R-77-5 P.C. Noordzij, psychol. drs. Voorburg, juni 1977 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Vergelijkbare documenten
DERTIG KAN HET ANTWOORD ZIJN

GEDRAGSBEiNVLOEDING VAN VERKEERSDEELNEMERS: VERKEERSREGELS, VOORLICHTING EN OPLEIDING

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Kosten en baten van alcoholcontroles in het verkeer

Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten

ONDERZOEKSDOCUMENT: GEBRUIK VAN ALCOHOL ONDER JONGEREN, IN HET VERKEER

Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Tweede Kamer der Staten-Generaal

R Mr. P. Wesemann Voorburg, 1981 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

ECONOMISCHE SCHADE DOOR VERKEERSONGEVALLEN 1970 t/m Aanvulling op tabel 31 in Tien jaar verkeersonveiligheid in Nederland

Fietsongevallen en alcohol

Rijden onder invloed in Flevoland,

Zeg niet te gauw t is weer een vrouw Vandaag 8 maart is het de internationale dag van de vrouw

Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer. Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Geachte korpschef en leden van politiezone Het Houtsche. Ik ben verheugd vandaag in de politiezone Het Houtsche aanwezig te mogen

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep

Statistieken over vluchtmisdrijven. Op basis van de jaarlijkse statistieken van de Hoven en de Rechtbanken over veroordelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Drink Driving in Belgium. Miran Scheers, BIVV 09/12/2010

videosurveillance minder doden en gewonden

rijden onder invloed 511l.P~IP Een fite ratuurstudie STICHTING WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK VERKEERSVEILIGHEID SWOV

DE VERKEERSONVEILIGHEID IN NEDERLAND

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

Definitieve resultaten Bob-eindejaarscontroles

Bijlage 1: Verkeersongevallenmonitor 2015 Gemeente Eindhoven, november 2016

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval

Recente ontwikkelingen in de veiligheid van snorfiets ers

1 Alcoholvergiftigingen

Rijden onder invloed in de provincie Flevoland,

R Leidschendam, 1984 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rolnummer Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T

PERSBERICHT 25 januari Definitieve resultaten eindejaarscontroles

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

CONSULT aan de Rijksautomobielcentrale te 's-gravenhage

PERSBERICHT Brussel, 5 augustus 2013

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Rijden onder invloed in Zuid-Holland,

Factsheet verkeerscijfers 2017

PERSBERICHT Brussel, 13 november 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Quality Driver. Verkeerspreventie Bewust op weg. Informatiebrochure t.b.v. de verzekeringssector

Psychologische en medische hulp voor een veilige mobiliteit (PASS)

DEEL 1: Mobiliteit en Verkeersveiligheid in Vlaanderen. Universiteit Hasselt Bachelor- en master Verkeerskunde

Tendensen uit de verkeersongevallenstatistieken

Fors minder verkeersdoden in 2013

Verkeerseducatie en de verkeersveiligheid

Strategie voor meer verkeersveiligheid

RAPPORTEN, BROCHURES, PUBLIKATlES EN ARTIKELEN IN 1977

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA Den Haag

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T

HET EFFECT VAN MARKERINGEN AAN DE ACHTERZIJDE VAN VRACHTWAGENS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eindversie 04 april 2013

R M.W. Maas Voorburg, 1979 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Kerncijfers verkeersveiligheid. Uitgave 2005

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Rijden onder invloed in Nederland in

Donkere dagen, meer ongevallen

R Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Deel 6 Resultaten. Verkeersveiligheid

2 september Onderzoek: Verkeer en veiligheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK?

PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017

AXA Rijgedragbarometer II

Aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden,

Onze ref.: 2004/DPC/PB/276

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Inzetbaarheid op hogere leeftijd

VERKEERSAANSPRAKELIJKHEID EN VERKEERSVEILIGHEID

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Waarom sociale hygiëne?

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie

Alcoholgebruik van automobilisten in Zeeland, juli 2003-juni 2004

R-79-5I Voorburg, februari 1979 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Letselongevallen van voetgangers en fietsers

Wederopsluiting na vrijlating uit de gevangenis

PERSBERICHT Brussel, 3 december 2015

De verkeersveiligheid in 2008

Evaluatie verkeersveiligheidseffecten 'Bromfiets op de rijbaan'

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

abcdefgh Onderwerp Kamervragen Van der Steenhoven (Groen Links) over het doorrijden na een ongeval.

ANALYSE (BROM)FIETSONGEVALLEN MET DODELIJKE AFLOOP 1978 T/M 1981

Handleiding voor Verkeersveiligheidsrapportage (R-97-11)

DE (BROM)FIETSER EN DE VERKEERSVEILIGHEID

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen.

Fact sheet. Verkeersveiligheid in Amsterdam

Verkeersongevallen tijdens het werk Anita Venema, Annick Starren & Marloes van der Klauw TNO Work and Health NVVC, 19 april 2012.

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

In 2015 gebeurden er in Genk 342 verkeersongevallen met doden en gewonden, dat is een daling met 26 ongevallen (-7,1%) ten opzichte van 2014.

Dossier: rijden onder invloed van alcohol

Alcoholvrij op weg. Alcohol-ervaringsproef voor jonge automobilisten. Samenvatting

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Persbericht. Lichte stijging verkeersdoden in Centraal Bureau voor de Statistiek

Samenvatting. Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, , VeiligheidNL; Continu LIS Vervolgonderzoek , VeiligheidNL

Rijden onder invloed in Nederland in

Transcriptie:

RIJDEN ONDER INVLOED Een studie van de literatuur Artikel aangeboden aan het Algemeen,Politieblad 126 (1977) 16 R-77-5 P.C. Noordzij, psychol. drs. Voorburg, juni 1977 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

- 1 - Door de auteur is een literatuurstudie uitgevoerd naar algemene kennis over alcoholgebruik en verkeersonveiligheid en naar buitenlandse ervaringen met een "alcoholwet". De resultaten van de literatuurstudie zijn te yinden in de SWOV-publikatie Rijden onder invloed, waarvan dit artikel een verkorte weergave is. Deze publikatie is de eerste van een serie SWOV-rapporten over het gebruik en het gevaar van alcohol in het verkeer. Binnenkort zal de SWOV een rapport uitbrengen getiteld Alcoholgebruik onder automobilisten. Dit rapport omvat de resultaten en het verslag van het SWOV-onderzoek Rij- en drinkgewoonten in de jaren 1970, 1971, 1973, 1974 en 1975, en geeft een uitvoerige representatieve beschrijving van het alcoholgebruik van Nederlandse automobilisten tijdens weekendnachten in het najaar, zowel vóór als na de invoering van de "alcoholwet" (1 november 1974). Zoals bekend, konden deze onderzoeken plaatsvinden dankzij de hulp van een aantal politiekorpsen in ons land. Vóór het najaar zal de SWOV een verslag uitbrengen van beproevingen van verschillende ademanalyse-apparaten, binnen het onderzoek Rij- en drinkgewoonten. Als (voorlopig) laatste in de serie zal vóór het einde van het jaar een rapport verschijnen, onder de titel Mogelijkheden tot beperking van het gevaar van alcoholgebruik in het verkeer, een discussiebijdrage. Dit rapport bevat een voorlopige afronding van het onderzoek op het aangegeven terrein van de SWOV, in de vorm van een interpretatie van de verkregen onderzoekresultaten, gericht op maatregelen en activiteiten die overwogen kunnen worden.

-: 2-1. ALCOHOLGEBRUIK EN VEill{EERSONVEILIGllEID In Nederland geeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het percentage ongevallen waarbij de politie bij één of meer van de betrokken verkeersdeelnemer~ alcoholgebruik heeft geconstateerd. De politie maakt in het algemeen echter geen gebruik van hulpmiddelen om de mate van alcoholbeïnvloeding of de hoogte van het alcoholgehalte van het bloed vast te stellen. Daardoor laten deze officieel geregistreerde gegevens een onvolledig en misschien vertekend beeld zien. Zij geven hoogstens aanwijzingen over het alcoholgebruik. Strikt genomen is voor Nederland dus zelfs niet bekend hoeveel ongevallen en slachtoffers veroorzaakt worden door rijden onder invloed en hoeveel er bespaard zouden kunnen worden wanneer verkeersdeelnemers minder zouden drinken. Om hier achter te komen is een exacte bepaling nodig van het percentage verkeersdoden dat gedronken heeft, en van de hoogte van het alcoholgehalte van hun bloed, zoals in de VS bij diverse onderzoekingen gebeurd is. Met bijkomende gegevens over de toedracht van ongevallen zou dan tevens een schatting gemaakt kunnen worden van het percentage verkeersdoden dat mede veroorzaakt is door alcoholgebruik. Voor de VS kan dat percentage geschat worden op ca. 35% van het totale aantal verkeersdoden. De indruk bestaat dat het percentage in Nederland lager is, maar dat hoeft niet te betekenen dat in Nederland minder verkeersdeelnemers alcohol gebruiken dan in de VS. Het percentage is immers ook afhankelijk van-de ovèrige factoren die de verkeersonveiligheid bepalen en die van land tot land kunnen verschillen (zoals,v-egkenmerken en samenstelling van het verkeer). Behalve door middel van onderzoek naar verkeersdoden kan het probleem van het alcoholgebruik ook beschreven worden door onderzoek naar drinkgewoonten van willekeurige verkeersdeelnemers. Hiervoor valt internationaal een toenemende belangstelling waar te nemen. Door dergelijk onderzoek ontstaat namelijk

- 3 - de mogelijkheid om de samenhang vast te stellen tussen het alcoholgehalte van het bloed, de kenmerken van de verkeersdeelnemers, de omstandigheden enzovoorts. Door herhaling van het onderzoek kan een beeld worden verkregen van eventuele veranderingen in de situatie. In het SWOV-onderzoek Rij- en drinkgewoonten is een aantal jaren achtereen tijdens weekeindnachten een landelijke steekproef uit de automobilisten getrokken. Van deze automobilisten zijn het alcoholgehalte van het bloed en andere gegevens geregistreerd. Op deze manier kon worden vastgesteld welk percentage van de automobilisten alcohol gebruikt en hoeveel. Ook de invloed van tijdstip, dag van het weekend, h~rkomst, leeftijd en geslacht van de automobilist kon zo worden bepaald. Bij een beschrijving van de kenmerken van rijders onder invloed is voor het verkeersveiligheidsonderzoek de meest aangewezen groep die van bestuurders die met een hoog alcoholgehalte van het bloed bij een aanrijding betrokken waren. Over deze groep zijn echter nauwelijks gegevens voorhanden. Een andere groep bestuurders waarop het onderzoek zich kan richten, is die van veroordeelden voor rijden onder invloed. Over deze groep zijn gemakkelijker gegevens te verzamelen dan over de eerstgenoemde. Uit een Nederlands onderzoek naar veroordeelden voor rijden onder invloed blijkt dat deze groep zowel vóór als na de veroordeling meer verkeersmisdrijven heeft begaan dan een groep bestuurders die vergelijkbaar is naar leeftijd, geslacht en beroepsaspecten. In een ander Nederlands onderzoek is nagegaan of er onder de veroordeelden voor rijden onder invloed verschil bestaat tussen degenen die later in herhaling vervallen en degenen die dat niet doen. Of er verschil is, blijkt het best af te leiden uit een combinatie van hun crimineel verleden, hun leeftijd en aspecten van hun beroep. Desondanks is de voorspelbaarheid van hun gedrag voor praktische doeleinden te laag. Uit buitenlands onderzoek naar verschillende groepen bestuurders met een hoog alcoholgehalte van het bloed is geen samenhangend beeld op te bouwen. Sommige onderzoekers benadrukken de gelijkenis tussen de verschillende groepen, andere wijzen op de onderlinge verschillen. Wel zijn er voldoende aanwijzingen dat de

_. 4 - resultaten van onderzoek naar veroordeelden voor rijden onder invloed niet zonder meer van toepassing zijn op alle bestuurders die door een hoog alcoholgehalte van hun bloed een verhoogde ongevallenkans hebben.

- 5-2. WETTELIJlCE PROMILLAGEGRENS In Groot-Brittannië is in 1967 een wettelijke grens van 0,8 0/00 ingevoerd. Dit wordt in de literatuur vaak aangehaald als een geslaagde maatregel tegen het rijden onder invloed. De politie kreeg de mogelijkheid in bepaalde gev~llen een ~demtest te eisen om het alcoholgehalte van het bloed grofweg vast te 'stellen. Indien daar aanleiding toe bestond, werd de ademtest'gevolgd door een bloedproef. Vóór de invoering van de wettelijke grens is er een uitgebreide voorlichtingsactie gevoerd. Onmiddellijk na de invoering van de wet was er onder bestuurders van motorvoertuigen een sterke daling van het aantal doden in de nachtelijke uren. Na vier jaar was dat aantal echter weer terug op het peil van vóór de invoering van de wet. Voor het aantal doden overdag waren de verschillen tussen vóór en na de invoering van de wet minder duidelijk (afbeelding 1). De kleine verschillen overdag zijn veroorzaakt door onbekende factoren die misschien ook 's nachts een rol gespeeld hebben. Om die reden worden de doden die 's nachts vielen, in afbeelding 2 ook weergegeven als percentages van de totale aantallen voor dag en nacht. Deze percentages geven ongeveer hetzelfde beeld te zien als de index van de nachtelijke doden (afbeelding 2). Wat betreft het aantal overleden bestuurders met meer dan 0,8 0/00 alcohol in hun bloed, is er overdag onmiddellijk na de invoering van de wet een daling te zien. Daarna treedt er echter een geleidelijke terugval op en is na vier jaar het niveau van vóór de invoering van de wet weer bereikt. Voor de nachtelijke uren lijkt er een duidelijk effect van de wet te zijn in het eerste jaar na invoering. In de daaropvolgende jaren Z1Jn er echter zowel grote stijgingen als dalingen (afbeelding 3). Over het effect van de Britse alcoholwet op het rijden onder invloed en op het aantal ongevallen blijft dus een aantal vra 'gen bestaan. Wel is men het er algemeen over eens dat er enkele jaren na de invoering van de wet praktisch geen enkel effect meer is (zie de verschillende afbeeldingen).

- 6 - " ) Ook het effect van de publiciteit bij de invoering van de wettelijke grens in Groot-Brittannië is onderzocht. De houding tegenover de wet en de politie bleek sinds de invoering van de wettelijke grens weinig veranderd. Kennis van de wet was al groot, maar werd na invoering nog groter. Ook konden meer bestuurders een hoeveelheid geconsumeerde alcohol noemen die volgens hen correspondeerde met de wettelijke grens. De hoeveelheid alcohol die men voor zichzelf verantwoord vond veranderde niet, evenmin als de gewoonten ten aanzien van de plaats waar werd gedronken. Het is aannemelijk dat het effect van de invoering van de alcoholwet niet wordt bepaald door het inzicht dat de bestuurders hebben in de verhoogde kans op een ongeval na alcoholgebruik. Het is eerder een gevolg van de veronderstelling dat ze bij rijden na alcoholgebruik een verhoogd risico van betrapping door de politie en van straf hebben. Wanneer na verloop van tijd blijkt dat de kans op betrapping minder groot is dan eerst gedacht werd, herstelt het oude gedrag zich. In andere landen waar een wettelijke grens is ingevoerd (Canada, Frankri jk, Austral ië) was, voorzover kan 'vorden nagegaan, het effect veel geringer dan in Groot-Brittannië. Een wettelijke grens blijkt dus in bepaalde gevallen wel effect te hebben maar in andere niet. Daarom is het van belang de factoren die daarbij een rol spelen, nader te beschouwen. 2.1. H20gte van de wettelijke grens Een belangrijke factor is de hoogte van de wettelijke grens. Bij de keuze van een wettelijke promillagegrens moet om te begin~en bekend zijn wat de kans is om na al~oholgebruik bij een verkeersongeval betrokken te raken. Het effect van alcoholgebruik o~ de kans om bij een verkeersongeval betrokken te raken kan onderzocht worden door een groep bestuurders met ongevallen te vergelijken met een groep bestuurders zonder ongevallen. Het alcoholgehalte van het bloed is dan de belangrijkste onderzoeksvariabele. Het blijkt dat bestuurders met alcohol in hun bloed een grotere

- 7 - kans op een ongeval hebben dan bestuurders zonder alcohol in hun bloed. Bovendien neemt met het hoger worden van het alcoholgehalte de kans op een ongeval versneld toe. De vorm van die relatie kan echter verschillen en hangt af van bestuurderskenmerken als drinkgewoonten en leeftijd (afbeelding 4) en van omstandigheden als tijd en plaats. Daardoor kan niet zonder meer een bepaalde grens worden aangewezen waarboven deelname aan het verkeer ongewenst is uit een oogpunt van verkeersveiligheid. Globaal valt echter een duidelijke stijging van de ongevallenkans waar te nemen bij een alcoholgehalte van het bloed dat tussen de 0,5 en 1,0 0/00 ligt. De keuze van de promillagegrens kan niet zonder meer gebaseerd worden op de relatie tussen het alcoholgehalte van het bloed en de ongevallenkans. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de praktische mogelijkheden tot opsporing en vervolging van overtreders van de wettelijke grens. Daarbij gaat het vooral om de meetmethode van het alcoholgehalte van het bloed. De politie moet de beschikking hebben over goede schiftingsmethoden om ook die verkeersdeelnemers op te sporen van wie ~et alcoholgehalte van het bloed juist boven de toegestane grens ligt. Om het aantal overtreders dat opgespoord wordt te vergroten, zal het alcoholgehalte op een eenvoudige en snelle wijze vastgesteld moeten kunnen worden. Ook de tijd tussen opsporing en veroordeling kan hierdoor worden verkort. Dit zal een gunstige invloed ~ebben op de naleving van de wet. Het effect van straf is waarschijnlijk groter naarmate de tijd tussen het begaan van de overtreding en de veroordeling korter is. Een toename van het aantal opgespoorde overtreders zou echter kunnen leiden tot een overbelasting van het justitiële apparaat, wat remmend kan werken op de wetshandhaving. Andere factoren zijn de opvattingen van de politie over het gevaar, de omvang en de aard van het rijden onder invloed, de verstandh.0uding tussen politie en publiek, en het aantal manuren waar de politie over beschikt. In ieder geval kan het politieoptreden van grote invloed zijn op de drinkgewoonten van verkeersdeelnemers in het algemeen en op het effect van een wettelijke promillagegrens in het bijzonder.

- 8 - Ten slotte moet rekening gehouden worden met de mogelijkheden die er zijn om verkeersdeelnemers duidelijk te maken hoeveel zij kunnen drinken zonder de wettelijke grens te overschrijden en in hoeverre overschrijding van de grens hun veiligheid en die van anderen in gevaar brengt. De in Nederland bestaande grens van 0,5 0/00 zal 's nachts namelijk door een aanzienlijk aantal bestuurders overschreden worden zonder dat zij het gevoel hebben dat hun rijprestatie erdoor vermindert. 2.2. Effect van straffen en behandelingen Straffen zijn onder meer bedoeld om een uitwerking te hebben op degene die de overtreding begaan heeft (zgn. speciaal preventief effect)~ Van belang hierbij is de relatie tussen de strafmaat en de kans op herhaling van de overtreding. In Nederland is echter geen verschil in de kans op herhaling gevonden, ook niet tussen regio's met een duidelijk verschil in strafmaat. Het toepassen van een of andere vorm van behandeling in plaats van de gebruikelijke straf neemt in binnen- en buitenland de laatste jaren toe. Tot nu toe zijn er echter tussen straf en behandeling nog geen duidelijke verschillen in de kans op herhaling van rijden onder invloed aangetroffen, noch bij Amerikaanse noch bij Nederlandse onderzoekingen. Slechts weinig bestuurders met een hoog alcoholgehalte van het bloed komen in rechtstreeks contact met de politie. Om het aantal van deze bestuurders te verminderen zijn dan ook in de eerste plaats maatregelen nodig met een algemeen preventief karakter, d.w.z. maatregelen die vooral effect hebben op de groep als geheel. De mogelijkheden om het algemeen preventieve effect te onderzoeken zijn gering. In Nederland is het effect onderzocht door twee regio's met een sterk uiteenlopende strafmaat te vergelijken: West-Nederland, waar gemiddeld 83% van de schuldig verklaarden onvoorwaardelijke gevangenisstraf kreeg en Oost-Nederland, waar dit percentage op 2'-i% lag. Vergelijking tijdens weekeindnachten van willekeurige automobilisten uit het westen en het oosten

- 9 - leverde echter geen verschil in alcoholgehalte van het bloed op. De automobilisten bleken ook nauwelijks besef te hebben van de gehanteerde strafmaat. Het is echter mogelijk dat bij vergroting van de kans op betrapping ook de rol van straf belangrijker wordt. Aan de andere kant valt te verwachten dat een hoge straf in combinatie met een groot aantal overtredingen de politie voorzichtiger maakt bij het opsporen van overtreders.

- JO - 3. SLOTOPHEUKINGEN Uit de internationale literatuur op het gebied van alcohol en verkeer is kennis naar voren gekomen over maatregelen die als aanvulling kunnen dienen op de wettelijke promillagegrens die in 1974 in Nederland is ingevoerd. Daarbij moet met name gedacht worden aan maatregelen die het Jmogelijk maken een groter aantal overtreders van de wet op te sporen en ie veroordel~n. Toch is voor een aantal aspecten nader onderzoek noodzakelijk, toegespitst op de Nederlandse situatie. Het belangrijkste aspect is wel de relatie tussen het alcoholgehalte van het bloed en de kans op een ongeval, afhankelijk van omstandigheden en bestuurderskenmerken. Gegevens daarover kunnen worden verkregen door het onderzoek naar de drinkgew"oonten van... dllekeurige bestuurders aan te vullen met ander onderzoek. Daarbij moet gedacht,vorden aan onderzoek naar het alcoholgehalte van het bloed en verdere gegevens van bestuurders die in een zelfde periode bij verkeersongevallen betrokken zijn. Om de uitvoering van zo'n onderzoek te vergemakkelijken, zou van alle betrokkenen bij een verkeersongeval routinematig het alcoholge"hal te van het bloed vastgesteld moeten worden. Bij ongevallen met dodelijke afloop zou dit kunnen met behulp van een bloedproef; in de overige gevallen zal een eenvoudiger methode gebruikt moeten worden. Zo'n maatregel zou ook uitspraken mogelijk maken over het aantal en de aard van alcoholongevallen, de wijze van verkeersdeelname,, de omstandigheden en de kenmerken van de verkeersdeelnemers, en over de veranderingen die daarin optreden.

- 11 - LITERATUUR Een volledige lijst van de internationale literatuur die bij het onderzoek is geraadpleegd, is te vinden in de SWOV-publikatie: Rijden onder invloed. Een literatuurstudie. Publikatie 1976-5N. Op deze plaats zal worden volstaan met een selectie uit de literatuur. Biecheler, M.B. et al. Alcoolémie des conducteurs et accidents de la route. ONSER Cahiers d'études (1974) 32 (Mai). Birrell, J.H.W. The Compulsory Braethalyzer.05 % Legislation in Victoria. In: Israelstam & Lambert (red.), 1975. Borkenstein, R.F. et al. The Role of the Drinking-Driver in Traffic Accidents (The Grand Rapids Study). Second Edition. Blutalkohol 11 (1974) Supplement 1. Buikhuisen, W. (red.). Alcohol en verkeer; Een studie over het rijden onder invloed. Boom, Meppel, 1968. Buikhuisen, W. De nuchtere rijder onder invloed. Delikt en Delinkwent 1 (1973) 6 (juni): 288-299. Carr, B.R. et al. The Canadian Breathalizer Legislation: Au Inferential Evaluation. In: Israelstam & Lambert (red.), 1975. Chambers, L.W. et al. The Epidemiology of Traffic Accidents and the Effect of the 1969 Breathalyser Law in Canada. In: Israelstam & Lambert (red.), 1975. Clark, C.D. A Comparison of the Driving Records and'other Characteristics of Three Alcohol-Involved Populations and a Random Sample of Drivers. Hit Lab Reports,g (1972) 10 (June): 1-5.

- 12 - Dijksterhuis, FoP.H. The Specific Preventive Effect of Penal Measures on Subjects Convicted for DrUllken Driving. Blutalcohol 12 (1975) 3 (May): 181-191. Israelstam, S. & Lambert, S. (red.). Alcohol, Drugs and Traffic Safety. Proceedings of the Sixth International Conference on Alcohol, Drugs and Traffic Safety, Toronto, September 8-13, 197q. Addiction Research Foundation of Ontario, Toronto, 1975. Newman, J.R. et al. Drinking Drivers and Their Traffic Records. I. The Effects of a Countermeasures Program in Reducing the Recidivism of Drunk Driving; 11. A Study of Drivers Involved in Fatal Accidents. Social Science Research Institute, University of Southern California, Los Angeles, 197q. Noordzij, P.C. Drinking and Driving in the Netherlands over a Four Year Periode In: Israelstam & Lambert (red.), 1975. Perrine, M.\v. et al. Alcohol and Highvray Safety: Behavioral and Medical Aspects. Department of Psychology, University of Vermont, Burlington, 1971. Pollack, S. et al. Drinking Driver and Traffic Safety Project. Volume 1. Public Systems Research Institute, University of Southern California, Los Angeles, 1972. Sabey, B.E. & Codling, P.J. Alcohol and Road Accidents in Great Britain. In: Israelstam & Lambert (red.), 1975. Sheppard, D. The 1967 Drink and Driving Campaign: A Survey among Drivers. RRL Report LR 230. Road Research Laboratory, Crowthorne, 1968. Steenhuis, D.\i. Rijden onder invloed; Een onderzoek naar de relatie tussen strafmaat en recidive. Actuele Criminologie I. Van Gorcum & Comp., Assen, 1972.

- J) - Stroh, C.H. Alcohol and Highway Safety; A Review of -the Li terature and a Recommended Hethodology. Road Safety - Transport Canada, Ottawa, 1974. SWOV (D.J. Griep). Alcohol en verkeersveiligheid; Haatregelen en onderzoek, Een kritisch overzicht van de literatuur. SWOV-rapport 67-1. Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV, Den Haag, 1967. SWOV (P.C. Noordzij). Gedragsbeïnvloeding van verkeersdeelnemers. Publikatie 1975-4N. Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV, Voorburg, 1975. Zylman, R. A Critical Evaluation of the Literature on 'Alcohol Involvement' in Highway Deaths. Accident Analysis and Prevention 6 (1974) 2 (Oct.): 163-204.

invoering alcoholwet INDEX! 100 90 SO 70 60 JAAR(okt:-se 66-67 67-68 68-69 69-70 70-71 71-72 72-73 dag (04.00 ~ 22.00U) ( 2.. 00- ) Afbeelding 1. Index van het aantal overleden bestmirders van motorvoertuigen in Groot-nrittanniH, onderverdeeld naar dag en nacht (1966-67 = 100).

35 invoering alcoholwet %! 30 25 JAAR ( okt... sept) 66... 67 67-6B 6S... 69 69... 70 70-71 71-72 72-73 Afbeelding 2. Ontwikkeling van het aantal verkeersdoden bij nacht in Grootnrittanni~, sinds 19GG-G7. gepresenteerd als percentage van het totale aantal verkeersdoden,

BO invoerin alcoholwet %! 60 40 20... -e-----...... -.-----... -- ~ ""'e--- JAAR (dec-sept) 66-67 67-6B 6B-69 6-70 70-71 (04.... 22.0 u) n c t( 4. u) Afbeelding 3. Ont'\vikkelÜlg van het aantal overleden bestuurders met meer dan 0,8 promille in Groo~-nrittanni~, gepresenteerd als percentage van liet totale aantal Y('rkee)'~cloden, onderverdeeld naar dag en nacht, sinds 1966-67.

relatieve ongevallenkans 25 55+, 20 10 5 o, I I I I <1sjaar I I / I I I I I I, 1S"2f3,." ;O :25-35. " oe /.,. :,1... /35... 55.. I,..., ',." 0" 0'..".".,." : I " ei",.'...,.' _......,' -_... _.~.. ~.. '14'.0 0 ~ au are---~... -... o 0.50"1.00 0.10-0.50 1.00+ Afbeelding 4. Relatie tussen alcoholgehalte van het bloed, leeftijd en ongevallenkans van mannen (ongevallenkans bij negatief alcoholgehalte en leeftijd 35-55 = 1).