Vraag 17: Walter Benjamin bouwt verder op het inzicht van Sigfried Giedion dat de moderne architectuur gekenmerkt wordt door doordringbaarheid. Bespreek zijn visie op de utopische kwaliteiten van glas. R0578948 2 BIRA 2015-2016 Architectuurtheorie 2
Walter Benjamin ( 1892-1940) heeft zijn utopische visie voor glas gebaseerd op het inzicht van Siegfried Giedion (1888-1968) over moderne architectuur. In deze tekst gaan we kort in op Giedion inzicht en daarna bespreken we Walter Benjamins visie op de utopische kwaliteiten van glas. Om af te sluiten kijken we tachtig jaar later terug op de glasarchitectuur. Siegfried Giedion beschrijft in Bauwen in Frankreich, Bauwen in Eisen, Bauwen in Eisenbeton (1928) de ervaring dat er slechts één grote ondeelbare ruimte is, waarbij er een nieuwe ruimtelijkheid is die in het teken staat van openheid, versmelting en doordringing. Er is een synthese gekomen van constructie en omgeving, waarin vooral transparantie belangrijk is. 1 Walter Benjamin bouwt verder op deze ervaring en dan in het bijzonder op het gevoel van doordringing, de ruimtelijke transparantie in de architectuur, die hij tot in de maatschappij wilt doortrekken. Hij brengt deze transparantie in verband met beweeglijkheid en openheid. Door de nieuwe technologische ontwikkelingen ziet Walter Benjamin kans voor de opkomst van een nieuwe, revolutionaire maatschappij die de plaats kan innemen van de negentiendeeeuwse bourgeoisie. Hij hoopt op een marxistische samenleving waarin de sociale verhoudingen transparant zijn en privacy niet langer centraal staat. 2 Om deze openheid en transparantie in de architectuur weer te geven beschouwt Walter Benjamin glas als het ideale materiaal. Glas heeft voor hem de goede eigenschappen dat het doorzichtig, hard en koud is. Het is dan ook heel moeilijk om sporen na te laten in dit soort glasarchitectuur, aan glas hecht zich immers niets. Walter Benjamin noemt het ook de vijand van het geheim en de vijand van het bezit. 3 Hieruit blijkt zijn afkeer voor de negentiende-eeuwse architectuur waar een woning het ultieme privé-eigendom is en de mens in een cocon van privacy leeft. Het wordt gekenmerkt door ornamenten en bepaalt in grote mate de manier van leven. Deze vorm van wonen vindt hij een 1 Sigfried Giedion 1928 in Dat is Architectuur, red. H. Heynen, P. Loeckx, C. Van Herk, L. De Cauter (nai010 uitgevers/publishers, 2014) p. 2 2 Hilde Heynen, Wonen in een huis van glas. Walter Benjamins oproep tot een nieuw barbarendom in Benjamin Journaal 3, Walter Benjamin (Historische Uitgeverij Groningen, 2014) p 105 3 Walter Benjamin, 1933 in Dat is Architectuur, red. H. Heynen, P. Loeckx, C. Van Herk, L. De Cauter (nai010 uitgevers/publishers, 2014) p. 218
gedwongen soort van wonen die niet meer past bij de mens van die tijd. 4 De 19 de -eeuwse mens kan zijn levenservaring ook niet meer doorgeven, omdat die niet langer relevant is. De connectie met het cultuurerfgoed is verdwenen en er is een soort van ervaringsverlies. Hierdoor ontstat een nieuw soort barbarendom dat volgens Walter Benjamin een positieve invloed kan zijn. 5 Want waartoe brengt de armoede aan ervaring de barbaar? Ze brengt hem ertoe van voren af aan te beginnen, een nieuw begin te maken, met weinig toe te komen, van weinig iets te maken en daarbij niet rechts of links te kijken. 6 Het biedt immers de mogelijkheid om opnieuw te beginnen met een betere vorm van samenleving waarin transparantie en openheid de plaats innemen van beslotenheid en afscherming. Er is voor hem namelijk een einde gekomen aan het wonen in de traditionele zin van het woord. 7 Er komt een nieuw soort wonen waarin de glasarchitectuur een belangrijke rol speelt, en het wordt moeilijk om een woning als privé-eigendom te bestempelen. Het kan eerder gezien worden als een transitieruimte waarin iemand even verblijft voordat die weer verder gaat. Dit past uitstekend bij zijn hoop op een samenleving zonder sociale klassen, waar alles transparant is en waarin privébezit niet langer erkend wordt maar alles in teken staat van het collectieve. Die hoop baseerde Walter Benjamin op de theorie van Karl Marx, toen werd die theorie immers nog succesvol in de praktijk gebracht in Rusland. 8 Onder het communisme was het bijvoorbeeld gebruikelijk dat huizen geen privé-eigendom waren die gekocht en verkocht werden, maar dat ze toegewezen werden door de staat en geruild konden worden voor een andere woning naargelang de noden van de bewoners. 4 Walter Benjamin, Ervaring en armoede in Maar een storm waait uit het paradijs, Walter Benjamin (SUN uitgeverij, tweede uitgave, 1996) p 139 5 Walter Benjamin, 1933 in Dat is Architectuur, red. H. Heynen, P. Loeckx, C. Van Herk, L. De Cauter (nai010 uitgevers/publishers, 2014) p. 217 6 Walter Benjamin, Ervaring en armoede in Maar een storm waait uit het paradijs, Walter Benjamin (SUN uitgeverij, tweede uitgave, 1996) p 137 7 Notities Architectuurtheorie, deel 2, KULeuven, 2015-2016 8 De luchtspiegelingen van de utopie in Dat is Architectuur, red. H. Heynen, P. Loeckx, C. Van Herk, L. De Cauter, (nai010 uitgevers/publishers, 2014) p.
Bovendien maakt glas ook de doordringing tussen binnen en buiten mogelijk. 9 Op die manier is er helemaal geen bescherming meer van het privéleven maar eerder een soort moreel exhibitionisme. Dit maakt helemaal een einde aan de traditionele manier van het wonen, wat volgens Walter Benjamin net positief is. Door de technische ontwikkelingen wordt ook het leven van het individu gekenmerkt door transparantie, vluchtigheid en flexibiliteit. Zo kijkt hij bijvoorbeeld vol bewondering naar de huizen van Le Corbusier en Adolf Loos die vervuld zijn van licht en lucht. Hieruit blijkt dan ook dat niet enkel, in navolging van Siegfried Giedion, de ruimte één groot en ondeelbaar geheel is, maar dat dit ook toepasbaar is op de maatschappij waarbij het collectief centraal staat. Als ik na meer dan 80 jaar terugkijk op Benjamins visie op glasarchitectuur, wordt het duidelijk dat de maatschappij zich niet ontwikkeld heeft zoals Walter Benjamin had uitgedacht. De meest extreme glazen huizen zijn ondertussen gebouwd, bijvoorbeeld het Farnsworth House van Mies van der Rohe of het Glass House van Philip Johnson. Deze woningen zijn beiden volledig transparant, maar werkten niet als zodanig. De bewoonster van het Farnsworth House voelde zich bijvoorbeeld niet op haar gemak in haar huis en bij het Glass House van Philip Johnson hoorde nog een tweede gebouw dat volledig gesloten en privé is. 10 Hieruit blijkt dat de transparantie van de glasarchitectuur toch niet werd doorgetrokken tot in de maatschappij. Ondanks alle doorzichtige wanden blijft privacy een belangrijk deel van het wonen en een belangrijk aspect van de maatschappij. Ook de vele glazen wolkenkrabbers van Mies van der Rohe, die perfect beantwoorden aan Walter Benjamins visie op glasarchitectuur, hebben niet geleid tot een verandering naar een klasseloze maatschappij, maar werden eerder als onbewoonbaar bekritiseerd. Moholy-Nagy vergeleek het bijvoorbeeld met hotelkamers. 11 Voor mij is het opvallend in deze voorbeelden dat de glasarchitectuur inderdaad de eigenschappen heeft die Walter Benjamin zo prijzenswaardig vindt, maar toch niet als geslaagde woningen worden beschouwd. De kritiek die gegeven wordt op deze gebouwen is net wat Benjamin beoogde. Hij wilde een woning die eerder een transitieruimte is dan een woning in de traditionele zin van het woord. Ook het gebrek aan privacy was een van de grote 9 Hilde Heynen, Wonen in een huis van glas. Walter Benjamins oproep tot een nieuw barbarendom in Benjamin Journaal 3, Walter Benjamin (Historische Uitgeverij Groningen, 2014) p 104 10 Notities Architectuurtheorie, deel 1, KULeuven, 2014-2015 11 Notities Architectuurgeschiedenis, deel 2, KULeuven, 2015-2016
voordelen die hij aan glas toewees, toch evolueerde onze maatschappij niet naar een klasseloze, transparante samenleving. Hieruit blijkt volgens mij duidelijk dat architectuur niet zo n grote impact heeft op onze maatschappij als Walter Benjamin hoopte.