Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software



Vergelijkbare documenten
Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software SAP BusinessObjects 4.

Documentgeschiedenis...5. Voor wie is deze handleiding bedoeld?...7. Overzicht van de integratieoptie voor SharePoint-software...9

Installatie- en beheerdershandleiding voor de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software

Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd.

U krijgt de melding dat uw browser geen cookies aanvaardt? Volg dan onderstaande weg om ze wel te accepteren.

Nintex Forms 2013 Installatiehandleiding. Nintex Forms 2013 Installatiehandleiding Nintex. All rights reserved. Errors and omissions excepted.

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Datum 15 juni 2006 Versie Exchange Online. Handleiding voor gebruiker Release 1.0

Installatiegids. 1 Installatiegids Nintex Workflow 2010

Installatie en configuratie documentatie

LDAP Server on Yeastar MyPBX & tiptel 31xx/32xx series

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Installatie SQL: Server 2008R2

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14

Installatie SQL Server 2008R2

FAAC DRIVER. Driver install procedure for FAAC boards. Installatieprocedure voor driver voor FAAC-kaarten.

Installatie van sqlserver

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Windows Server 2003, Server 2008 & Scan-to-file

Hoe te verbinden met NDI Remote Office (NDIRO): Apple OS X How to connect to NDI Remote Office (NDIRO): Apple OS X

Gids Instelling Verzenden

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2

PLEXTALK Pocket PTP1 Tutorial - Podcastontvanger -

Handleiding Instellen Account In Microsoft Outlook 2010

Installatie handleiding ToastAR & HoastAR Januari ToastAR

Shipment Centre EU Quick Print Client handleiding [NL]

Installatie SQL Server 2012

Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software:

Installatie- en configuratiehandleiding. Voor WebReporter 2013

Quickstart handleiding

Inhoudsopgave web2work Pagina 1 van 16

Gids Instelling Verzenden

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Multi user Setup. Firebird database op een windows (server)

Windows 98 en Windows ME

PLEXTALK Linio Pocket handleiding - Podcastontvanger -

Handleiding installatie Rental Dynamics

Solcon Online Backup. Aan de slag handleiding voor Linux

Installatie Groeps Login app

EM6250 Firmware update V030507

Installatie SQL Server 2014

Denit Backup instellen op een Linux server

TaskCentre Web Service Connector: Creëren van requests in Synergy Enterprise

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Resusci Anne Skills Station

ALL-CRM Universele Installer

Technische nota AbiFire5 Rapporten maken via ODBC

Logicworks CRM en Microsoft SQL Server 2005 (Express) Introductie

Instellen back up Microsoft SQL database Bronboek Professional

IBIS-TRAD Handleiding installatie IBIS-TRAD databases (MS-SQL)

Handleiding Reinder.NET.Tasks.SQL versie 2

Integratie van SQL Server 2008 R2 Reporting Services in SharePoint 2010

Installatie en configuratie 1.1. Licentie Systeem. Dé specialist in ruimtelijke informatievoorziening

Intermax backup exclusion files

Hoe met Windows 8 te verbinden met NDI Remote Office (NDIRO) How to connect With Windows 8 to NDI Remote Office (NDIRO

Installatie King Task Centre

Installatiehandleiding King Webservices 2.0

Settings for the C100BRS4 MAC Address Spoofing with cable Internet.

Snel op weg met webworxx

Upgrade Web Client met ESS naar 3.5.0

Standard Parts Installatie Solid Edge ST3

Firewall van de Speedtouch 789wl volledig uitschakelen?

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

naar een SQL-server Rev 01

VMware Identity Manager voor Windows migreren naar Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2

Installatie handleiding web cliënt

MobiDM App Handleiding voor Windows Mobile Standard en Pro

Handleiding NL pagina 2. Manual UK page 6. Network Settings

Veel gestelde vragen nieuwe webloginpagina

Instructie SCAN-Office. uit. Automatisering helpt Agrarisch Natuurbeheer. Uitgevoerd door collectieven

Uw gebruiksaanwijzing. HP proliant ml310 g4 server

Scan Station Pro 550 Administration- en Scan Station Service-tools

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Installatie Avalanche Webview

Versie 6.4 ( ) Inloggen op de Thuiswerk Portal

MyDHL+ ProView activeren in MyDHL+

Handleiding Inloggen met SSL VPN

Installeren van het programma:

IAAS HANDLEIDING - SOPHOS FIREWALL

Mogelijke valkuil bij de installatie procedure is de bestandslocatie.

Getting Started. AOX-319 PBX Versie 2.0

ICARUS Illumina E653BK on Windows 8 (upgraded) how to install USB drivers

Installatie handleiding Reinder.NET.Optac

Outlookkoppeling installeren

RUCKUS GUEST ACCESS. Technote. Alcadis Vleugelboot CL Houten Versie: 1.0 Auteur: Thomas Snijder Datum:

Installatie King Task Centre

Installatie Handleiding voor: TiC Narrow Casting Certified. System Integrators

Handleiding Coligo Connect installatie en gebruik

Procedure voor het inrichten van een TIC cliënt + Installeren van de TIC Narrow Casting cliënt software

Installatie en configuratie documentatie

NSS volumes in een bestaande tree aanspreken vanuit Domain Services for Windows

INSTALLATIE VAN KING 5.50 STAND ALONE

Installatie Avalanche Windows

Updatehandleiding voor SAP Business Intelligence Suite patch 11.x

VPN Remote Dial In User. DrayTek Smart VPN Client

Snelle installatiegids voor Symbian

ondersteunde platforms...5 Installatie en activering...7 Integratie met SAP BusinessObjects-platform...11 Integratie met SAP-systemen...

Orbis Software. Portal4U. Installatie Handleiding. Dit document bevat de Installatie Handleiding voor Portal4U

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

Transcriptie:

SAP-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Document Version: 4.0 Support Package 9-2014-02-18 Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software

Inhoudsopgave 1 Welkom bij de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software.... 4 1.1 Info over deze handleiding....4 1.1.1 Documentgeschiedenis....4 1.2 Voor wie is deze handleiding bedoeld?....5 1.3 Wat is de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software?.... 5 2 De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren.... 6 2.1 Inzicht in het sjabloonconfiguratiebestand....6 2.2 De codes voor web.config configureren....6 2.3 Logboekregistratie en tracering inschakelen in de software....12 2.4 Sites maken waarmee SAP BusinessObjects-inhoud binnen SharePoint kan worden opgeroepen...13 2.4.1 Sites creëren met de sjabloon SAP BusinessObjects-sitedefinitie....13 2.4.2 Sites maken met een SharePoint-sitesjabloon.... 14 2.4.3 Siteverzameling configureren....15 2.5 Webonderdelen configureren....16 2.5.1 Webonderdelen toevoegen....16 2.5.2 Webonderdelen verbinden.... 16 2.5.3 Het webonderdeel "IOMS-Zoekresultaten weergeven" aan een lege site toevoegen.... 17 2.6 Anonieme toegang in IIS inschakelen voor AnalyticalReporting....17 2.7 Een hostkoptekst voor SharePoint 2010 installeren....18 2.8 Een server-farm voor SharePoint 2010 installeren....20 3 De software implementeren.... 23 3.1 Overzicht....23 3.2 Het SAP BusinessObjects Business Intelligence Platform configureren....23 3.2.1 De software configureren voor LDAP-verificatie....23 3.2.2 Windows Active Directory-verificatie....27 3.2.3 Beveiliging en eenmalige aanmelding....30 3.2.4 Gebruikers- en groepsrechten.... 33 3.2.5 SSL configureren op IIS 6.0.... 34 3.2.6 SSL configureren op IIS 7.5....35 3.2.7 ISA 2006 configureren voor reverse proxy....39 3.3 De optionele instellingen voor het BI-platform configureren....43 3.3.1 Een server opgeven voor het verwerken van rapporten....43 3.3.2 Parameterinstellingen opgeven....43 3.4 Aanbevelingen voor de planning en schaal....44 3.4.1 Rapporten exporteren....45 3.4.2 Informatie over gegevensbron.... 45 3.4.3 Rapportrechten....45 2 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. Inhoudsopgave

3.4.4 Prestatieverbetering....45 3.5 Aandachtspunten voor Crystal Report-rapporten....45 Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Inhoudsopgave rechten voorbehouden. 3

1 Welkom bij de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 1.1 Info over deze handleiding Deze handleiding bevat informatie over de configuratie, implementatie en probleemoplossing voor de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 1.1.1 Documentgeschiedenis De volgende tabel bevat een overzicht van de recente historie van dit document: Versie Datum Beschrijving SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 4.0 ondersteuningspakket 2 SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 4.0 functiepakket 3 SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 4.0 ondersteuningspakket 9 03/08/11 Eerste versie van deze handleiding 16/03/12 De volgende onderwerpen zijn aan deze handleiding toegevoegd: "Logboekregistratie en tracering inschakelen in de software" "Anonieme toegang in IIS inschakelen voor AnalyticalReporting" "De codes voor web.config configureren" 17/01/14 De volgende onderwerpen zijn aan deze handleiding toegevoegd: "Een hostkoptekst voor SharePoint 2010 installeren" "Een server-farm voor SharePoint 2010 installeren" "Siteverzameling configureren" Aan de volgende onderwerpen is een opmerking toegevoegd: "Sites creëren met een SharePointsitesjabloon" "SSL configureren in IIS 6.0" "SSL configureren in IIS 7.5" "Het webonderdeel "IOMS- Zoekresultaten weergeven" toevoegen aan een lege site" "Het bestand web.config van de uitgebreide webtoepassing voor LDAP wijzigen" 4 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. Welkom bij de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software

1.2 Voor wie is deze handleiding bedoeld? Deze handleiding is voor de volgende gebruikers bedoeld: Beheerders die willen weten hoe ze het SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform kunnen configureren voor gebruik met de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Portletontwikkelaars die willen weten hoe aangepaste portlets kunnen worden gemaakt. Het is noodzakelijk dat u vertrouwd bent met de Microsoft SharePoint-portalserver en dat u ruime werkervaring hebt met zowel Crystal Reports als het SAP BusinessObjects BI-platform. 1.3 Wat is de integratieoptie voor Microsoft SharePointsoftware? De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software zorgt voor geavanceerde integratie met de Business Intelligence-inhoud en de Microsoft SharePoint-portal. Met deze software, die in uw webbrowser wordt uitgevoerd, krijgt u vanuit de Microsoft SharePoint-omgeving toegang tot de inhoud van SAP BusinessObjects BIplatform. Het belangrijkste doel van deze software is om gebruikers van Microsoft SharePoint toegang tot Business Intelligence-gegevens te geven zonder dat zij daarvoor een apart platform of een aparte portal nodig hebben. Deze doelstellingen worden als volgt gerealiseerd: De software geeft u een gebruiksklare sitesjabloon die hetzelfde uiterlijk en dezelfde werking heeft als Microsoft SharePoint-sjablonen. Als u beheerdersrechten hebt, kunt u na implementatie van de software op uw systeem deze sjabloon meteen gebruiken om een site te maken om inhoud van het SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform te openen vanuit de Microsoft SharePoint-omgeving. De software geeft u toegang tot een galerie met modulaire functionaliteitseenheden die 'webonderdelen' worden genoemd. Als gebruiker met beheerdersrechten kunt u deze SAP BusinessObjects-webonderdelen configureren voor een willekeurige site in Microsoft SharePoint. Op deze manier kunt u inhoud van het SAP BusinessObjects BI-platform oproepen en beheren via een SharePoint-site, op basis van uw vereisten. Het biedt u end-to-end mogelijkheden zodat u alle vereiste acties kunt uitvoeren om gemakkelijk en uitgebreid met inhoud van het BI-platform te communiceren vanuit de SharePoint-omgeving. De verschillende typen van Business Intelligence-objecten bestaan uit Crystal Reports-documenten, Web Intelligence-documenten, Publicaties, Xcelsius-rapporten, Advanced Analysis-documenten, Portable Data Format-documenten, Microsoft Excel-werkbladen, Microsoft Word-bestanden, programmabestanden, objectpakketten en andere rapporten. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform die bij BIplatform is geleverd voor meer informatie over SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Crystal Reports die bij Crystal Reports is geleverd voor meer informatie over Crystal Reports. Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Welkom bij de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. 5

2 De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software voor bepaalde SharePoint-implementaties configureert. Zie de documentatie van Microsoft Office SharePoint Server (2007 of 2010, afhankelijk van uw implementatie) voor meer informatie over algemene beheertaken. 2.1 Inzicht in het sjabloonconfiguratiebestand Telkens wanneer met behulp van de SharePoint-oplossing een website wordt gemaakt, wordt een XMLconfiguratiesjabloonbestand gebruikt om de <web.config>-bestandsitems te genereren. Deze sjabloon geeft ook de systeemgegevens voor het SAP BusinessObjects BI-platform aan die u tijdens de installatie hebt ingevoerd. Dit houdt in dat u dit XML-bestand moet bijwerken als zich wijzigingen voordoen in het systeem waarop de Central Management Server (CMS) van het BI-platform zich bevindt. U moet met name de waarde voor de sleutel van BusinessObjects Enterprise Central Management Server bijwerken om ervoor te zorgen dat de waarde overeenkomt met de naam van de CMS. Tijdens de installatie werkt het installatieprogramma voor de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software het web.config-bestand bij dat in de standaardhoofdmap van de SharePoint-webserver staat (..\InetPub \wwwroot\wss\virtualdirectories\<poortnummer>). Het installatieprogramma maakt ook een reservekopie van het oorspronkelijke web.config-bestand (backup web.config). Dit bestand wordt opgeslagen in de installatiemap. Normaal gesproken wordt de SharePoint-site gehost op poort 80 en staat het web.config-bestand in het pad (C: \inetpub\wwwroot\wss\virtualdirectories\80). Notitie De web.config-bestanden voor Microsoft SharePoint 2007 en SharePoint 2010 worden afzonderlijk onderhouden op de desbetreffende servers, maar vrijwel alle codes die tijdens de installatie door de integratieoptiesoftware worden toegevoegd, gelden voor beide producten. 2.2 De codes voor web.config configureren Als beheerder kunt u bepaalde codes in het web.config-bestand configureren om de werking van functies van de integratieoptiesoftware te bepalen. Deze configureerbare codes zijn: 6 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren

Document Viewer <!-- Voyager viewer Url %id%, %type%, %lang% and %token% are substitution variables --> <add key="businessobjects Enterprise SharePoint InfoView Voyager Viewer Url" value="http//<ip address of the CMS>/BOE/BI/OpenDocument/opendoc/openDocument.jsp? sidtype=cuid&idocid=%id%&token=%token%&lang=%lang%" /> <!-- Document viewer Url %id%, %type%, %lang% and %token% are substitution variables --> <add key="businessobjects Enterprise SharePoint InfoView Document Viewer Url" value="/_layouts/opendocument/opendoc/opendocument.aspx?skind=%type %&sidtype=cuid&idocid=%id%&token=%token%&lang=%lang%" /> <add key="boe.trustguard.enable" value="true" /> </appsettings> Crystal Viewer <CrystalReports> <add key="path.dhtmlviewer" value="/crystalreportviewers" /> </CrystalReports> Infoview App Settings <InfoViewAppSettings> <!-- ==================== --> <!-- Customizable options --> <!-- You can specify the default CMS machine name here --> <!-- Put your CMS name inside <param-value> "/> --> <!-- eg. --> <!-- <add key="cms.default</param-name> --> <!--CrystalMS"/> --> <add key="cms.default" value="localhost" /> <!-- Choose whether to let the user change the CMS name --> <!-- If it isn't shown the default System from above will be used --> <add key="cms.visible" value="false" / <!-- You can specify the default Authentication types here --> <!-- secenterprise, secldap, secwinad, secsapr3 --> <add key="authentication.default" value="secenterprise" /> <!-- Choose whether to let the user change the authentication type --> <!-- If it isn't shown the default authentication type from above will be used. If you make it true, you would get the authentication field as a dropdown in the CMS logon screen of your BusinessObjects site --> <add key="authentication.visible" value="false" /> <!-- The default home page --> <add key="homepage.default" value="/listing/home.aspx" /> <!-- If the locale preference is disabled (only english languages will be used/ allowed) --> <add key="disable.locale.preference" value="false" /> <!-- Set to false to disable Siteminder single sign on. --> <add key="siteminder.enabled" value="false" /> <!-- You can specify the siteminder Authentication type here --> <!-- secldap, secwinad --> <add key="siteminder.authentication" value="secldap" /> <!-- Set to true to enable other single sign on. --> Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren rechten voorbehouden. 7

<add key="vintela.enabled" value="false" /> <add key="sso.enabled" value="false" /> <!-- Set to false to disable logon with token. --> <add key="logontoken.enabled" value="true" /> <!-- For turning persistent cookies on/off for the logon page. Defaults to true if this is not present --> <add key="persistentcookies.enabled" value="true" /> <!-- Trusted authentication: set how to retrieve userid set to "REMOTE_USER" for HttpServletRequest.getRemoteUser() set to "HTTP_HEADER" for HTTP header set to "QUERY_STRING" for URL query string set to "COOKIE" for cookie set to "WEB_SESSION" for web session set to "USER_PRINCIPAL" for user principal set to "VINTELA" for Vintela integration reset to empty to disable trusted authentication --> <add key="trusted.auth.user.retrieval" value="" /> <!-- Trusted authentication: set Header/URL parameter/cookie/session variable name to retrieve username No need to set for REMOTE_USER or USER_PRINCIPAL. --> <add key="trusted.auth.user.param" value="" /> <!-- Trusted authentication: session variable name to retrieve the shared secret; Leave empty if shared secret is not passed from web session --> <add key="trusted.auth.shared.secret" value="" /> <!-- Configurable logon service These 2 configurations allow one to customize the location of the logon service config.logon.service.context: the service context path. e.g. /InfoViewApp config.logon.service.url: the service url without context path. e.g. /logon/logon.do --> <add key="config.logon.service.context" value="" /> <add key="config.logon.service.url" value="" /> <!-- Configurable timeout service These 2 configurations allow one to customize the location of the timeout service config.timeout.service.context: the service context path. e.g. /InfoViewApp config.timeout.service.url: the service url without context path. e.g. /logon/ logon.do --> <add key="config.timeout.service.context" value="" /> <add key="config.timeout.service.url" value="" /> <!-- cms.clusters: comma separated list of cluster names Each cluster in the above list requires its own parameter: param-name = cms.clusters.<clustername> (without the @) param-value = comma separated list of cms servers note: Each param-name must match case with the corresponding value in cms.clusters. note2: No port needs to be given for a server. If none is given, then the default port 6400 is assumed. Alternatively, these parameters may be put in a file called "clusters.properties" which should 8 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren

be placed in the WEB-INF/classes directory. The parameters in this file should be stored in the normal.properties format, i.e. one "<name>=<value> pair per line. If this file exists, the settings in web.xml will be ignored entirely. --> <!-- EXAMPLE: <add key="cms.clusters" value="@samplecluster, @samplecluster2, @samplecluster3"/> <add key="cms.clusters.samplecluster" value="cmsone:6400, cmstwo"/> <add key="cms.clusters.samplecluster2" value="cms3, cms4, cms5"/> <add key="cms.clusters.samplecluster3" value="aps05"/> --> <!-- Sample equivalent clusters.properties file: cms.clusters=@samplecluster, @samplecluster2, @samplecluster3 cms.clusters.samplecluster=cmsone:6400, cmstwo cms.clusters.samplecluster2=cms3, cms4, cms5 cms.clusters.samplecluster3=aps05 --> <!-- proxy.contextpaths: comma separated list of proxies --> <!-- EXAMPLE: <add key="proxy.contextpaths" value="/infoview"/> OR <add key="proxy.contextpaths" value="/marketing,/sales/infoview,/hr"/> --> <add key="proxy.contextpaths" value=""/> <!-- Default window properties when viewing a document in a new window. --> <!-- Does not override the window properties defined in the plugin files. --> <add key="window.properties.default" value="fullscreen=yes,location=no,scrollbars=yes,menubars=no,toolbars=no,resizable=y es" /> <!-- location to pick up help files --> <add key="customized.help.location" value="" /> <!-- Shared Destination From Field --> <!-- Enables or Disables the From field when scheduling a object to a destination. When the value is set to false the From field will not be rendered and the system will first attempt to get the email value from the report default, if report default is not available it will attempt to get the value from the email address on user profile of the logged on user and lastly if the user profile email address in not available it will use the job server default. --> <add key="smtpfrom" value="true" /> <!-- application name --> <add key="app.name" value="businessobjects InfoView" /> <add key="app.name.short" value="infoview" /> <add key="app.name.greeting" value="businessobjects" /> <add key="app.supportmygroups" value="false"/> <add key="app.supportlocreports" value="false" /> <add key="app.ondemandlink" value="http://information.ondemand.com/istore/" /> <add key="app.ondemand.toolbar.button.enabled" value="false" /> <add key="app.ondemand.textlink.enabled" value="true" /> <!-- threshold at which the tree list control will not display all the nodes --> <!-- instead, a too many children message will be printed --> <add key="max.tree.children.threshold" value="200" /> <!-- URLs --> <add key="url.exit" value="" /> <add key="url.error" value="common/error.aspx" /> <!-- Content : ALL schema and non-schema (global) file resources. --> <!-- Resolution: Resource path resolves to <schemapath>/<resourcepathandfilename>. --> Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren rechten voorbehouden. 9

<!-- Prefixes : - Values prefixed with the value given by schema.prefix are resolved to the current schema --> <!-- - Values prefixed with the value given by schema.global.prefix are resolved as non-schema (global) items --> <!-- - NONE indicates no prefix --> <!-- - If these 2 prefixes are the same (including both NONE) you essentially have NO global items. --> <!-- - If neither prefix is matched, item is "schema". --> <!-- - The prefix is not part of the file spec. --> <!-- Note : Only the default schema is now in use. --> <!-- Schemas --> <add key="schema.global.prefix" value="none" /> <add key="schema.prefix" value="*" /> <!-- context-relative paths --> <add key="schema.global" value="/res/general" /> <add key="schema.default" value="/res/schema.blue" /> <!-- File resources --> <add key="img.obj.default" value="ce_generic_object.gif" /> <add key="img.list.heading.separator" value="separator_grey_title_bar.gif" /> <add key="img.list.plus" value="collapse.gif" /> <add key="img.list.minus" value="expand.gif" /> <add key="img.banner.left" value="*iv_left_topbanner.gif" /> <add key="img.banner.right" value="*iv_right_topbanner.gif" /> <add key="img.banner.logo" value="*login_banner_center.gif" /> <!-- Sorting Arrows --> <add key="img.sort.arrowdown" value="sort_desc.gif" /> <add key="img.sort.arrowup" value="sort_asc.gif" /> <!-- Panel gradient & buttons --> <add key="img.panel.titlebar" value="*panel_title_bar_fill.gif" /> <add key="img.panel.footerbar" value="*panel_footer_bar_fill.gif" /> <add key="img.panel.new.window" value="*new_window.gif" /> <add key="img.panel.new.window.hover" value="*new_window_hover.gif" /> <add key="img.panel.arrowdown" value="*arrow_down.gif" /> <add key="img.panel.arrowdown.hover" value="*arrow_down_hover.gif" /> <add key="img.panel.arrowleft" value="*arrow_left.gif" /> <add key="img.panel.arrowleft.hover" value="*arrow_left_hover.gif" /> <add key="img.panel.arrowright" value="*arrow_right.gif" /> <add key="img.panel.arrowright.hover" value="*arrow_right_hover.gif" /> <add key="img.panel.arrowup" value="*arrow_up.gif" /> <add key="img.panel.arrowup.hover" value="*arrow_up_hover.gif" /> <add key="img.panel.close" value="*close_panel.gif" /> <add key="img.panel.close.hover" value="*close_panel_hover.gif" /> <add key="img.panel.maximize" value="*maximize.gif" /> <add key="img.panel.maximize.hover" value="*maximize_hover.gif" /> <add key="img.panel.minimize" value="*minimize.gif" /> <add key="img.panel.minimize.hover" value="*minimize_hover.gif" /> <add key="img.panel.restore" value="*restore_down.gif" /> <add key="img.panel.restore.hover" value="*restore_down_hover.gif" /> <add key="img.panel.tearoff" value="*tear_off.gif" /> <add key="img.panel.tearoff.hover" value="*tear_off_hover.gif" /> <!-- Toolbar (22x22) images --> <add key="img.toolbar.calendar" value="toolbar/calendar.gif" /> <add key="img.toolbar.home" value="toolbar/home.gif" /> <add key="img.toolbar.refresh" value="toolbar/refresh.gif" /> <!-- Error (32x32) image --> <add key="img.error" value="infoview_error.gif" /> <!-- InfoView homepage icons --> 10 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren

<add key="img.home.myinfoview" value="myinfoview.gif" /> <add key="img.home.favefolder" value="favfolder.gif" /> <add key="img.home.folder" value="folder.gif" /> <add key="img.home.help" value="help.gif" /> <add key="img.home.inbox" value="inbox.gif" /> <add key="img.home.preferences" value="preferences_infoview.gif" /> <add key="img.home.ondemand" value="ondemand.gif" /> <!-- JSTL Configuration --> <add key="localizationcontext" value="com.businessobjects.infoview.applicationresources" /> <!-- Clustering: true - SessionCleanupListener will expire an Enterprise Session. false - SessionCleanupListener will logoff an Enterprise Session. --> <add key="distributable" value="true" /> <!-- Uncomment the following context-param if you are using multi-byte characters with WebLogic and you are not using CrystalUTF8InputActionServlet as the action servlet. Please note that for this to work your application will need to send data to and receive data from the client browser in UTF8. --> <!-- <add key="weblogic.httpd.inputcharset./*" value="utf-8"/> --> <add key="path.rightframe" value="1" /> </InfoViewAppSettings> <InfoViewAppActionMapping> <add key="logon" value="/logon/logon.aspx" /> <add key="logonform" value="/logon/logon.aspx" /> <add key="logonservice" value="/logon/logon.aspx" /> <add key="timeout" value="/logon/logon.aspx" /> <add key="logoff" value="/logon/logoff.aspx" /> <add key="main" value="/listing/main.aspx" /> <add key="appservice" value="/common/appservice.aspx" /> <add key="help" value="/help/helpredir.aspx" /> </InfoViewAppActionMapping> </configuration> Uitsluitingen Bepaalde objecttypen in de BI-platformrepository (BOE) worden niet ondersteund door de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Zodra gebruikers zich echter aanmelden bij SharePoint en verbinding maken met de CMS, kunnen alle objecttypen op hun sites worden weergegeven. Als u niet wilt dat de niet-ondersteunde objecttypen worden weergegeven op de BusinessObjects-site, werkt u de volgende code bij in het bestand web.config: <add key="businessobjects Enterprise Object Exclusions" value="<exc_obj1>,<exc_obj2>,<exc_obj3>" /> waarbij {exc_obj1, exc_obj2...} de objecten zijn die u wilt uitsluiten. Bijvoorbeeld: <add key="businessobjects Enterprise Object Exclusions" value="mon.probe,dfs.parameters,platformsearchscheduling,analytic" /> Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren rechten voorbehouden. 11

2.3 Logboekregistratie en tracering inschakelen in de software Wilt u logboekregistratie en tracering om beveiligings- en controleredenen inschakelen, dan moet u bepaalde configuratie-instellingen uitvoeren door het bestand web.config bij te werken. Voer de volgende stappen uit: 1. Voeg de volgende label- en attribuutwaarden in de <configuratiesecties> van web.config toe: <section name="log4net" type="log4net.config.log4netconfigurationsectionhandler, log4net, Version=1.2.10.0, Culture=neutral, PublicKeyToken=692fbea5521e1304"/> 2. Voeg de volgende labels en attributen in de <toepassingsinstellingen> van web.config toe: <add key="bobj.logging" value="true"/> <add key="bobj.logging.log4net.override" value="[physical path]\\logs\\ [FileName].xml"/> 3. Maak een XML-bestand met dezelfde naam als de naam die u hierboven hebt opgegeven in Bestandsnaam. Voeg de onderstaande inhoud aan dit bestand toe: <?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> <log4net> <!--- For log --> <root> <appender name="logappender" type="log4net.appender.fileappender" > <file value="e:\logs\ipointlog.log"/> <!-- You can specify any path here but the container Folder name for the log file has to be Logs --> <layout type="log4net.layout.patternlayout"> <conversionpattern value="%date[%thread] %-5level %logger %class - %m %n" /> </layout> </appender> <level value="fatal"/> <level value="warn"/> <appender-ref ref="logappender"/> </root> <!-- End for log --> </log4net> 1. Voor een Developer Trace-bestand kan het attribuut <waarde> van de label <level> de volgende mogelijke waarden hebben: INFO DEBUGGEN FOUT 2. Voor een logboekbestand voor beheerders kan het attribuut <waarde> van de label <niveau> de volgende mogelijke waarden hebben: FATAAL WAARSCHUWEN 3. Wilt u dat het attribuut <waarde> van de label <niveau> alle mogelijke waarden heeft (inclusief die voor het Developer Trace-bestand en het logboekbestand voor beheerders), dan kunt u <niveauwaarde="alle"/> instellen. Als u slechts specifieke waarden voor het attribuut wilt, kunt u deze individueel toevoegen zoals in het voorbeeld hierboven wordt weergegeven. 12 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren

4. Vanaf nu wordt de functie logboekregistratie alleen geïmplementeerd in de Universal Repository Explorer(URE) van de software. (URE is een aangepast besturingselement dat wordt gebruikt voor de implementatie van bepaalde weergaven van de webpagina Gebruikersacties van een SAP BusinessObjectssite.) Dit betekent in feite dat logboekregistratie alleen wordt toegepast wanneer u bepaalde acties uitvoert, zoals het instellen van planningsopties voor een object (bijvoorbeeld Enterprise-ontvangers, Dynamische ontvangers voor een publicatie), de geschiedenis van een object bekijken, categorieën aan een object toewijzen en een object naar het Postvak IN sturen. Al deze acties bevatten de URE in verschillende weergaven van de webpagina Gebruikersacties. Logboekregistratie wordt voortaan voor alle webonderdelen geïmplementeerd. 2.4 Sites maken waarmee SAP BusinessObjects-inhoud binnen SharePoint kan worden opgeroepen Op basis van uw vereisten kunt u extra SharePoint-sites maken die toegang hebben tot de inhoud van het SAP BusinessObjects BusinessIntelligence-platform. U kunt dit op een van de volgende manieren doen: Door met behulp van een van de SharePoint-sjablonen een site te maken en de BusinessObjectswebonderdelen toe te voegen aan de pagina's van de site. Door met behulp van de sjabloon <SAP BusinessObjects-sitedefinitie> een site te maken die u meteen toegang tot de BI-platformgegevens geeft. 2.4.1 Sites creëren met de sjabloon SAP BusinessObjectssitedefinitie Gebruik de sjabloon SAP BusinessObjects-sitedefinitie om een gebruiksklare site te creëren. De sjabloon verwerkt alle basisactiviteiten die vereist zijn om Business Intelligence (BI)-content weer te geven, te beheren en ermee te communiceren vanuit een SharePoint-omgeving. Webonderdelen zijn essentieel voor het werken met objecten in BI-platform vanuit SharePoint. De sitedefinitiesjabloon bestaat uit de volgende webonderdelen: IOMS-advertentie IOMS-Context Explorer IOMS-Recente zoekacties IOMS-Recent bekeken IOMS-Zoekresultaten weergeven De sitedefinitiesjabloon wordt weergegeven in de SAP BusinessObjects -categorie van beschikbare sjablonen voor het creëren van een nieuwe SharePoint-site. Nadat u de sjabloon hebt geselecteerd, kunt u een unieke URL voor de site opgeven. Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren rechten voorbehouden. 13

Afbeelding 1: SharePoint 2010 2.4.2 Sites maken met een SharePoint-sitesjabloon Nadat u een SharePoint-sjabloon hebt gebruikt om een site op een SharePoint-portal te maken, kunt u SAP BusinessObjects-webonderdelen aan de site toevoegen. Na het toevoegen van webonderdelen moet u, voordat u met inhoud van Business Intelligence-platform kunt werken, de SAP BusinessObjects-sitefuncties van de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software activeren. Notitie Configureer niet meerdere SharePoint-sites met dezelfde naam (ook niet met verschillende protocollen) op dezelfde computer. U kunt de namen wel invoeren, maar de integratieoptie voor de SharePointsoftwareinstallatie werkt niet. Maak bijvoorbeeld geen SharePoint-site met de naam http://my_site en een andere onder de naam https://my_site (zelfde naam maar gecodeerd) op dezelfde computer. 2.4.2.1 De BusinessObjects-functies van een site activeren Ga als volgt te werk om de BusinessObjects-functies van uw site te activeren: 1. Open Siteacties>Site-instellingen>Sitefuncties op de startpagina van de website. Op de pagina Sitefuncties ziet u een aantal BusinessObjects-functies. 14 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren

2. Klik op de knop Actief naast de functie die u wilt activeren. Klik op Deactiveren om de functie te deactiveren. In de volgende tabel vindt u een overzicht van de sitefuncties en hun doel: Functie Aanmelden bij SAP BusinessObjects Afmelden bij SAP BusinessObjects Actiepagina's van SAP BusinessObjects-platform Voorkeursinstellingen voor SAP BusinessObjects Doel Activeer deze functie om verbinding te maken met de CMS (Central Management Server). Deze functie moet worden geactiveerd, omdat u verbinding met de CMS moet maken om met de inhoud van BI-platform te kunnen werken. Activeer deze functie om u af te melden van de CMS. Hiermee wordt de verbinding met de inhoud van BIplatform verbroken en heeft u geen toegang meer. Activeer deze functie om verschillende acties op de rapporten of objecten uit te voeren, zoals objecteigenschappen instellen, schema's opstellen, geschiedenis bekijken, een categorie toewijzen en rapporten of objecten versturen. Schakel deze functie in om voorkeuren te kunnen instellen, zoals een wachtwoord, de tijdzone en landinstelling, datum- en tijdinstellingen en Web Intelligence- en Crystal Reports-voorkeuren. Nadat u de verplichte en gewenste functies hebt geactiveerd, kunt u via de webonderdelen die aan uw SharePointsite zijn toegevoegd, toegang krijgen tot en werken met de inhoud van BI-platform. Notitie Deze functies zijn al geactiveerd als u de gebruiksklare sjabloon SAP BusinessObjects-sitedefinitie van de integratieoptie gebruikt om uw site in SharePoint te maken. 2.4.3 Siteverzameling configureren Voor elke SharePoint-site die u creëert moet een siteverzameling worden geconfigureerd. Gebruik de teamsitesjabloon om een siteverzameling te configureren. 1. Voer op de pagina Siteverzameling creëren een titel in het vak Titel in en een omschrijving in het vak Omschrijving. 2. Naast Websiteadres selecteert u / in de URL-lijst. 3. Naast Sjabloonselectie selecteert u Teamsite op het tabblad Samenwerking. 4. Naast Primaire beheerder siteverzameling voert u <SharePointMachine>\administrator in het vak Gebruikersnaam in en klikt op OK. <SharePointMachine> is de naam van de computer waarop SharePoint is geïnstalleerd. Een vak met Site op het hoogste niveau succesvol gecreëerd wordt weergegeven, dat bevestigt dat de nieuwe site succesvol is gecreëerd. U dient de DNS-server te configureren voordat u de site kunt openen. Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren rechten voorbehouden. 15

2.5 Webonderdelen configureren In deze sectie wordt beschreven hoe u verschillende webonderdelen aan een SharePoint-sitepagina toevoegt en verbindt met het webonderdeel IOMS-Inhoud verkennen. 2.5.1 Webonderdelen toevoegen U kunt het uiterlijk en de functionaliteit van een webpagina in het SharePoint-systeem wijzigen door webonderdelen toe te voegen. Voer de volgende stappen uit om een webonderdeel toe te voegen: 1. Open de webbrowser en navigeer naar de pagina in de SharePoint-portal waar u het webonderdeel wilt toevoegen. Selecteer Pagina bewerken in de vervolgkeuzelijst Siteacties. De pagina wordt opnieuw geladen en wordt geladen in de Bewerkingsmodus. 2. Klik op Een webonderdeel toevoegen. Het venster Webonderdelen toevoegen -- Dialoogvenster van webpagina verschijnt. 3. Selecteer in de lijst met galerieën het vooraf gedefinieerde webonderdeel en klik op Toevoegen. Het webonderdeel wordt toegevoegd aan de SharePoint-portal. Notitie De webonderdelen van de integratieoptie kunt u vinden in het gedeelte <SAP BusinessObjects> van het dialoogvenster Webonderdelen toevoegen - Webpagina. 2.5.2 Webonderdelen verbinden Wanneer u webonderdelen van SAP BusinessObjects configureert op een pagina van een SharePoint-site, moet u deze webonderdelen mogelijk verbinden met andere webonderdelen om gemakkelijk BI-platformgegevens (Business Intelligence) te kunnen weergeven en bewerken. Voer de volgende stappen uit om een webonderdeel te verbinden met IOMS-Inhoud verkennen: Notitie U kunt alleen in de bewerkingsmodus verbinding met de webonderdelen maken. 1. Klik in het webonderdeel IOMS-Inhoud verkennen op Bewerken. 2. Selecteer Verbindingen > Send RepositoryExplorer To (Gegevensopslagverkenner verzenden naar). Alle webonderdelen die aan de SharePoint-pagina zijn toegevoegd, worden weergegeven. 3. Klik op het webonderdeel waarmee u het webonderdeel IOMS-Inhoud verkennen wilt verbinden. Het geselecteerde webonderdeel wordt verbonden met het webonderdeel IOMS-Inhoud verkennen. 16 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren

U kunt bijvoorbeeld verschillende viewerwebonderdelen, zoals de IOMS-Xcelsius-viewer, de IOMS-Crystal Reports-rapportviewer en de IOMS-Analytische rapportviewer, verbinden met het webonderdeel IOMS- Inhoud verkennen. 2.5.3 Het webonderdeel "IOMS-Zoekresultaten weergeven" aan een lege site toevoegen U kunt zoekresultaten van SAP BusinessObjects-inhoud en SharePoint-zoekresultaten weergeven op een site die is gecreëerd met de SharePoint-teamsitesjabloon. Voordat u "IOMS-Zoekresultaten weergeven" toevoegt aan een lege site, moeten de volgende hulpprogramma's zijn geïnstalleerd: Microsoft.NET Framework 3.5 Microsoft Internet Information Services (IIS) 7 Ook moet de siteverzameling zijn geconfigureerd voor de lege site. Voordat u zoekresultaten van SAP BusinessObjects-inhoud en SharePoint-zoekresultaten kunt weergeven in een site die met de lege sitesjabloon is gecreëerd, moet u het webonderdeel "IOMS-Zoekresultaten weergeven" toevoegen aan de site. 1. Creëer een lege SharePoint-sitepagina. Creëer bijvoorbeeld een pagina met de naam Bobjsrch.aspx 2. Voeg het webonderdeel IOMS-Zoekresultaten weergeven en het webonderdeel Microsoft-Hoofdresultaten zoeken toe aan de nieuwe pagina. 3. Selecteer Siteacties Site-instellingen en klik op Zoekinstellingen onder Beheer siteverzameling. Het vak Pagina met zoekresultaten voor siteverzameling wordt weergegeven op de pagina die wordt geopend. 4. Voer in het vak Pagina met zoekresultaten voor siteverzameling de paginanaam /SitePages/ Bobjsrch.aspx in 5. Voer een zoekopdracht uit op een webpagina van de site. De pagina wordt weergegeven waarop alle zoekresultaten worden weergegeven die zijn opgehaald uit de BusinessObjects-gegevensopslagruimte en de SharePoint-gegevensopslagruimte. 2.6 Anonieme toegang in IIS inschakelen voor AnalyticalReporting Als u een Web Intelligence-document wilt maken of bewerken vanuit de Microsoft SharePoint-portal, moet u anonieme toegang in Internet Information Services (IIS) inschakelen voor AnalyticalReporting. 1. Ga naar Start > Configuratiescherm > Systeembeheer > IIS-beheer of typ inetmgr in het opdrachtvenster om IIS-beheer te openen. 2. Ga naar Sites > SharePoint-site <poort> > _layouts > AnalyticalReporting. 3. Dubbelklik in de weergave Functies op Verificatie. 4. Selecteer Anonieme verificatie op de pagina Verificatie. Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren rechten voorbehouden. 17

5. Klik in het deelvenster Acties op Inschakelen. 2.7 Een hostkoptekst voor SharePoint 2010 installeren Voordat u een hostkoptekst installeert voor SharePoint 2010, moet aan alle vereisten van SharePoint 2010 zijn voldaan en de volgende hulpprogramma's moeten zijn geïnstalleerd: Microsoft.NET Framework 3.5 Microsoft Internet Information Services (IIS) 7 Microsoft SQL Server 2008 SharePoint-server 2010 Ook moet de siteverzameling zijn geconfigureerd voor de lege site. 1. Klik in serverbeheer op Rollen, klik op Rollen toevoegen en schakel het selectievakje DNS-server in het venster Serverrollen beheren van de wizard Rollen toevoegen in. 2. Creëer via de SharePoint-teamsitesjabloon een site op het hoogste niveau voor de standaardwebtoepassing van SharePoint op poort 80. 3. Creëer in SharePoint 2010 Centraal Beheer een webtoepassing voor op claims gebaseerde verificatie voor NT LAN Manager (NTLM): a) Selecteer op de pagina Nieuwe webtoepassing creëren, naast Verificatie, Verificatie in de klassieke modus. b) Selecteer naast IIS-website, Een nieuwe IIS-website creëren en voer sharepoint -<<port>> in het vak Naam in. Voer bijvoorbeeld sharepoint -19369 in <<port>> is de poort waar u de webtoepassing creëert. c) Voer in het vak Poort het poortnummer in dat u in stap 3b hebt ingevoerd. Voer bijvoorbeeld 19369 in d) Voer in het vak Hostkoptekst de naam van de hostkoptekst voor de webtoepassing in. Voer bijvoorbeeld ioms.<<hostheader>>.com in In het vak Pad wordt C:\inetpub\wwwroot\wss\VirtualDirectories \<<HostHeader>>:<<port>> weergegeven. e) Indien nodig, wijzigt u het pad naar de webtoepassing in het vak Pad. f) Naast Beveiligingsconfiguratie selecteert u NTLM onder Verificatieprovider. Naast Openbare URL wordt in het vak URL http://<<hostheader>>:<<port>> weergegeven. g) Indien nodig wijzigt u de URL naar de webtoepassing in het vak URL, maar laat andere opties onder Verificatieprovider ingesteld staan op de standaardwaarden. h) Naast Toepassingsgroep selecteert u Nieuwe toepassingsgroep selecteren. In het vak Naam toepassingsgroep wordt SharePoint - <<HostHeader>>:<<port>> weergegeven. i) Indien nodig wijzigt u de naam van de toepassingsgroep in het vak Naam toepassingsgroep. j) Onder Een beveiligingsaccount voor deze toepassingsgroep selecteren selecteert u Vooraf gedefinieerd, selecteer Netwerkservice in de lijst en klik op OK. 4. Creëer via de teamsitesjabloon een siteverzameling: a) Voer op de pagina Siteverzameling creëren een titel in het vak Titel in en een omschrijving in het vak Omschrijving. 18 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren

b) Naast Websiteadres selecteert u / in de URL-lijst. c) Naast Sjabloonselectie selecteert u Teamsite op het tabblad Samenwerking. d) Naast Primaire beheerder siteverzameling voert u <<SharePointMachine>>\administrator in het vak Gebruikersnaam in en klikt u op OK. <<SharePointMachine>> is de naam van de computer waarop SharePoint is geïnstalleerd. Een vak met Site op het hoogste niveau succesvol gecreëerd wordt weergegeven, dat bevestigt dat de nieuwe site succesvol is gecreëerd. U dient de DNS-server te configureren voordat u de site kunt openen. 5. De DNS-server configureren: a) In DNS-beheer, onder <<SharePointMachine>>, klikt u met de rechtermuisknop op Opzoekzones naar voren en selecteert u [nieuwe zone]. <<SharePointMachine>> is de naam van de computer waarop SharePoint is geïnstalleerd. b) Selecteer [primaire zone], voer de naam in van de hostkoptekst die u hebt ingevoerd voor de webtoepassing in het vak Naam zone en klik op Volgende tot het is voltooid. c) Open in een teksteditor het bestand hosts op de SharePoint-computer en wijs het Internet Protocoladres (IP-adres) van de SharePoint-computer toe aan de hostkoptekst die u voor de webtoepassing hebt ingevoerd. d) Zoek en open in de Windows Register-editor HKLM\System\CurrentControlSet\Con trol\lsa, voeg DWORD (32-bit) value toe voor Loopbackcontrole uitschakelen en stel de waarde in op 1. e) Klik in Internet Information Servers (IIS)-beheer met de rechtermuisknop op Sharepoint - <<HostHeader>>:<<port>> en selecteer Bindingen. f) Klik in het dialoogvenster Sitebindingen op Bewerken. g) In het dialoogvenster Sitebindingen bewerken voert u het adres in van de IP versie 4 (IPv4) van de SharePoint-computer in het vak IP-adres. h) Start de SharePoint-computer opnieuw op. i) Omdat er een internetsite bestaat voor http://<<hostheader>>:<<port>>, schakelt u de proxyserver uit in het dialoogvenster Microsoft Internet Explorer Local Area Network (instellingen). 6. Ga naar de URL http://<<hostheader>>:<<port>>. De startpagina van de nieuwe site wordt geopend. SharePoint 2010 is gereed voor de integratieoptie voor de SharePoint-softwareinstallatie. 7. Installeer de SAP BusinessObjects-integratieoptie voor de SharePoint-software op de SharePointwebtoepassing: a) Schakel in het dialoogvenster Instellingen SAP-integratie voor Microsoft SharePoint 4.1 het selectievakje http://<<sharepointmachine>>:<<port>> [SharePoint - <<HostHeader>>:<<port>>] in. b) In een teksteditor opent u het hosts-bestand op de SharePoint-computer en voegt IP-hosttoewijzing voor de BI-platformcomputer toe. Dit zorgt ervoor dat de integratieoptie voor de SharePoint-installatie de naam van de Central Management Server (CMS) en de basis-url van OpenDocument uit het bestand hosts instelt. 8. Nadat u de integratieoptie voor SharePoint-software hebt geïnstalleerd op de IIS-site http:// <<SharePointMachine>>:<<port>>, stelt u de SharePoint-webtoepassing in via de hostkoptekst: a) Selecteer in SharePoint Centraal Beheer Systeeminstellingen Farmbeheer Farmoplossingen beheren en klik op infoview.wsp. De pagina Oplossingseigenschappen wordt weergegeven. Houd er rekening mee dat de integratieoptie voor SharePoint niet is geïmplementeerd in de webtoepassing http://<<hostheader>>:<<port>>. b) Klik op Oplossing implementeren om infoview.wsp naar http://<<hostheader>>:<<port>> te implementeren. Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren rechten voorbehouden. 19

c) Op de pagina Oplossing implementeren, naast Implementeren naar, selecteert u http:// <<HostHeader>>:<<port>> in de lijst Een webtoepassing selecteren om deze oplossing te implementeren. De pagina Oplossingseigenschappen wordt geopend, waarin wordt weergegeven dat de integratieoptie voor SharePoint is geïmplementeerd naar de webtoepassing http://<<hostheader>>:<<port>>/; http://<<sharepointmachine>>:<<port>>/; http:<<sharepointmachine>>/. 9. Open een opdrachtvenster en voer de volgende opdracht in: call "C:\Program Files\Common Files\Microsoft Shared\Web Server Extensions\14\BIN\stsadm.exe" -o deploysolution -name "InfoView.wsp" -allowgacdeployment -immediate -force -url http:// <HostHeader>:<port> 10. Ga naar http://<<hostheader>>:<<port>> en creëer een nieuwe SharePoint-site: a) Voer op de pagina Nieuwe SharePoint-site een titel in het vak Titel in en een omschrijving in het vak Omschrijving. b) Voer naast het Websiteadres de URL in naar de nieuwe site in het vak URL-naam. c) Naast Selectie sjabloon selecteert u SAP BusinessObjects-sitedefinitie op het tabblad SAP BusinessObjects en klikt u op Creëren. De startpagina van de nieuwe site is gecreëerd. 11. Open op de clientcomputer het bestand host en voeg de volgende tekst toe: [<SHAREPOINT machine IPv4 ip> <<HostHeader>>] Wanneer de site http://<<hostheader>> in een browser wordt geopend, wordt u gevraagd om uw beheerdersreferenties voor de SharePoint-site in te voeren. 2.8 Een server-farm voor SharePoint 2010 installeren Noteer voor u een serverfarm voor SharePoint 2010 installeert de fysieke en logische architectuur, de specificaties, gebruikersaccounts, wachtwoorden, licentiesleutels en dergelijke die u nodig denkt te hebben. Daarnaast moeten de volgende hulpprogramma's zijn geïnstalleerd: Microsoft.NET Framework 3.5 Microsoft Internet Information Services (IIS) 7 Ook moet de siteverzameling zijn geconfigureerd voor de lege site. 1. Voer het installatiebestand uit voor de integratieoptie voor SharePoint. 2. Klik op Vereiste software installeren.onder Installeren in de installatiewizard van SharePoint. Het scherm Welkom van de productvoorbereidingstool voor Microsoft SharePoint 2010 verschijnt, met een lijst van de vereiste onderdelen die zullen worden geïnstalleerd. 3. Bekijk deze lijst en verwijder eerder geïnstalleerde items voor u verdergaat met installeren van de vereiste onderdelen. Als u bijvoorbeeld Windows Identity Foundation niet verwijdert voor u de vereiste onderdelen installeert, stopt de installatiewizard automatisch. 4. Klik op Volgende in het scherm Welkom om de vereiste onderdelen te installeren. 20 2014 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects-integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software rechten voorbehouden. De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software configureren