Lesbrief groep 5/6 Beste ouders, Het is al weer een tijdje geleden dat we een lesbrief aan jullie hebben gestuurd. Maar met de start op onze prachtige nieuwe school, ook gelijk maar een doorstart met de lesbrieven. Inmiddels hebben we de CITO toetsen ook weer afgenomen. Naar aanleiding van de CITO toetsen hebben we besloten extra aandacht te besteden aan de vakken spelling en begrijpend lezen. Het helpt natuurlijk ook als de kinderen thuis ook regelmatig laat oefenen met onder andere Bloon.nl of door vragen te stellen over een tekst. Ook het automatiseren van de tafels is een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van leerlingen. Hoe makkelijker zij de tafels opnoemen en toepassen, hoe makkelijker de grotere keer -en deelsommen worden die nu ook veel aan de orde komen. Mocht u tips willen bij het eventuele oefenen, mail ons dan gerust. We zijn enorm trots op hoe de klas het de afgelopen periode heeft gedaan. We gaan er weer voor de komende periode, maar blijven ook genieten van het mooie gebouw en van en met elkaar! Hartelijke groet, Annet en Heidi
Rekenen In het nieuwe blok van rekenen staan de volgende doelen en onderwerpen centraal: Groep 5 Oriëntatie op getallen tot en met 1000 - Het tellen met sprongen van 20, 25 en 50. - Het ordenen van getallen. Een serie getallen wordt in de goede volgorde geplaatst. - De positiewaarde van de cijfers in een getal krijgen nog eens speciale aandacht (de waarde van de 4 in het getal 347 40). Optellen en aftrekken - Het optellen en aftrekken tot en met 1000 wordt vervolgd. Hierbij worden twee strategieën aangeboden: rijgen en splitsen. Rijgen: Splitsen: 865-123= 865-123= 865-100= 765 800-100= 700 765-20= 745 60-20= 40 745-3= 742 5-3= 2 Samen: 700+40+2= 742 - Er is aandacht voor schattend rekenen. - Optellen en aftrekken in contexten. Vermenigvuldigen en delen - Tafelsommen worden regelmatig geoefend op verschillende manieren. - Sommen als 6x32 komen terug: (6x30)+ (6x2). - Handig vermenigvuldigen van geldbedrag met een verhoudingstabel. - Verder oefenen met het delen met rest, eerst in contexten, daarna in som vorm. Hierbij wordt het verband met tafels steeds benadrukt. Geld, tijd, meten en meetkunde - Het digitaal en analoog klokkijken wordt herhaald. - De seconde wordt geïntroduceerd. - De centimeter wordt geïntroduceerd. - Verschillende meetopdrachten waarbij kinderen in decimeters en centimeters meten.
Groep 6 Oriëntatie in de getallen De oriëntatie in de getallen tot 20000 wordt in dit blok voortgezet. Het lezen, uitspreken en schrijven van deze getallen krijgt daarbij weer de aandacht. Optellen en aftrekken - Het optellen en aftrekken tot en met 1000 wordt herhaald, waarbij er ook aandacht is voor vormen van handig rekenen. - Specifieke aandacht voor het schattend rekenen. - Toepassen van optellen en aftrekken in een context. - Cijferend optellen en aftrekken (onder elkaar zetten). Vermenigvuldigen en delen - Het basale vermenigvuldigen en delen komt terug. - Het kleiner dan teken (<) en groter dan teken (>) worden geïntroduceerd. - Het delen met rest wordt herhaald. Het wordt duidelijk dat in een contextsituatie de rest er toe doet. - Kolomsgewijs noteren wordt geïntroduceerd, als opstap naar het cijferend vermenigvuldigen. Kommagetallen - Het vergelijken van inhouden. Breuken - Nadruk op begripsontwikkeling. - Introductie van breuken met een teller groter dan 1. Tijd, meten en meetkunde - Speciale aandacht voor de halve prijs bij geldrekenen en berekenen hoeveel geld je over houdt. - De jaarkalender krijgt nog eens uitgebreid aandacht. - De meeste lengtematen komen nog eens terug. - De verschillende inhoudsmaten worden herhaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een maatbeker van 1 liter. - Inhoudsmaten komen nu ook in de vorm van kommagetallen terug.
Taal Groep 5 Groep 5 zal eerst aan het werk gaan aan de hand van het thema Is dat kunst? : - De kinderen kunnen de volgorde van gebeurtenissen benoemen. - De kinderen kunnen een gedicht schrijven. - De kinderen leren leestekens en interpunctie te gebruiken bij het schrijven van een tekst. - De kinderen kunnen de vindplaats van woorden in een alfabetische lijst vaststellen. - De kinderen kunnen woorden van enkelvoud naar meervoud zetten. - De kinderen maken verkleinwoorden met -je, -pje of -tje. - De kinderen kunnen een passend werkwoord invullen in een zin. - De kinderen beginnen een zin met een hoofdletter en eindigen met een punt. Daarna gaan zij verder met het thema Slaap zacht, Velibor : - De kinderen kunnen een verhaal vertellen. - De kinderen kunnen een poppenkast/rollenspel schrijven. - De kinderen bepalen bij het schrijven van een tekst een doelgroep, inhoud en doel. - De kinderen kunnen een aantal woorden, waarvan de eerste letter hetzelfde is, in alfabetische volgorde zetten. - De kinderen kunnen lettergrepen samenvoegen tot één woord en woorden verdelen in lettergrepen. - De kinderen maken verkleinwoorden en kunnen verkleinwoorden terug zetten naar basiswoorden. - De kinderen kunnen de betekenis van een woord afleiden uit een antoniem (tegenstelling). - De kinderen kunnen de woorden van een zin in de goede volgorde zetten. - De kinderen kunnen kenmerken en eigenschappen van bepaalde woorden aangeven. - De kinderen kunnen spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes verklaren en gebruiken.
Groep 6 Groep 6 zal eerst aan het werk gaan aan de hand van het thema Eten wat de pot schaft : - De kinderen kunnen het verdere verloop van een verhaal voorspellen. - De kinderen kunnen de kern van informatie in kernwoorden weergeven. - De kinderen kunnen in een tekst oorzaak-gevolg en middel-doel onderscheiden. - De kinderen kunnen bij het schrijven van een tekst de inhoud en het doel bepalen. - De kinderen kunnen werkwoorden onderscheiden van andere woorden. - De kinderen kunnen een zin omzetten van een meervoudsvorm naar een enkelvoudsvorm. - De kinderen kunnen de persoonsvorm vinden door de zin in een ander getal te zetten. - De kinderen kunnen een voorzetsel in een zin invullen. - De kinderen kunnen spreekwoorden en uitdrukkingen koppelen aan gegeven situaties. - De kinderen kunnen spreekwoorden en uitdrukkingen verklaren. - De kinderen kunnen een woord in lettergrepen verdelen. Daarna gaan zij verder met thema Buurthuis De Boomtak : - De kinderen kunnen vragen beantwoorden naar aanleiding van een tekst. - De kinderen kunnen uitleg geven. - De kinderen kunnen aantekeningen maken met behulp van een strategie. - De kinderen kunnen gevoelens uitdrukken. - De kinderen kunnen in een tekst (denk)relaties onderscheiden: oorzaak-gevolg en middel-doel. - De kinderen kunnen bij een bepaald begrip uit een reeks het hoger gelegen begrip aangeven. - De kinderen kunnen een lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord combineren tot een woordgroep. - De kinderen kunnen de persoonsvorm vinden door de zin in een andere tijd te zetten. - De kinderen weten welke woorden met een hoofdletter worden geschreven. - De kinderen reflecteren op hun eigen werk en de toegepaste theorie.
Spelling Elke periode staan er bepaalde moeilijkheden en/of spellingcategorieën centraal waar de groepen mee aan het werk gaan. Op school oefenen zij dit aan de hand van het spelling werkboek, een dagelijks oefendictee en Bloon op de computer. Het zou erg fijn zijn als de kinderen thuis ook wekelijks oefenen met Bloon! Groep 5 - Woorden met ig (categorie 12: achtervoegsels). - Woorden met lijk (categorie 12: achtervoegsels). - Woorden met een i, die klinkt als een ie (categorie 13: kilo- literwoorden). - Woorden met een eind- d of midden- d, die klinkt als t (categorie 7: langermaakwoord). - Woorden die eindigen op te. - Verkleinwoorden die eindigen op je (categorie 10: verkleinwoorden). - Woorden met tje en etje aan het eind (categorie 10: verkleinwoorden). - Woorden met een eind- d of midden- d, die klinkt als een t (categorie 7: langermaakwoord). Groep 6 - Woorden met gesloten lettergreep (bliksem, bundel, etc.) - Meervouden met een gesloten lettergreep (bedoelingen, bejaarden, etc.) - Woorden en meervouden met een open lettergreep in het midden (categorie 11: klankvoetwoorden, letterdief). - Woorden met een open lettergreep waarbij er sprake is van een korte klank (balans, baron, etc.) - Woorden met een open lettergreep in het midden (categorie 11: klankvoetwoorden, letterdief). - Woorden en meervouden met een verdubbeling van de medeklinker (categorie 11: klankvoetwoorden, dubbelzetter). - Woorden en meervouden met een tweetekenklank.