Gelet op de aanvraag van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ontvangen op 28/07/2014;

Vergelijkbare documenten
1/7. persoonlijke. du Crédit 22/07/2015; Gelet op de. van Société. aanvraag

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Financiën (hierna de FOD Finanaciën) ontvangen op 17/11/2008;

Gelet op de aanvraag van de Directeur-generaal van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 05/12/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Département du Logement de la Direction des Aides aux Particuliers van de DGO4, ontvangen op 7 februari 2018;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: het "Comité");

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het "Comité");

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 29 april, 2, 14, 15, 21 en 23 mei en 14 juni 2013;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité"); Gelet op de aanvraag van Saris Aanhangers BV ontvangen op 22/03/2017;

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de CFI, ontvangen op 07/02/2018; Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 09/03/2018;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Evere (hierna de aanvrager), ontvangen op 02/02/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16/03/2015

Gelet op de aanvraag van de FOD Financiën, ontvangen op 17/12/2015;

(SPW Département du logement Direction des Etudes et de la Qualité du Logement (Waalse

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 8 september 2015 en 15 oktober 2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

(SPW Département du logement Direction des Aides aux Particuliers (Waalse Overheidsdienst

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Vorst (hierna de aanvrager) ontvangen op 05/12/2014;

Gelet op de aanvraag van Brusselse Gewestelijke Overheidsdienst, Brussel Gewestelijke Coördinatie, Directie Huisvesting ontvangen op 24/12/2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 13/08/2012;

Gelet op de aanvraag van de gemeente Sint-Agatha-Berchem ontvangen op 20/05/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 22/08/2016;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 28/03/2012;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: het "Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

1/9. opdrachten die ) persoonlijke. Gelet op de 30/04/2015;

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de contvangen op 29/09/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 29, 30/10, 13 en 16/11/2015;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de KFBN (hierna de aanvrager) ontvangen op 13/01/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 4, 9 en 12/02/2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 12/09/2014;

Gelet op de aanvraag van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging ontvangen op 19/10/2010;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Direction générale Opérationnelle de la fiscalité du Service Public de Wallonie ontvangen op 22 februari 2017;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van de stad Herstal (hierna de aanvrager), ontvangen op 16/03/2015;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 27/09/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Betreft: Advies inzake het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen ontvangen op 20/06/2013;

Gelet op de aanvraag van Sofico (hierna de aanvrager), ontvangen op 19 februari 2016; Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 11/04/2016;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera ontvangen op 23/02/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité"); Gelet op de aanvraag van van de FOD Financiën, ontvangen op 23 maart 2017;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

december 2007 tot uitbreiding van het machtigingsbesluit van 22 mei 2001;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

Gelet op de aanvraag van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 10/02/2010;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het "Comité");

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Gelet op de aanvraag van de POD Maatschappelijke Integratie ontvangen op 07/02/2008;

Gelet op de aanvraag van de FOD Financiën, ontvangen op 15/12/2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen ontvangen op 12/04/2011;

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Bernard Buyse, Voorzitter Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders ontvangen op 15/04/2010;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03 en 12/05/2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de sociale huisvestingsmaatschappij - regio Bergen Toit et Moi ontvangen op 17/07/2011;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Transcriptie:

1/10 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 36/2014 van 30 oktober 2014 Betreft: Aanvraag voor toegang tot inkomstengegevens betreffende personen ten laste van gezinnen die een woning huren gelegen in het Brussels gewest die eigendom is van de FOD Financiën met het oog op het toekennen van een herhuisvestingstoelage en een wachtuitkering (AF- MA-2014-054 en AF-MA-2014-055) Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ontvangen op 28/07/2014; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 14/10/2014; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 30 oktober 2014, na beraadslaging, als volgt:.

Beraadslaging FO 36 /2014-2/10 I. ONDERWERP EN CONTEXT VAN DE AANVRAAG 1. De Directie Huisvesting ("DH") van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ("MBHG") installeert een nieuwe informaticatoepassing voor het beheer van huisvestingspremies en toelagen alsook voor subsidies. In deze context heeft de DH twee gelijktijdige aanvragen ingediend in het verlengde van de beraadslaging 08/2013 van het Comité. 2. Beide aanvragen betreffen een toegang door de DH 1 tot gegevens van de FOD Financiën. Gelet op hun verbondenheid worden de twee aanvragen behandeld in dezelfde beraadslaging. a. Eerste aanvraag (herhuisvestingstoelage) 3. Een nieuw besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering (BBHR van 28 november 2013 tot instelling van een herhuisvestingstoelage) vervangt het BBHR van 22 december 2004 tot instelling van een verhuis- en installatietoelage en van een bijdrage in het huurgeld. 4. Deze nieuwe beschikking verstrengt de toekenningsvoorwaarden voor de aanvragers van hulp (kortere indieningstermijn, recenter kinderbijslagattest, verplichte registratie van de huurovereenkomst) die voortaan toepasselijk is op een ruimer publiek (de daklozen die stappen ondernemen om een woning te vinden) 5. Gelet op de kwetsbaarheid van het doelpubliek en het streven naar administratieve vereenvoudiging, heeft de Brusselse wetgever niettemin voorzien dat de administratie de nodige persoonsgegevens zelf zou inzamelen door raadpleging van authentieke bronnen (waaronder de gegevens van de FOD Financiën) door in het aanvraagformulier een verklaring op te nemen waarmee de aanvrager de administratie machtigt om zelf deze gegevens in te zamelen. b. Tweede aanvraag (wachtuitkering) 6. De tweede aanvraag betreft het verkrijgen van gegevens van de FOD Financiën met het oog op het toekennen van een huurtoelage aan de kandidaat huurders die ingeschreven staan op de lijsten van de sociale huisvesting en nog geen enkele hulp ontvangen. 1 De sociale huisvestingsmaatschappijen uitgezonderd

Beraadslaging FO 36 /2014-3/10 7. Een nieuwe beschikking inzake huisvesting wordt vastgesteld bij BBHR van 13 februari 2014 tot instelling van een huurtoelage voor de kandidaat-huurders die ingeschreven staan op de lijsten van de sociale huisvesting. 8. Deze beschikking zal worden uitgevoerd met de sociale huisvestingsmaatschappijen (SISP, SLRB) die de rechthebbenden moeten bepalen en de lijst moeten meedelen aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel opdat deze laatste hen het aanvraagformulier kan opsturen. De DH zal vervolgens de controles uitvoeren zoals bepaald in artikel 9, 2 van het BBHR. 9. De DH beschikt ingevolge beraadslaging 08/2013 die gebaseerd was op andere wetgeving reeds over gelijkaardige machtigingen voor de meeste relevante gegevens. 10. Aangezien meerdere authentieke bronnen moeten worden geraadpleegd zijn de aanvragen gelijktijdig ingediend met andere aanvragen die bij het Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid werden ingediend. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. ONTVANKELIJKHEID 11. Krachtens artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging (van het bevoegd sectoraal comité)". 12. De FOD Financiën zal de gegevens elektronisch doorgeven aan de Directie Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via de webservice van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid gegevens elektronisch doorsturen aan de Directie Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aangezien andere sociale persoonsgegevens (gehandicaptenstatuut, aantal rechthebbende kinderen op kinderbijslag,.) eveneens door de aanvrager voor hetzelfde doeleinde zullen opgevraagd worden bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (de aanvraag werd ingediend bij het Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid). 13. De uitgewisselde gegevens betreffen dus persoonsgegevens waarover de FOD Financiën beschikt. Het Comité is derhalve bevoegd om zich uit te spreken over deze elektronische mededeling.

Beraadslaging FO 36 /2014-4/10 B. TEN GRONDE 1. Finaliteitsbeginsel 14. Artikel 4, 1, 2, WVP laat de verwerking van persoonsgegevens slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en de gegevens mogen bovendien niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. Het Comité onderzoekt hierna of deze essentiële beginselen worden nageleefd. 15. In onderhavig geval wil de Directie Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via elektronische weg toegang krijgen tot gegevens van de FOD Financiën om de toekenning te verzekeren van huisvestingstoelagen waarmee het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is belast (herhuisvestingstoelage en wachtuitkering). 16. Aan de hand van deze informatie zal de Directie Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nagaan of de aanvragers van toelagen aan de toekenningsvoorwaarden voldoen. 17. Het Comité besluit dat deze doeleinden welbepaald en uitdrukkelijk omschreven zijn en herinnert eraan dat de gevraagde gegevens enkel voor dit doeleinde mogen worden verwerkt. 18. Artikel 4, 1, 2, WVP vereist eveneens dat de doeleinden van de verwerkingen rechtmatig zijn. In onderhavig geval verwijst het Comité naar artikel 5 e) van de WVP dat stelt dat een verwerking van persoonsgegevens geoorloofd is indien zij "noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van openbaar belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van het openbaar gezag, die is opgedragen aan de verantwoordelijke voor de verwerking of aan de derde aan wie de gegevens worden verstrekt". 19. De rechtmatige basis van de verwerking door de aanvrager spruit voort uit de Brusselse Huisvestingscode1. Deze voorziet in haar artikelen 127 tot 131 in de mogelijkheid voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om aan de gezinnen premies toe te kennen voor renovatie, gevelverfraaiing, verhuistoelagen en tussenkomsten in de huurgelden van een nieuwe woning. 20. Wat de FOD Financiën betreft lijkt de verwerking eveneens rechtmatig gezien zijn opdracht van openbare dienst belast met de uitvoering van het financieel beleid van de federale staat

Beraadslaging FO 36 /2014-5/10 en gelet op artikel 328 van het wetboek op de inkomstenbelastingen dat de kennisname voorschrijft van de recente fiscale situatie van personen die aan de bestuursdiensten van de staat kredieten, leningen, premies, toelagen of alle andere voordelen aanvragen welke rechtstreeks of onrechtstreeks gegrond zijn op het bedrag van de inkomsten. 21. De toegang door de Directie Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot gegevens van de FOD Financiën via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid vormt eveneens een latere verwerking van gegevens van de FOD Financiën. In toepassing van artikel 4, 1, 2 van de WVP, dient het gebrek aan onverenigbaarheid onderzocht te worden van het door de aanvrager beoogde doeleinde met het oorspronkelijke doeleinde van de FOD Financiën bij de inzameling van de gegevens bij de belastingplichtigen, namelijk de vaststelling, controle, heffing en invordering van belastingen. Dit onderzoek dient onder meer rekening te houden met de redelijke verwachtingen van de betrokkenen en de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. 22. In dit verband merkt het Comité op dat: a. Artikel 328 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen stelt dat "de bestuursdiensten van de Staat, ( ) alsmede de vennootschappen, verenigingen, instellingen of inrichtingen naar publiek recht, mogen slechts kredieten, leningen, premies, toelagen of alle andere voordelen toekennen welke rechtstreeks of onrechtstreeks gegrond zijn op het bedrag van de inkomsten of op elementen die in aanmerking komen voor de vaststelling van die inkomsten, dan na kennis genomen te hebben van de recente fiscale toestand van de aanvrager. Deze toestand is tegen de aanvrager in te roepen voor het toekennen van gezegde kredieten, leningen, premies, toelagen of andere voordelen". b. Sinds 2007 bevat de verklarende nota bij de belastingaangifte van de personenbelasting die elk jaar door de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit aan de belastingplichtige wordt gestuurd, een informatieclausule. Hiermee worden de belastingplichtigen in het algemeen geïnformeerd over onder meer de categorieën ontvangers aan wie de FOD Financiën ingezamelde gegevens doorgeeft, waaronder de besturen van de Gemeenschappen. Uit de voormelde BBHR van 28 november 2013 en 13 februari 2014 blijkt dat de toekenning van de toelagen afhankelijk is van verschillende gegevens,

Beraadslaging FO 36 /2014-6/10 c. onder meer de informatie met betrekking tot de inkomsten van de aanvragende gezinnen, hun al dan niet hoedanigheid van grondbezitter, het aantal personen fiscaal ten laste, noodzakelijk is voor het beheer van deze premie en/of subsidieaanvragen. d. Deze reglementering voorziet in een onrechtstreekse inzameling van de gegevens bij de bevoegde diensten van de FOD Financiën, het Rijksregister, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de lokale besturen, in de veronderstelling dat de betrokkenen hebben ingestemd met een dergelijke onrechtstreekse gegevensinzameling 2. Bij gebrek aan dergelijke instemming ondertekend door alle meerderjarige gezinsleden, dient het aanvraagformulier vergezeld te zijn van de originele of kopieën van relevante documenten (aanslagbiljet, verklaring op eer of attesten van organismen zoals het OCMW). 23. Gelet op wat voorafgaat oordeelt het Comité dat de oorspronkelijk door de fiscale administratie beoogde doeleinden in onderhavig geval niet onverenigbaar zijn met die van de aanvrager. 2. Proportionaliteitsbeginsel 2.1. Aard van de gegevens 24. Voor het beheer van de dossiers huurtoelage voor de kandidaat-huurders krachtens het BBHR van 13 februari 2014 a. Het globaal belastbaar inkomen (GBI) voor het gezin van de aanvrager. Dit gegeven betreft de inkomsten van het jaar x-3 indien de aanvraag wordt ingediend in het jaar x. Dit bedrag vormt een wettelijke toekenningsvoorwaarde (artikel 3, 3 en 6 van het BBHR) en is noodzakelijk voor de (her)berekening van de toelage (artikel 4, artikel 5 3, artikel 8 1 en 3). b. Het aantal personen ten laste in de fiscale zin: het gaat om het aantal in hetzelfde jaar waarvoor het GBI wordt gevraagd, en eveneens op het ogenblik van de aanvraag. 2 Zie artikel 9 2 van het BBHR van 13 februari 2014 en artikel 11 1 van het BBHR van 29 november 2013. Deze besluiten passen de aanbeveling toe die door het Comité gedaan werd in haar beraadslaging 08/2013, punt 15.

Beraadslaging FO 36 /2014-7/10 Het aantal personen ten laste heeft een invloed bij de berekening van het in aanmerking genomen inkomstenplafond (artikel 3, 3 ) en het toegekende bedrag van de toelage (artikel 4, 3 de lid). 25. Voor het beheer van de dossiers herhuisvestingstoelage krachtens het BBHR van 28 november2013 a. Het globaal belastbaar inkomen (GBI) voor het gezin van de aanvrager. Dit bedrag vormt een wettelijke toekenningsvoorwaarde (artikel 7 van het BBHR) en is noodzakelijk voor de berekening van de toelage (artikel 4 van het BBHR). b. Het aantal personen ten laste in de fiscale zin Dit gegeven heeft een invloed bij de berekening van het in aanmerking genomen inkomstenplafond (artikel 7 van het BBHR) en het toegekende bedrag van de toelage (artikel 4). c. De informatie of een van de betrokken gezinsleden al dan niet houder is van een zakelijk onroerend recht. Een van de toekenningsvoorwaarden stelt dat geen enkel gezinslid eigenaar, erfpachter of vruchtgebruiker is van een onroerend goed met een woonbestemming of bestemd voor beroepsdoeleinden (artikel 8 van het BBHR). 26. Gelet op wat voorafgaat oordeelt het Comité dat voor het verwezenlijken van de door de aanvrager beoogde doeleinden de gevraagde gegevens toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn en dus conform artikel 4, 1, 3 van de WVP. 27. Het Comité herinnert eraan dat artikel 12bis van de WVP bepaalt dat een besluit waaraan voor een persoon rechtsgevolgen verbonden zijn of dat hem in aanmerkelijke mate treft, niet louter mag worden genomen op grond van een geautomatiseerde gegevensverwerking die bestemd is om bepaalde aspecten van zijn persoonlijkheid te evalueren, tenzij dit besluit, zoals in onderhavig geval, wordt genomen krachtens een ordonnantie. Niettemin bepaalt dit artikel dat in deze wettelijke bepaling passende maatregelen moeten zijn genomen ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene. Minstens moet hem de mogelijkheid geboden worden om op nuttige wijze zijn standpunt naar voor te brengen. 2.2. Bewaringstermijn voor de gegevens

Beraadslaging FO 36 /2014-8/10 28. Het Comité herinnert er aan dat de gegevens niet langer bewaard mogen worden dan nodig voor het verwezenlijken van het doeleinde waarvoor ze werden ingezameld (artikel 4, 1, 5, WVP). 29. Volgens de door de aanvrager meegedeelde informatie zullen de gegevens bewaard worden gedurende de tijd die nodig is voor het beheer van de dossier inzake toekenning van premies, tegemoetkomingen en/of subsidies alsook gedurende 10 jaar volgend op de afsluiting van het dossier op basis van artikel 40 van de Organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, dat voor de bewijsstukken een bewaringstermijn bepaalt van 10 jaar. Het Comité neemt hiervan akte en stelt vast dat de verantwoordelijke voor de verwerking handelt overeenkomstig artikel 4, 1, 5 van de WVP. 30. Het Comité merkt eveneens op dat er in de praktijk een onderscheid dient gemaakt te worden tussen verschillende bewaringsmethoden in de tijd. De behandeling van een lopend dossier vereist een zodanige bewaringswijze dat de gegevens beschikbaar en toegankelijk zijn voor de ambtenaren die belast zijn met het dossierbeheer. Zodra een dossier kan worden gearchiveerd dient de gekozen bewaringswijze nog slechts een beperkte toegang en beschikbaarheid aan de gegevens te verlenen. Zodra de bewaring niet langer nuttig is mogen de gegevens niet langer worden bewaard in een vorm die identificatie van de betrokkenen toelaat. 2.3. Frequentie van de toegang en duur van de machtiging 31. De aanvrager wenst een permanente toegang tot alle betrokken gegevens voor de twee nagestreefde doeleinden. 32. Een permanente toegang tot de inkomsten en het aantal personen ten laste is gerechtvaardigd aangezien de gezinnen regelmatig verhuizen en de toekenningsvoorwaarden dus dienen nagegaan te worden bij iedere adreswijziging. 33. Betreffende de gegevens van een houder van een zakelijk onroerend recht stelt het Comité vast dat artikel 8 van het BBHR van 28 november 2013 bepaalt dat de voorwaarde moet vervuld zijn op het moment van de aanvraag en zolang het recht op de huurtoelage geldt. 34. Het Comité is dan ook van oordeel dat voor de verwezenlijking van de vermelde doeleinden een permanente toegang gepast is in het licht van artikel 4, 1, 3 van de WVP.

Beraadslaging FO 36 /2014-9/10 35. De toegang wordt gevraagd voor onbepaalde duur aangezien de opdrachten van de aanvrager immers niet beperkt zijn in de tijd. Het Comité is dan ook van oordeel dat voor de verwezenlijking van de vermelde doeleinden een machtiging voor onbepaalde duur gepast is (artikel 4, 1, 3 WVP). 2.4. Bestemmelingen en/of derden waaraan gegevens worden meegedeeld 36. De aanvrager verduidelijkte dat de gegevens uitsluitend intern zullen gebruikt worden door de dossierbeheerders van de bedoelde dossiers en door hun hiërarchische meerderen (coördinator, directeur) die ambtshalve betrokken zijn bij de goedkeuringsprocedure. 37. Het Comité heeft er geen enkel bezwaar tegen dat deze personen toegang hebben tot de relevante gegevens doch enkel binnen de taken en de bevoegdheden die hen werden toevetrouwd. 3. Transparantiebeginsel 38. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke verwerking van gegevens een verwerking is die gebeurt op een transparante wijze. De verplichte kennisgeving in de zin van artikel 9, 2 van de WVP vormt één van de hoekstenen van een transparante verwerking. 39. In onderhavig geval zullen de geplande gegevensverwerkingen verricht worden met het oog op de toepassing van bepalingen voorgeschreven door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie. Op grond van artikel 9, 2, 2de lid, b), WVP is in een dergelijke situatie een vrijstelling van de informatieplicht van kracht. Deze vrijstelling belet evenwel niet dat het Comité zich kan vergewissen van het bestaan van passende garanties voor de bescherming van de fundamentele rechten van de betrokkenen. 40. Het Comité stelt in dit verband vast dat de betrokkenen geïnformeerd werden via het aanvraagformulier dat hun gegevens onrechtstreeks zouden worden ingezameld, dankzij de instemming die zij hiertoe verleenden. 4. Veiligheidsbeginsel 41. Uit de door de aanvrager meegedeelde documenten blijkt dat hij beschikt over een consulent inzake informatiebeveiliging alsook over een informatieveiligheidsbeleid. Het Comité neemt hiervan akte.

Beraadslaging FO 36 /2014-10/10 42. Wat de FOD Financiën betreft heeft het Comité reeds in vroegere beraadslagingen het veiligheidsbeleid en de aanduiding van de consulent inzake informatiebeveiliging geëvalueerd. OM DEZE REDENEN Het Comité machtigt de aanvrager en de FOD Financiën om de gevraagde gegevensverwerkingen uit te voeren bepaalt dat het zich het recht voorbehoudt in voorkomend geval en op geregelde tijdstippen de effectieve en duurzame uitvoering te controleren van de technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen conform de stand van de techniek en van aard om de aanwezige risico's adequaat te dekken. In dit verband beveelt het Comité de aanvrager iedere relevante wijziging in de beveiliging van de toegelaten verwerkingen ter kennis te brengen van het Comité. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Stefan Verschuere