Transforming IT promises in HR value Newsletter 04-05 16 Sociale actualiteit april & mei 2016
De Persolis-Nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met PARTENA PROFESSIONAL Sociaal Secretariaat. PARTENA PROFESSIONAL, HRM partner voor zelfstandigen en werkgevers, stelt zijn documentatie ter beschikking van bedrijven die op de hoogte willen blijven van de sociale wetgeving. Om meer te weten: www.partena-professional.be. Door beroep te doen op de informatie van PARTENA PROFESSIONAL, kan Persolis haar klanten betrouwbare informatie over de sociale wetgeving aanbieden. 2
Een jaarlijkse premie van 250 eur voor de bedienden van het pc 200... 2 WAT... 2 WIE... 2 REFERTEPERIODE... 2 TOEKENNINGSVOORWAARDEN... 2 OMZETTING JAARLIJKSE PREMIE NAAR EEN ANDER VOORDEEL... 2 DATUM UITBETALING... 2 Pc 200 (ex pc 218) het... 2 KOOPKRACHT... 2 TIJDSKREDIET... 2 STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG... 2 OPLEIDING... 2 Betaald educatief verlof:... 2 FEDERAAL NIVEAU: LOONPLAFOND... 2 GEWESTELIJK NIVEAU: BEDRAG VAN DE TERUGBETALING PER UUR... 2 UW TERUGBETALINGSAANVRAGEN... 2 Provisie vakantiegeld 2016... 2 Naar een elastische en... 2 DE SOKKEL MET DIRECTE WERKING... 2 HET MENU DAT KAN WORDEN GEACTIVEERD... 2 WENDBAAR WERK... 2 WERKBAAR WERK... 2 Arbeidsrechtelijke... 2 KILOMETERHEFFING... 2 ARBEIDSRECHTELIJKE IMPLICATIES... 2 DMFA : administratieve... 2 Juni 2016 : enkele... 2 3
Een jaarlijkse premie van 250 eur voor de bedienden van het pc 200 Via onze infoflash van 29 juni 2015 informeerden wij u reeds dat de sociale partners van het PC 200 (ex PC 218) overgingen tot het ondertekenen van hun sectorakkoord 2015-2016. Een belangrijke nieuwigheid in dit akkoord was de toekenning van een Jaarlijkse premie van 250. Deze jaarlijkse premie werd vervolgens verder uitgewerkt in de cao van 9 juli 2015, die in werking treedt op 1 januari 2016. Aangezien 1 januari 2016 met rasse schreden nadert, zetten wij hieronder alles wat u dient te weten met betrekking tot deze premie nogmaals op een rijtje. WAT De Jaarlijkse premie komt er in het kader van de Wet van 28 april 2015 tot instelling van de maximale marge voor loonkostontwikkeling voor de jaren 2015 en 2016. Voor 2015 respecteren de sociale partners de maximale onderhandelingsenveloppe van 0 %. Vanaf 2016 is er daarentegen wel opnieuw marge voor onderhandeling en kunnen de werkgevers en/of sectoren het volgende toekennen: een maximale verhoging van 0,5 % van de brutoloonmassa (totale kost voor de werkgever alle lasten inbegrepen); deze maximale marge kan worden verhoogd met 0,3 % netto van de loonmassa zonder bijkomende kosten voor de werkgever. De sociale partners hebben in dit kader dus geopteerd voor een recurrente Jaarlijkse brutopremie van 250 EUR die vanaf juni 2016 zal worden toegekend aan elke voltijds tewerkgestelde bediende met een volledige referteperiode. Ondanks een wijdverspreid misverstand hierover komt de Jaarlijkse premie dus niet in de plaats van de ecocheques (die nog steeds moeten worden toegekend), maar blijven beide systemen naast elkaar bestaan. WIE Elke voltijds tewerkgestelde bediende met een volledige referteperiode ontvangt een Jaarlijkse premie van 250 EUR. Voor de deeltijdse bedienden wordt deze Jaarlijkse premie toegekend in verhouding tot hun deeltijdse prestaties. Voorbeeld: Een bediende die halftijds werkt, ontvangt slechts 50 % van de Jaarlijkse premie (250 EUR x 50 % = 125 EUR) 4
Wie niet bedienden ontslagen omwille van dringende reden; bedienden die uit dienst gaan gedurende het refertejaar, maar voor 1 januari 2016; bedienden voor wie de Jaarlijkse premie werd omgezet naar een gelijkwaardig voordeel; bijzondere regeling voor de sectoren met arbeiders die een sectorale aanvullende pensioenregeling hebben. De sociale partners hebben zich het recht voorbehouden om, in het kader van de harmonisering arbeiders/bedienden, tot uiterlijk 31/10/2015 een sectorcao af te sluiten, die deze voordelen ook voorziet voor de bedienden (bv. de bouw- en houtsector). Indien u zich in deze situatie bevindt, raden wij u dan ook aan om even af te wachten of er een dergelijke cao wordt afgesloten alvorens verdere stappen met betrekking tot een eventuele omzetting van de jaarlijkse premie te ondernemen. Wij houden u uiteraard stipt op de hoogte van zodra wij hier meer informatie over hebben. REFERTEPERIODE De Referteperiode = periode van 12 maanden die loopt vanaf de maand juni van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de Jaarlijkse premie wordt uitbetaald tot en met de maandmei van het kalenderjaar waarin de Jaarlijkse premie wordt uitbetaald. TOEKENNINGSVOORWAARDEN Het bedrag van de Jaarlijkse premie wordt berekend in verhouding tot de effectieve en gelijkgestelde dagen ( = schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarvoor loon is betaald, o.a. gewaarborgd loon, wettelijke vakantie, vermeerderd met de dagen vaderschapsverlof en moederschapsverlof) tijdens de referteperiode. Voorbeeld: Een werknemer met ziekteverlof van 01/11/2015 tot 31/01/2016 zal 10/12 van de Jaarlijkse premie ontvangen (250 EUR x 10/12 = 208 EUR). Enkel de bedienden die in de loop van de referteperiode voor de uitbetaling van de premie en na 01/01/2016 uit dienst gaan, ontvangen een pro rata jaarlijkse premie op basis van de effectieve en gelijkgestelde prestaties in 2016. Voorbeeld 1: Werknemer in dienst sinds 01/01/2010, gaat uit dienst op 31/10/2016. 30/06/2015: werknemer ontvangt de volledige premie van 250 EUR Op 31/10/2016 ontvangt de werknemer een geproratiseerde Jaarlijkse premie: 250 EUR x 5/12 = 104 EUR jaarlijkse premie 5
Voorbeeld 2: Werknemer in dienst op 01/01/2010, gaat uit dienst op 31/12/2015. Aangezien er geen prestaties meer zijn in 2016, heeft de werknemer geen recht op de jaarlijkse premie. Voorbeeld 3: Werknemer in dienst op 01/01/2010, gaat uit dienst op 31/03/2016. In dit geval zal de premie geproratiseerd worden op basis van de prestaties in 2016, d.w.z. 250 EUR x 3/12 = 62,5 EUR. OMZETTING JAARLIJKSE PREMIE NAAR EEN ANDER VOORDEEL Als werkgever kan u er ook voor kiezen om de Jaarlijkse premie om te zetten naar een gelijkwaardig voordeel. In dat geval komt elke individuele of collectieve verhoging die berekenbaar is op de totale kost en individualiseerbaar per werknemer in aanmerking (bv. verhoging van het maandloon, toekenning (of een verhoging) van maaltijdcheques, bijdrage in aanvullend pensioen/hospitalisatieverzekering, ). Het moeten uiteraard wel nieuwe voordelen zijn. De omzetting moet zelfs niet gebeuren via ondernemingscao, maar kan eenzijdig door de werkgever gebeuren. De procedure verschilt uiteraard naargelang er al dan niet een syndicale afvaardiging in de onderneming aanwezig is. Opgelet: Indien u opteert voor een omzetting van de jaarlijkse premie, dienen, afhankelijk van het voordeel waarvoor u opteert, bepaalde procedures, formaliteiten en termijnen in acht te worden genomen. Voor meer informatie hierover, verwijzen wij graag naar de sectorale documentatie op onze portaalsite (https://payroll.partena.biz/home.aspx). Voor begeleiding en advies kan u steeds terecht bij Legal partners (legalpartners@partena.be of via 02/549.30.20). DATUM UITBETALING De jaarlijkse premie wordt uitbetaald vanaf juni 2016 (telkens in de loop van de maand juni) of op het ogenblik van de uitdiensttreding samen met de normale loonafrekening (enkel voor uit dienst na 01.01.2016). Bron: Collectieve Arbeidsovereenkomst van 9 juli 2015 gesloten in het aanvullend paritair comité voor de bedienden in het kader van de wet van 28 april 2015 tot instelling van de maximale marge voor de loonkostontwikkeling voor de jaren 2015-2016 betreffende de koopkracht jaarlijkse premie 6
Pc 200 (ex pc 218) het Sinds de overgang van het PC 218 naar het PC 200 hebben de sociale partners van het huidige PC 200 niet stil gezeten. Zo en zij recent het sectorakkoord 2015-2016. De grootste nieuwigheid is de forfaitaire premie van 250 bruto die vanaf juni volgend jaar zal worden toegekend aan alle bedienden van deze sector. Hieronder geven wij u een overzicht van alle elementen die werden opgenomen in het sectorakkoord. KOOPKRACHT Vanaf juni 2016 ontvangen de bedienden van het PC 200 een jaarlijkse (en recurrente) bruto premie van 250. Deze premie wordt uitbetaald op basis van de prestaties van de voorgaande 12 maanden en zal onderworpen zijn aan de index. Deze premie zal geproratiseerd worden voor deeltijdse werknemers en in functie van het aantal gepresteerde en gelijkgestelde dagen gedurende de voorgaande 12 maanden. Aan de bedrijven wordt de mogelijkheid geboden om deze premie om te zetten in een gelijkwaardig voordeel. Zo kan ze, op basis van een CAO afgesloten vóór 31 oktober 2015, vervangen worden door een aanvullend pensioen in de subsectoren waar er voor de arbeiders reeds een dergelijk sectoraal aanvullend pensioen bestaat. Hierbij werd vooral de bouwsector geviseerd. TIJDSKREDIET Recht op voltijds en halftijds tijdskrediet met motief: indien < 5 jaar anciënniteit: gedurende 24 maanden; indien > 5 jaar anciënniteit: 36 maanden (opleiding) en 48 maanden (zorg). ½ en 1/5 landingsbanen vanaf 55 jaar blijven mogelijk indien de bediende beschikt over een loopbaan van 35 jaar, heeft gewerkt in een arbeidsregime met nachtarbeid of een zwaar beroep heeft uitgeoefend. De premie ten laste van het sociaal fonds vanaf 55 jaar blijft ook behouden. 7
STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG vanaf 60 jaar tot eind 2017, mits een loopbaan van 40 jaar (mannen) en 31 jaar (32 in 2016 en 33 in 2017) voor vrouwen. Bovendien moet de werknemer over een anciënniteit van 5 jaar in het bedrijf beschikken; vanaf 58 jaar voor nachtarbeid of zwaar beroep tot eind 2016, indien de werknemer 10 jaar bedrijfsanciënniteit heeft en over een beroepsloopbaan van 33 jaar beschikt; vanaf 58 jaar met 40 jaar loopbaan tot eind 2016; vanaf 58 jaar als de werknemer 20 jaar nachtarbeid heeft verricht of een zwaar beroep heeft uitgeoefend. Daarbij moet hij/zij ook reeds 10 jaar bij de betrokken werkgever werken en in totaal 33 jaar beroepsloopbaan aantonen. OPLEIDING Verlenging van de opleidingscao voor de jaren 2015-2016. Gedurende de periode 2015-2016 zal er onderzocht worden of eventuele aanpassingen nodig zijn. Het sectorakkoord zal pas definitief worden na publicatie op de website van de FOD WASO. Wij houden u uiteraard stipt op de hoogte. Bronnen: Website BBTK, PC200 Voorstel van akkoord 2015-2016; Website BBTK, PC 200: jaarlijkse premie van 250 bruto 8
Betaald educatief verlof: Er beweegt heel wat op het vlak van betaald educatief verlof, zowel op gewestelijk als op federaal niveau. FEDERAAL NIVEAU: LOONPLAFOND Voor de afwezigheden in het kader van educatief verlof heeft de werknemer recht op de betaling van zijn normaal loon op de gebruikelijke vervaldata. Dit loon is evenwel begrensd tot een bepaald bedrag (behoudens akkoord van de werkgever om dit plafond niet toe te passen). De regering heeft een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd tot vaststelling van het loonplafond voor het schooljaar 2015-2016. Dit plafond blijft ongewijzigd ten opzichte van de vorige jaren: 2.760 bruto/maand. De wettekst over dit onderwerp is op dit ogenblik nog niet verschenen in het Belgisch Staatsblad. GEWESTELIJK NIVEAU: BEDRAG VAN DE TERUGBETALING PER UUR WAALS GEWEST Voor de opleidingen gevolgd tijdens het schooljaar 2014-2015 heeft het Waals Gewest een eenheidsbedrag vastgelegd voor de terugbetaling van de uren betaald educatief verlof, ongeacht het type opleiding dat de werknemer heeft gevolgd. Dit bedrag is vastgelegd op 21,30/per effectief gevolgd cursusuur. De wettekst over dit onderwerp is op dit ogenblik nog niet verschenen in het Belgisch Staatsblad. BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Voor de opleidingen gevolgd tijdens het schooljaar 2014-2015 heeft het Waals Gewest een eenheidsbedrag vastgelegd voor de terugbetaling van de uren betaald educatief verlof, ongeacht het type opleiding dat de werknemer heeft gevolgd. Dit bedrag is vastgelegd op 21,30/per effectief gevolgd cursusuur. 9
INTERGEWESTELIJKE OVERZICHTSTABEL De in deze tabel gepubliceerd in onze infoflash van 14 januari 2016 staan in cursief. Schooljaar 2013-2014 Vlaa ms gewest Bedrag van de terugbetaling Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest 21,54/u voor de opleidingen van sociale promotie Regionalisering op 1 juli 2014 2014-2015 22,08/u voor de sectorale opleidingen 18,49/u voor de algemene opleidingen 21,04/u voor alle andere opleidingen 21, 30/u, ongeacht het soort opleiding 21,3 0/u, ongeacht het soort opleiding 2015-2016 Geen enkel bedrag gekend 21,30/u, ongeacht het soort opleiding UW TERUGBETALINGSAANVRAGEN Schooljaar 2014-2015 De terugbetalingsaanvragen voor de opleidingen gevolgd door werknemers tewerkgesteld in uw vestigingseenheid gelegen in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens het schooljaar 2014-2015 moeten uiterlijk op 30 juni 2016 ingediend worden. (De termijn die u moest respecteren indien u een vestigingseenheid in het Vlaams gewest hebt was 31 maart 2016 zie onze infoflash van 23 oktober 2015) We raden u aan om niet te wachten tot het hogervermelde besluit van de Waalse regering tot vaststelling van het bedrag van de terugbetaling per uur voor dit schooljaar verschijnt om deze aanvragen in te dienen. 10
We verduidelijken dat het Waals Gewest in zijn decreet van 28 april 2016 het feit officieel heeft bekrachtigd dat het voortaan enkel nog bevoegd is voor werknemers die tewerkgesteld worden in een vestigingseenheid gelegen op het Franstalige grondgebied en die betaald educatief verlof genieten. Zodoende behoren de werknemers die tewerkgesteld worden in een vestigingseenheid gelegen in de Duitstalige gemeenschap niet langer tot zijn bevoegdheid. Vanaf 1 januari 2016 moeten de terugbetalingsaanvragen voor: de vestigingseenheden in het Duitstalig Waals Gewest ingediend worden bij de Duitstalige gemeenschap (de Forem was bevoegd voor de periode van 1 april 2015 tot 31 december 2015); de vestigingseenheden in het Franstalig Waals Gewest verder ingediend worden bij de Forem. Vestigingseenheid waarin de werknemer waarvoor de terugbetaling werd aangevraagd tewerkgesteld wordt Vlaams gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bevoegde instelling Vanaf 1 april 2015 Departement Werk en Sociale Economie Brussel Economie en Werkgelegenheid Vanaf 1 januari 2016 Franstalig Waals Gewest Forem Forem Duitstalig Waals Gewest Forem Duitstalige Gemeenschap 11
Vanaf het schooljaar 2016-2017 Nieuwe termijn Op termijn zal het Waals Gewest de termijn voor het indienen van uw terugbetalingsaanvragen voor uw Franstalige vestigingseenheden verminderen met 3 maanden: vanaf het schooljaar 2016-2017 moeten de terugbetalingsaanvragen immers ingediend worden vóór 31 maart van het volgende jaar. Indien de opleiding gespreid wordt over meerdere jaren, moet de aanvraag ingediend worden vóór 31 maart van het jaar dat volgt op de laatste dag van elk opleidingsjaar. Voorbeeld: de terugbetalingsaanvragen voor het schooljaar 2016-2017 zullen ingediend uiterlijk vóór 31 maart 2018 moeten worden, of de werknemer nu een opleiding van één jaar volgt zoals bijvoorbeeld een diploma gespecialiseerde studies (DGS) of een opleiding van meerdere jaren, zoals bijvoorbeeld een master. Bijzonderheden Het Waals Gewest heeft eveneens een bijzondere maatregel ingevoerd: voor de opleidingen die niet per schooljaar georganiseerd worden en die tijdens eenzelfde schooljaar plaatsvinden (met inbegrip van de grote vakantie). De terugbetalingsaanvragen zullen ingediend moeten worden vóór 31 maart van het jaar dat volgt op de laatste dag van het schooljaar waarin de opleiding afloopt (en niet op de laatste dag van elk opleidingsjaar zoals het geval is voor de opleidingen die per schooljaar georganiseerd worden). Voorbeeld: er wordt een opleiding georganiseerd van 1 januari 2016 tot 31 juli 2016. De terugbetalingsaanvraag moet worden ingediend vóór 31 maart 2017. voor de uren educatief verlof toegekend voor een opleiding die niet per schooljaar georganiseerdwordt en die gespreid is over opeenvolgende schooljaren. Deze moeten opgesplitst worden naargelang het schooljaar waarin de uren betaald educatief werden gebruikt. De terugbetalingsaanvragen zullen ingediend moeten worden vóór 30 juni of 31 maart van het jaar dat volgt op elk schooljaar. Voorbeeld: de werknemer heeft 100 uren betaald educatief verlof gebruikt: 30 uren in 2015 en 70 uren in 2016. Er zullen twee terugbetalingsaanvragen ingediend moeten worden: - een eerste aanvraag vóór 30 juni 2016 voor de 30 uren gebruikt in 2015; - een tweede aanvraag vóór 31 maart 2017 voor de 70 uren gebruikt in 2016. 12
Voorbeeld: de werknemer heeft 100 uren betaald educatief verlof gebruikt: 30 uren in 2016 en 70 uren in 2017. Er zullen twee terugbetalingsaanvragen ingediend moeten worden: - een eerste aanvraag vóór 31 maart 2017 voor de 30 uren gebruikt in 2016; - een tweede aanvraag vóór 31 maart 2018 voor de 70 uren gebruikt in 2017. Aarzel niet om een beroep te doen op ons voor het indienen van uw terugbetalingsaanvragen bij het bevoegde Gewest. Neem contact op met onze dienst Betaald educatief verlof via het volgende e-mailadres: AdministrationTeam@partena.be Bronnen: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 Toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985, houdende sociale bepalingen; Ontwerpbesluit van de Waalse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 Toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985, houdende sociale bepalingen; Besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 12 mei 2016 tot wijziging van het artikel 16bis van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, B.S. 19 mei 2016; Decreet van de Waalse Regering van 28 april 2016 houdende de uitvoering van de 6eStaatshervorming en diverse bepalingen betreffende het werkgelegenheidsbeleid, artikels 16 tot 25, B.S. 11 mei 2016 13
Provisie vakantiegeld 2016 De bedragen van de voorzieningen voor vakantiegeld 2016 die in de balansen op 31 december 2015 worden geboekt en die als beroepskosten kunnen worden aanvaard zijn bekend. De voorzieningen voor het vakantiegeld 2016 kunnen als beroepskosten worden aanvaard in de mate dat zij niet meer bedragen dan: 18,80 % van de vaste en veranderlijke bezoldigingen die in 2015 zijn toegekend aan bedienden die het voordeel van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers genieten, verminderd met het aanvullend vakantiegeld dat in 2015 is toegekend (1). Er moet enkel rekening worden gehouden met de normale en periodieke bezoldigingen, met uitsluiting van het vakantiegeld en de eindejaarspremie. 10,27 % van 108/100 van de lonen die in 2015 zijn toegekend aan arbeiders en leerlingen die het voordeel van diezelfde wetgeving genieten. Opmerking: Het flexiloon en het flexivakantiegeld dat wordt toegekend aan flexijobwerknemers uit de horecasector wordt niet opgenomen in de berekeningsgrondslag. De werkgever moet immers het flexivakantiegeld samen met het flexiloon uitbetalen. (1) Het betreft het vakantiegeld voor de dagen waarop bedienden aanvullende vakantie hebben genomen omdat zij bij aanvang of hervatting van de activiteit nog geen recht hadden op gewone vakantie. Dat aanvullende vakantiegeld stemt overeen met het gewone loon voor de genomen dagen aanvullende vakantie en wordt gefinancierd door een voorafname op het wettelijk dubbel vakantiegeld van het volgende jaar. Bron: FOD Financiën. 14
Naar een elastische en In het kader van de budgetcontrole lente 2016 heeft de minister van Werk de neerlegging aangekondigd, vóór juli, van een wetsontwerp dat 'de arbeidstijden' wil hervormen. De structurele hervorming van de arbeidstijd heeft tot doel: de ondernemingen de mogelijkheid te geven de arbeidstijden aan te passen aan de noodwendigheden van de productie; en de werknemers de mogelijkheid te geven hun arbeidstijd en privéleven op elkaar af te stemmen. Deze hervorming zou op 1 januari 2017 in werking moeten treden en steunt op twee sokkels: een sokkel voor algemene en directe toepassing; een menu dat op het niveau van de sectoren kan worden geactiveerd. DE SOKKEL MET DIRECTE WERKING De referentieperiode waarin de wekelijkse arbeidsduur moet worden gerespecteerd, zal wettelijk op één jaar worden bepaald (nu is deze referentieperiode in principe een kwartaal). De regel wordt dus dat de arbeidstijd over de loop van een jaar moet worden bekeken. Behoudens tegenstrijdige sectorale bepalingen zullen de dag- en weekgrenzen respectievelijk bepaald worden op 9 uur en 45 uur. De interne grens waarboven verplicht inhaalrust moet worden toegekend voordat nieuwe overuren mogen worden gepresteerd wordt opgetrokken naar 143 uur. Alle werknemers zullen recht hebben op een krediet van 100 uur (in sommige sectoren zelfs 360 uur) extra per jaar. Deze uren die worden gepresteerd op basis van een individueel akkoord kunnen niet worden gerecupereerd maar zullen worden uitbetaald of op een loopbaanrekening worden gezet. Het betreft een stelsel van overuren bovenop het 'traditionele' stelsel van overuren. Een objectief van 5 dagen opleiding per werknemer en per jaar moet worden geconcretiseerd door sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten of door de invoering van een individuele opleidingsrekening per werknemer. De KMO's met minder dan 10 werknemers zullen worden vrijgesteld van deze opleidingsverplichting. Voor de ondernemingen met minder dan 20 werknemers zal bovendien een specifieke regeling worden uitgewerkt. 15
Elke werknemer zal voor 2007 en 2018 individueel recht hebben op twee dagen opleiding per jaar. De algemene sokkel voorziet tevens een omkadering voor het occasionele telewerk. HET MENU DAT KAN WORDEN GEACTIVEERD De sectoren en eventueel ook de ondernemingen hebben nog een zekere manoeuvreerruimte. Het wetsontwerp bevat immers bijzondere maatregelen die door de paritaire comités 'geactiveerd' kunnen worden. Deze paritaire comités zullen trouwens ook kunnen afwijken van de wettelijke basisstelsels van de sokkel (ter herinnering, de interne grens en het krediet van overuren die worden betaald of op een loopbaanrekening worden gezet). Twee concepten bepalen dit 'menu': 1. wendbaar werk; 2. werkbaar werk. WENDBAAR WERK In grote lijnen zouden de sectoren (en zelfs de ondernemingen) de arbeidsprestaties, in overeenstemming met de Europese richtlijn ter zake, kunnen 'verlengen' tot 11 uur per dag en 50 uur per week, op voorwaarde dat een jaargemiddelde van 48 uur wordt gerespecteerd. Bovendien, en dit is essentieel (!), zal de referentieperiode van 1 jaar (hoger) kunnen worden verlengd tot 6 jaar (veralgemening van de 'plus minus conto'-regeling van het paritair comité nr. 111). Met het oog op 'wendbaar werk' voorziet het wetsontwerp ook in: de invoering (onder bepaalde voorwaarden) van een uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd; de hervorming van het systeem van de werkgeversgroepering; de vereenvoudiging van de deeltijdse arbeid. 16
WERKBAAR WERK Werkbaar werk is: loopbaansparen of loopbaanrekening opgebouwd uit overuren, opleidingsdagen, vakantiedagen ; de aanpassing van de tijdskredietstelsels; de glijdende werktijden; de schenking van verlofdagen aan collega's die een zwaar ziek kind hebben. Bron: akkoord in het kader van de budgetcontrole in de lente van 2016. 17
Arbeidsrechtelijke implicaties van invoering kilometerheffing voor zware Vanaf 1 april 2016 zullen zware van meer dan 3,5 ton in principe een kilometerheffing moeten betalen. Een aantal (bv. die voor medische doeleinden of die door defensie, brandweer gebruikt worden) kunnen worden vrijgesteld van deze verplichting. KILOMETERHEFFING De niet-vrijgestelde binnen- en buitenlandse zullen een heffing moeten betalen wanneer zij gebruik maken van de meeste Vlaamse, Waalse en Brusselse autosnelwegen en autosnelwegringen. Concreet zullen de die onderworpen zijn aan de kilometerheffing uitgerust moeten zijn met een on board unit (OBU). Op basis van satelliet navigatietechnologie zal het aantal kilometers geregistreerd worden waarna er vervolgens een kilometerheffing betaald zal moeten worden. Uiteraard is dit in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de houder van het voertuig (op wiens naam het voertuig ingeschreven is). Toch kan ook de bestuurder van het voertuig aangesproken worden wanneer bijvoorbeeld bij een wegcontrole zou blijken dat de heffing niet betaald werd. Weliswaar kan de bestuurder nadien proberen om het bedrag van de heffing en de eventuele administratieve geldboete terug te vorderen. Daarnaast brengt de invoering van de kilometerheffing ook een aantal specifieke verplichtingen voor de bestuurders van de met zich mee. ARBEIDSRECHTELIJKE IMPLICATIES Omdat de bestuurders van de betrokken niet zelden het statuut van werknemer hebben, zal de invoering van de kilometerheffing bijgevolg ook arbeidsrechtelijke implicaties hebben. Zoals aangehaald, voorziet de regelgeving een aantal verplichtingen voor de bestuurders van de. 18
Vooreerst moet de bestuurder controleren of het vereiste OBU-toestel aanwezig is. Daarnaast moet de bestuurder erop toezien dat de afgelegde kilometers ook effectief geregistreerd worden. Mocht zich in dit verband een probleem voordoen dan moet de bestuurder ervoor zorgen dat er onmiddellijk contact opgenomen wordt met de aanbieder van het OBU-toestel. Omdat de dienstverleningsovereenkomst met de aanbieder van het OBU-toestel geschorst kan worden indien het toestel niet correct gebruikt wordt, er nagelaten wordt om een zichtbaar defect te melden of wanneer de gebruiksinstructies niet opgevolgd worden, worden alle plichten van de bestuurder-werknemer best opgenomen in (een bijlage aan) het arbeidsreglement. Het nalaten van deze plichten zou immers grote gevolgen kunnen hebben voor de werkgever en eventueel gekwalificeerd kunnen worden als een zware fout. Gelet op het feit dat het OBU-toestel navigatietechnologie bevat, kan het voorvallen dat de werkgever de registratie wenst te gebruiken voor andere doeleinden dan deze waarvoor zij bedoeld is. Hierbij kan gedacht worden aan het leveren van een bewijs dat de werknemer zich tegen de instructies of buiten het weten om van de werkgever naar een bepaalde plaats begeven heeft. In dat geval moet de aanwezigheid van een tracking-systeem ook geformaliseerd worden in het arbeidsreglement. Uiteraard kan Partena u hierin adviseren en bijstaan. Bronnen: ordonnantie van 29 juli 2015 tot invoering van een kilometerheffing in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zware bedoeld of gebruikt voor het vervoer van goederen over de weg, ter vervanging van het Eurovignet, Belgisch Staatsblad van 12 augustus 2015 ; decreet van 16 juli 2015 tot invoering van een kilometerheffing voor het wegengebruik door zware vrachtwagens, Belgisch Staatsblad van 28 juli 2015 ; decreet tot invoering van de kilometerheffing en stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 in dat verband, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 2015. 19
DMFA : administratieve Tegen het einde van de tweede maand van elk kwartaal, wordt een nieuwe versie van de instructies gepubliceerd. Bij elke versie hoort een "Nieuw dit kwartaal ". Hier vindt u een overzicht van wat er inhoudelijk nieuw is ten opzichte van het vorige kwartaal, en kunt u rechtstreeks doorklikken naar de gewijzigde passages in de instructies. De rubriek "Tussentijdse instructies" dient om informatie mee te delen die nog niet bekend was bij het publiceren van de kwartaalbijwerking. Als u in de instructies een tekst leest, waarover nadien een tussentijdse instructie werd gepubliceerd, dan merkt u daarvan een aanduiding boven de tekst. Deze rubriek wordt aangevuld telkens er nieuws is, dus niet op vaste tijdstippen. Meestal wordt deze informatie hernomen in de volgende kwartaalbijwerking. Volg deze link om de recentste versie te bekijken : https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/fr/lat est 20
Juni 2016 : enkele belangrijke data 3 juni 2016 : Het plafond dat bepaalt of u voorschotten op de socialezekerheidsbijdragen verschuldigd bent, is vastgesteld op 4.000,00 euro. Bent u ertoe gehouden voorschotten op de bijdragen te betalen, dan moet dit bedrag, indien u klant bent van het Sociaal Secretariaat, uiterlijk op 3 juni op de rekening van het Sociaal Secretariaat staan en als u geen klant bent, op de rekening van de RSZ. 15 juni 2016 : Dit is de uiterste datum voor de maandelijkse storting van de bedrijfsvoorheffing en de aangifte 274. 30 juni 2016 : Uw fiscale fiches 281.50 dienen vóór deze datum te worden ingediend Dit is de uiterste datum voor de indiening van uw papieren belastingaangifte. Voor diegenen die Tax-on-web gebruiken, is de uiterste indieningsdatum 13 juli 2016. Voor diegenen die voor hun aangifte via Tax-on-web beroep doen op een mandataris (boekhouder, fiscaal adviseur) is 27 oktober 2016 de uiterste datum. 30 juni is eveneens de uiterste datum voor de storting van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage. Voor het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest, is 30 juni de uiterste datum om de aanvragen tot terugbetaling van betaald educatief verlof voor 2014-2015 in te dienen. Uw sociale bijdragen als zelfstandige moeten uiterlijk op 30 juni op de rekening van uw Sociaal Verzekeringsfonds staan. 21