Opdracht betoog Type opdracht: beoordelen betoog van een scholier Werkvorm: groepswerk Leerdoel: inzicht krijgen in sterke en zwakke kanten van een betoog én in de eigen sterke en zwakke punten. Materiaal: één betoog, opdrachtblad, drie verschillende werkbladen Stappenplan 1. Verdeel de drie aandachtspunten (taalgebruik, structuur, inhoud, z.o.z.) over sleden. 2. Lees het betoog Handhaving van vakantiespreiding in het onderwijs. 3. Behandel de vragen en opdrachten bij je eigen aandachtspunt. Vul steeds alles in op de werkbladen (maximaal vijftien minuten). 4. Bespreek de verschillende aandachtspunten met. Om de beurt heeft iemand het woord, die de anderen informeert over zijn bevindingen. De groep kan/moet er natuurlijk over in discussie gaan. 5. Geef je conclusies: a. Wat is het sterkste punt van dit betoog volgens? b. Wat is het minste punt van dit betoog volgens? c. Wat neem jij persoonlijk mee naar aanleiding van deze opdracht?
Aandachtspunten Taalgebruik 1. Markeer de spelfouten. 2. Markeer en verbeter de fouten in de formulering. Dit kan gaan om de formuleerfouten die je hebt geleerd (pleonasme, foutieve samentrekking etc.), maar ook om zinnen die om een andere reden verkeerd geformuleerd zijn. 3. Geef aan waar jij de woordkeuze niet goed vindt. Geef een alternatief. 4. Markeer en verbeter woorden of zinnen die schools aandoen. Structuur 1. Bepaal of de tekst bestaat uit inleiding, middenstuk en slot. Geef de delen aan in de tekst. 2. Markeer alle signaalwoorden op macroniveau (tussen tekstdelen) en op mesoniveau (tussen alinea s). 3. Bepaal of iedere alinea van het middenstuk één argument met uitwerking bevat. Noteer het argument. 4. Bepaal of iedere alinea een kernzin bevat. Markeer die. De rest van de alinea moet een uitwerking van die kernzin zijn. Markeer eventuele overbodigheden. Inhoud 1. Bepaal of de gekozen stelling relevant is. Dit houdt in dat het zin moet hebben om deze stelling te verdedigen omdat er werkelijk een meningsverschil mogelijk/aan de hand is. 2. Bepaal of de argumenten acceptabel zijn. Kloppen ze, voor zover je kunt inschatten? Zijn ze logisch? Worden ze onderbouwd met feiten? Spreken ze elkaar niet tegen? 3. Ga na of er voor de hand liggende tegenargumenten zijn die de schrijver niet heeft genoemd en weerlegd. Dus: zijn er tegenargumenten die iedereen meteen te binnen schieten bij deze stelling, terwijl de auteur die niet genoemd en weerlegd heeft?
Werkblad taalgebruik Aandachtspunt Taalgebruik Markeer de fouten in de tekst, noteer de aantallen in dit schema Onderdeel Aantal fouten Beoordeling 1 = zeer slecht, 5 = zeer goed Werkwoordspelling Leestekens Overige spelfouten Formuleerfouten van de standaardlijst Overige formuleerfouten Fouten in woordkeuze Schoolsheid op woord- of zinsniveau Eindoordeel n.v.t. 1 2 3 4 5 Algemeen Het sterkste punt volgens Het minste punt volgens Dit neem jij persoonlijk mee voor je eigen SE Eindcijfer volgens de groep
Werkblad Structuur Aandachtspunt Structuur Wat is de inleiding van de tekst? Wat is het middenstuk? Wat is het slot? Wat is je oordeel over Onvoldoende/voldoende/goed, want deze indeling? Waarom? Markeer alle signaalwoorden (macroen mesoniveau). Zijn het er voldoende? Waarom vind je dat? Noteer het argument uit iedere alinea van het middenstuk. Onvoldoende/voldoende/goed, want Markeer de kernzin van iedere alinea. Heeft iedere alinea een kernzin? Op een voorkeursplaats? Welke alinea s bevatten overbodige informatie (=informatie die de kernzin niet ondersteunt)? Wat is je algemene oordeel over de structuur van deze tekst? Leg uit. Ja/nee Onvoldoende/voldoende/goed, want. Algemeen Het sterkste punt volgens Het minste punt volgens Dit neem jij persoonlijk mee voor je eigen SE Eindcijfer volgens de groep
Werkblad inhoud Aandachtspunt Inhoud Is de stelling relevant? Leg uit. Bepaal voor ieder argument of het acceptabel is. Leg uit waarom. Ja/nee, want 1. Ja/nee, want 2. Ja/nee, want 3. Ja/nee, want 4. Ja/nee, want. Zijn er voor de hand liggende tegenargumenten (en weerlegging) die ontbreken? Wat is je algemene oordeel over de inhoud? Leg uit. Ja/nee, want Onvoldoende/voldoende/goed, want Algemeen Het sterkste punt volgens Het minste punt volgens Dit neem jij persoonlijk mee voor je eigen SE Eindcijfer volgens de groep
Betoog Nederlands Handhaving van vakantiespreiding in het onderwijs Handhaving van flexibiliteit Tring!!! De schoolbel gaat. En dat betekent... vakantie! Tijd om lekker met de familie een weekje weg te gaan. Het liefst zo ver mogelijk weg van school. Weg van het wiskundelokaal, waar je elke les word doodgegooid met ellenlange sommen waarvan er geen enkele logica in zit. Weg van de schoolkantine, waar je eerst een kwartier lang moet wachten in een meterslange rij van uitgehongerde scholieren om dan vervolgens een broodje kaas van twee euro naar binnen te zitten werken. Tijd om lekker je hoofd te ontlasten van al die moeilijke leerstof, terwijl je al zittend in een campingstoel van de Franse soleil geniet. Maar breekt deze tijd eigenlijk wel voor iedereen aan? Zijn de campings inmiddels niet overbelast? Is de verkeersdrukte nog te overzien? Is het allemaal nog wel betaalbaar? In dit betoog overtuig ik de lezer ervan dat de vakantiespreiding in het onderwijs in stand gehouden moet worden. De stelling luidt dan ook: Vakantiespreiding in het onderwijs moet gehandhaafd worden. Overvolle vakanties Als de vakantiespreiding in het onderwijs wordt gehandhaafd, zullen er aanzienlijk meer campings nog beschikbaar zijn voor een vakantie dan wanneer de vakantiespreiding wordt afgeschaft. Het behouden van de vakantiespreiding in het onderwijs zorgt er namelijk voor dat iedere scholier in Nederland op een ander moment vakantie heeft. Dit heeft als gevolg dat er veel minder gezinnen zijn die tegelijkertijd op vakantie zullen gaan dan wanneer de vakantiespreiding wordt opgeheven. En dus zullen de campings, door de handhaving van de vakantiespreiding in het onderwijs, minder snel overvol raken. Bij het handhaven van de vakantiespreiding in het onderwijs, zal er minder sprake van verkeersdrukte zijn dan bij het afschaffen van de vakantiespreiding. Want doordat er minder huishoudens zullen zijn die op hetzelfde moment op vakantie gaan, is het vrijwel rustig op de snelwegen en zijn vliegtickets gemakkelijker te bestellen. Zo beredeneerd Frank Oostdam, directeur van de reisbrancheorganisatie ANVR, ook: Op het moment dat iedere Nederlander in dezelfde week of weken op vakantie moet vanwege schoolgaande kinderen, wordt de beschikbare capaciteit aan vliegtuigstoelen en accomodaties ontoereikend. Dus wanneer de vakantiespreiding in het onderwijs in stand wordt gehouden, zal de verkeersdrukte beperkt blijven. Goed voor je portemonnee Wanneer er sprake is van handhaving van de vakantiespreiding in het onderwijs, zullen de vakanties over het algemeen goedkoper zijn dan wanneer de vakantiespreiding wordt afgeschaft. Want doordat de vakantiespreiding in het onderwijs ervoor zorgt dat er minder huishoudens zijn die tegelijkertijd op vakantie gaan, zijn de campings vrijwel niet overbevolkt en is de verkeersdrukte beperkt. Als de vakantiespreiding wordt afgeschaft, en er dus meer gezinnen gelijktijdig op vakantie gaan, raken de campings sneller overbelast en neemt de verkeersdrukte aanzienlijk toe. Dit heeft als gevolg dat campingbedrijven de prijzen verhogen, om zo te kunnen profiteren van de drukte. Het behouden van de vakantiespreiding in het
onderwijs is dus voordeliger dan de afschaffing van de vakantiespreiding. Flexibel werken Indien de vakantiespreiding in het onderwijs in stand wordt gehouden, zullen de ouders van schoolgaande kinderen die zelf werkzaam zijn in het onderwijs in een andere regio, moeilijk met hen op vakantie kunnen. Want doordat deze ouders, net zoals hun kinderen, gebonden zijn aan vaste vakantietijden, hebben zij niet de mogelijkheid om voor een bepaalde tijd verlof te nemen. De gemiste tijd valt voor hen immers niet in te halen. Het is dus voor ouders van schoolgaande kinderen die zelf werkzaam zijn in het onderwijs in een andere regio, beter dat de vakantiespreiding wordt opgeheven. Als de vakantiespreiding in het onderwijs wordt gehandhaafd, zullen de ouders van scholieren hun vakantietijden hieraan moeten aanpassen. Want als ouder kan je moeilijk met je kinderen op vakantie gaan, terwijl ze eigenlijk nog op school hadden moeten zitten. Zo stelt het NRC Handelsblad namelijk in een artikel over de vakantiespreiding in het onderwijs: Ouders met schoolgaande kinderen hebben wettelijk niet meer recht op vrije dagen tijdens de schoolvakanties dan anderen. Tevens is het voor schoolgaande kinderen lastig om de gemiste leerstof in te halen. Maar tegenwoordig hebben ouders die niet gebonden zijn aan vaste vakanties de flexibiliteit om hun eigen vakantiedagen in te plannen. Zo kunnen ze dus toch gewoon met hun kinderen op vakantie, zonder dat zij verplichte schooldagen missen. Ik kan dus concluderen dat de bediscussieerde stelling juist is. De vakantiespreiding in het onderwijs moet inderdaad gehandhaafd worden. Het zorgt er namelijk voor dat de campings niet overvol raken en de verkeersdrukte beperkt is. Ook hebben de ouders van scholieren de flexibiliteit om hun vakantietijden op die van hun kinderen aan te passen