Het integreren van ijsbergvariabiliteit in het klimaatsysteem met behulp van het iloveclim klimaatmodel

Vergelijkbare documenten
Samenvatting. Holocene klimaatvariabiliteit in de Noord-Atlantische regio: numerieke simulaties in vergelijking tot reconstructies.

Het karakter en de oorzaken van het 8.2 ka klimaatevent: Een vergelijking van resultaten van een gekoppeld klimaatmodel en paleoklimaatreconstructies

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

Recente variaties in de temperatuur van het oceaanwater. Henk Dijkstra Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Universiteit Utrecht

Nederlandse Samenvatting

Klimaatmodellen. Projecties van een toekomstig klimaat. Wiskundige vergelijkingen

Scenario s voor zeespiegelstijging. Caroline Katsman TU Delft / Vloeistofmechanica

Hiatus: is de mondiale opwarming aan het vertragen?

Hoe ongeschikt is het om deze planet Aarde te noemen, terwijl het duidelijk Oceaan is. schrijver Arthur C. Clarke

Klimaat in het brandpunt

Samenvatting (Summary in Dutch)

1. Waarnemingen van klimaatverandering

Klimaatverandering in internationaal perspectief

BEPALING VAN ONZEKERHEDEN IN MODELPROJECTIES VAN KLIMAAT EN HET ZEENIVEAU OP LANGE TERMIJN «ASTER»

KNVWS Delft. Overzicht

De KNMI 14 klimaatscenario s Ontwikkelingen De scenario s Voorbeelden

Klimaatveranderingen in het ve een boodschap voor de toe

KLIMAATVERANDERING. 20e eeuw

Oceaancirculatie en klimaat

Van klimaatscenario's naar klimaatverwachtingen: hoe betrouwbaar zijn klimaatmodellen? Geert Jan van Oldenborgh

tijdreeksen voor de toekomst

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II

Kunnen we variaties in het klimaatsysteem begrijpen en voorzien?

Klimaat in de 21 e eeuw

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering Klimaatverandering

Factsheet. Klimaatverandering in het Arctisch gebied

Albert Klein Tank, Geert Lenderink, Bernadet Overbeek, Janette Bessembinder, KNMI

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger

De Atlantische Oceaan, de Golfstroom en ons klimaat

BANANEN LANGS DE NOORDZEE antwoordblad

Klimaat en zeestromen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Het klimaat, broeikasgassen en wij...!

DE MENSELIJKE INVLOED OP HET KLIMAAT IS ONMISKENBAAR

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Algemene inleiding en samenvatting

Nederlandse samenvatting

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

Waterkringloop vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Centrale vraagstelling Hoe organiseer je een expeditie naar de Zuidpool om het hitterecord van 55 miljoen jaar geleden te kunnen onderzoeken?

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Een klein overzicht over het versterkte broeikas effect (door Evert Wesker)

IJs in een veranderend klimaat Samenvatting van de lezing in de specialistenserie Geologie 2011 van het Museon.

Prof. Gerbrand Komen. (ex-) Directeur Klimaatonderzoek KNMI. 12 Maart 2009 NNV Sectie Energie en Klimaat

Is er een point of no return in klimaatverandering? Henk A. Dijkstra, IMAU, Departement Natuuren Sterrenkunde, Universiteit Utrecht

Determineren van gesteente

We hebben zeer waarschijnlijk al een (kleine) klimaatverandering meegemaakt!

Zeespiegelstijging langs de Belgische Kust in de tweede helft van de 20 ste eeuw

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a.

Weer en water in de 21 e eeuw

-concentratie en klimaatsveranderingen. Om het effect van de huidige snelle toevoeging van CO 2

WISSELWERKING TUSSEN GLETSJERS EN KLIMAAT

De KNMI 14 klimaatscenario s Neerslag en neerslagextremen

Signalen van klimaatveranderingen

MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM

Om te bepalen of het kustgebied van Oost-Madagaskar significant is opgewarmd over de afgelopen 43 jaar werd de temperatuur van het

De algemene luchtcirculatie

Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen

The Day After tomorrow... Waarom wachten

Het maken van een weersverwachting: de begintoestand

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Samenvatting Klimaatsverandering en gletsjers

Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging?

Hoofdstuk 3: Cardiovasculaire toestandsveranderingen in gesimuleerde werkomgevingen

THEMA 3 WEER & KLIMAAT. LES 2 Golfstromen. Deze les gaat over: Bij dit thema horen ook: Golfstromen in de oceanen Verschil landijs zee-ijs

HET BROEIKASSEFFECT / DE STRALINGSBALANS / OPWARMING AARDE

Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging?

Klimaatverandering in Nederland

Veranderingen in het klimaat

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

De klimaatverandering

23/11/2018. Hoelang is Hol-(Zee)land nog houdbaar?

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 6t/m 14

Antarctisch alarm. Michiel van den Broeke. Woudschotenconferentie, 17 december 2005

Zeespiegelmonitor 2018

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Klimaatverandering: Angst voor de Apocalyps? Feiten en verwachtingen

Bedreigingen. Broeikaseffect

VERANDEREN VAN KLIMAAT?

Aarde Water Kooldioxide (CO2)

Het klimaat. Tip. Gebruik kleine bekers, dan heb je minder klei nodig.

Werkstuk Aardrijkskunde Klimaatverandering

2 De Noord-Atlantische Oscillatie

9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s. neerslag en potentiele verdamping. Aad van Ulden en Geert Lenderink

Zeeniveau Waarnemingen door School at Sea a/b Regina Maris

Tentamen/Exam Marine Sciences II : Oceans of the Future (2012)

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

Samenvatting Voor het wereldwijde klimaatonderzoek zijn ijskernen van polaire ijskappen van groot belang. Klimaatfluctuaties van de afgelopen honderdd

De afkoeling van de aarde Johannes Oerlemans, IMAU, Universiteit Utrecht

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Klimaatprojecties voor de Benelux

Invloed van de variaties in de aardbaan, jaar klimaatgeschiedenis.

De IPCC-emissiescenario s

Lage temperatuur verwarming. Low-H2O DBE t.o.v. Vloerverwarming

Effecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee

Broeikasklimaten van het verre verleden als analoog voor de toekomst. Appy Sluijs

Transcriptie:

xix Samenvatting Het integreren van ijsbergvariabiliteit in het klimaatsysteem met behulp van het iloveclim klimaatmodel Dit proefschrift onderzoekt het effect van de Groenlandse IJskap, in het bijzonder zijn smeltwaterstromen, op het klimaat op het Noordelijk Halfrond gedurende het pre-industrile tijdperk, het huidige interglaciaal en de laatste ijstijd. De Groenlandse IJskap is tegenwoordig aan sterke veranderingen onderhevig en zijn grootte en dikte zijn over de laatste miljoenen jaren ook substantieel veranderd. Deze veranderingen in de Groenlandse IJskap leiden ook tot wisselingen in de hoeveelheid smeltwater die de omringende zeen bereikt, zij het in de vorm van rivierwater of door middel van ijsbergen, wat op zijn beurt weer een directe invloed heeft op het klimaat van het Noordelijk Halfrond als ook op het mondiale klimaat. Numerieke klimaatmodellen zijn een belangrijk hulpmiddel om de interacties tussen de verschillende klimaatcomponenten te onderzoeken.

xx In dit promotie-onderzoek is een dergelijke model (iloveclim) specifiek gebruikt om het effect van temperatuurveranderingen op de Groenlandse IJskap te onderzoeken, alsmede de invloed van een smeltende of groeiende ijskap op het klimaat. In klimaatmodellen worden smeltwaterstromen doorgaans echter enkel in sterk versimpelde vorm gerepresenteerd. Zo worden ijsbergen niet specifiek meegenomen en dit terwijl recent onderzoek heeft laten zien dat ijsbergen een actieve rol spelen in het klimaatsysteem door middel van hun interactie met atmosfeer en oceaan. Het belang van het specifiek meenemen van ijsbergen in klimaatmodellen komt grotendeels doordat ze relatief langzaam smelten terwijl ze getransporteerd worden en hierdoor over een groot gebied het zoutgehalte en de temperatuur van het zeewater benvloeden, wat op zijn beurt weer gevolgen heeft voor de stratificatie van het oppervlaktewater en de zee-ijs condities. Door het koppelen van ijskappen, ijsbergen en het klimaatsysteem in het zogenaamde iloveclim klimaatmodel wordt het mogelijk om te bestuderen hoe het klimaat de Groenlandse IJskap benvloedt en wat voor een invloed dat vervolgens heeft op de smeltwaterstromen, en daarna weer op het klimaatsysteem via terugkoppelingen. Deze interactie is het onderwerp van het eerste deel van dit proefschrift. Wat is de invloed van ijsbergen afkomstig van de Groenlandse IJskap op het klimaat van de Noordelijke gematigde- en hoge breedtegraden alsmede op de Groenlandse IJskap zelf onder pre-industrile condities? Heeft het behandelen van de zoetwaterstromen als rivierwater in plaats van ijsbergen een duidelijk andere invloed? Na het koppelen van de ijsbergmodule met het iloveclim klimaatmodel en het GRISLI ijskapmodel en het sluitend maken van de waterkringloop tussen ijsberg, ijskap en klimaat, vonden wij dat GRISLI de locaties waar ijsbergen afkalven voldoende nauwkeurig simuleert in vergelijking met recente waarnemingen en dat er enkel een kleine onderschatting was op een aantal locaties langs de zuidoostkust van Groenland. Ook de belangrijkste transportroutes die de ijsbergen nemen in

xxi de oceaan worden door het model correct weergegeven, langs de Groenlandse kust en vervolgens langs de Amerikaanse Oostkust zuidwaarts. Echter, de totale hoeveelheid ijsbergen die afkalven wordt door GRISLI sterk overschat doordat het Groenlandse klimaat te koud is in het model en door de simplificaties in het ijsbergmodel. In gevoeligheidsexperimenten is de invloed getest van de verschillende factoren die van belang zijn bij de interactie tussen de Groenlandse zoetwaterstromen en de oceaan; zoet water als rivierafvoer aan de kust of als ijsbergen op de oceaan, en de invloed van ijsbergen op enerzijds het zoutgehalte en anderzijds de latente warmte. De resultaten laten zien dat ijsbergen zorgen voor een grotere dikte van het zee-ijs rond Groenland, wat op zijn buurt een afkoelende werking heeft op de atmosfeer, wat zorgt voor een dikkere Groenlandse IJskap. In een experiment waarbij de ijsbergen geforceerd worden direct te smelten nadat ze zijn geproduceerd, zijn de resultaten vrijwel gelijk aan de experimenten waarin smeltwater enkel als rivierafvoer wordt toegevoegd. Echter, als het zoete water ter plaatse vrijkomt, maar de latente warmte gelijkmatig over een groter domein wordt verdeeld, dan wordt de afkoeling rond de Groenlandse IJskap onderschat terwijl de afkoeling verder weg wordt overschat. Het gevolg hiervan is een afname in de dikte van de Groenlandse IJskap. Dit laat zien dat de ruimtelijke verdeling van de latente warmte die nodig is om de ijsbergen te doen smelten een grotere invloed heeft op het klimaat dan het zoetwater. Verder laten de resultaten zien dat ijsbergen een invloed hebben op de geometrie van de Groenlandse IJskap door middel van hun invloed op de zee-ijs condities, zelfs onder pre-industrile omstandigheden. In iloveclim worden de ijsbergen dagelijks geproduceerd volgens een vaststaande distributie van ijsberggroottes in lijn met observaties in n van Groenlands fjorden (Dowdeswell et al., 1992). Deze distributie is echter mogelijk niet accuraat onder andere klimaatomstandigheden. Verder is de ruimtelijke verspreiding van de ijsbergen afhankelijk van de gemodelleerde atmosferische- en oceanische omstandigheden. In het

xxii tweede deel van dit proefschrift worden de onzekerheden die dit met zich meebrengt onderzocht. Hoe gevoelig zijn de gesimuleerde klimaten van de Noordelijk gematigde- en hoge breedtegraden en de Groenlandse IJskap voor aangenomen distributies van ijsberggroottes en hoe is de ruimtelijke verdeling van de aan ijsbergen gerelateerde zoetwaterstromen en de latente warmte onder verschillende klimatologische omstandigheden? Wat betreft de invloeden van atmosferische en oceanische omstandigheden op de ruimtelijke verdeling van ijsbergen, vinden wij dat ijsbergen die alleen door oceaanstromingen meegevoerd worden dicht aan de Groenlandse en Noord Amerikaanse kust blijven, terwijl ze onder invloed van de wind zich snel verwijderen van de locaties waar ze geproduceerd zijn. Dit heeft directe gevolgen voor de levensduur van de ijsbergen omdat het water langs de kust overwegend kouder is waardoor, onder pre-industrile omstandigheden, de ijsbergen gemiddeld twee jaar langer blijven bestaan. Het gesimuleerde klimaat in iloveclim en de grootte van de Groenlandse IJskap blijken niet afhankelijk van de aangenomen ijsberg-grootte distributie, en dit resultaat blijkt onafhankelijk van de klimatologische omstandigheden (pre-industrieel, mondiale opwarming (1120 ppm CO 2 =+4 C mondiale temperatuurverandering over 1000 jaar) of mondiale afkoeling (70 ppm CO 2 =-4 C mondiale temperatuurverandering over 1000 jaar)). Dit laat zien dat lokale verschillen in de distributie van ijsbergen geen invloed hebben op het klimaat van het noordelijk halfrond onder evenwichtsomstandigheden en bij een continue aanvoer van ijsbergen. Ook vinden we dat de toegepaste stralingsforcering van grotere invloed is op het klimaat dan de initile distributie van ijsberggroottes. Klimaatreconstructies laten zien dat gedurende het Holoceen (de laatste 11,700 jaar) er periodes waren met verhoogde ijsbergafkalving van de

xxiii Groenlandse IJskap, maar de sturingsmechanismes achter deze gebeurtenissen zijn nog onduidelijk. Veranderingen in de sterkte van de zonnestraling (in het Engels total solar irradiance of TSI ) of vulkanische uitbarstingen worden gezien als mogelijke oorzaken, of een combinatie van n van deze twee forceringen en interne variabiliteit van het klimaat systeem. In het derde deel van dit proefschrift hebben wij onderzocht wat de invloed is van bovengenoemde forceringen op de hoeveelheid ijsbergen die geproduceerd worden door de Groenlandse IJskap gedurende de laatste 6000 jaar. Kunnen we honderd- tot duizendjarige variaties in de hoeveelheid geproduceerde ijsbergen gedurende het Holoceen reproduceren in het gekoppelde iloveclim ijsberg-ijskap-klimaat model, en wat zijn de sturende mechanismen? Wij hebben een reeks gevoeligheidsexperimenten uitgevoerd om de invloed van veranderingen in TSI te testen (geen verandering, veranderingen van ±1 Wm 2 en veranderingen van ±5 Wm 2, en de invloed van vulkanische uitbarstingen. Verder hebben we een experiment uitgevoerd met een gedealiseerde TSI evolutie volgens een sinusode curve van ±4 Wm 2 en tenslotte een experiment met enkel pre-industrile forcering om de invloed van interne klimaatvariabiliteit te testen. Onafhankelijk van de experimentele opzet laten de resultaten over de laatste 6000 jaar duidelijke periodes van verhoogde ijsbergsmelt (in het Engels iceberg melt flux of IMF ) zien. Spectrale analyse van het experiment met pre-industrile forcering en zonder ijsberg-ijskap-klimaat interacties geeft n significante periodiciteit met een periode van ongeveer 1500 jaar die wordt veroorzaakt door interne klimaatvariabiliteit in het iloveclim model. Als interacties tussen ijsbergen, ijskap en klimaat wel worden meegenomen dan vinden we twee pieken, te weten van 1000 en 2000 jaar. In het experiment waarin een gedealiseerde sinusode TSI evolutie wordt voorgeschreven vinden we een significante IMF 60 jaar na het TSI minimum. Verder hebben we ook de invloed geanalyseerd van de minima in TSI op de IMF periodes en vinden een significante IMF 80 jaar na het

xxiv TSI minimum. Echter, we vinden een op het eerste gezicht vergelijkbare relatie in het experiment waarin geen TSI forcering wordt toegepast als we de vertraging in de tijd berekenen tussen pieken in IMF en gereconstrueerde TSI minima. Dit geeft aan dat de relatie tussen TSI en IMF het gevolg is van interne variabiliteit in het gemodelleerde klimaatsysteem. Naar aanleiding van de gevoeligheidsexperimenten concluderen wij dat honderd- tot duizendjarige variabiliteit in ijsberg afkalving gedurende het Holoceen een gevolg is van interne klimaatvariabiliteit. Meer in het oog springende periodes van verhoogde ijsberg afkalving kernmerken de glaciale periodes, zogenaamde Heinrich events. Deze periodes worden gekarakteriseerd door grote hoeveelheden grofkorrelig sediment in marine sedimentkernen dat is getransporteerd door ijsbergen. Dit signaal is echter niet direct herkenbaar in de compositie van zuurstofisotopen (δ 18 O calciet ) die worden gevonden in calciet in planktonische foraminiferen, een signaal dat afhankelijk is van zowel temperatuur als de isotopencompositie van het zeewater. Door zuurstofisotopen expliciet mee te nemen in iloveclim is het mogelijk om de invloed van ijsbergen op het δ 18 O calciet signaal te bestuderen. Wat is de invloed van de duur van periodes van verhoogde ijsafkalving gedurende Heinrich events op het Noord Atlantische klimaat? Hoe worden δ 18 O calciet signalen, zoals die in sedimentkernen op verschillende locaties gevonden worden, benvloed door aan ijsbergen gerelateerde veranderingen in oceaan temperatuur en δ 18 O zeewater waarden? Een reeks van drie experimenten is uitgevoerd met een ijsbergforcering van0.22sv(1sv=10 6 m 3 s 1 ) om enerzijds de invloed van de duur van de periodes met verhoogde ijsbergafkalving op het Noord Atlantische klimaat te testen, en anderzijds de achterliggende mechanismen en ruimtelijke patronen te bestuderen. De ijsbergforcering is toegepast voor periodes van 300, 600 en 900 jaar en dit liet zien dat in het iloveclim model de reactie van de grootschalige meridionale Atlantische Oceaan