Het eerste jaar van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) ligt achter ons.

Vergelijkbare documenten
Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld voor de inwoners van de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer

Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord Leiden, 25 november Inleiding

SAMENWERKINGSPROTOCOL

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Middels deze brief informeren wij u over de publiciteitscampagne(s) rondom het Advies-en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) Gelderland-Zuid.

ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD KOP VAN NOORD-HOLLAND

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2017

Angelien Bouvrie en Dominique Vranken Veilig Thuis Zuid Limburg

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008

Een Veilig Thuis. Daar maak je je toch sterk voor?

Veilig Thuis. 1Gelderland Noord & Midden

Nieuwsbrief Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland Nummer 6 April 2007

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente

EVALUATIEVERSLAG KINDSPOOR

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus

JAARVERSLAG Sektesignaal

Verslag project. Ouderenmishandeling in de Kop van Noord-Holland. Agendasetting afstemming overdracht - positionering

Verslag Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland

Start het gesprek en voorkom seksueel kindermisbruik *Ook voor naasten en professionals/publieke instanties

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

Veilig Thuis Gooi & Vechtstreek. ASHG en AMK samen verder

Wegwijzer crisis en acute zorg in Hart van Brabant

José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling cent per minuut

De Wet meldcode Hoe zit het?

JAARCIJFERS VEILIG THUIS 2017 (conform CBS)

Jaarverslag ASHG 2009

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

A d v i e z e n e n M e l d i n g e n o v e r K i n d e r m i s h a n d e l i n g i n

11 Stiens, 21 oktober 2014

Veilig Thuis & Vrouwenopvang. 18 januari 2016

Aanscherping en verbetering meldcode en werkwijze Veilig Thuis

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Kinderen, ouderen en het huisverbod

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

als je kinderen bang voor je zijn

Riedsútstel. Underwerp Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling. Foech ried/kolleezje: Raad: kaderstellend

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2016

Jaarverslag Centrum Seksueel Geweld Groningen/Drenthe 2017

Voor de gemeenten en organisaties in de regio Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer

IrisZorg Preventieve wijkgerichte

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld

Begeleide terugkeer - Blijf van m n Lijf/Femgard/Ambulante hulpverlening

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling

Schakelen naar het juiste recept

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Gemeente Delft. In de bijlage is een overzicht opgenomen van definities.

Convenant. Samenwerkingspartners Aanpak Huiselijk Geweld

Registratie Advies- en Steunpunt Huiselijk geweld/ versie

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Bijlage 2 Samenwerkingsafspraken gemeenten en Veilig Thuis Haaglanden Versie 0.14 dd. 5 oktober 2015

bij ons thuis ging het eerst heel anders...

Ouderenmishandeling De rol van de gemeente

Kindspoor, kind als getuige van huiselijk geweld vanuit politiebemoeienis.

Convenant Aanpak Huiselijk Geweld in West-Friesland

Nota. Wijk- en Stadszaken. Wonen, Zorg en Welzijn. Doorkiesnummers: Telefoon Aan. Afschrift aan

WORKSHOP. Hoe voert u de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in? Voor gemeenten en provincies

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Meldcode Cibap Vakschool

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse

Advies aan de gemeenteraad

Kindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard,

[MELDCODE HG/KM MINTERS] december 2016

Werkwijze Veilig Thuis

Informatiebijeenkomst IB-netwerken

Samenwerkingsovereenkomst kernpartners Veiligheidshuis Haaglanden

Verslag quickscan Eindhoven

Onderwerp Convenant Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Regio Brabant Noord

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren

De kwaliteit van Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg Stap 1

Nationale Bijscholingsdag

Huiselijk geweld in Limburg

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in

Veilig Thuis Midden Gelderland

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Datum 28 augustus 2018 Afdeling. Contact S. Dam Telefoon

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV primair onderwijs

Een Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld opzetten. een praktisch stappenplan

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

Ervaringen van een RAAK-regio

START HET GESPREK EN VOORKOM SEKSUEEL KINDER MISBRUIK! STOPITNOW.NL

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

Transcriptie:

Voorwoord Het eerste jaar van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) ligt achter ons. Het was een bewogen jaar, en terugblikkend op de afgelopen twaalf maanden kan gezegd worden dat er veel bereikt is. Alle betrokken instellingen in de omliggende gemeenten ondertekenden het convenant Huiselijk Geweld. Eind mei 2005 sloten de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer zich aan bij het ASHG Den Haag. De publiekscampagne met het motto Huiselijk Geweld is NIET normaal is bij veel betrokkenen van huiselijk geweld doorgedrongen, wat blijkt uit de honderden telefoontjes die bij het Advies- en Steunpunt zijn binnengekomen. De medewerkers van het Steunpunt zijn in het afgelopen jaar enorm gegroeid in hun rol van trajectbegeleider en denken met grote betrokkenheid mee over kwaliteitsverbetering van het ASHG. Het Uitvoeringsoverleg brengt hulpverleners van allerlei instellingen met elkaar in contact en maakt intercollegiaal overleg steeds vanzelfsprekender. De casemanager ouderenmishandeling heeft tientallen voorlichtingen gegeven om deze extra kwetsbare doelgroep te bereiken, en op 25 november 2005 hebben de convenantpartners samen met de vrouwenopvang en het ASHG ruim zevenhonderd mensen bereikt door midden in het Atrium van het stadhuis een publieksactie tegen huiselijk geweld te organiseren. Er is al veel werk verricht, maar er liggen nog veel uitdagingen! Dit jaarverslag biedt een globaal overzicht van de activiteiten van het eerste projectjaar 2005. We hopen dat dit eerste verslag alle betrokkenen en geïnteresseerden stimuleert samen met ons te blijven werken aan de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. Namens het projectteam Huiselijk Geweld, Mei Lan Chung, Coördinator Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Projectteam Huiselijk Geweld ASHG Bert Groen Postbus 81700 Dorine Wijnants 2500 CK Den Haag Mei Lan Chung 0900-0443322 Margriet Freeke Jaarverslag ASHG, 2005

Hoofdstuk 1 Inleiding..................... 3 Hoofdstuk 2 ASHG............................. 4 2.1 Inleiding........................................ 4 2.2 Opzet............................................. 4 2.3 Werkwijze..................................... 4 2.4 Resultaten..................................... 5 2.5 Ouderenmishandeling................... 7 2.6 Plannen 2006.................................. 8 Hoofdstuk 3 Publiekscampagne... 10 3.1 Inleiding........................................ 10 3.2 Activiteiten.................................... 10 3.3 Plannen 2006................................. 11 Hoofdstuk 4 Deskundigheidsbevordering................................................. 12 4.1 Inleiding........................................ 12 4.2 Opzet............................................ 12 4.3 Stand van zaken........................... 12 4.4 Plannen 2006................................ 12 Hoofdstuk 5 Samenwerkingsverband....................................................... 13 5.1 Inleiding........................................ 13 5.2 Uitvoeringsoverleg........................ 13 5.3 Plannen 2006................................ 14 Conclusies en aanbevelingen........... 15 Bijlagen Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Samenvatting evaluatie rapport project uiselijk geweld, oktober 2005 Jaarverslag ASHG, 2005

Hoofdstuk 1 INLEIDING Huiselijk geweld is de meest voorkomende geweldsvorm in onze samenleving. Bij geen enkele geweldsvorm vallen zo veel slachtoffers als bij huiselijk geweld. Naast de fysieke gevolgen ondervinden slachtoffers van huiselijk geweld ook vaak grote psychische gevolgen. Jaarlijks sterven gemiddeld 70 vrouwen, 75 kinderen en een onbekend aantal mannen in Nederland aan de gevolgen van huiselijk geweld. Meer dan een kwart van de bevolking is (in een bepaalde periode of meerdere perioden van zijn of haar leven) wekelijks of dagelijks slachtoffer (geweest) van huiselijk geweld. Huiselijk geweld komt voor in alle maatschappelijke milieus en binnen alle culturen. In bijna de helft van de gevallen zijn kinderen betrokken. Slechts in 12% van de gevallen wordt aangifte gedaan. Op 1 januari 2004 heeft de politie het project Geweld Binnenshuis beëindigd en haar voortrekkersrol in de aanpak van huiselijk geweld overgedragen aan de gemeente Den Haag. Dit heeft geresulteerd in het Plan van Aanpak Huiselijk Geweld. Het plan wordt uitgevoerd door het Regionaal Steunpunt Seksueel Geweld, GGD Den Haag. Het project Aanpak Huiselijk Geweld is opgebouwd uit verschillende deelprojecten: Jaarverslag ASHG, 2005 3

Hoofdstuk 2 ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD 2.1 Inleiding Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Den Haag (ASHG) is op 25 november 2004 officieel geopend. Op 24 mei 2005 sloten de gemeenten, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer zich aan bij het ASHG. Het ASHG is qua uitvoering gepositioneerd bij de Stichting Vrouwenopvang Pepita van Rijn (sinds januari 2006 Stichting Wende). De regie van het ASHG ligt bij de GGD Den Haag (onderdeel van de gemeente Den Haag). De coordinator van het ASHG is in dienst van de GGD Den Haag Het doel van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld is het vergroten van de meldingsbereidheid bij slachtoffers, plegers en overige betrokkenen van huiselijk geweld. Een andere belangrijke taak is het bieden van informatie en advies aan slachtoffers, plegers, getuigen van huiselijk geweld, intermediairen en professionals om huiselijk geweld te stoppen. Laagdrempeligheid en een goede bereikbaarheid (24 uur per dag, 7 dagen in de week) zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. In dit hoofdstuk worden de werkwijze van het ASHG en de resultaten van het afgelopen jaar beschreven. 2.2 Opzet Het Advies- en Steunpunt is primair een telefonische advies- en hulplijn op het gebied van huiselijk geweld. Ze fungeert als frontoffice voor de instellingen in de regio die met huiselijk geweld te maken hebben. De telefoonlijn is 24 uur per dag, 7 dagen in de week bereikbaar op telefoonnummer 0900-0443322. De telefoon wordt tijdens kantoortijden beantwoord door professionele hulpverleners van Stichting vrouwenopvang Pepita van Rijn. Om de ASHG-taken te kunnen uitvoeren is er in oktober 2004 1,6 formatieplaats toegevoegd. Er werken zeven parttime trajectbegeleiders bij het ASHG. Zij hebben extra trainingen gekregen op het gebied van huiselijk geweld (zoals plegeradvisering, systeemgericht werken en een aanvullende telefoontraining). 2.3 Werkwijze De trajectbegeleiders bieden aan de telefoon een luisterend oor, geven informatie over huiselijk geweld en adviseren over mogelijke vervolgstappen. Zij helpen de cliënt bij het verhelderen van de hulpvraag en motiveren de cliënt - en waar mogelijk zijn of haar omgeving - tot het zoeken van hulp. Belangrijk hierbij is dat gekeken wordt naar de mogelijkheden voor het hele gezin (systeemgericht werken). Een belangrijk onderdeel van het takenpakket is trajectbegeleiding. Dit houdt in dat cliënten actief bij een passende hulpverleningsinstelling ondergebracht worden. Trajectbegeleiders regelen bijvoorbeeld de eerste afspraak met de hulpverlener. Vervolgens checken ze na 3 weken en na 3 maanden bij de cliënt en bij de hulpverlenende instantie of de hulp inderdaad is gestart is en naar wens verloopt. De bemoeienis van het ASHG houdt op als de hulp is gestart. Wanneer het hulptraject niet is gestart, gaat de trajectbegeleider weer met de cliënt in gesprek om eventueel te zoeken naar andere mogelijkheden. 4 Jaarverslag ASHG, 2005

In het convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld staan afspraken tussen betrokken instellingen. Cliënten die door het ASHG worden doorverwezen, worden binnen 5 dagen gebeld voor een afspraak. Binnen 14 dagen moet vervolgens het hulptraject starten. Met deze afspraken en een uitgebreide sociale kaart, kunnen de trajectbegeleiders hun werk goed uitvoeren. Naast trajectbegeleiding is de informatie- en adviesfunctie aan intermediairen en professionals een belangrijke taak van het ASHG. 2.4 Resultaten Totalen Bij de start van het Advies- en Steunpunt was de verwachting dat er maximaal 5 telefoontjes per dag zouden binnenkomen. In onderstaande tabel is te zien dat deze verwachting de laatste maanden van 2005 reëel is. Dit heeft voornamelijk te maken met de bekendheid van het Advies- en Steunpunt in Den Haag. Via voorlichtingen over het Steunpunt en publiekscampagnes is hier het afgelopen jaar hard aan gewerkt. Verdeling ASHG telefonische contacten 2005 Terugbelcontacten Vervolgcontacten Algemene informatie Specifieke geweldssituatie Jan Maa Mei Jul Sep November 364 telefoontjes over specifieke geweldsituaties 148 algemene informatievrage (bijv. vraag om folders of voorlichting) 244 geregistreerde vervolgcontacten (hulpverleners, politie of cliënten bellen het ASHG n.a.v. een bepaalde situatie, bijv. voor nader advies/overleg) - registratiemogelijkheid sinds juni 2005 74 geregistreerde terugbelcontacten (het ASHG belt zelf naar instellingen en cliënten betreffende een bepaalde geweldsituatie) registratiemogelijkheid sinds oktober 2005 Jaarverslag ASHG, 2005 5

Wie belt naar het ASHG? Er werd in 2005 vooral gebeld door hulpverleners en slachtoffers. Er bellen nauwelijks plegers naar het ASHG. Dit beeld komt overeen met andere ASHG en in Nederland. Er wordt ook geregistreerd op culturele achtergrond. Uit deze gegevens blijkt dat er ongeveer evenveel wordt gebeld door autochtone als allochtone Nederlanders. Hieronder een verdeling van de bellers in % (N=512) Betrokkenheid beller 2005 Interventie/doorverwijzing In bijna 15% van de gemelde gevallen was directe interventie noodzakelijk 75% van de gesprekken bestaat uit advies geven over mogelijk te nemen stappen In ruim 10% van de telefoontjes wil de beller in eerste instantie alleen een luisterend oor 41 keer vindt verwijzing zonder begeleiding plaats (11%) 97 keer vindt trajectbegeleiding plaats (27%), de zogenaamde warme overdracht. Bij 13 % van de telefoontjes wordt een vervolg-belafspraak gemaakt. Vriend/kennis 2% Anders 4% Familie 8% Slachtoffer 41% Hulpverlener 37% Pleger 2% Omstander/buur 6% Typen telefooncontacten Vorm van huiselijk geweld 70% van de situaties betreft partnermishandeling In 56% van de gevallen zijn er kinderen aanwezig in het betreffende gezin In 9% van de gevallen is er sprake van een ouder die zijn/haar kind mishandelde In 6% van de gevallen wordt een ouder door zijn/haar kind mishandeld Relatie slachtoffer met pleger Relatie slachtoffer met pleger: pleger is Totaal (aantal) Percentage (aantal) ex-partner 60 16% Familie 18 5% huisvriend/goede bekende 9 2% Kind 24 7% Onbekend 24 7% Ouder 30 8% Partner 199 55% Totaal 364 100% 6 Jaarverslag ASHG, 2005

Naar welke instelling wordt de cliënt verwezen? Cliënten worden vooral doorverwezen naar het Algemeen Maatschappelijk Werk, de Vrouwenopvang (Bureau Rashida) en de casemanager ouderenmishandeling. Soms wil een cliënt alleen advies over de mogelijke stappen en is daar in beginsel al voldoende mee geholpen. Parnassia 3% Politie 6% Cliënt wordt verwezen naar 2005 Spreekuur in de wijk 8% Algemeen Maatschappelijk Werk 21% Effect van integratie onderdeel ouderenmishandeling bij ASHG Het ASHG is altijd telefonisch bereikbaar. Bij vragen over of meldingen van ouderenmishandeling, wordt de telefoon altijd opgenomen en de melding geregistreerd. Wanneer de casemanager ouderenmishandeling afwezig is, heeft dit geen gevolgen voor de bereikbaarheid en continuïteit. Goede communicatie en permanente afstemming tussen de casemanager ouderenmishandeling en het ASHG is in deze situatie wel van groot belang. Ouderenmishandeling 15% MEE Zuid Holland 0% Anders 10% Face to face gesprek ASHG 2% De Waag 4% Coördinatiepunt t Zoetermeer 5% 5% Bureau Rashida 16% Bureau Jeugdzorg Haaglanden (AMK) 10% 2.5 Onderdeel ouderenmishandeling Het onderdeel ouderenmishandeling heeft binnen het ASHG een aparte status. Sinds januari 2004 is er een casemanager ouderenmishandeling werkzaam bij de GGD Den Haag. Bij de start van het ASHG Den Haag in november 2004 werd het toen al bestaande meldpunt ouderenmishandeling onderdeel van het ASHG. Alle meldingen van huiselijk geweld, inclusief zaken van ouderenmishandeling, komen binnen bij het algemene nummer van het ASHG (0900-0443322). Meldingen van ouderenmishandeling worden vervolgens doorverwezen naar de casemanager ouderenmishandeling. Jaarverslag ASHG, 2005 7

Voorlichtingen ouderenmishandeling Een belangrijke taak van de casemanager ouderenmishandeling is het geven van voorlichtingen. Daarmee krijgen ouderenmishandeling en het ASHG meer bekendheid. In 2005 zijn meer dan 25 voorlichtingen gegeven. Per stadsdeel worden voorlichtingen georganiseerd voor hulp- en dienstverleners (gemiddeld 12 deelnemers per voorlichting) en voor ouderen zelf (gemiddeld 25 deelnemers per voorlichting). Er is ook gestart met specifieke voorlichting aan Hindostaanse en Marokkaanse ouderen. Op dit moment worden er afspraken gemaakt over het voorlichten van Chinese en Javaanse ouderen. In Rijswijk en Wassenaar zijn voorlichtingen gegeven aan hulp- en dienstverleners. In Wassenaar en Leidschendam zijn er voorlichtingen gegeven aan ouderen zelf. Aantal meldingen in 2005 In 2005 zijn er 35 meldingen van ouderenmishandeling en 11 adviesvragen over ouderenmishandeling binnengekomen bij het ASHG. Soort mishandeling N=46 (incl. adviesvragen) Soort mishandeling Wie is de melder? N=35 (adviesvragen niet meegerekend) 3 8 5 1 8 2 5 1 1 4 16 7 12 3 3 2 Lichamelijk Geestelijk Financieel Verwaarlozing Schending van rechten Vangnet Parnassia Thuiszorg AMW Burger zelf Woningbouw Ouderenadviseur Huisarts Signaleringsoverleg Familie Collega's 2.6 Plannen 2006 Pilotjaar Het eerste jaar van het Advies-en SteunpuntHuiselijk Geweld is gebruikt als pilotjaar. In oktober 2005 is de opzet positief geëvalueerd en is besloten de samenwerking voort te zetten. De registratie heeft een lange ontwikkelfase gekend. In eerste instantie begon het ASHGmet een zelf ontwikkelde platte registratie. De landelijke ontwikkeling volgend, is het ASHG in mei 2005 overgestapt naar Regas. Dit is het registratiesysteem van de vrouwenopvang. De ASHG-registratie kon zo worden gematcht met het al bestaande systeem van de vrouwenopvang. Dit is overzichtelijk voor de trajectbegeleiders en de applicatiebeheerder van de vrouwenopvang kan het ASHG-systeem beheren. Er is niet geregistreerd of ontvangende instellingen binnen één werkweek het eerste cliëntcontact leggen en binnen twee werkweken het hulpverleningstraject starten (zie convenant). Trajectbegeleiders geven echter aan dat de afspraken uit het convenant een belangrijke meerwaarde zijn van het ASHG. De samenwerking met convenantpartners en de doorverwijzingen verliepen in 2005 naar tevredenheid. In de productafspraken wordt uitgegaan van maximaal 5 telefoontjes per dag, waarvan 1 complex. In de laatste 3 maanden van 2005 is dit uitgangspunt ook daadwerkelijk gehaald. Omdat het aantal meldingen aanvankelijk achterbleef bij de verwachting, is capaciteit ingezet voor voorlichtingsbijeenkomsten over de werkwijze van het ASHG. De voorlichting is door trajectbegeleiders ontwikkeld. Afhankelijk van de doelgroep wordt de voorlichting samen met de coördinator gegeven. Deze taak is vanaf november 2005 in de functieomschrijving van de trajectbegeleiders opgenomen. 8 Jaarverslag ASHG, 2005

Tijdstip melding Totaal (aantal) Percentage (aantal) Binnen kantooruren 414 81% Buiten kantooruren Leeg (dwz begin van het jaar werd 63 12% nog niet op tijdstip geregistreerd) 35 7% Totaal 512 100% Bereikbaarheid en laagdrempeligheid Telefonische bereikbaarheid is een belangrijk uitgangspunt van het ASHG. In 2005 was het ASHG goed telefonisch bereikbaar. Bellers kunnen 7 dagen per week, 24 uur per dag bij het ASHG terecht. Buiten kantoortijden bieden medewerkers van Spoedhulp echter vooral een luisterend oor en wordt zo mogelijk verwezen naar de volgende werkdag. De dienstverlening door het ASHG is buiten kantoortijden dus beperkter dan binnen kantoortijden. Buiten kantoortijden wordt echter veel minder gebeld dan tijdens kantoortijden. Uit maandelijkse uitdraaien over het 0900 service nummer, blijkt dat het grootste deel van de oproeppogingen wordt beantwoord. Een klein deel wordt echter niet beantwoord. Dit is een aandachtspunt voor 2006. Verder wordt gewerkt aan de mogelijkheid om het tijdstip waarop mensen bellen inzichtelijk te krijgen. Met deze gegevens kan personeel van het ASHG zo efficiënt mogelijk ingezet worden. Er is afgesproken dat het ASHG zo laagdrempelig mogelijk moet zijn. De telefoontjes worden dan ook beantwoord met Advies-en Steunpunt Huiselijk Geweld. Bellers koppelen het ASHG niet aan de vrouwenopvang. Inhoudelijke ontwikkelingen Voor trajectbegeleiders was het in de startfase nog onduidelijk hoe om te gaan met kinderen als getuige van huiselijk geweld en het melden van kinderen bij traject Kindspoor. Men was bang dat de laagdrempeligheid van het ASHG in gevaar kwam, wanneer kinderen zonder toestemming van de ouders werden aangemeld bij Kindspoor. In contact blijven met ouders en tegelijk goed samenwerken met Bureau Jeugd zorg vraagt een hoge mate van professionaliteit. Ouders zijn vaak erg bang om hun kind te verliezen. Tijdens trainingen is hier veel aandacht aan besteed. Er is in 2005 49 keer (24%) doorverwezen naar Bureau Jeugdzorg. Dit is lager dan verwacht, omdat in 205 van de totaal 364 geregistreerde geweldsituaties kinderen betrokken waren. Dit blijft een belangrijk aandachtspunt. De manager Instroom van de vrouwenopvang stuurt de trajectbegeleiders aan op werkinhoud, de coördinator van het ASHG is verantwoordelijk voor het beleid. De taakverdeling tussen beiden bleek in de praktijk niet altijd helemaal duidelijk. De manager Instroom is daarom per 2006 verantwoordelijk voor het Uitvoeringsoverleg en de coördinator van het ASHG voor het Beleidsoverleg. Viering 1 jarig bestaan ASHG in het Stadhuis. Jaarverslag ASHG, 2005 9

Hoofdstuk 3 PUBLIEKSCAMPAGNE 3.1 Inleiding De publiekscampagne Huiselijk geweld is NIET normaal is één van de deelprojecten van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Doel van de campagne is het doorbreken van het taboe rond huiselijk geweld en het bekend maken van het Advies- en Steunpunt. De campagne is gericht op inwoners van de vijf gemeenten en op professionals in de hulpen dienstverlening. De publiekscampagne volgt twee sporen. Enerzijds is er de algemene campagne, bedoeld om het brede publiek te informeren over het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Daarnaast is er een verdieping naar specifieke doelgroepen, met extra inzet en aandacht voor bijvoorbeeld ouderen en allochtonen. 3.2 Activiteiten Algemene communicatiekanalen De publiekscampagne wordt gecoördineerd door een regionale werkgroep. In deze werkgroep zitten de communicatieadviseurs van de regiogemeenten. Het afgelopen jaar is het ASHG en het thema huiselijk geweld op verschillende manieren onder de aandacht gebracht. Voorbeelden zijn advertenties en artikelen in regionale en lokale kranten, posters in de bushokjes, radiospotjes en interviews op Radio West en een conferentie voor hulpverleners over huiselijk geweld in Rijswijk. Er is ook een website met veel informatie over het project en het ASHG geopend. Deze is gekoppeld aan de landelijke website www.huiselijkgeweld.nl Voorlichting De trajectbegeleiders geven op aanvraag voorlichtingen aan burgers en professionals over de werkwijze van het ASHG. De casemanager ouderenmishandeling geeft in de hele regio aparte voorlichting over ouderenmishandeling. In samenwerking met politie, De Waag en het Maatschappelijk Werk worden voorlichtingen op de politiebureaus in de regio georganiseerd. Publieksactie Op 25 november 2005 bestond het ASHG precies een jaar. Het ASHG en Stichting Vrouwenopvang Pepita van Rijn organiseerden daarom gezamenlijk een publieksactie in het Atrium van het Stadhuis. Ook de convenantpartners en de wethouder VWE Jetta Klijnsma waren aanwezig. Het doel was om met mensen in gesprek te gaan over huiselijk geweld en de materialen van het Advies- en Steunpunt aan te bieden. Via deze actie zijn ruim zevenhonderd mensen direct bereikt. Debat voor-en door Marokkaanse jongeren Een voorbeeld van de verdieping in de campagne was het debat over relationeel geweld in het najaar van 2005. Het debat werd georganiseerd voor en door Marokkaanse jongeren van Fast4Ward en Amana, samen met de coördinator van het ASHG en Parnassia Preventie. Mailings Via grootschalige mailings (in november 2004 alleen Den Haag en in mei 2005 voor de hele regio) zijn voorlichtingsmaterialen breed verspreid onder (hulpverlenings)instellingen, politie, buurtcentra etc. Het pakket bestond uit posters voor de wachtkamers, folders over huiselijk geweld en het ASHG én visitekaartjes met het telefoonnummer. 10 Jaarverslag ASHG, 2005

3.3 Plannen 2006 Het afgelopen jaar bleek er een directe relatie te zijn tussen de inzet van de publiekscampagne en het aantal telefoontjes. De algemene campagne wordt daarom minimaal jaarlijks en zo mogelijk twee keer per jaar herhaald. Op deze manier komt het ASHG als instelling voor huiselijk geweld op het netvlies van zo veel mogelijk mensen. In februari start de derde algemene campagne voor het brede publiek, waarbij o.a. posters van het ASHG in de trams en bussen hangen. In 2006 is er ook meer aandacht voor verdieping naar specifieke doelgroepen. Een voorbeeld is de radioserie Lijden onder de Liefde, vanaf begin 2006 bij de Surinaamse radiozenders Eekta en Haagstad. De Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC) bieden vanaf de zomer de cursus huiselijk geweld aan. Jaarverslag ASHG, 2005 11

Hoofdstuk 4 DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING 4.1 Inleiding Het ASHG investeert veel in deskundigheidsbevordering van beroepsgroepen en intermediairen. Het op de juiste manier interpreteren van signalen staat daarbij centraal. Er is ook veel aandacht voor de achtergronden en mechanismen bij huiselijk geweld. Zo wordt vroegtijdige signalering van huiselijk geweld mogelijk en komt men tot een adequaat hulpverleningsaanbod. 4.2 Opzet Deskundigheidsbevordering kent verschillende vormen. Er worden korte voorlichtingen gegeven over het ASHG aan beroepsgroepen om de meldingsbereidheid te vergroten. Professionals die direct met de problematiek in aanraking komen, worden daarnaast intensief getraind in gespreksvaardigheden. Het project Huiselijk Geweld plant en coördineert de trainingen. Voorlichting over huiselijk geweld aan inwoners van de gemeenten wordt per aanvraag beoordeeld. In 2005 is een multidisciplinaire trainerspool gevormd. Afhankelijk van de beroepsgroep en wensen van de organisatie worden één of meerdere trainers ingezet. Deze trainers zijn gespecialiseerd in huiselijk geweld en ook bekend met de beroepsgroep die zij trainen. Bij het oefenen van gespreksvaardigheden wordt soms een acteur ingezet. Bij specifieke verzoeken, zoals een training daderhulpverlening, is samengewerkt met derden (o.a. Transact en JSO). 4.3 Stand van zaken uit de regio. Vervolgens hebben Jeugdgezondheidszorg Den Haag en Thuiszorg Den Haag een training/voorlichting gekregen. De trainingen zijn positief ontvangen en hebben de kennis en vaardigheden van de professionals vergroot. De trajectbegeleiders kregen in 2005 diverse trainingen: telefoontraining, plegeradvisering en trainingen op het gebied van gespreksvaardigheden. Voorlichtingen In 2005 kregen de wijkbureaus van politie Haaglanden ook voorlichtingen aangeboden door het ASHG. Veel bureaus hebben hier gebruik van gemaakt. Het geven van de voorlichtingen is in 2005 een belangrijke taak geworden van de trajectbegeleiders. 4.4 Plannen 2006 Vanaf 2006 wordt het onderwerp huiselijk geweld aangeboden in het nascholingsprogramma van huisartsen. Deze groep staat hoog op de agenda. In 2006 kunnen alle huisartsen een kortdurende geaccrediteerde voorlichting/training volgen. Voor huisartsen met affiniteit en speciale belangstelling voor het onderwerp, is er vervolgens een meerdaagse verdiepingstraining. Andere medische beroepsgroepen zoals de afdelingen spoedeisende hulp van ziekenhuizen en verloskundigen krijgen ook extra aandacht in 2006. Verder volgen de trajectbegeleiders het komende jaar een training Presenteren & Voorlichten. Trainingen In 2004 en 2005 kregen eerst de partners uit het convenant Huiselijk Geweld een basistraining aangeboden. Na de Haagse partners volgden vanaf eind mei 2005 ook de partners 12 Jaarverslag ASHG, 2005

Hoofdstuk 5 REGIONALE SAMENWERKING 5.1 Inleiding Samenwerking tussen alle betrokken partijen in de regio Haaglanden is belangrijk bij de aanpak van huiselijk geweld. Verschillende kernpartners uit de dienst- en hulpverleningsinstellingen (de zogenaamde backoffice) worden regionaal aangestuurd. Bij de opening van het ASHG eind november 2004, ondertekenden de Haagse samenwerkingspartners het convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld. Op 24 mei 2005 sloten de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer én het maatschappelijk werk Stichting Kwadraat en Florence zich ook aan bij het convenant. De regionalisering van het project was een feit. Het convenant (zie bijlage 1) regelt de samenwerking tussen achttien organisaties (zie hieronder). Een afvaardiging van deze organisaties op beleidsniveau vormt de Beleidsgroep. Deze groep komt twee maal per jaar bijeen om de (regionale) samenwerking op gebied van huiselijk geweld en het ASHG te bespreken. Het belangrijkste doel van het beleidsoverleg is het realiseren van een samenhangend aanbod van preventie, vroegsignalering, hulp en nazorg. Daarnaast worden de verschillende beleidsontwikkelingen op elkaar afgestemd. De convenantondertekenaars zijn:- Gemeente Den Haag (Bestuursdienst en OCW/GGD Den Haag); - Gemeente Leidschendam-Voorburg, - Gemeente Rijswijk, - Gemeente Wassenaar - Gemeente Zoetermeer - Regiopolitie Haaglanden; - Openbaar Ministerie; - Daderhulpverlening De Waag; - Algemeen Maatschappelijk Werk instellingen binnen Den Haag; - AMW Florence - AMW Kwadraad - Parnassia (GGZ volwassenen/ouderen); - De Jutters (GGZ-jeugd) - Vrouwenopvang Pepita van Rijn; - Raad voor de Kinderbescherming; - Bureau Jeugdzorg; - Advies- en Meldpunt Kindermishandeling; - MEE (voormalige Sociaal Pedagogische Dienst) 5.2 Uitvoeringsoverleg Voor een integrale ketenaanpak is goede onderlinge samenwerking cruciaal. Om handen en voeten aan deze samenwerking te geven, is een Uitvoeringsoverleg gestart. In het Uitvoeringsoverleg zitten de contactpersonen op uitvoerend niveau. Hier worden eventuele knelpunten in de samenwerking besproken, informatie over methodieken uitgewisseld en contacten gelegd voor casusbesprekingen. Om de betrokkenheid en uitwisseling te stimuleren, vindt het overleg steeds plaats bij één van de deelnemende organisaties. Door de regionalisering van het ASHG is het Jaarverslag ASHG, 2005 13

Uitvoeringsoverleg inmiddels gegroeid tot bijna dertig deelnemers. De efficiëntie en inhoud van de overleggen staat hierdoor onder druk. In 2006 wordt daarom gezocht naar mogelijkheden tot decentralisatie van het uitvoeringsoverleg naar wijkniveau. Zo kan ook de casuïstiek een meer prominente rol spelen in het overleg. 5.3 Plannen 2006 Een belangrijk uitgangspunt bij de opzet van het ASHG was dat het ASHG geen omleiding van hulpvragen en meldingen zou creëren. De bestaande korte lijnen moesten worden gevolgd. Dit uitgangspunt lijkt echter ook een knelpunt te vormen voor de integrale ketenaanpak. Er is bijvoorbeeld geen (over)zicht op de prevalentie in de regio (meldingen komen niet op een centraal punt binnen). De cijfers van het ASHG laten niet zien of huiselijk geweld nu meer gemeld wordt dan vóór de oprichting. Ook is niet duidelijk of betrokkenen bijvoorbeeld eerder bij het ASHG terechtkomen dan bij de politie. Een coördinerende partij, die zicht heeft op de gemelde geweldsituaties in de regio en de bijbehorende hulptrajecten, strekt tot de aanbeveling. Wethouder J. Klijnsma luistert geamuseerd toe bij de ondertekening van het convenant. Groepsfoto werkbezoek Huiselijk Geweld, Warschau, november 2005 14 Jaarverslag ASHG, 2005

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Hoofdstuk 2 Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld De keuze om het ASHG te lokaliseren bij de vrouwenopvang blijkt goed te werken. De bereikbaarheid is gewaarborgd en de wijze waarop telefoontjes worden behandeld krijgen in de eerste evaluatie (1) een hoge waardering. Deze samenwerking wordt daarom voortgezet. De registratie is vanaf 1 januari 2006 compleet en biedt dan een eenduidig overzicht van het aantal bellers, soort hulpvragen en eventuele doorverwijstrajecten. Hoofdstuk 3 Publiekscampagne Na een publiekscampagne neemt het aantal meldingen zichtbaar toe. Dit effect is echter van tijdelijke aard. Een meer continue vorm van bekendheid geven is daarom gewenst. Tegelijk is het een feit dat een nieuw initiatief tijd nodig heeft om zich in het werkveld te verankeren. Het aantal telefoontjes per maand is in de loop van 2005 langzaam gestegen. De bekendheid van het ASHG bij het publiek blijft ook het komende jaar een belangrijk speerpunt. Hoofdstuk 4 Deskundigheidsbevordering De partners uit het convenant Huiselijk Geweld kregen in 2004 en 2005 een basistraining aangeboden. Er is ook geïnvesteerd in de deskundigheidsbevordering van de trajectbegeleiders van het ASHG. Naast het trainen van convenantpartners is gestart met trainingen voor (para)medische beroepsgroepen die huiselijk geweld signaleren: Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg. In 2006 krijgen alle huisartsen trainingen aangeboden en worden zoveel mogelijk andere medische beroepsgroepen, zoals verloskundigen, gestimuleerd deel te nemen aan trainingen en/of voorlichtingen. Hoofdstuk 5 Samenwerkingsverband Betrokken instellingen zijn door het convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld meer en gerichter bezig met de aanpak van huiselijk geweld. Uitvoerende partijen geven aan dat korte lijnen tussen hulpverleningsinstellingen een positieve bijdrage leveren aan het hulpverleningsproces rondom een cliënt(systeem). Dit pleit voor een wijkgerichte aanpak van huiselijk geweld. Er is behoefte aan een coördinerende partij of casemanagement. Deze partij kan het systeem overzien en zonodig de hulp aan verschillende gezinsleden coördineren. Voor 2006 bekijkt het ASHG of en in welke vorm ze hierbij een rol kan spelen. Het is nodig om de samenwerkingsafspraken uit het convenant verder uit te werken. Concretisering van de samenwerking tussen instellingen en afstemming van verantwoordelijkheden komt aan de orde op beleidsniveau. De mogelijkheid van casemanagement als vorm om de hulpverlening te coördineren wordt in 2006 door de werkgroep casemanagement verder uitgewerkt. (1) Evaluatierapport door Paul Uitewaal, epidemioloog afdeling EGG, oktober 2005 Jaarverslag ASHG, 2005 15