Brabant beoordeelt risicocommunicatie

Vergelijkbare documenten
Veiligheid en beleving

Perceptie en beleving

Vragenlijst publieksonderzoek veiligheidsrisico s

Drenthe dringt door. Rapport 0-meting publieksonderzoek beleving omgevingsrisico s en informatiebehoefte in de provincie Drenthe.

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter)

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

Rekenkameronderzoek Veiligheid

RAPPORTAGE PUBLIEKSONDERZOEK SITTARD-GELEEN (NAJAAR 2006) (met aanpassingen januari 2007)

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Publieksonderzoek naar risicobeleving in de regio Haaglanden

Gemeente Houten Risicobronnen. Den Dolder, 04 januari 2008 ir. Martine van Doornmalen drs. Thomas Beffers MSc

Risicobeleving in Hollands Midden

Internetpanel over de lokale media

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Hoofdstuk 23 Discriminatie

BEHOEFTEONDERZOEK RISICOCOMMUNICATIE RIJNMOND

Bewonerspanel Communicatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Rapportage. opiniepeiling Lelystad Airport

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Belevingsonderzoek Rotterdam The Hague Airport 2012

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2011

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Rapportage TIP Peel en Maas. Raadpleging oktober 2018

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Houding inwoners provincies ten opzichte van de veehouderij

BURGERPANEL WIJDEMEREN PEILING COMMUNICATIE & PARTICIPATIE

Tevredenheid over MEE. Brancherapport Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2012

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Windenergie. Een onderzoek onder inwoners van de gemeente Groningen B A S I S V O O R B E L E I D. Oktober Laura de Jong. Marjolein Kolstein

Risico- en Crisisbarometer

Burgerpeiling Discriminatie

Reactienota naar aanleiding van het Inwonerpanel

Risico- en Crisisbarometer

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

Risico- en Crisisbarometer

Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen

Risico- en Crisisbarometer

Glazen Huis peiling Leids JongerenPanel. Colofon. Serie Statistiek 2011 / 08

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Uitgevoerd door Dimensus Afvalinzameling Renswoude 2016

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Brandweer en brandpreventie in Twente

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

Risico- en Crisisbarometer Basismeting november 2010

Publieksonderzoek Fietsverlichting

INWONERSPANEL EERSEL PEILING TOEKOMSTVISIE

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei Laura de Jong. Kübra Ozisik.

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Evaluatie van het online klachtenmeldpunt vlieglawaai.nl. SP-Statenfractie Noord-Brabant

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Nieuws en informatie over de gemeente

ONDERZOEK VUURWERKOVERLAST

Risico- en Crisisbarometer

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Klanttevredenheidsonderzoek. Columbustraining. januari tot en met

Zonne-energie. Een stadspanelonderzoek. November Erik van der Werff.

Effectmeting Risicowijzer 25 gemeentelijke versies

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING DE GROENE CORRIDOR

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Communicatie, lokale media en samenwerking 2015

Risico- en Crisisbarometer

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Bouwaanvragen agrarische bedrijven t/m 20 september 2013 aanvragen per gemeente per week. week 13 (t/m 29-3) week 11 (t/m 15-3) week 12 (t/m 22-3)

Omnibusenquête Imago Palenstein

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Stadspanel: Oud en nieuw 2018

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Rapport Onderzoek Evenementenbeleid Kampen 2015

Resultaten nulmeting pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid

Bewonerspanel Opvang asielzoekers

Mogelijkheden windenergie

Transcriptie:

Brabant beoordeelt risicocommunicatie Rapport publieksonderzoek risicobeleving, informatiebehoefte en -beoordeling Oktober 2010 Copyright Actorion Communicatie Velp/Den Haag Behoudens uitzondering door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden op het auteursrecht, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.

Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksverantwoording 4 2.1 Vooraf 4 2.2 Steekproefsamenstelling 4 2.2.1 Steekproef en respons algemene enquête 4 2.2.2 Totale respons algemene enquête 5 2.3 Demografische kenmerken respondenten algemene enquête 5 2.3.1 Geslacht 5 2.3.2 Leeftijd 6 2.3.3 Opleidingsniveau 6 3 Dimensies 7 3.1 Inleiding 7 3.2 Vertrouwen 7 3.3 Betrokkenheid 7 3.4 Risicoperceptie 7 4 Kennis/waarneming aanwezige risicobronnen 8 4.1 Risicoperceptie 8 5 Externe veiligheid en overige risicobronnen 11 5.1 Omgevingsrisico s in hun context 11 5.2 Conclusie 12 6 Perceptie persoonlijke relatie en acceptatie risicobronnen 13 6.1 Verantwoordelijkheid 13 6.2 Veiligheidsgevoelens 14 6.3 Acceptatie van omgevingsrisico s 16 6.4 Conclusie 16 7 Betrokkenheid 17 7.1 Dimensies van betrokkenheid 17 7.2 Conclusie 18 8 Persoonlijke ervaringen 19 8.1 Herinnering aan incidenten 19 8.2 Conclusie 20 9 Verwachtingen ten aanzien van risicocommunicatie 21 9.1 Vertrouwen 21 9.2 Informatiehistorie 22 9.3 Verwerking informatie 24 9.4 Gewenste communicatievorm, -middelen en frequentie 26 9.5 Gewenste communicatievorm en -middelen na stelling 28 9.6 Landelijke digitale risicokaart 30 9.7 Rampenzender 30 9.8 Conclusie 30 10 Telefonische vragenlijst 31 10.1 Inleiding 31 10.2 Respons 31 Actorion Communicatie -1- 'Brabant beoordeelt risicocommunicati pag.

10.3 Demografische kenmerken respondenten telefonische enquête 31 10.3.1 Geslacht 31 10.3.2 Leeftijd 32 10.3.3 Opleidingsniveau 32 10.4 Externe veiligheid en overige risicobronnen 33 10.5 Perceptie persoonlijke relatie en acceptatie risicobronnen 33 10.6 Persoonlijke ervaringen 33 10.7 Verwachtingen ten aanzien van risicocommunicatie 34 10.7.1 Informatiehistorie 34 10.7.2 Verwerking informatie 35 10.8 Gewenste communicatievorm, -middelen en frequentie 36 10.9 Gewenste communicatievorm en -middelen en na stelling 38 10.10 Landelijke digitale risicokaart 38 10.11 Rampenzender 39 10.12 Conclusie 39 11 Onderzoek Hyves 40 11.1 Inleiding 40 11.2 Demografische gegevens respondenten 40 11.3 Externe veiligheid en overige risicobronnen 40 11.4 Perceptie persoonlijke relatie en acceptatie risicobronnen 41 11.5 Persoonlijke ervaringen 41 11.6 Verwachtingen ten aanzien van risicocommunicatie 41 11.6.1 Informatiehistorie 41 11.6.2 Verwerking informatie 41 11.6.3 Gewenste communicatievorm, -middelen en frequentie 41 11.6.4 Gewenste communicatievorm en middelen na stelling. 42 11.7 Landelijke risicokaart 42 11.8 Rampenzender 43 11.9 Conclusie 43 12 Samenvatting en adviezen risicocommunicatiebeleid 44 12.1 Benchmark en unieke vragen 44 12.2 Benchmark 44 12.2.1 Inleiding 44 12.2.2 Betrokkenheid, perceptie, (zender) vertrouwen en zelfredzaamheid 44 12.2.3 Inhoud communicatie 45 12.2.4 Keuze van communicatievormen en middelen 46 12.3 Uitgevoerde risicocommunicatie in provincie 46 12.3.1 Bereik 46 12.3.2 Rendement en effecten 47 12.4 Communicatieadvisering 47 12.4.1 Strategie 47 12.4.2 Uitvoeringsrichtingen 48 Bijlage 1: onderzoeksdimensies 49 12.5 Involvement (betrokkenheid) 49 12.6 Vertrouwen in overheid en risicoveroorzakers 50 12.7 Risicoperceptie 50 Bijlage 2: Hyves-communities 52 Actorion Communicatie -2- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

1 Inleiding Actorion Communicatie heeft in opdracht van de drie Brabantse veiligheidsregio s (VR s) en de provincie Noord- Brabant, een publieksonderzoek risicobeleving en informatiebehoefte/verwerking uitgevoerd. Het onderzoek is in, en in samenwerking met, de gemeenten Bergen op Zoom, Deurne, Eersel, Gilze en Rijen, Goirle, Oss, Tilburg, Valkenswaard, Veghel, Waalwijk en Woensdrecht uitgevoerd. Deze gemeenten zijn vanaf het begin betrokken bij het project en hebben de enquêtes uitgezet waar uiteindelijk de data voor dit onderzoek uit voort zijn gekomen. De doelstelling van het (kwantitatieve) belevingsonderzoek is het genereren van input voor het risicocommunicatiebeleid in de provincie Noord-Brabant, de Veiligheidsregio s en de deelnemende gemeenten. Vandaar dat het onderzoek zich richt op verscheidene aspecten (verder dimensies genoemd), relevant voor de risicocommunicatie. Hierbij kunt u denken aan vertrouwen in de overheid, kennis en informatiecontext, betrokkenheid, perceptie en (informatiezoek)gedrag van de inwoners ten aanzien van externe en andere veiligheidsrisico s. Deze rapportage bestaat globaal uit vijf delen. Allereerst geven we kort een methodologische verantwoording van het onderzoek en gaan we kort in op de responsresultaten. Vervolgens zoomen we in op de scores en resultaten van afzonderlijke vragen, c.q. variabelen uit het onderzoek, zoals: o o o o kennis van risicobronnen; invloed op en acceptatie van risico s (ook zelfredzaamheid); emoties; informatiebehoefte, persoonlijke ervaringen en contactvoorkeuren. De rapportage vervolgt met een apart hoofdstuk over een parallel afgenomen, telefonische enquête. Per gemeente is bij ongeveer 20 respondenten een verkorte versie van de algemene vragenlijst afgenomen. Het daarop volgende hoofdstuk is gewijd aan de resultaten van het onderzoek dat uitgevoerd is via Hyves. Een digitale variant van de verkorte vragenlijst is op diverse Hyves-communities geplaatst die zich bezig houden met veiligheidsrisico s. Dit is bij wijze van experiment. Is er voldoende betrokkenheid deze vragenlijst in te vullen? En kan een discussie over veiligheidsrisico s via social media gestimuleerd worden? Daar waar mogelijk en nuttig zijn de resultaten van dit onderzoek vergeleken met landelijke gemiddelden. Deze zijn samengesteld uit de data van vergelijkbaar onderzoek in verscheidene andere regio s. Waar deze data niet voorhanden zijn, wordt de vergelijking getrokken met ons meest recent gehouden onderzoek in de provincie Utrecht. Op deze manier kunnen we de diverse uitkomsten beter duiden en conclusies trekken. Deze rapportage wordt afgesloten door een hoofdstuk waarin we de belangrijkste resultaten samenvatten en vertalen naar risicocommunicatieadviezen. 1 1 Doordat de discipline risicocommunicatie zich in rap tempo ontwikkelt, geldt meer in het algemeen dat bepaalde onderzoeken of acties door anderen kunnen worden ingehaald. Dit betekent dat we in de aanbevelingen aan provincie Noord-Brabant ook suggesties hebben opgenomen die we door voortschrijdend inzicht in andere regio s en projecten hebben verworven. Op deze manier hoopt dit rapport een goede bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van Brabantse risicocommunicatie. Actorion Communicatie -3- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

2 Onderzoeksverantwoording 2.1 Vooraf Voor het onderzoek zijn de data op vier verschillende manieren verzameld. Allereerst is in de tien deelnemende gemeenten de algemene schriftelijke vragenlijst uitgezet. Daarnaast is op hun gemeentelijke websites een link geplaatst naar de digitale versie van deze vragenlijst. Op basis van deze gegevens is de algemene analyse uitgevoerd, die in de eerste hoofdstukken van deze rapportage te vinden is. Verder is per gemeente onder ongeveer twintig inwoners een verkorte versie van deze vragenlijst afgenomen. Hiervoor zijn zij telefonisch benaderd. De resultaten van dit onderzoek zullen in een apart hoofdstuk behandeld worden. Hetzelfde geldt voor de resultaten van een digitale versie van deze verkorte vragenlijst, die geplaatst is op dertig Hyves-communities die gerelateerd zijn aan veiligheidsrisico s. Hyves-leden is aangespoord deze vragenlijst in te vullen, plus deel te nemen aan een discussie over veiligheidsrisico s in zijn algemeenheid dan wel het specifieke veiligheidsrisico waarop de Hyve waar ze bij aangesloten zijn betrekking heeft. Ook aan de resultaten hiervan is een apart hoofdstuk gewijd. 2.2 Steekproefsamenstelling In deze paragraaf gaan we in op uit welke gemeenten de respondenten van dit onderzoek afkomstig zijn. 2.2.1 Steekproef en respons algemene enquête In de tien gemeenten hebben we 1.800 (Bergen op Zoom, Tilburg) dan wel 1.200 (de overige gemeenten) vragenlijsten uitgezet. Hieronder een overzicht van het aantal enquêtes dat per gemeente ingevuld retour is gekomen:. Bergen op zoom Deurne Eersel Gilze en Rijen Goirle Tilburg Valkenswaard Veghel Waalwijk Woensdrecht Totaal Steekproef 1.800 1.200 1.200 1.200 1.200 1.800 1.200 1.200 1.200 1.200 13.200 Respons 312 222 291 247 282 316 255 224 190 238 2577 De gekozen steekproefgrootte is een compromis tussen statistische betrouwbaarheid en kosten/doorlooptijd van het onderzoek: gelet op de respons (abs. > 400) mogen we de gegevens generaliseren naar inwoners van de gehele provincie Noord-Brabant, en met enige voorzichtigheid ook voor de deelnemende gemeenten. Daar waar we significante verschillen aantroffen tussen de scores in dit onderzoek en landelijke gemiddelden, en tussen de scores van de tien deelnemende gemeenten onderling, hebben we die gemeld. Dan de respons op de digitale variant van de algemene vragenlijst:. Bergen op zoom Deurne Eersel Gilze en Rijen Goirle Tilburg Valkenswaard Veghel Waalwijk Woensdrecht Totaal Respons 14 10 11 9 7 40 17 14 3 13 138 Actorion Communicatie -4- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

2.2.2 Totale respons algemene enquête Voor de totale respons op de algemene enquête betekent dit het volgende:. Bergen op zoom Deurne Eersel Gilze en Rijen Goirle Tilburg Valkenswaard Veghel Waalwijk Woensdrecht Totaal Respons 326 232 302 256 289 356 272 238 193 251 2715 Percentage 12,0% 8,5% 11,1% 9,4% 10,6% 13,1% 10,0% 8,8% 7,1% 9,2% 100% Responsrate 18,1% 19,3% 25,2% 21,3% 24,1% 19,8% 22,7% 19,8% 16,1% 20,9% 20,8% We zien dat het Tilburg (13%) en Bergen op Zoom (12%) het grootste deel van het totale aantal respondenten leveren. Relatief (zie: responsrate) hebben echter het meeste inwoners meegedaan uit Eersel (25%) en Goirle (24%). Omdat er ook bij een aantal vragenlijsten door de respondenten niet ingevuld is uit welke gemeente ze komen, is de totale respons iets hoger dan de som van de respons per gemeente. In totaal zijn er 2.746 enquêtes binnengekomen, wat een respons van 2.746/13.200 = 20,8% betekent. Landelijk zien we bij dergelijke onderzoeken een responsrate van tussen de 15% en 25%. Het onderzoek in Noord-Brabant scoort hier dus gemiddeld. 2.3 Demografische kenmerken respondenten algemene enquête Om een beeld te krijgen welke mensen de enquêtes hebben ingevuld, gaan we in deze paragraaf kort in op de demografische achtergrondkenmerken geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. 2.3.1 Geslacht. Bergen op zoom Deurne Eersel Gilze en Rijen Goirle Tilburg Valkenswaard Veghel Waalwijk Woensdrecht Totaal Man 146 97 129 105 136 178 120 137 86 125 1259 45,5% 41,8% 43,6% 41,3% 47,2% 50,4% 44,3% 57,8% 45,3% 50,4% 46,8% Vrouw 175 135 167 149 152 175 151 100 104 123 1431 54,5% 58,2% 56,4% 58,7% 52,8% 49,6% 55,7% 42,2% 54,7% 49,6% 53,2% Totaal 321 232 296 254 288 353 271 237 190 248 2690 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Een kleine meerderheid (53%) van de respondenten is vrouw. Dit is niet conform het landelijke beeld: gemiddeld genomen zijn het vaker mannen (53%) dan vrouwen (47%) die vragenlijsten over omgevingsrisico s en risicocommunicatie invullen. Actorion Communicatie -5- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

2.3.2 Leeftijd. Bergen op zoom Deurne Eersel Gilze en Rijen Goirle Tilburg Valkenswaard Veghel Waalwijk Woensdrecht Totaal 0-20 jaar 8 3 9 4 6 0 4 1 5 0 40 2,5% 1,3% 3,0% 1,6% 2,1%,0% 1,5%,4% 2,6%,0% 1,5% 21-35 jaar 41 36 31 29 37 54 19 22 21 16 306 12,7% 15,5% 10,3% 11,3% 12,8% 15,3% 7,0% 9,3% 10,9% 6,4% 11,3% 36-50 jaar 72 62 81 61 58 87 66 58 47 70 662 22,2% 26,7% 26,8% 23,8% 20,1% 24,6% 24,3% 24,5% 24,4% 27,9% 24,4% 51-65 jaar 128 76 99 95 116 111 97 85 67 83 957 39,5% 32,8% 32,8% 37,1% 40,3% 31,4% 35,7% 35,9% 34,7% 33,1% 35,3% 65 jaar en ouder 75 55 82 67 71 102 86 71 53 82 744 23,1% 23,7% 27,2% 26,2% 24,7% 28,8% 31,6% 30,0% 27,5% 32,7% 27,5% Totaal 324 232 302 256 288 354 272 237 193 251 2709 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% De meeste mensen die de enquête invullen zijn tussen de 51 en 65 jaar (35%). Slechts 13% van de respondenten is afkomstig uit de leeftijdscategorieën tot en met 35 jaar. Deze getallen wijken nauwelijks af van wat we landelijk zien: jongeren hebben weinig interesse in onderzoek naar dit onderwerp, dus zijn de hogere leeftijdscategorieën oververtegenwoordigd. 2.3.3 Opleidingsniveau. Bergen op zoom Deurne Eersel Gilze en Rijen Goirle Tilburg Valkenswaard Veghel Waalwijk Woensdrecht Totaal Basis onderwijs 29 20 23 22 18 33 10 17 13 28 213 9,0% 8,7% 7,7% 8,6% 6,3% 9,4% 3,7% 7,2% 6,8% 11,3% 7,9% LBO/Mavo/VMBO 84 66 74 71 72 62 97 63 66 61 716 25,9% 28,6% 24,9% 27,8% 25,1% 17,7% 36,2% 26,8% 34,4% 24,7% 26,6% MBO/Havo/VWO 107 71 87 83 88 101 84 87 58 85 851 33,0% 30,7% 29,3% 32,5% 30,7% 28,8% 31,3% 37,0% 30,2% 34,4% 31,7% HBO/WO 96 68 106 75 106 150 65 67 51 70 854 29,6% 29,4% 35,7% 29,4% 36,9% 42,7% 24,3% 28,5% 26,6% 28,3% 31,8% Anders/weet niet 8 6 7 4 3 5 12 1 4 3 53 2,5% 2,6% 2,4% 1,6% 1,0% 1,4% 4,5%,4% 2,1% 1,2% 2,0% Totaal 324 231 297 255 287 351 268 235 192 247 2687 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Net als in andere belevingsonderzoeken zijn het relatief veel hoger opgeleiden (32%) die de enquête invullen. Dit zal te maken hebben met de complexiteit van het onderwerp externe veiligheid. Actorion Communicatie -6- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

3 Dimensies 3.1 Inleiding In elke publieksmeting risicobeleving worden de onderstaande drie dimensies berekend. Mate van betrokkenheid (betrokkenheid burgers bij het thema omgevingsrisico s). Uit de wetenschappelijke literatuur valt op te maken dat, wil communicatie een kans van slagen maken, het belangrijk is dat de ontvangers van de communicatie een bepaalde mate van betrokkenheid bezitten; Mate van vertrouwen in de zender (de mate van geloof in de zekerheid van informatie, zowel van de gemeente als van risicobedrijven). Ook vertrouwen is cruciaal voor de slaagkans van communicatie; Risicoperceptie (kennis en duiding van de omgevingsrisico s, hoe nemen burgers risico s waar, wat voelen ze daarbij en wat is hun houding ten opzichte van die risico s). De beoordeling van risico s door de burger hangt naast objectieve factoren (dus het feitelijke kennisniveau), sterk af van subjectieve factoren. Het gaat er hierbij dus om in hoeverre mensen zich bewust zijn van risico s en hoe ze hier tegenover staan. Deze dimensies zijn in eerste instantie rekenkundige grootheden( 2 ) waarmee we wel verschillende onderzoeken en regio s met elkaar kunnen vergelijken, maar die zich minder lenen voor een directe vertaling in een communicatiestrategie voor de provincie Noord-Brabant. Voor dat laatste zijn met name de afzonderlijke vragen/variabelen in de komende hoofdstukken bedoeld. De dimensies hebben een signaalfunctie : zouden er wel statistisch significante verschillen gevonden worden, dan is het zinvol uit te zoeken wat er in een bepaalde regio aan de hand is. Onderstaande cijfers leren ons echter dat de inwoners van Noord-Brabant niet significant hoger of lager scoren op deze drie dimensies. 3.2 Vertrouwen In de provincie Noord-Brabant heeft 4% een laag, 72% een gemiddeld en 25% een hoog vertrouwen in risicobedrijven en overheid. Dit beeld wijkt weinig af van de percentages die we landelijk gemeten hebben. Hier zijn ze respectievelijk 4%, 70% en 27%. Tussen de tien deelnemende gemeenten zien we geen significante verschillen. 3.3 Betrokkenheid Kijken we naar betrokkenheid dan zien we dat 1% een laag, 75% een gemiddelde en 24% een hoge betrokkenheid heeft. Op landelijk niveau zien we percentages van 1%, 70% en 29%, vergelijkbaar dus. Tussen de tien deelnemende gemeenten zien we geen significante verschillen. 3.4 Risicoperceptie Wat risicoperceptie betreft zien we in de provincie Noord-Brabant dat 9% een lage, 85% een gemiddelde en 6% een hoge risicoperceptie heeft. De landelijke percentages liggen op 11%, 82% en 7%. Ook hier dus weinig verschil met Noord-Brabant. Tussen de tien deelnemende gemeenten zien we geen significante verschillen. 2 Voor een uitgebreide toelichting op deze dimensies zie Bijlage 1. Actorion Communicatie -7- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

4 Kennis/waarneming aanwezige risicobronnen 4.1 Risicoperceptie De respondenten is gevraagd welke risicobronnen zich in hun directe omgeving (binnen een straal van 500 meter) bevinden. Tankstation met LPG Opslag van vuurwerk Bedrijf met gevaarlijke stoffen Industrieterrein Vliegveld Snelweg gevaarlijke stoffen Spoorlijn gevaarlijke stoffen Kanaal/rivier gevaarlijke stoffen Buisleiding gevaarlijke stoffen Overstromingsgevaar Natuurbranden Kerncentrale Agrarische bedrijven Andere inrichting 5 7,9 8 6,9 6,5 9 14,1 15,1 25 35,5 38,4 37,8 41,7 45 0 10 20 30 40 50 Welke mogelijke risicobronnen bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? Een aantal risicobronnen springt er uit. Allereerst agrarische bedrijven, die door 45% van de respondenten genoemd wordt. Ook snelweg met gevaarlijke stoffen (42%) scoort boven de 40%. Verder worden tankstation met LPG, natuurbranden (beide 38%) en industrieterrein (36%) veelvuldig genoemd. Kerncentrale scoort met 5% het laagst. Op gemeenteniveau zijn er ook enkele duidelijke verschillen zichtbaar: Bergen op Zoom Deurne Autosnelweg met gevaarlijke stoffen 50,0% Agrarisch bedrijf 59,1% Spoorlijn met gevaarlijke stoffen 42,0% Spoorlijn met gevaarlijke stoffen 54,6% Industrieterrein 40,9% Industrieterrein 43,6% Eersel Gilze en Rijen Agrarisch bedrijf 59,2% Spoorlijn met gevaarlijke stoffen 51,8% Tankstation met LPG 46,8% Agrarisch bedrijf 51,2% Autosnelweg met gevaarlijke stoffen 44,6% Vliegveld 51,0% Goirle Tilburg Agrarisch bedrijf 54,0% Spoorlijn met gevaarlijke stoffen 53,2% Gevaar voor natuurbranden 49,8% Tankstation met LPG 43,8% Tankstation met LPG/Autosnelweg met gevaarlijke stoffen 40,3% Autosnelweg met gevaarlijke stoffen 35,6% Actorion Communicatie -8- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

Valkenswaard Veghel Gevaar voor natuurbranden 42,4% Agrarisch bedrijf 63,5% Agrarisch bedrijf 35,8% Autosnelweg met gevaarlijke stoffen 50,6% Industrieterrein 35,1% Tankstation met LPG 49,4% Waalwijk Woensdrecht Autosnelweg met gevaarlijke stoffen 38,3% Gevaar voor natuurbranden 69,2% Tankstation met LPG 34,4% Agrarisch bedrijf 56,6% Industrieterrein 32,9% Autosnelweg met gevaarlijke stoffen 46,5% Naast bovenstaand beeld zijn er enkele duidelijke verschillen tussen de gemeenten zichtbaar: in Bergen op Zoom (29%) en Woensdrecht (24%) zeggen de respondenten vaak dat ze in de buurt van een bedrijf met gevaarlijke stoffen wonen. In Gilze en Rijen (51%) en Woensdrecht (45%) wordt vliegveld vaak genoemd. In Eersel, Goirle, Valkenswaard, Veghel en Waalwijk zijn er nagenoeg geen mensen die zeggen nabij een spoorlijn te wonen. In Tilburg (26%) en Veghel (25%) geven de respondenten significant vaker dan in de andere gemeenten aan dat ze nabij een kanaal wonen waar gevaarlijke stoffen over worden vervoerd. Buisleiding met gevaarlijke stoffen wordt juist vaker genoemd in Bergen op Zoom (14%) en Woensdrecht (20%). Gevaar voor natuurbranden is er relatief weinig in Veghel (15%) en relatief veel in Woensdrecht (69%). Kerncentrale wordt met name genoemd in het nabij (de kerncentrales van) Antwerpen en Borssele gelegen Woensdrecht. Agrarische bedrijven worden overal wel veel genoemd, behalve in Bergen op Zoom (23%), Tilburg (28%) en Waalwijk (25%). Verder is er gevraagd aan de respondenten welke risicobronnen men concreet in de buurt heeft zitten. Per gemeente kregen we de volgende antwoorden (absolute aantallen): Bergen op Zoom Deurne Sabic 9 Spoor (met name Eindhoven Venlo) 26 Benzinestations 5 Veehouderijen 11 Nedalco 3 Transport over N270 8 Eersel Gilze en Rijen Benzinestations 28 Spoorlijn 37 Transportroutes (A67/N284) 27 Vliegbasis 20 Veehouderijen/agrarische bedrijven 15 Wegtransport (A58) 13 Goirle Tilburg Veehouderijen (met name geiten) 23 Spoorlijn 37 Benzinestations 20 Benzinestations 16 De Regte Heide 19 Transport over de weg 13 Valkenswaard Veghel Transport over weg (A69/N69) 13 Transport over de weg (A50) 17 Industrie 12 Veehouderijen 9 Natuur 10 Benzinestations 8 Waalwijk Woensdrecht Natuur 13 BASF 16 Transport over de weg (A59) 11 Industrie en haven Antwerpen 7 Stahl 8 Kerncentrale/vliegbasis 6 Hier komt duidelijk naar voren dat de bedrijven met gevaarlijke stoffen in de buurt van de inwoners van Bergen op Zoom en Woensdrecht (zie eerder dit hoofdstuk) respectievelijk Sabic en BASF zijn. In de drie gemeenten waar de inwoners significant vaak aangaven in de buurt van een spoorlijn te wonen (Deurne, Gilze en Rijen, Tilburg) wordt het spoor bij bovenstaande open vraag ook het meest geantwoord. In Deurne, Eersel, Goirle en Veghel zien we Actorion Communicatie -9- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

veehouderijen en/of agrarische bedrijven in de top 3. Zoals verwacht zien we in Gilze en Rijen de vliegbasis in de top 3 en in Woensdrecht de kerncentrales van Antwerpen en Borssele. Actorion Communicatie -10- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

5 Externe veiligheid en overige risicobronnen 5.1 Omgevingsrisico s in hun context We weten nu welke risico s zich in de buurt van de respondenten bevinden. Maar welke risico s zien mensen als meest bedreigend? En hoe verhoudt de ervaren dreiging van externe veiligheidsrisico s zich tot bijvoorbeeld sociale of verkeersveiligheid? Criminaliteit 48,8% Verkeersveiligheid 29,3% Milieuvervuiling 29,0% Epidemieën (Q-koorts, SARS, Mexicaanse griep) 26,0% Uitval drinkwater of drinkwatervervuiling 21,3% Brand in huis 19,7% Transport gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor 19,6% Opslag en verwerking gevaarlijke stoffen 13,9% Uitval elektriciteit 13,4% Natuurgeweld 13,3% Luchtvaartongeval 9,8% Bos- en heidebranden 9,3% Terrorisme 9,2% Kernenergie 7,4% Elektromagnetische straling 6,7% Anders 4,1% Overstromingen 3,8% Transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen 2,5% Afvalverbrandingsinstallaties 1,6% Het is duidelijk dat EV-risico s niet als meest bedreigend worden ervaren. Criminaliteit scoort met afstand het hoogst (49%), gevolgd door verkeersveiligheid, milieuvervuiling (beide 29%) en epidemieën (26%). Van de EV-risico s scoort het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor (20%) het hoogst, gevolgd door de opslag en verwerking van gevaarlijke stoffen (14%). Bovenstaand beeld is vergelijkbaar wat we elders meten. Sociale en verkeersveiligheid zijn veel urgenter voor mensen dan EV-risico s. En binnen de EV-risico s scoren de stationaire risico s altijd minder dan transportrisico s. De hoge scores van milieuvervuiling en epidemieën vallen in dit lijstje op. Landelijk zien we deze veiligheidsrisico s veelal zeer gemiddeld scoren, maar in Noord-Brabant staan beide in de top 5. Terrorisme scoort juist weer een stuk lager dan we landelijk zien, net als overstromingen/hoogwater. Per gemeente hebben we hieronder de top 3 risicobronnen weergegeven, om een paar interessante verschillen tussen de gemeenten te benadrukken: Bergen op Zoom Deurne Criminaliteit 46,1% Criminaliteit 44,7% Milieuvervuiling 30,9% Transport over weg, water, spoor 38,6% Verkeersveiligheid 28,1% Milieuvervuiling 28,5% Eersel Gilze en Rijen Criminaliteit 48,5% Criminaliteit 42,5% Verkeersveiligheid 34,2% Transport over weg, water, spoor 35,2% Epidemieën 29,2% Luchtvaartongeval 30,0% Actorion Communicatie -11- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

Goirle Tilburg Criminaliteit 54,5% Criminaliteit 57,4% Epidemieën 33,7% Verkeersveiligheid 33,9% Uitval drankwater of drinkwatervervuiling 33,7% Epidemieën 28,1% Valkenswaard Veghel Criminaliteit 50,0% Criminaliteit 47,4% Milieuvervuiling 29,5% Epidemieën 36,8% Verkeersveiligheid 28,7% Verkeersveiligheid 32,5% Waalwijk Woensdrecht Criminaliteit 61,6% Milieuvervuiling 50,6% Verkeersveiligheid 38,9% Criminaliteit 34,9% Epidemieën 27,0% Kernenergie 26,5% We zien dat in negen van de tien gemeenten criminaliteit op de eerste plaats staat. Alleen in Woensdrecht wordt milieuvervuiling (51%) het meest genoemd. Dit zal samenhangen met de vele industrie (BASF, de haven van Antwerpen) in de omgeving. In twee van de drie gemeenten waar de inwoners significant vaker aangeven in de buurt te wonen van een spoor zien we transport over weg, water of spoor in de top 3 staan: Deurne en Gilze en Rijen. Ook hieruit blijkt dat transportrisico s voor meer onrust (kunnen) zorgen dan stationaire risico s, zoals bedrijven met gevaarlijke stoffen. Die laatste categorie staat in geen enkele gemeente (ook niet gemeenten met veel industrie) in de top 3. We zien dat de hoge score op epidemieën met name door de antwoorden van de inwoners van Eersel, Goirle, Tilburg, Veghel en Waalwijk komt. Milieuvervuiling scoort hoog in Bergen op Zoom, Deurne, Valkenswaard en (zoals gezegd) Woensdrecht. De aanwezigheid van Vliegbasis Gilze-Rijen maakt dat in Gilze en Rijen luchtvaartongeval vaak genoemd wordt. De hoge score van kernenergie in Woensdrecht zal komen door de relatieve nabijheid van de kerncentrale van Antwerpen en Borssele. 5.2 Conclusie Conform het landelijke beeld zien we dat in Noord-Brabant de mensen zich niet enorm bedreigd voelen door externe veiligheid. Criminaliteit en verkeersveiligheid zorgen bij mensen voor meer onrust. Dit beeld komt in principe in alle gemeenten naar voren. De hoge scores voor milieuvervuiling en epidemieën vallen op. Met veel agrarische bedrijven (zie vorige hoofdstuk) in de buurt en de recente ziektegevallen (q-koorts, Mexicaanse griep) vers in het geheugen, valt met name de goede score van epidemieën in Noord-Brabant te verklaren. Actorion Communicatie -12- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

6 Perceptie persoonlijke relatie en acceptatie risicobronnen 6.1 Verantwoordelijkheid In het onderstaande diagram staan de resultaten van een aantal perceptievragen. Deze hebben enerzijds te maken met de inschatting van mensen of zij zich aan een risico kunnen onttrekken of het zelf kunnen controleren. Anderzijds hebben ze betrekking op de verantwoordelijkheidskwestie. In het diagram staat het percentage respondenten dat mee eens of zeer mee eens antwoordde. De gemeente is verantwoordelijk voor een veilige leefomgeving. N=2654 Bedrijven (risicobronnen) zijn verantwoordelijk voor een veilige omgeving. N=2604 91,7 92,3 Ik heb zelf geen invloed op het ontstaan van situaties die risico s opleveren. N=2614 55,3 Ik kan zelf voorkomen dat ik te maken krijg met de gevolgen van risico s. N=2577 21,5 Ik heb de indruk dat de gemeente risicobronnen goed controleert. N=2613 34,8 Als de sirene op een ongebruikelijk tijdstip gaat, dan is er iets ernstigs in mijn buurt aan de hand. N=2597 76,7 Als de sirene op een ongebruikelijk tijdstip gaat, dan maak ik eerst af waar ik mee bezig ben. N=2535 15 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Zowel de gemeente (92%) als risicobedrijven (92%) zijn volgens de inwoners van Noord-Brabant verantwoordelijk voor een veilige leefomgeving. Dit zijn precies dezelfde percentages als we landelijk meten. En net als landelijk, zien we ook hier dat ongeveer één op de drie respondenten (35%) vindt dat de gemeente risicobronnen goed controleert. In de communicatie zullen de participerende gemeenten dus aandacht kunnen schenken aan de activiteiten die ze op dit moment reeds ontplooien om de risicobronnen te controleren. In Veghel zijn er relatief veel mensen (44%) die de indruk hebben dat de gemeente risicobronnen goed controleert, in tegenstelling tot in Valkenswaard (26%). Meer dan de helft (55%) van de respondenten vindt dat ze zelf geen invloed hebben op het ontstaan van situaties die risico s opleveren. Een klein gedeelte (22%) meent zelf te kunnen voorkomen dat ze te maken krijgen met de gevolgen van risico s. Als de sirene op een ongebruikelijk tijdstip gaat, denkt 77% dat er iets ernstigs in de buurt aan de hand is. Slechts een klein deel van de respondenten (15%) maakt eerst af waar ze mee bezig is. Landelijk meten we hier percentages van Actorion Communicatie -13- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

84% en 9%. In Noord-Brabant wordt de sirene dus iets minder serieus genomen dan elders. We zien hier geen significante verschillen tussen de tien onderzochte gemeenten. 6.2 Veiligheidsgevoelens In de vragenlijst is een aantal vragen opgenomen over de veiligheidsgevoelens van de respondenten. Zeer mee oneens Mee oneens Niet meer oneens/niet mee eens Mee eens Zeer mee eens 1,1 8,3 19,4 24,8 46,4 N=2495 0 10 20 30 40 50 Als ik iets over risico's hoor in mijn buurt, dan probeer ik aan iets anders te denken. Zeer mee oneens Mee oneens Niet meer oneens/niet mee eens Mee eens Zeer mee eens 2,7 14,1 21,6 29 32,6 N=2559 0 10 20 30 40 Als ik iets over risicobronnen hoor in mijn buurt, zeg ik tegen mijzelf: "Het maakt niet uit waar je woont, er zijn overal risico's." Een kleine 10% van de respondenten probeert aan iets anders te denken als ze iets horen over risico s in hun buurt. De meeste mensen steken dus niet hun kop in het zand als het op omgevingsrisico s aankomt. 32% geeft aan dat er in principe overal risico s zijn, waar je ook woont. Landelijk meten we hier respectievelijk 10% en 30%. We zien hier geen significante verschillen tussen de tien deelnemende gemeenten. We hebben tevens vijf zogeheten emotievragen in de vragenlijst opgenomen, met het volgende resultaat: Helemaal niet Een beetje Enigszins Nogal Heel erg 1,3 4,6 19,8 25,6 48,6 N=2495 0 10 20 30 40 50 60 Als ik aan risicobronnen denk dan voel ik mij gespannen. Actorion Communicatie -14- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

Helemaal niet Een beetje Enigszins Nogal Heel erg 1,6 5,3 13,5 23,9 55,7 N=2447 0 10 20 30 40 50 60 Als ik aan risicobronnen denk dan voel ik mij angstig. Helemaal niet Een beetje Enigszins Nogal Heel erg 6,2 12,3 20,4 28,7 32,4 N=2408 0 10 20 30 40 Als ik aan risicobronnen denk dan voel ik mij rustig. Helemaal niet Een beetje Enigszins Nogal Heel erg N=2391 6,1 14 23,8 29,5 26,7 0 10 20 30 40 Als ik aan risicobronnen denk dan voel ik mij op mijn gemak. Helemaal niet Een beetje Enigszins Nogal Heel erg 5,8 12,2 19,1 20,8 42,1 N=2464 0 10 20 30 40 50 Als ik aan risicobronnen denk dan voel ik mij boos. We zien dat weinig mensen zich nogal of heel erg gespannen (6%) dan wel angstig (7%) voelen wanneer ze aan risicobronnen denken. 18% van de respondenten geeft aan dat ze zich in dit geval boos voelen. Landelijk hebben we hier percentages van respectievelijk 7%, 7% en 17% gemeten. 39% van de respondenten zegt zich rustig te voelen als ze aan risicobronnen denken, terwijl 33% zich op zijn gemak voelt. Ook hier zien we weinig verschillen met het landelijke beeld, waar we percentages zien van 41% en 34%. Vergelijken we de antwoorden van de verschillende deelnemende gemeenten met elkaar, dan zien we hier geen significante verschillen. Dit alles komt overeen met wat we in het vorige hoofdstuk reeds zagen, te weten dat mensen wat EV-risico s betreft niet op het puntje van hun stoel zitten. Actorion Communicatie -15- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

6.3 Acceptatie van omgevingsrisico s In deze paragraaf vindt men antwoord op de vraag in hoeverre de inwoners van de provincie Noord-Brabant accepteren dat er ongelukken plaats kunnen vinden. De gegeven percentages hebben betrekking op respondenten die mee eens of zeer meer eens hebben geantwoord. Ik vind het onaanvaardbaar dat er gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen in de woonomgeving van mensen. N = 2604 71,7 We zullen moeten accepteren dat er in ons land (met veel industrie en transport) grote en kleine incidenten kunnen plaatsvinden. N = 2608 45,1 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Een ruime meerderheid (72%) vindt het onaanvaardbaar dat er in de woonomgeving van mensen gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. Het landelijke gemiddelde is hier 68%. 45% vindt dat we moeten accepteren dat er in ons land incidenten plaats kunnen vinden. Hier wijken de Brabantse cijfers enigszins af van het landelijke gemiddelde van 55%. Minder dan gemiddeld vinden de inwoners van Noord-Brabant dat grote en kleine incidenten plaats kunnen vinden. Kijken we op gemeentelijk niveau, dan zien we hier geen grote verschillen. 6.4 Conclusie Mensen zien én gemeenten én risicobedrijven als verantwoordelijk voor een veilige leefomgeving. Zelf dichten ze zichzelf weinig invloed toe op het ontstaan en de gevolgen van omgevingsrisico s. Ondanks alles zijn mensen als het op EV-risico s aankomt niet bijzonder angstig, gespannen of boos. Zoals ook uit het vorige hoofdstuk al bleek vormen ze niet de grootste zorg van de inwoners van Noord-Brabant. Actorion Communicatie -16- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

7 Betrokkenheid 7.1 Dimensies van betrokkenheid Om betrokkenheid te meten hebben we de inwoners de volgende stelling voorgelegd: Ik houd sterk in de gaten of er iets gevaarlijks gebeurt rond een risicobron. Dit leverde de volgende antwoorden op: Zeer me oneens Mee oneens Niet mee oneens/niet mee eens Mee eens Zeer mee eens N = 2488 4,3 11,3 22 28,6 33,8 0 10 20 30 40 Ik houd sterk in de gaten of er iets gevaarlijks gebeurt rond een risicobron. Een kleine 40% is het (zeer) met deze stelling oneens, ongeveer gelijk aan het landelijke gemiddelde van 39%. De meeste mensen zijn dus niet constant de risico s in hun omgeving in de gaten aan het houden: 4% slechts geeft aan het zeer eens te zijn met de geponeerde stelling. Dit percentage zien we landelijk ook. De betrokkenheid van mensen blijkt onder andere uit de mate waarin ze doelgericht zelf op zoek gaan naar informatie over omgevingsrisico s en de mate waarin ze aangeven over kennis beschikken hoe te handelen in geval van nood. Mensen zijn immers niet slechts sponzen die de informatie die je hen aanbiedt opzuigen. Hun betrokkenheid blijkt uit de mate waarin ze zelf naar deze informatie op zoek gaan en het kennisniveau dat ze erop nahouden. In diagram zijn de mee eens en zeer mee eens -antwoorden opgeteld. Ik verdiep me zoveel mogelijk in veiligheidsrisico s bij mij in de buurt. N = 2458 Ik weet voldoende om mezelf en anderen in veiligheid te brengen bij een ongeval met gevaarlijke en brandbare stoffen. N = 2579 29,7 33,3 Ik weet wat ik moet doen als de sirene op een ongebruikelijk tijdstip gaat. N = 2589 72,4 Ik heb zelf de verantwoordelijkheid om mij te informeren over veiligheidsrisico s. N = 2577 21,5 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Eén op de drie respondenten geeft aan zich zoveel mogelijk te verdiepen in veiligheidsrisico s bij hen in de buurt. Ook hieruit blijkt dus dat het gros niet per se de voelsprieten constant overeind heeft staan als het op externe veiligheid aankomt. Landelijk meten we hier 29%, iets lager dus nog dan in Noord-Brabant. Eén op de vijf (22%) geeft ook aan dat ze het als hun eigen verantwoordelijkheid zien zichzelf te informeren over de omgevingsrisico s. Landelijk meten we hier met 30% een iets hoger percentage. Actorion Communicatie -17- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

Een grote meerderheid (72%) van de respondenten weet wat ze moet doen als de sirene op een ongebruikelijk tijdstip gaat. Een veel kleiner deel (30%) kan zichzelf en anderen in veiligheid brengen in het geval van een ongeval met gevaarlijke en brandbare stoffen. Dit is conform het landelijke beeld. Als we aan de respondenten vragen wat ze precies doen in het geval dat de sirene op een ongebruikelijk tijdstip gaat, dan antwoordt een grote meerderheid de VORAMP-boodschap naar binnen, ramen en deuren sluiten en de media raadplegen of varianten daarop. Verder zijn er nog enkele mensen die 112 of de gemeente bellen, een enkeling die vlucht en een paar mensen, dat zegt dat zijn handelingspatroon afhangt van het ramptype. Ook in vergelijkbare onderzoeken als die in de regio Noord- en Midden-Limburg, Noord- en Oost-Gelderland en Utrecht zien we dat het VORAMP-scenario er goed ingebakken zit bij de mensen. Ook hebben we gevraagd of de respondenten de sirene daadwerkelijk al eens op een ongebruikelijk tijdstip af hebben horen gaan, waarop 7% positief antwoordde. Uit de antwoorden op de open vraag wat ze toen gedaan hebben, blijkt dat de meesten media raadpleegden en/of ramen en deuren sloten toen ooit de sirene op een ongebruikelijk tijdstip ging. Ook geven veel mensen aan dat ze niks deden op dat moment, al dan niet in de veronderstelling verkerende dat het om een oefening ging. 7.2 Conclusie Slechts een klein deel van Noord-Brabant houdt omgevingsrisico s nauwlettend in de gaten of verdiept zicht erin. Volgens de meesten is dit ook niet hun verantwoordelijkheid. In hoofdstuk 9 gaan we in op de vraag wie dan wél verantwoordelijk is voor risicocommunicatie. Actorion Communicatie -18- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

8 Persoonlijke ervaringen 8.1 Herinnering aan incidenten Aan alle respondenten is gevraagd of ze zelf ooit iets meegemaakt hebben, waardoor ze op dat moment behoefte hadden aan informatie over bij hen in de buurt gelegen risicobronnen, maar niet hebben gekregen. Hieronder de top 3 van antwoorden voor elke gemeente: Bergen op Zoom Deurne Brand (Hemi, fabriek chemicaliën, bosgebied) 5 Epidemieën (q-koorts, varkenspest, 14 Mexicaanse griep, vogelgriep, mkz) Geweld/misdrijf 4 Brand 5 Q-koorts 2 Geweld/inbraak 3 Eersel Gilze en Rijen Vliegveld Eindhoven (uitbreiding/ongeluk) 11 Epidemieën (q-koorts, Mexicaanse griep) 11 Epidemieën 3 Vliegbasis Gilze-Rijen (vliegtuigen, 7 helikopters) Verkeersveiligheid 3 Geweld/inbraak 3 Goirle Tilburg Q-koorts 8 Transport gevaarlijke stoffen over spoor 4 Criminaliteit/inbraak 5 Vliegverkeer 2 plaatsing UMTS-masten 2 Valkenswaard Veghel Brand 5 Q-koorts 5 Verkeersveiligheid 3 Brand 2 Q-koorts 2 Waalwijk Woensdrecht Brand 4 Fakkelactiviteiten BASF 15 Gaswolk/gaslekkage 3 Gifwolk vanuit haven Antwerpen 10 Epidemieën (Mexicaanse griep, q-koorts) 2 Brand (BASF/heide) 3 Ook is aan de inwoners gevraagd via welke instantie ze deze informatie wilden ontvangen. De gemeente is het meest genoemd, zoals onderstaande grafiek laat zien: De gemeente Andere overheid, bijvoorbeeld het Rijk Bedrijven Hulpdiensten (brandweer, politie, GGD) Anders 22,7 9,4 6,7 12,5 2,5 0 10 20 30 Via wie had u die informatie wilen ontv angen? Op momenten in het verleden (maximaal 2 jaar geleden) dat mensen behoefte hadden aan informatie, hadden ze deze het liefst ontvangen van de gemeente (23%), gevolgd door de hulpdiensten (13%). Het minst populair in dergelijke gevallen zijn de risicobedrijven zelf (7%). Overigens zien we in Woensdrecht, waar veel incidenten te Actorion Communicatie -19- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

maken hebben met externe veiligheidsrisico s (industrie), dat risicobedrijven na de gemeente (38%) de populairste zender van informatie is met 20%. 8.2 Conclusie Persoonlijke ervaringen zijn belangrijk in de beleving. Als mensen jaren naast een fabriek wonen en er zijn geen incidenten, dan voelen ze zich doorgaans veilig. Gebeuren er vaak ongelukken of observeren (zien, ruiken) ze geregeld iets dat hen beangstigt, dan maken ze zich veel meer zorgen. In Noord-Brabant zijn het met name epidemieën als q- koorts en de Mexicaanse griep die veelvuldig genoemd worden bij persoonlijke ervaringen. In Woensdrecht noemen de mensen vaak het affakkelen bij BASF en in Eersel een ongeval bij vliegveld Eindhoven. Actorion Communicatie -20- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

9 Verwachtingen ten aanzien van risicocommunicatie 9.1 Vertrouwen In dit hoofdstuk lichten we toe wie het publiek verantwoordelijk acht voor de communicatie over risicobronnen en in hoeverre men vertrouwen heeft in deze informatie. Daarna zetten we uiteen aan welke communicatiemiddelen het publiek de voorkeur geeft en over welke onderwerpen ze geïnformeerd willen worden. De gemeente is verantwoordelijk voor communicatie over risico s en risicobronnen. N = 2647 De Rijksoverheid of een andere overheid is verantwoordelijk voor de communicatie over risicobronnen. N = 2597 Bedrijven (risicobronnen) zijn verantwoordelijk voor communicatie en hun risico s. N = 2584 Ik verwacht dat de gemeente burgers open en volledig gaat informeren over risico s. N = 2630 90,8 86,9 83,2 88,8 Als bedrijven de burgers voorzien van informatie dan doen ze dat open en volledig. N = 2588 De gemeente heeft veel kennis in huis over risico s. N = 2583 21,7 27 Bedrijven hebben veel kennis in huis over risico s. N = 2572 45,2 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 In alle bovenstaande percentages is het aantal mee eens en zeer mee eens -antwoorden bij elkaar opgeteld. In hoofdstuk 7 lazen we reeds dat de inwoners van Noord-Brabant het niet als hun eigen taak zien zichzelf te informeren over risico s in hun omgeving. Aan de gemeente (91%), andere overheden (87%) en risicobedrijven (83%) wordt deze verantwoordelijkheid wel toegedicht. Ook landelijk zien we hier scores rond de 90%. Wat we landelijk eveneens zien, is dat bedrijven (45%) een grotere kennis over risico s wordt toegedicht dan gemeenten (27%). Landelijk meten we hier percentages van 53% (bedrijven) en 27% (gemeenten). Daar waar de inwoners van Noord-Brabant bedrijven meer kennis toedichten over risico s, hebben ze meer vertrouwen in de overheid als afzender. 89% van de respondenten verwacht dat de gemeente inwoners open en volledig informeert over omgevingsrisico s, terwijl 22% verwacht dat bedrijven open en volledig zijn in hun Actorion Communicatie -21- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

communicatie over risicobronnen. Ook landelijk zien we dat er meer vertrouwen is in de gemeente (89%) dan in bedrijven (22%) dat ze open en volledig informeren over omgevingsrisico s. Vergelijken we de gemeentes met elkaar dan zien we dat de inwoners van Eersel relatief weinig (77%) verantwoordelijkheid voor risicocommunicatie bij de bedrijven leggen, en de inwoners van Woensdrecht (92%) relatief veel. In Tilburg (38%) dicht men de gemeente veel kennis toe over veiligheidsrisico s, terwijl Deurne en Eersel (21%) lager scoren dan de overige gemeenten. In Eersel (35%) en Deurne (38%) zijn er eveneens relatief weinig inwoners die aan bedrijven veel kennis over veiligheidsrisico s toeschrijven, net als in Valkenswaard (35%). In Bergen op Zoom (61%) vinden juist veel mensen dat bedrijven veel kennis in huis hebben over veiligheidsrisico s. 9.2 Informatiehistorie Van wie hebben de inwoners van Noord-Brabant de afgelopen 2 jaar informatie ontvangen over veiligheidsrisico s? Hulpdiensten (33%) en de gemeente (32%) blijken de belangrijkste afzenders: 40 30 20 32,4 22,7 32,8 10 7,8 6,9 0 gemeente andere overheid bedrijven hulpdiensten andere personen of instanties Van wie hebt u het afgelopen jaar informatie ontvangen van risicobronnen in uw gemeente? Wat vooral opvalt, zijn de hoge percentages. Vergelijken we deze cijfers bijvoorbeeld met die van de provincie Utrecht, dan zie we dat hier de gemeente als afzender het meest scoort met 8%, gevolgd door andere personen of instanties (5%) en bedrijven (1%). In Noord-Brabant meten we voor deze afzenders echter respectievelijk 32%, 7% en 8%. De antwoordcategorieën hulpdiensten (33%) en andere overheden (23%) gebruiken we in dit onderzoek voor het eerst en we hebben hiervoor dus geen vergelijkingsmateriaal. Er zijn dus veel inwoners in Noord-Brabant die de afgelopen 2 jaar informatie over veiligheidsrisico s voor ogen gekregen hebben. Deze cijfers zien we in principe bij alle tien de deelnemende gemeenten. Ook zien we enkele interessante verschillen: Hebt u de afgelopen 2 jaar informatie ontvangen van. Bergen op zoom Deurne Eersel Gilze en Rijen de gemeente 86 53 91 86 143 128 47 50 31 128 843 27,4% 23,7% 31,0% 36,0% 51,3% 37,2% 17,9% 22,1% 16,9% 53,8% 32,4% een andere overheid 55 49 51 74 61 101 33 54 36 45 559 18,2% 23,0% 18,0% 32,0% 23,6% 31,8% 13,4% 25,0% 20,5% 21,0% 22,7% bedrijven 31 8 13 4 5 10 3 16 7 92 189 10,6% 3,8% 4,7% 1,8% 1,9% 3,2% 1,2% 7,7% 4,1% 42,4% 7,8% hulpdiensten 77 56 106 73 136 115 83 63 50 67 826 25,6% 25,5% 36,9% 31,9% 48,7% 34,5% 32,3% 29,9% 27,5% 30,7% 32,8% andere personen 15 15 20 20 8 29 11 20 9 16 163 5,3% 7,3% 7,3% 9,2% 3,2% 9,4% 4,5% 9,9% 5,4% 7,8% 6,9% Goirle Tilburg Valkenswaard Veghel Waalwijk Woensdrecht Totaal Actorion Communicatie -22- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

Inwoners van Goirle en Woensdrecht geven relatief vaak aan informatie van de gemeente ontvangen te hebben. De inwoners van Gilze en Rijen en Tilburg zeggen significant vaker dan de inwoners van de overige gemeenten informatie ontvangen te hebben van andere overheden, zoals het Rijk. In Woensdrecht hebben veel meer mensen informatie ontvangen van risicobedrijven. Eerder in dit hoofdstuk zagen we dat zij risicobedrijven ook significant meer verantwoordelijkheid voor risicocommunicatie toedichten. In Goirle ten slotte menen meer mensen dat ze informatie van hulpdiensten in de bus gehad hebben. We hebben de respondenten eveneens de open vraag gesteld welke informatie dit dan is die ze de afgelopen 2 jaar ontvangen hebben. In vrijwel alle gemeenten liggen informatie over de q-koorts en inbraakpreventie dicht bij elkaar op de eerste plaats. Per gemeente genomen, zien we het volgende beeld: in Bergen op Zoom hebben de inwoners het met name over informatie over de q-koorts en buurtpreventie/inbraakpreventie. Ook in Deurne hebben veel mensen informatie ontvangen over q-koorts/epidemieën/mexicaanse groep. Ook herinnert een deel zich informatie over wat te doen als de sirene gaat. In Eersel herinneren velen zich informatie over buurtpreventie/inbraakpreventie. Ook de Risicowijzer, informatie over q-koorts/epidemieën en een calamiteitenplan staan de mensen nog voor de geest. In Gilze en Rijen noemt men in groten getale informatie over de q-koorts of andere epidemieën. Ook informatie over het alarmnummer weten sommigen zich te herinneren. In Goirle staat informatie over inbraak velen nog helder voor de geest, gevolgd door informatie over de q-koorts en Mexicaanse griep. In Tilburg is het informatie over de q- koorts/mexicaanse griep die mensen zich herinneren, op afstand gevolgd door informatie over inbraakpreventie. In Valkenswaard herinneren de inwoners met name informatie over inbraakpreventie. In Veghel over q-koorts en andere epidemieën, plus informatie over inbraakpreventie. In Waalwijk is het eveneens informatie over epidemieën die de mensen zich herinneren, gevolgd door informatie over inbraakpreventie. In Woensdrecht ten slotte staat mensen informatie over jodiumtabletten, en het affakkelen door BASF voor de geest, plus ontvangen informatie over de kerncentrale. Dit komt overeen met de eerdere bevindingen dat de inwoners van Woensdrecht relatief (veel) vaker dan de inwoners van de overige negen gemeenten informatie van risicobedrijven hebben ontvangen. Ook is gevraagd op welke manier ze deze informatie ontvangen hebben: Brieven van de gemeente 44,3% Folders van de gemeente 37,8% Landelijke radio- of televisiezender 34,7% Gemeentelijke informatiepagina 31,0% Landelijke krant 30,6% Omroep Brabant 26,8% Folders van andere overheid 18,3% Brieven van andere overheid 12,8% Folders van bedrijf 9,6% Lokale radio- of televisiezender 8,4% Brieven van bedrijf 7,5% Buurt- of wijkorganisaties 7,2% Lokale kabelkrant 6,9% Gemeentelijke website 6,7% Anders 6,2% Bijeenkomst van de gemeente 3,2% Website van andere overheid 2,6% Bijeenkomst van bedrijf 2,3% Social media 1,6% Informatie van de gemeente over veiligheidsrisico s ontvangen de meeste inwoners van Noord-Brabant dus via brieven (44%) of folders (38%). Ook de gemeentelijke informatiepagina in het huis-aan-huisblad scoort goed (31%). Landelijke radio- of televisiezenders (35%) en een landelijke krant (31%) worden tevens vaak genoemd. De minste informatie is binnengekomen via social media, bijeenkomsten (zowel van bedrijven als van de gemeente) en websites van gemeente en andere overheden. Ook hier wijkt Woensdrecht af: nóg hogere scores voor folders en brieven van de gemeente en de gemeentelijke informatiepagina, veel hogere scores voor brieven en folders van bedrijven en minder voor landelijke radio- en televisiezender, landelijke krant en Omroep Brabant. Actorion Communicatie -23- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'

9.3 Verwerking informatie We weten nu welke informatie de inwoners uit Noord-Brabant de afgelopen 2 jaar ontvangen hebben. Maar hoe beoordelen ze deze informatie? En wat doen ze er mee? In alle onderstaande percentages is het aantal mee eens en zeer mee eens -antwoorden bij elkaar opgeteld. Door de ontvangen informatie ben ik beter op de hoogte van risico s in mijn omgeving. N = 1595 62,1 Door de ontvangen informatie ben ik zelfredzamer. N = 1530 45,4 Door de ontvangen informatie ben ik voorzichtiger geworden. N = 1558 34,1 Door de ontvangen informatie ben ik gerustgesteld. N = 1561 27,6 Door de ontvangen informatie ben ik meer op de risico s om me heen gaan letten. N = 1542 42,7 Door de ontvangen informatie ben ik zelf meer informatie gaan opzoeken en inwinnen. N = 1503 27,6 De ontvangen informatie was duidelijk en begrijpelijk. N = 1553 65,2 Ik heb veel aan de ontvangen informatie gehad. N = 1484 27,4 Ik had behoefte aan de ontvangen informatie. N = 1511 43,7 0 10 20 30 40 50 60 70 Omdat deze vragen in vergelijkbaar onderzoek niet eerder gesteld zijn, kunnen we ze niet vergelijken. Kwalitatief wordt de informatie aardig beoordeeld: 65% geeft aan dat de ontvangen informatie duidelijk en begrijpelijk was. Wat het effect van de informatie betreft, geeft 62% van de inwoners aan door de ontvangen informatie beter op de hoogte te zijn van veiligheidsrisico s in de omgeving. 45% is er zelfredzamer door geworden, 34% voorzichtiger, 28% meer gerustgesteld en 43% is meer op de risico s in zijn of haar omgeving gaan letten. Door de informatie is 28% bovendien nadere informatie over veiligheidsrisico s gaan inwinnen. Een kleine minderheid (44%) claimt behoefte gehad te hebben aan de informatie, en 27% vindt dat ze veel aan de informatie gehad heeft. Dit laatste percentage staat enigszins haaks op het eerste, te weten de 62% die zich beter op de hoogte vindt. Daarbij moet wel worden aangetekend dat 54% neutraal antwoordde op de vraag of zij veel aan de informatie heeft gehad. De niet mee eens - antwoorden zijn dus verreweg in de minderheid. Vergelijken we de scores op bovenstaande vragen van de tien deelnemende gemeenten, dan zien we in Bergen op Zoom en Woensdrecht de laagste zelfredzaamheid. Toch is het aantal respondenten dat zegt info te hebben gehad in Woensdrecht het hoogste. We vermoeden dat de oorzaak hier meer ligt in de factor waargenomen risicobronnen (BASF en Antwerpse haven) en minder in de intensiteit van de informatieverstrekking. Actorion Communicatie -24- 'Brabant beoordeelt risicocommunicatie'