze en in samenspraak met andere ketenpartners het voortouw nemen in het doorvoeren van benodigde aanpassingen in de werkwijze. Neem de Bossche werkwijze niet zomaar over, ook niet als deze prima lijkt te passen. Het is van belang dat be- trokkenen uit het werkveld zelf een proces doorlopen door te beoordelen in hoeverre het Bossche voorbeeld past, waar eventueel aanpassingen gewenst zijn en hoe hun eigen werkwijze eruit moet komen te zien. Dit pro- ces hoeft niet lang te duren maar is noodzakelijk voor de commitment van de betrokkenen en het nemen van de verantwoordelijkheid om tot implementatie van hun deel in de ketenaanpak te komen. 4.2 Belangrijke principes voor een succesvolle implementatie Het belang van de andere partij centraal zetten Creëer draagvlak bij directe stakeholders door aan te sluiten bij hun belang om vervolgens vandaaruit samen het gezamenlijk belang te onderzoeken, te benoemen en tenslotte te formuleren. Vervolgens ontstaat er ruimte om te bespreken wat er nodig is om dit doel te bereiken. Een blauwdruk ketenaanpak hanteren als basis voor de implementatie De blauwdruk ketenaanpak is een globale uitwerking van het zorgproces. In paragraaf 2.1 van deze module is de blauwdruk van de Bossche ketenaanpak overgewicht weergegeven en toegelicht. Iedere gemeente, wijk, gezond- heidscentrum of huisartsenpraktijk heeft zijn eigen signatuur die van invloed is op een passende werkwijze. Daarom is het niet mogelijk om werkwijzen zonder inbreng van deze partners invulling te geven. De blauwdruk biedt een mooie tussenoplossing. Het is niet zo ver uitgewerkt dat het niet toepasbaar is in andere wijken en ge- meenten. Het is ver genoeg uitgewerkt om een kader te bieden voor verdere invulling van de samenwerking en werkwijze. Pas als er zicht is op een concrete werkwijze als invulling van de blauwdruk in de betreffende wijk en voor de betrokken professionals, wordt de implementatie van de werkwijze in gang gezet. De voordelen om vanuit een blauwdruk te werken: - Het biedt houvast voor de gesprekken om tot een gezamenlijk belang en doel te komen. - Het is de basis om tot een concrete invulling te komen van de werkwijze in een bepaalde wijk of ge- meente. - Het biedt een kader dat voorkomt dat er in iedere wijk een volledig andere werkwijze wordt ingevoerd. Dat zou onwerkbaar zijn voor partners zoals de jeugdgezondheidszorg die een groter bedieningsgebied hebben dan een huisartsenpraktijk of school. Zorgvuldig omgaan met de tijd van de betrokken professionals Tijd om te overleggen en te participeren in projecten is voor professionals in de wijk een schaars goed. Hun kern- taak staat in het teken van direct contact met kind, cliënt of patiënt. Het andere komt er extra bij. Zorgvuldig met deze tijd om gaan, betekent resultaatgericht en efficiënt werken met deze professionals. Denk daarbij aan: - Gericht informeren van betrokkenen; beperkt informeren over het groter geheel en uitgebreid informeren over de activiteiten die direct van invloed zijn op het werk van de betrokkenen. Maak daarbij onderscheid in subdoelgroepen. De vakleerkracht LO op school hebben namelijk een andere informatiebehoefte dan de huisarts of een jeugdverpleegkundige. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 18

- - - Het organiseren van overleg met alleen direct betrokkenen bij het onderwerp. Stel de groep samen op basis van het onderwerp wat besproken gaat worden of kies de onderwerpen zodanig dat deze relevant zijn voor de genodigden van het overleg. Overleg alleen wanneer het proces daarom vraagt. Voorkom teveel vooraf geplande periodiek terugkerende besprekingen zoals maandelijkse projectgroep bijeenkomsten. Faciliteer het implementatieproces zoveel mogelijk. Mensen raken het snelst intrinsiek gemotiveerd en be- trokken als er maximale opbrengst gerealiseerd kan worden met minimale inzet. Bepaal daarom zorgvuldig welke bijdrage van de professionals in het werkveld wordt verlangd. Leg geen oneigenlijke taken neer bij deze professionals. Faciliteer de professional optimaal in het kunnen uitvoeren van zijn bijdrage. Denk daarbij aan het plannen van overleg en het uitvoeren van het voorwerk op basis waarvan vervolgstappen of keuzes gemaakt kunnen worden. Op basis daarvan kan in het overleg snel en doortastend het vervolg be- sproken worden en de benodigde keuzes gemaakt worden. Het eenvoudig maken om te veranderen Maak het de professional zo eenvoudig mogelijk om met de nieuwe werkwijze aan de slag te gaan: - Introduceer stapsgewijs veranderingen daar waar dat nodig en mogelijk is. - Zorg dat de takenverdeling tussen de ketenpartners heel helder is. - Ondersteun ieders taak door het bieden van hulpmiddelen en instrumenten als dit relevant en mogelijk is. De professionals gaan zich hierdoor in staat voelen om aan de verwachtingen te voldoen. Aansluiten bij kansen die zich voor doen Sluit zoveel mogelijk aan bij ontwikkelingen die zich gedurende het implementatieproces als kansen voordoen en die positief bijdragen aan het gewenste einddoel. Als professionals op eigen initiatief aangeven een aandeel te willen leveren, dan is het de moeite waard om te onderzoeken hoe aan deze behoefte invulling gegeven kan wor- den. Voorbeeld: In de wijk Noord bij kinderopvang, locatie Basisschool De Duizendpoot, was men al actief aan de slag met een intensief beleid op gezonde leefstijl. Naast het feit dat de pedagogisch medewerkers van de kin- deropvang gaan werken binnen de werkwijze van de ketenaanpak, willen zij het breder pakken en ook hier- mee aan de slag bij de BSO, tussentijdse school en school. De aanleiding voor het breder pakken is de wens om een doorlopende lijn met betrekking tot het gezondheidsbeleid binnen het kindcentrum (0-12 jaar inclusief basisonderwijs) te creëren. Gehoor geven aan de signalen van professionals Het gehoor geven aan signalen die professionals afgeven over de beoogde verandering is erg belangrijk voor het behouden en vergroten van commitment van de betreffende professionals, ongeacht of deze signalen realistisch van aard zijn of niet. Ook ongeacht of deze vanuit de praktijk of vanuit weerstand tegen verandering worden in- gegeven. Het is erg belangrijk om op enigerlei wijze gehoor te geven aan het signaal. Verken samen wat de bete- kenis van het signaal is voor het beoogde doel en hoe het signaal het proces of het eindresultaat gaat beïnvloe- den. Voorbeeld: De pedagogische medewerkers hebben aangegeven dat zij het lastig vinden om het gewicht van het kind bespreekbaar te maken. Er wordt ook niet vanuit gegaan dat de pedagogisch medewerker het overge- wicht actief bespreek vanuit een signalerende rol. De pedagogisch medewerker heeft wel een belangrijke bij- drage in het bespreekbaar maken van opvallend gedrag, specifiek gericht op eetgedrag en de motorische ont- wikkeling. Bij het inrichten van de werkwijze binnen de kinderopvang zijn aanknopingspunten geboden om het opval- lend gedrag van het kind (niet conform leeftijd), bespreekbaar te maken met ouder(s). Bijvoorbeeld aan de hand van het screeningsinstrument dat wordt gebruikt binnen de kinderopvang (KIJK of ParnaSys). Aan de hand van de uitkomsten van deze screeningsinstrumenten is het eenvoudiger om ontwik- kelingen en/of gedrag van het kind te koppelen aan overgewicht en te bespreken, zonder dat hier een oordeel aan hangt. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 19

Implementatie als een continue proces zien Nieuwe ontwikkelingen in kennis over de aanpak van overgewicht bij kinderen en in de werkomgeving van de betrokken professionals zullen eerder standaard zijn dan uitzondering. Dit betekent dat de werkwijze van de professionals in de keten steeds weer getoetst en aangepast moet worden om aansluiting te houden met deze nieuwe ontwikkelingen. Het is dus belangrijk om het vertalen van nieuwe ontwikkelingen naar aanpassingen in de werkwijze te borgen. Borging die zich uit in het gezamenlijk bespreken van de impact van nieuwe ontwikke- lingen en het doorvoeren van de benodigde aanpassingen door de betrokken organisaties en personen. Niet van- uit een projectgedachte maar vanuit de gedachte dat de samenwerking aan continue verandering onderhevig is en dat het dus een regulier doorlopend proces betreft. Voorbeeld: Kinderopvang Kanteel in Den Bosch heeft ervoor gekozen om de werkwijze binnen de ketenaan- pak breder te pakken. Zij willen het gezondheidsbeleid ook toepassen binnen de BSO en school, zodat er sprake is van een doorlopende lijn. Het actief signaleren van overgewicht is zodoende ingevoerd door het aan te laten sluiten bij de ontwikkelingen die al plaatsvonden. De weerstand achter de weerstand herkennen Ben ervan bewust dat bij verandering de weerstand een ander gezicht kan hebben dan de bezwaren die worden aangedragen. Soms wordt het pas na invoering van de verandering duidelijk wat de echte weerstand is of was. Voorbeeld: De betrokken medewerkers bij de kinderopvang gaven aan dat zij het lastig vinden om overge- wicht bij het kind bespreekbaar te maken. Zij gaven aan dat het moeilijk is om te zien of en wanneer een kindje te zwaar is, bij 0 tot 2- jarige kinderen is er namelijk ook nog sprake van babyvet. Later bleek dat de me- dewerkers het lastig vinden om het gesprek met de ouder aan te gaan omtrent het gewicht van het kind. Sa- men is besproken dat de kinderopvang niet het gewicht maar het eet- en beweeggedrag van het kind be- spreekbaar gaat maken. Door bijvoorbeeld het gesprek aan te gaan met ouder(s) naar aanleiding van de moto- rische ontwikkeling of specifiek voedingsgedrag van het kind, werkt dit drempelverlagend om het gesprek te voeren. Ruimte geven aan het verandertempo van de individuele professional Ieder individu gaat anders om met veranderingen. De ene persoon is altijd op zoek naar vernieuwing, de ander kijkt de kat uit de boom. Ruimte geven aan het verandertempo van een individu levert uiteindelijk meer winst op dan van alle betrokkenen hetzelfde te verwachten en daarmee de verandering af te dwingen. Afdwingen werkt weerstand- verhogend met verlies van commitment en een minder succesvolle implementatie tot gevolg. Voorbeeld: Enkele betrokken pedagogisch medewerkers gaven aan dat zij het moeilijk vinden om het gewicht van het kind bespreekbaar te maken met ouders. De pedagogisch medewerkers wordt de mogelijkheid gebo- den om de zorg rondom het kind intern af te stemmen. Samen kan worden gekeken hoe de zorg rondom het kind het best gedeeld kan worden, en welke aanknopingspunten gebruikt kunnen worden. Eventueel kan ook intern worden afgestemd wie de zorg rondom het gewicht van het kind deelt met ouders. Het is van belang dat de pedagogisch medewerker zich comfortabel voelt om het gewicht van het kind te bespreken met ouders, zij moeten de ruimte krijgen om zich vaardig te voelen. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 20

4.3 Activiteiten implementatieproces In deze paragraaf wordt het in s- Hertogenbosch doorlopen proces voor implementatie van de werkwijze voor de kinderopvang weergegeven. Het ontwikkelen van de werkwijze in de jeugdgezondheidszorg is een stap die in s- Hertogenbosch maar één keer is doorlopen. De werkwijze die daaruit is voortgekomen, wordt als basis gebruikt voor de implementatie bij een andere kinderopvang. Als het aangereikte materiaal uit de Bossche proeftuin als basis wordt gebruikt voor de implementatie elders, dan kan de stap ontwikkelen werkwijze overgeslagen worden. In het voorbereiden van de lokale pilot wordt bepaald welke delen van de Bossche werkwijze bruikbaar zijn en welke delen aanpassingen behoeven. Figuur KO- 10: Ontwikkeling- en implementatieproces bijdrage kinderopvang Module Kinderopvang versie KO- 1.0 21

Stap 1 Betrekken relevante lokale partners Figuur KO- 11: Stap 1 Implementatieproces: Betrekken relevante lokale partners Doel Relevante lokale partners binden aan het doel om een effectieve ketensamenwerking te realiseren. Betrokken professionals - - - Vertegenwoordiging van de kinderopvang (beleidsmedewerker, specialist kwaliteit) Vertegenwoordiging van de jeugdgezondheidszorg (jeugdverpleegkundige van de betreffende kinderop- vang) Ketenregisseur of projectleider/ coördinator implementatie ketenaanpak (indien beschikbaar) Aanpak 1. 2. 3. In kaart brengen van de relevante lokale partners. In geval van implementatie van de werkwijze van de kin- deropvang zijn dat de daaraan verbonden jeugdverpleegkundigen waar de werkwijze ingevoerd gaat wor- den. Bij het vinden van de geschikte kinderopvang is gekeken naar de mate waarin de kinderopvang: - belangstelling heeft getoond voor intensievere samenwerking met JGZ, - het gezondheidsbeleid wil verbeteren en/of aanpassen, - al actief activiteiten onderneemt om een gezonde ontwikkeling van het kind te stimuleren, - innovatief is ingesteld Tips: - Professionals uit het werkveld weten vaak wel welke kinderopvang voldoen aan één of meer van deze kenmerken. Schakel hen in bij het vinden van geschikte partners. - Starten met gemotiveerde kinderopvang zorgt voor een goede kans van slagen. Andere kinderopvang kunnen later aanhaken indien gewenst. Het meenemen van minder geïnteresseerde of innovatief inge- stelde organisaties of functionarissen in de invoering van de ketenaanpak, is makkelijker na aangetoond succes elders. Organiseren van een oriënterend gesprek. Dit gesprek staat in het teken van het inventariseren van ieders doel, belang, rol en ideeën bij het invoeren van de samenwerking op gebied van overgewicht bij kinderen. Er is gebruik gemaakt van de blauwdruk ketenaanpak (bijlage IMP.1) en de resultaten van de knelpunten- analyse (bijlage IMP.2) om het gesprek vorm te geven. Resultaat De benodigde kinderopvang voor implementatie werkwijze kinderopvang zijn geworven. Nuttige hulpmiddelen IMP.1 Blauwdruk ketenaanpak overgewicht kinderen IMP.2 Factsheet resultaten knelpuntenanalyse werkwijze Module Kinderopvang versie KO- 1.0 22

Stap 2 Ontwikkelen werkwijze Figuur KO- 12: Stap 2 Implementatieproces: Ontwikkelen werkwijze Doel De blauwdruk vertalen naar een voor de kinderopvang passende werkwijze en rol in de ketenaanpak. Betrokken professionals - - - Vertegenwoordiging van de kinderopvang (beleidsmedewerker, specialist kwaliteit) Jeugdverpleegkundige van de betreffende kinderopvang Ketenregisseur of projectleider / coördinator implementatie ketenaanpak (indien beschikbaar) Aanpak 1. 2. 3. 4. Bepalen samenstelling van de werkgroep. In s- Hertogenbosch zijn de volgende disciplines betrokken: - Vertegenwoordiging van de kinderopvang (beleidsmedewerker, specialist kwaliteit) - Jeugdverpleegkundige - Projectleider / coördinator implementatie ketenaanpak (indien beschikbaar) Bepalen welke individuen in de werkgroep gewenst zijn. Daarbij is rekening gehouden met: - Het betrekken van personen die zelf de te ontwikkelen werkwijze gaan uitvoeren zoals de jeugdver- pleegkundige die verbonden zijn aan de betreffende kinderopvang. - De motivatie en mate waarin de persoon het onderwerp relevant vindt en erin wil investeren. - De bereidheid van directe collega s om zich te committeren aan de keuzes die hun vertegenwoordiger maakt (in hoeverre krijgt persoon het vertrouwen en het mandaat). Bespreken wie de trekkersrol vanuit de werkgroep op zich neemt en wat de bijbehorende taken zijn. Het gaat dan om activiteiten zoals: - Plannen en organiseren van de werkgroep- bijeenkomsten - Opstellen en bijhouden actielijst om tot gewenste werkwijze te komen - Bewaken voortgang afgesproken acties Tip: Zorg voor een persoon die met overtuiging de trekkersrol invulling wil en kan geven. Zonder een gemoti- veerde trekker is de kans groot dat het uiteindelijke gewenste resultaat niet behaald wordt doordat de uit- voering van de benodigde acties overruled worden door de dagelijkse gang van zaken. Uitwerken van de rol en bijdrage van de kinderopvang en de samenwerking tussen de kinderopvang en de andere ketenpartners. De werkgroepen in de Bossche pilot kinderopvang zijn ieder voor deze taak drie keer bijeengekomen. De blauwdruk van de ketenaanpak en de resultaten van de knelpuntenanalyse van be- staande werkwijze zijn als basis gebruikt voor de nieuwe werkwijze. Resultaat Een uitwerking van de werkwijze van de kinderopvang als onderdeel van de ketenaanpak overgewicht kinderen en de benodigde hulpmiddelen voor de kinderopvang en de relevante ketenpartners om deze werkwijze goed uit te kunnen voeren. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 23

Nuttige hulpmiddelen IMP.1 Blauwdruk ketenaanpak overgewicht kinderen IMP.2 Factsheet Resultaten knelpuntenanalyse werkwijze Module Kinderopvang versie KO- 1.0 24

Stap 3 Voorbereiden pilot Figuur KO- 13: Stap 3 Implementatieproces: Voorbereiden pilot Doel Benodigde voorbereidingen treffen zodat er gestart kan worden met het uitvoeren van de nieuwe werkwijze in een pilotsituatie. Betrokkenen - - - - - Vertegenwoordiging van de kinderopvang (beleidsmedewerker, specialist kwaliteit) Locatiemanager Jeugdverpleegkundige van de betreffende kinderopvang Pedagogisch medewerkers Ketenregisseur of projectleider/ coördinator implementatie ketenaanpak (indien beschikbaar) Aanpak 1. 2. 3. 4. In kaart brengen van verwachte bezwaren die gebaseerd zijn op signalen vanuit de werkgroep, eerdere in- formatiebijeenkomsten of op ervaringen bij eerdere implementaties e.d. Voorbereidingen treffen zodat geanticipeerd kan worden op de verwachte en aanwezige bezwaren. De stra- tegieën die hiervoor ingezet zijn, staan onder het kopje Extra informatie opgenomen. Informeren van alle professionals die (een deel van) de werkwijze gaan uitvoeren of op de hoogte moeten zijn van de nieuwe werkwijze. Bij voorkeur wordt geïnformeerd tijdens een bestaand overleg van de kin- deropvang. De betrokkenen uit de werkgroep kunnen deze taak uitvoeren. Indien gewenst sluit de jeugd- verpleegkundige die verbonden is aan de betreffende kinderopvang aan om vragen te beantwoorden en bezwaren te inventariseren en te bespreken. Bijlage IMP.15 is een voorbeeld presentatie die gehouden is voor alle pedagogisch medewerkers van de kinderopvang om commitment met het onderwerp en de rol van de pedagogisch medewerker daarin te vergroten. De betrokken professionals voorzien van alle benodigde materialen en hulpmiddelen die nodig zijn om de nieuwe werkwijze uit te voeren. Resultaat Alle betrokkenen die nodig zijn voor het uitvoeren van de pilot zijn geïnformeerd en gefaciliteerd om hun aan- deel te leveren. De pilot kan gestart worden. Nuttige hulpmiddelen IMP.15 Presentatie over belang van bijdrage kinderopvang De uitgeschreven werkwijze en de instrumenten voor de uitvoering van de nieuwe werkwijze zoals uitgewerkt in hoofdstuk 3 van deze module. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 25

Extra informatie Gebruikte strategieën bij het anticiperen op verwachte of ingebrachte bezwaren. Strategie 1: Feitenmateriaal verzamelen om bepaalde bezwaren te weerleggen. Strategie 2: Pilot zo in richten dat bezwaren bevestigd dan wel weerlegd worden. Strategie 3: Betrokkenen uitnodigen om tijdens de pilotperiode de voorgestelde werkwijze uit te voeren maar de toezegging doen dat zij na de pilotperiode bepalen wat de werkwijze wordt. Strategie 4: Herkaderen van een bepaald bezwaar naar een onmisbaar functioneel onderdeel. Strategie 5: Werkwijze aanpassen aan ingebracht bezwaar of signaal. Module Kinderopvang versie KO- 1.0 26

Stap 4 Pilot uitvoeren en evalueren Figuur KO- 14: Stap 4 Implementatieproces: Uitvoeren pilot en evalueren Doel De nieuwe werkwijze van de kinderopvang, in de praktijk te toetsen op volledigheid, werkbaarheid en effectivi- teit. Betrokkenen - - - - - Vertegenwoordiging van de kinderopvang (beleidsmedewerker, specialist kwaliteit) Jeugdverpleegkundige van de betreffende kinderopvang Locatiemanager Pedagogisch medewerkers Ketenregisseur of projectleider/ coördinator implementatie ketenaanpak (indien beschikbaar) Aanpak 1. 2. 3. 4. 5. De pilot starten zoals afgesproken bij de voorbereidingen. Anticiperen op vragen en signalen vanuit het werkveld. Dit kan inhouden: a. Afspraken herzien / bijstellen als deze onvoldoende werkbaar blijken te zijn. b. Nieuwe afspraken maken die nodig zijn maar waar nog niet in voorzien is. Tussentijds evalueren: een officieel moment creëren halverwege de pilot om inzicht te krijgen of de ge- maakte afspraken worden nagekomen, de eerste ervaringen te inventariseren en daar waar nodig andere afspraken te maken of nieuwe hulpmiddelen te bieden. Betrokkenen in het werkveld informeren over eventueel doorgevoerde wijzigingen naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie en hen daarin faciliteren. Op gestructureerde wijze evalueren van de pilot met behulp van bijvoorbeeld een vragenlijst zoals IMP.16 Evaluatie ketenaanpak overgewicht: kinderopvang. In deze evaluatie is aandacht voor het aantal kinderen dat gemeten en gewogen zijn, het aantal verwijzingen e.d. maar vooral ook voor hoe de werkwijze en de samenwerking met partners is ervaren en waar verbeter- punten mogelijk zijn. Resultaat Een werkwijze die getoetst is aan de praktijk en op basis daarvan is aangevuld en aangepast. Nuttige hulpmiddelen IMP.16 Evaluatie ketenaanpak overgewicht: kinderopvang Module Kinderopvang versie KO- 1.0 27

Stap 5 Aanpassen werkwijze Figuur KO- 15: Stap 5 Implementatieproces: Aanpassen werkwijze Doel Het resultaat van de evaluatie van de pilot verwerken in de werkwijze en de bijbehorende hulpmiddelen en deze vervolgens introduceren als zijnde onderdeel van de normale reguliere werkzaamheden van de kinderopvang of direct betrokkenen bij de kinderopvang. Betrokkenen - - - - - Vertegenwoordiging van de kinderopvang (beleidsmedewerker, specialist kwaliteit) Jeugdverpleegkundige van de betreffende kinderopvang Locatiemanager Pedagogisch medewerkers Ketenregisseur of projectleider/ coördinator implementatie ketenaanpak (indien beschikbaar) Aanpak 1. 2. 3. 4. Op basis van de evaluatie bepalen hoe de werkwijze beter passend gemaakt kan worden. Definitieve werkwijze beschrijven en hulpmiddelen aanpassen. Definitieve werkwijze communiceren naar betrokkenen via regulier overleg. Het communiceren via regulier overleg zorgt voor inbedding van de werkwijze in de reguliere werkzaam- heden. Worden er aparte overleggen voor de ketenaanpak gepland dan blijft het teveel een gevoel geven alsof het extra werk is en dat het een tijdelijk project is. Uitvoeren definitieve werkwijze als zijnde normale reguliere werkzaamheden. Resultaat Een volledig geïmplementeerde werkwijze voor overgewicht bij kinderen binnen de kinderopvang. Nuttige hulpmiddelen - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 28

Stap 6 Periodiek evalueren Figuur KO- 16: Stap 6 Implementatieproces: Periodiek evalueren Doel Mogelijkheid creëren om te kunnen anticiperen op ontwikkelingen die van invloed zijn op de werkwijze. Betrokkenen - - - - - Vertegenwoordiging van de kinderopvang (beleidsmedewerker, specialist kwaliteit) Jeugdverpleegkundige van de betreffende kinderopvang Locatiemanager Pedagogisch medewerkers Ketenregisseur of projectleider/ coördinator implementatie ketenaanpak (indien beschikbaar) Aanpak 1. 2. Periodiek overleg plannen met direct betrokkenen bij de werkwijze van de kinderopvang om: - De ervaringen met de werkwijze te evalueren. - Nieuwe relevante ontwikkelingen uit te wisselen en te toetsen in hoeverre deze van invloed zijn op de werkwijze. Indien de ervaringen of ontwikkelingen het nodig maakt om de werkwijze aan te passen, wordt stap 5 weer doorlopen. Resultaat Een werkwijze die aansluit bij de ervaringen van betrokkenen en bij de laatste ontwikkelingen landelijk, ge- meentelijk, in de wijk en op organisatieniveau. Nuttige hulpmiddelen - Module Kinderopvang versie KO- 1.0 29