80%-regel en vaste-bijdragenplannen: vaststelling van de percentages van de parameters bij KB laat op zich wachten



Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES. nr. 18. de dato. 13 februari 2007

De berekening van de 80%-grens gebeurt op basis van verscheidene parameters die hieronder toegelicht worden.

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

Rekening houdend met de financieringsmethode, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende types van pensioenplannen.

Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

VIP-PLAN VOOR BEDRIJFSLEIDERS EN WERKNEMERS

80 %-REGEL WERKGROEP 80 %- REGEL SAMENGESTELD UIT LEDEN VAN DE COMMISSIE EN DE RAAD VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN. ADVIES de dato 22 juni 2004

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES. nr. 15. de dato. 7 december 2006

Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP)

De individuele pensioentoezegging

Waarop moet u letten als u een groepsverzekering wilt aangaan?

DE BELANGRIJKSTE KERNCIJFERS VAN 2018 VOOR LOONTREKKENDEN EN ZELFSTANDIGEN

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

Juli 2012 Nummer 3 Jaargang 8

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES N 7 VAN 22 JUNI 2007

Nieuwe fiscale maatregelen tweede pijler. 21 juni 2012 Koen Van Duyse

Afdeling 6. Aftrekbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de werkgever. Afdeling 7. Belastbaarheid van de uitkeringen in hoofde van de begunstigden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 24

HERVORMING VAN DE WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN: WAT IS NIEUW?

Inhoudstafel. Deel I - Groepsverzekering of IPT. Voorwoord Inhoudstafel. 1. Schema Algemeen... 6

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen.

PENSIOENLEEFTIJD EN ANTICIPATIE

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Werknemer PROFESSIONELEN

ADDENDUM (dd. 07/2017) aan de algemene en bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging voor bedrijfsleiders met ref. 6112

Onder voorbehoud van wat volgt onder 2.8. geldt ook hier wat staat in hoofdstuk 2 van de aangifteinstructies

GROEPSVERZEKERING. Brochure werknemer. Mijn werk, mijn groepsverzekering, mijn toekomst!

Nieuwe regels voor de aanvullende pensioenen vanaf 2016

SECTORAAL PENSIOENPLAN ZEEVISSERIJ PAKHUIZEN PC

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Jaaroverzicht VAPZ & RIZIV

De gelijkwaardigheid wordt uitsluitend getoetst voor een 25 jarige alleenstaande voltijdse werknemer die op 1 januari 2016 in dienst is getreden;

PROFESSIONELEN. voor d un een wereld in verandering. qui change DE ONDERNEMERSBANK

De bedrijfsleidersverzekering is een levensverzekering gesloten door een onderneming in haar eigen voordeel, op het hoofd van een bedrijfsleider.

2.1. Wat is een groepsverzekering/ipt? Wat kunt u onderbrengen in een groepsverzekering?... 2

Deze nota geeft een toelichting bij de verschillende elementen van het ontwerp-akkoord.

TopPerformance Plan Beloon uw medewerkers optimaal door minder belastingen te betalen.

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten?

3. Tweede pijler : algemeenheden

Groepsverzekering en interne pensioenbelofte

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

De gewijzigde WAP-garantie in een notendop

SCALA FREE PENSION Offerte

Tak 21 spaarverzekering met vrije stortingen en fiscale voordelen

Rendementsgarantie 2e pensioenpijler: eindelijk oplossing! De tweede pijler wordt gevormd door ondernemingspensioenstelsels en sectorale stelsels

vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen stars for life praktische gids het pensioenplan

Van: Vandelanotte Datum: 15/5/2015 Onderwerp: alternatieve verloningsvormen inzake bonussen

21/03/2012. Echtscheiding en Aanvullend Pensioen. Verdeling op het ogenblik van de echtscheiding. Verdeling bij echtscheiding Pensioentoezegging

Intro: de pensioenspijlers

GROEPSVERZEKERING. Brochure werknemer. Mijn werk, mijn groepsverzekering, mijn toekomst!

SECTORPENSIOENPLAN VOOR DE ARBEIDERS VAN DE BETONINDUSTRIE

Pensioentoezegging. Bijzondere voorwaarden

Geschenken, geschenkcheques en premies

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector

Raf De Grote (INSZ: ) Fonsnylaan Brussel Status aansluiting op 01/01/2016: actief

OEFENOPGAVEN Voorzieningen en pensioenen (toets 2)

Door een aantal wettelijke beschikkingen moest een einde komen aan dergelijke vorm van aanvullende pensioenfondsen.

Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen aan de algemene voorwaarden

Cafetariaplannen : Toepasselijk belastingstelsel? 1

GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN

SAMEN OP WEG NAAR EEN AANVULLEND PENSIOEN VOOR IEDEREEN

SOCIAAL FONDS VAN DE BETONINDUSTRIE. in samenwerking met. Sectorpensioenplan. voor de arbeiders van de betonindustrie. SFBI Sectorpensioenplan 1

Waarborg en Sociaal Fonds Voedingsindustrie Aanvullend pensioen. Wat?

individuele pensioentoezegging stars for life praktische gids het pensioenplan

Opgelet voor de "WAP-rendementsgarantie" in uw groepsverzekering!

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever.

Uitkeringsdatum aanvullend pensioen

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector

-VOLULIFE. De groepsverzekering van de nieuwe generatie. AG Employee Benefits

VIJF VOORSTELLEN OM DE GEVOLGEN VAN DE VERGRIJZING OP TE VANGEN AANVULLENDE PENSIOENEN VAST EN ZEKER MAKEN

ERGO LIFE OPTIMIX Offerte

AANVULLENDE PENSIOENEN VOOR ZELFSTANDIGEN tips voor een sterke pensioenstrategie

De uitdagingen van de tweede pijler voor loontrekkenden

Vragen met betrekking tot de wet van 18 december Verslag van de werkgroep van de CAP

Januari 2013 Nummer 1 Jaargang 9

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 18 november

FISCALITEIT VAN DE LEVENSVERZEKERING

De 80%-regel in de tweede pensioenpijler

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003

Pensioen zelfstandigen

I. RUST- EN OVERLEVINGSPENSIOEN

Fiche 8 AANVULLENDE PENSIOENEN

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: Pagina: 3 van 7

DE 80 % REGEL OUD EN NIEUW

Echtscheiding en aanvullend pensioen. Verdeling van de aanvullende pensioenrechten. * Wanneer? Verdeling op het ogenblik van de echtscheiding

De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via

Grenzen jaar 2016 versie 01/07/2016 1

Raad voor het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen. Brussel, 10 december 2003 ADVIES N 3

Onderstaande wijzigingen zijn op de wettelijke ingangsdatum in voege getreden.

Instelling. Onderwerp. Datum

Grenzen jaar 2017 versie 01/01/2017 1

INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

IPT. De Individuele Pensioentoezegging

financiële infofiche Flexibel VAP Saving Plan geldig op 22 mei 2017

Wanneer ga jij met pensioen?

financiële infofiche Flexibel VAP Saving Plan geldig op 1 januari 2017

Transcriptie:

de percentages van de parameters bij KB laat op zich Chantal Hendrickx Advocaat, Vandendijk&Partners Advocaten Avocats 1. 80%-regel: inleidende beschouwingen Met de inwerkingtreding van de nieuwe wet op de aanvullende pensioenen van 28 april 2003 1, zijn steeds meer ondernemingen de (fiscale) voordelen van aanvullende pensioenplannen gaan ontdekken. Immers, met aanvullende pensioenen kan niet alleen gezorgd worden voor een fiscaal voordelig uitgesteld beroepsinkomen (in hoofde van de werknemers), ook in hoofde van de vennootschap-werkgever is de opbouw van aanvullend pensioenen fiscaal interessant. De opbouw van aanvullende pensioenen wordt immers fiscaal gefacilieerd. De bijdragen die een werkgever stort in een groepsverzekeringscontract om voor zijn personeel een aanvullend pensioen op te bouwen, zijn in principe aftrekbaar, zij het onder de voorwaarden van artikelen 52, 3, b) en 59 van het WIB 1992 en binnen de zogenaamde 80%-grens. Werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekering tegen ouderdom worden immers slechts als beroepskosten aangemerkt in de mate dat de wettelijke en extrawettelijke toekenningen naar aanleiding van de pensionering, uitgedrukt in jaarlijkse renten, niet méér bedragen dan 80% van de laatste normale brutojaarbezoldiging en worden berekend naar de normale duur van de beroepswerkzaamheid. In formulevorm wordt de 80%-grens als volgt weergegeven: EWP < ((80% x S) WP) n/l EWPandere x c waarbij: EWP = extrawettelijk pensioen, uitgedrukt in kapitaal S = laatste normale brutojaarbezoldiging WP = wettelijk rustpensioen n = aantal reeds gepresteerde en nog te presteren dienstjaren 1 Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, B.S., 15 mei 2003, err., B.S., 26 mei 2003. Voor algemene bespreking van de Wet, zie: BAETEN, J. en DEVOET, C., La nouvelle loi sur les pensions complémentaires, Brussel, Larcier, 2003, 285p. DE BUYSER, W., Nieuwe wetgeving op de aanvullende pensioenen fiscaal doorgelicht., T.F.R., nr. 253, 2004, p. 3 e.v., VANDENDIJK, M., DE REYMAEKER, A. en HENDRICKX, Ch., De Wet op de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid., A.F.T., 12/2003, p. 437-452; X, De nieuwe wet op de aanvullende pensioenen en het fiscaal regime. Mechelen, Kluwer Uitgevers, 2003, 102p. Knops Publishing www.businesslawnet.eu 1

l = normale duur van een volledige loopbaan EWPandere = andere extrawettelijke pensioenuitkeringen, uitgedrukt in jaarrente c = coëfficiënt om de rente om te zetten naar een gelijkwaardig kapitaal Het is duidelijk dat de 80%-regel, in zijn oorspronkelijke stipulering, een controleregel was die uitgedrukt was in functie van de verzekerde eindprestatie, d.w.z. pensioenplannen van het type «vaste prestatie», ook wel streefdoelpensioenplan genoemd. Bij dergelijke «vaste prestatie»- pensioenplannen kent men immers op voorhand het kapitaal of de rente die men uitgekeerd zal krijgen op pensioenleeftijd. Het is dan ook gemakkelijk te berekenen welke aftrekbare premies daar tegenover staan. 2 De toepassingsmoeilijkheid van de 80%-regel mbt vaste bijdragen - plannen Ondertussen worden de in praktijk vooral pensioenplannen van het type vaste bijdragen gehanteerd. In een pensioenplan van het type vaste bijdragen ligt het bijdrageniveau vast, meestal in functie van het loon. Men kent bij aansluiting bij dergelijk pensioenplan niet het exacte bedrag van het pensioenkapitaal. De eindprestatie wordt immers samengesteld op basis van de bijdragen, waarvan het niveau in de loop van de carrière kan wijzigen. Het was snel duidelijk dat de 80%-grens, in zijn oorspronkelijke formule, moeilijk toegepast kon worden op vaste bijdragen-plannen aangezien men niet op voorhand het eindbedrag aan kapitaal of rente op pensioenleeftijd kent. Op grond van de 1% -2,5%-formule vermeld in de circulaire van 4 februari 1987 werd met betrekking tot de vaste bijdragen-plannen door de verzekeringssector de 12/32-regel uitgewerkt (Circ. nr. Ci. RH. 243/376.395, 4 februari 1987, Bull. Bel. nr. 659, 522). De 12/32-regeling is een omzettingsregeling op basis waarvan de 80%-regel wordt gecorrigeerd om toegepast te worden op vaste bijdragen-plannen. De fiscus gaat in de vermelde circulaire uit van het feit dat met een jaarpremie van 1% van de brutojaarbezoldiging een pensioenrente van 2,5% van die brutojaarbezoldiging kan worden opgebouwd, in de situatie waarbij tevens in een overlijdensdekking is voorzien. Bijgevolg zal een bijdrage van 12% van het brutoloon tot de pensioengrens een pensioen van 30% (12 x 2,5) van het brutoloon opleveren. Bij een bijdrage van 32% van het brutoloon boven de pensioengrens zal men dan een maximumpensioen van 80% van het brutoloon bereiken. Dat betekent dat, indien 1% op het loon een aanvullende rente genereert van 2,5% en indien het wettelijk pensioen voor werknemers geschat wordt op 50% van een geplafonneerd loon S1, dan de maximaal aftrekbare premie gelijk is aan 12% S1 + 32% S2 (waarbij S2 het gedeelte van het loon is dat S1 overschrijdt). Knops Publishing www.businesslawnet.eu 2

Hoewel deze 12/32-formule voortvloeit uit de circulaire van 4 februari 1987, was ze niet expliciet als zodanig in de fiscale wetgeving opgenomen. Deze formule moest dan ook met het nodige voorbehoud worden gebruikt, aangezien ze geen enkele rechtskracht had. 3. Werkgroep 80%-regel Naar aanleiding van de WAP heeft de werkgroep «80%-regel» op vraag van de toenmalige minister van Pensioenen, Vandenbroucke, op 22 juni 2004 een advies uitgebracht over mogelijke aanpassingen van de 80%-regel 2. Met betrekking tot «vaste bijdrage»-plannen concludeerde de werkgroep dat het noodzakelijkheid was om aan de 12/32-regel een wettelijke grondslag te geven en tevens de omzettingscoëfficiënten te actualiseren (als gevolg van de toegenomen levensverwachting en in functie van het niveau van het wettelijk pensioen). 4. Wijziging van artikel 59, 1, 2 WIB 1992 De wetgever ging in op het voorstel van de werkgroep 80%-regel. Immers, bij wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen heeft de wetgever de in artikel 59 WIB 1992 vermelde 80%-grens genuanceerd voor wat betreft haar toepasselijkheid op vaste bijdrage-plannen: «Wat de overeenkomsten betreft die geen toezeggingen van het type vaste prestatie zijn, worden de daaraan verbonden bovenwettelijke uitkeringen vastgesteld door rekening te houden met de eigenschappen van de overeenkomst, de aan de overeenkomst verbonden verworven reserves en de volgende parameters: - het verhogingspercentage van de bezoldigingen, indexering inbegrepen - het percentage van kapitalisatie dat moet worden toegepast op de verworven reserves; - het percentage van de deelnemingen in de winst». Dat artikel is van toepassing vanaf 1 januari 2007. In 5 van artikel 59 van het WIB 1992 wordt de Koning belast met de bepaling van de percentages. 5. Advies Commissie voor aanvullende pensioenen Met betrekking tot de uitwerking van dit KB heeft Minister van Pensioenen, de heer Bruno Tobback, het advies van de Commissie voor aanvullende pensioenen gevraagd, meer bepaald omtrent de verschillende percentages uit artikel 59, 1, 2 Te consulteren op www.cbfa.be Knops Publishing www.businesslawnet.eu 3

2 WIB 1992 die door de Koning moeten vastgelegd worden. De Commissie voor aanvullende pensioenen heeft in zijn advies nr. 18 van 13 februari 2007 3 de berekeningspercentages voorgesteld. Bij het uitwerken van dit advies heeft de Commissie voor aanvullende pensioenen een aantal uitgangspunten vastgelegd, met name: (i) (ii) het reglementaire fiscale kader voor de tweede pijler blijft stabiel over langere tijd. Een stabiel fiscaal kader vereist dat (a) de premies van de bestaande pensioenplannen, die tot op heden fiscaal aftrekbaar waren volgens de 12/32-regel, dit blijven volgens de nieuwe regels én (b) dat de berekeningsregels met betrekking tot de 80%-controle, met inbegrip van de berekeningspercentages, stabiel blijven doorheen de tijd. het nieuwe reglementaire kader moet een eenvoudigere, duidelijkere en beter controleerbare 80%-regel verzekeren. (iii) de berekeningsmodaliteiten voor de verschillende types pensioentoezeggingen (vaste prestatie, vaste bijdrage, cash-balance) dienen coherent met elkaar te zijn. (iv) de pensioenprestatie voor vaste bijdrageplannen moet bepaald worden rekening houdende met de verworven reserve en de toekomstige bijdragen tot aan de normale pensioenleeftijd. (v) loonprojecties moeten op eenzelfde manier in rekening worden gebracht bij de raming van de pensioenprestatie als bij de berekening van de maximale 80%-grens. De Commissie voor aanvullende pensioenen stelt vervolgens in zijn advies vast dat het behoud van de huidige fiscale aftrekbaarheid (12/32-regel) voor jongere aangeslotenen en dan vooral voor de jongere werknemers met een loon onder het loonplafond slechts mogelijk is voor zover de raming van de pensioenprestatie alsook de maximale 80%-grens gebeuren op basis van een projectie van het toekomstige loon. Daarnaast wordt ook vastgesteld dat de wetgever voorziet dat om de fiscale aftrekbaarheid van de premies in een bepaald jaar te verifiëren- de toets moet gebeuren aan de 80%-grens op basis van het loon van datzelfde jaar 4. De Commissie voor aanvullende pensioenen is dan ook van oordeel dat de berekeningswijze van de geraamde pensioenuitkering voor vaste bijdrageplannen coherent moet zijn met de wijze waarop de 80%-grens wordt berekend. Aangezien de 80%-grens berekend wordt op basis van het loon op het ogenblik van berekening, vereist deze coherentie dat in de geraamde pensioenuitkering rekening gehouden wordt met een verdiscontering naar het moment van berekening. De pensioenuitkering zal dus niet berekend worden op basis van een kapitalisatie van de verworven reserve en de toekomstige bijdragen volgens de nominale kapitalisatievoet maar op basis van een kapitalisatiepercentage gelijk aan het deel van de nominale kapitalisatievoet boven de geprojecteerde 3 Dit advies kan worden gedownload op www.cbfa.be 4 Artikel 35, 2, 2 K.B./WIB 1992 Knops Publishing www.businesslawnet.eu 4

loonstijging. Op die manier wordt er in de geprojecteerde pensioenuitkering rekening gehouden met de verdiscontering. Op basis van bovenstaande vaststellen, komt de Commissie voor aanvullende pensioenen tot volgende formule: Rest x Kap_nett tot 65 [Pt x Kap_netleeftijd storting tot 65] n/d * (80% St - WPt ) x RP met t = moment van berekening Rest = verworven reserves op moment t Pt = bijdrage op moment t kap_net = netto-kapitalisatiefactor (nominale kapitalisatievoet loonstijging) St = salarisgrondslag op moment t WPt = wettelijk rustpensioen RP = rentefactor voor de conversie van pensioenkapitaal in pensioenrente overeenkomstig de fiscale reglementering n = aantal reeds gepresteerde en nog te presteren dienstjaren d = normale duur van een volledige beroepsloopbaan De Commissie voor aanvullende pensioenen adviseert om voor de hierboven beschreven berekeningswijze de volgende berekeningspercentages te hanteren. - verhogingspercentage van de bezoldigingen, indexering inbegrepen = 4% (2% indexering + 2% baremieke stijging); - het winstdeelnamepercentage dient inbegrepen te zijn in de nominale kapitalisatievoet. Het nominale planrendement dient immers onafhankelijk te zijn van het onderliggende beheersvehikel (instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of groepsverzekeraar) alsook van het type van product 5. - nominale kapitalisatievoet, winstdeelname inbegrepen = 4% (2% reëel rendement bovenop de inflatievoet van 2%). De commissie voor aanvullende pensioenen acht het model dat hier voorgesteld wordt verantwoord, rekening houdend met, enerzijds, de bestaande projecties en anderzijds, een interne coherentie tussen de parameters waardoor een gelijkwaardigheid met de 12/32-regel wordt bekomen. De bovenstaande percentages geven voor de berekeningsformule, voorgesteld door de Commissie voor aanvullende pensioenen, een netto-kapitalisatievoet gelijk aan 0% (4% nominale kapitalisatievoet 4% loonstijging). De 80%- controle voor vaste bijdrageplannen zal dus gebeuren door de verworven reserve en de som van de toekomstige premies te toetsen aan de 80%-grens, berekend op basis van het huidige loon. De Commissie voor aanvullende pensioenen heeft de toets aan de 80%-grens als volgt in formulevorm uitgedrukt: 5 tak-21 levensverzekeringscontract versus tak-23 levensverzekeringscontract. Knops Publishing www.businesslawnet.eu 5

Rest + aantal jaren tot eindtermijn * Pt n/d * (80% St - WPt) x RP 6. KB ter uitvoering van artikel 59, 1, 2 WIB 1992 blijft uit. Niettegenstaande bij artikel 348 van de Wet van 27 december 2006 uitdrukkelijk werd gestipuleerd dat het K.B. houdende de uitvoering van de regeling voor vaste bijdrage-plannen onmiddellijk en uiterlijk bij de opening van de eerstvolgende zitting van de Wetgevende Kamers, zou worden ingediend, moet vastgesteld worden dat het KB uitblijft. De bepaling van de hoogte van de in artikel 59, 1, 2, tweede lid van het WIB 1992 vermelde parameters is dan ook een evenwichtsoefening op budgettair niveau. Het is immers evident dat een lagere schatting van bijvoorbeeld de winstdeelname meer ruimte laat om aanvullende prestaties op te bouwen en dus een fiscale meerkost met zich brengt. Naar verluidt is er op dit moment geen consensus over de vaststelling van de percentages van de parameters. Gelet op het uitblijven van het uitvoerings-kb van artikel 59, 1, 2, tweede lid van het WIB 1992, dat nochtans van toepassing is vanaf aanslagjaar 2008, heeft de fiscus blijkbaar beslist om de controle op de 80%-grens voorlopig te blijven doen aan de hand van de bestaande 12/32-regel.Daarbij kan de vraag gesteld worden naar de rechtsgeldigheid. Er is immers geen wettelijke bepaling waaruit blijkt dat wie zich baseert op de 12/32-regel, er zeker van is dat hij de 80%- regel respecteert (onweerlegbaar vermoeden van juistheid). De vraag rijst dan ook of een rechter een dergelijke «norm» zal aanvaarden als een vermoeden van juistheid. Door het rechtsvacuüm met betrekking tot de toepassing van de 80%-grens op vaste bijdrage-plannen, is het voor ondernemingen en hun verzekeraar of pensioeninstelling moeilijk in te schatten of zij de 80%-grens al dan niet hebben overschreden. De toepassing van de 80%-formule moet dan immers worden berekend uitgaande van een pensioenkapitaal op een bepaald ogenblik maar waarvan het bedrag nooit correct kan zijn gelet op de toekomstige (onbekende) evolutie van de bezoldiging door indexering, loonsverhogingen enz. Indien men toch opteert voor een controle op grond van de 12/32-regel, moet men er rekening mee houden dat deze regel elke wettelijke rechtskracht mist. Die rechtsonzekerheid vraagt om een dringend antwoord. Knops Publishing www.businesslawnet.eu 6