Nederlandse kampen: variaties op een Europees grondpatroon

Vergelijkbare documenten
Afbeelding voorpagina: Voormalige commandantwoning van kamp Westerbork, 2 februari 2015.

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes,

Oorlogsbron van de Maand MEI 2017

Nationale Sportherdenking 4 mei 2018 bij het Olympisch Stadion Raymon Blondel namens NOC*NSF. Dames en heren,

In het spoor van de Shoah

Het gedenkteken, de plek en de herinnering : de monumentalisering van de Duitse kampen in Nederland Hijink, R.

MONUMENTEN IN AMSTERDAM

KAZERNE DOSSIN Mechelen

Signs of the Shoah. The Hollandsche Schouwburg as a Site of Memory D.A. Duindam

Verzet in de oorlog vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

WERKBLAD CARLA VEFFER

GELOOFSGEMEENSCHAP Reiderland - B.J.ADER EN J.A.ADER-APPELS - YAD VASHEM

Toespraak Gerdi Verbeet. Nationale Holocaust Herdenking Amsterdam, 31 januari Geachte aanwezigen, dames en heren,

Dames en heren, Mijn besef van oorlog en vrede. heb ik meegekregen van mijn. vader, die de gastvrijheid van. de Duitse bezetter aan den lijve

MSK geeft schilderijen Frits Van den Berghe terug aan erfgenamen

Marie Anne Tellegen overleefde de oorlog. Zij werd na de oorlog benoemd tot directeur van het Kabinet der Koningin ( ).

WERKBLAD LOTTY VEFFER

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Toespraak Gerdi Verbeet. Oranjecongres Nieuw-Vennep, 8 oktober Vrijheid en verbinding. Dames en heren,

Hierna volgen nu 13 begrippen die iets met de oorlog te maken hebben. Combineer deze begrippen met een plaatje uit de strip.

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.


DE DEPORTATIES VAN JODEN UIT DE DOSSINKAZERNE

ANNE FRANK EEN HERDENKINGSTOCHT IN ACTUELE BEELDEN FRANKFURT AM MAIN AKEN AMSTERDAM KAMP WESTERBORK AUSCHWITZ-BIRKENAU BERGEN-BELSEN

Westergracht 3 - St Bavo school

Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012.

AANBOD VOOR SCHOLEN


Toespraken van koning Boudewijn en premier Lumumba op de onafhankelijkheidsdag van Congo op 30 juni 1960.

Stichting Requiem van Theresienstadt: Stemmen van Verzet. Beleidsplan. Amsterdam, september 2014

Sire, Geachte ministers uit binnen- en buitenland, Heren en dames ambassadeurs, Mevrouw de gouverneur, Mijnheer de burgemeester, Dames en heren,

Toespraak Gerdi Verbeet. Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni Geachte aanwezigen,

Toespraak Gerdi Verbeet. Contactdag Vriendenkring Neuengamme Nunspeet, 29 oktober 2016

Daarachter bevindt zich het monument met het opschrift: Ter nagedachtenis van de in voor het vaderland gevallenen.

Wat rest is een foto

Rassenleer. Nog lager stonden volgens hem de zigeuners en vooral de joden. Dat waren geen mensen maar ongedierte, dat uitgeroeid moest worden.

Geachte gasten van de herdenkingsplechtigheid, Het is voor mij een grote eer vandaag tijdens deze. herdenkingsplechtigheid het woord te mogen voeren.

Over (je) schaduw heen

WERKBLAD CARLA VEFFER

Gelet op de aanvraag van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij van 15 juni 2005;

Tijdloze mechanismen en de normalisering van ongehoord politiegeweld: Antwerpen in 1942

De patriotten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2017

Beeldverslag van een Haagse wijk

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Voorbeelden van draaiboeken

In het spoor van de Shoah

Projectoproep / Commemoraties

Afrika weer vrij. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lesopzet bij de film: Versie 3.0

Onthullingen van Kennis

Abdelkrim, parcours van een vrijheidsstrijder

gebruik van Creative Commons licenties in interne projecten

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen

Dames en heren, 1 Gevonden via Google, transcript van grammofoonplaat, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Onder de Hoge Bescherming van ZM de Koning. De Trein der naar Auschwitz - Birkenau Mei 2012

WERKBLAD LOTTY VEFFER

J A N U A R I

Een blijvende herinnering. Beleidsplan Stichting Russisch Ereveld

In de stilte van ons herdenken, sprak de herinnering.

Werkstuk Geschiedenis Joden vervolging in de 2e WO

Rechtenvrije muziek. Bestaat niet. De maker van de muziek heeft de morele rechten hiervan.

WERKBLAD JUDITH WURMS

Excellentie, geachte heer Snep, burgemeester Laesicke, professor Morsch, beste Nederlandse vrienden, geachte dames en heren,

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

Toespraak van burgemeester W.M. de Jong tijdens de dodenherdenking op 4 mei 2019 te Houten

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

docentenhandleiding Ellis & Bernie docentenhandleiding - 3/2/2016

2015, Paula Sémer, Diane Broeckhoven & Uitgeverij Vrijdag Jodenstraat 16, 2000 Antwerpen

LitLab Leesclub. De mensengenezer van Koen Peeters. Leesclub 6: Congo. Spelregels

WERKBLAD JUDITH WURMS

TOESPRAAK. Dodenherdenking Hoeksche Waard

Motiveren om te leren

Toespraak Staatssecretaris de Vries t.b.v. Nationale Herdenkink bij Nationaal Indië-monument , zaterdag 6 september 2008

TOESPRAAK GEHOUDEN DOOR DE HEER PAUL BREYNE, GOUVERNEUR VAN WEST-VLAANDEREN, TER GELEGENHEID VAN HET KONINGSFEEST Brugge, 15 november 2007

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE

Al 65 jaar leven we in een vrij land. Dat vierden we op 7 en 8 mei Op 7 mei was er de traditionele bloemenhulde aan het Monument van de

Archiefinstellingen aan het woord: Van Nelle s vormgevingsarchief

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

HERDENKEN RIJSSEN-HOLTEN HERDENKEN RIJSSEN-HOLTEN HERDENKEN RIJSSEN-HOLTEN HERDENKEN RIJSSEN-HOL

Het Duitse oorlogsverleden:

Impressie of verwerking van een gebeurtenis

Natalia Tsvetkova. Samenvatting

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Werkstuk Geschiedenis Tweede Wereldoorlog

Een Anne Frank Boom aan het Schweitzerplein in Gouda

De tijd van: Wereldoorlogen

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

In het thema 'de eerste leermeester' wil ik iets meer vertellen over mijn achtergrond, mijn weg in verkoop en verkoop management en de stelling dat u

De Tweede Wereldoorlog herdacht. Een vergelijking tussen Nederland en Duitsland

Interview over de geschiedenis van Joodse Hagenaars

OORLOG IN OVERIJSSEL 2015

LitLab Leesclub. En we noemen hem van Marjolijn van Heemstra. Leesclub 4: Helden. Spelregels

Pinksterbloem 42, 9411 CH Beilen girorekening: KvK Meppel nr tel of fax:

LESPAKKET V-BOMMEN OP ANTWERPEN

WERKBLAD ERNST VERDUIN

Reproductierechten. Publicatierechten

In het spoor van de Shoah

Waarom, is dan de vraag, is het dat wel waard???? Het is 9 mei 1940, de oostflank van Europa staat in brand.

Transcriptie:

> MARNIX BEIJEN Nederlandse kampen: variaties op een Europees grondpatroon Kunsthistoricus Roel Hijink schreef een interessant boek over de inrichting van voormalige concentratiekampen als lieux de mémoires. In de afgelopen decennia groeiden Vught, Amersfoort en Westerbork uit tot professionele museale gedenkplaatsen die niet alleen inzetten op herdenken, maar ook op begrijpen en onderwijzen. De Belgische historicus Marnix Beijen bespreekt Hijinks boek en voegt er zijn eigen Vlaamse visie op Neerlands herdenkingscultuur aan toe. Dr. Marnix Beijen is werkzaam als hoofddocent bij de afdeling Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen. Hij maakte van 2003 tot 2005 deel uit van het wetenschappelijk adviescomité ter voorbereiding van het nieuwe Holocaustmuseum in Mechelen. Beijen is auteur van Oorlog & Verleden. Nationale geschiedenis in België en Nederland, 1938-1947 (Amsterdam University Press, 2002). Ook publiceerde hij verschillende artikelen over de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in België.

De literatuur rond de herdenking van en herinnering aan de Tweede Wereldoorlog is de voorbije jaren enorm toegenomen. Niettemin is kunsthistoricus Roel Hijink erin geslaagd om met Voormalige concentratiekampen. De monumentalisering van de Duitse kampen in Nederland een boek te schrijven dat binnen dit drukbezette veld een belangrijke stem laat weerklinken. Dat doet hij in de eerste plaats door systematisch in te zoomen op één duidelijk afgebakende, maar niettemin zeer gevarieerde categorie herinneringsplaatsen: de voormalige concentratiekampen. Ook de manier waarop hij de veranderende vormgeving van de herinnering aan deze plaatsen heeft bestudeerd, is bijzonder verhelderend. Enerzijds spoorde hij een ruim arsenaal aan veelzijdige bronnen op om de verschillende initiatieven en discussies op het spoor te komen die zich rond deze herinneringsplaatsen hebben ontsponnen. Anderzijds benut hij zijn achtergrond als kunsthistoricus ten volle en biedt hij interessante semiotische interpretaties van de betekenissen die door de beschreven monumenten en herinneringslandschappen zelf werden en worden gegenereerd. Deze interpretaties worden verrijkt doordat zij niet in het luchtledige hangen, maar worden ingebed in de ruimere geschiedenis van de oorlogsherinnering in Nederland. Bovendien vergelijkt de auteur de beschreven Nederlandse herinneringsplaatsen nu en dan met tegenhangers in andere landen, voornamelijk Duitsland en Polen. Het effect van dergelijke asymmetrische vergelijkingen is dat de beschreven Nederlandse evoluties verschijnen als variaties van een veel ruimer, Europees grondpatroon. Dat patroon wordt door Hijink al in de eerste bladzijden van het boek uiteengezet. In een eerste fase, tussen 1945 en 1970, werden weliswaar patriottische gedenktekens opgericht ter nagedachtenis van de geëxecuteerde gevangenen, maar werden de kampen zelf vergeten. Tijdens de daaropvolgende vijftien jaren werden zij herontdekt en kreeg Onderzoek uitgelicht Nationaal Comité 4 en 5 mei 36 37 Ingang van het Fort van Breendonk. Foto Wikipedia.org/ Julien Smolders (CC BY 3.0)

men meer aandacht voor de concrete, traumatiserende ervaringen van de kampoverlevenden. Het specifieke lot van de Joodse slachtoffers kwam nu in het centrum van de belangstelling te staan. Na 1985 volgde de omvorming van de voormalige concentratiekampen tot professioneel uitgebouwde museale plaatsen, die niet alleen willen herdenken, maar ook begrijpen en onderwijzen. Mutatis mutandis kan ditzelfde verhaal verteld worden voor verschillende Europese landen. met de Belgische situatie. 1 In België nam de regering inderdaad al in 1947 het besluit om het Fort van Breendonk, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog had dienstgedaan als Auffangslager van de Sipo-SD, om te vormen tot een nationaal memoriaal. Terwijl de kampen van Vught, Amersfoort en Westerbork voor de Nederlandse bevolking nog grote onbekenden waren, stond een bezoek aan Breendonk op het curriculum van alle scholieren in het Belgische officiële onderwijsnet. Het Fort van Breendonk. Flickr.com/ Joaquín Ossorio (CC BY-NC 2.0) Ultrapatriotten > Toch rijst de vraag of een meer symmetrische vergelijking waarbij twee of meer landen op een gelijkwaardige manier geanalyseerd en met elkaar geconfronteerd worden de specificiteit van de Nederlandse herdenkingscultuur niet meer tot haar recht zou hebben laten komen. Ik ben geneigd die vraag positief te beantwoorden. Indirect geeft Hijink overigens zelf al een aanzet in die richting, wanneer hij een artikel uit 1968 citeert waarin de Nederlandse verwaarlozing van de kampen wordt gecontrasteerd Dit opmerkelijke verschil krijgt echter pas zijn volle betekenis indien de hele context in ogenschouw wordt genomen. Dat Fort Breendonk meer aandacht van politiek en publiek kreeg dan zijn tegenhangers in Nederland, betekende immers geenszins dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in België sterker werd gecultiveerd. Tegenover de grotere aandacht die het meest iconische Belgische gevangenenkamp kreeg, stond immers het feit dat iets als het Monument op de Dam of de Nationale Dodenherdenking in Bel-

gië eenvoudigweg ondenkbaar zou zijn geweest. Voor het eren van het Belgische volk als collectieve verzetsheld op een centrale plaats in de hoofdstad, ontbrak de politieke wil nu eenmaal volledig. De compromis- en zelfs collaboratiebereidheid die ook in Nederland belangrijke delen van de publieke opinie had getekend, kon in België gemakkelijk worden geassocieerd met specifieke politieke actoren en groepen meer bepaald de vorst en de Vlaams-katholieke opinie. Daardoor had de herinnering aan de oorlog in België van meet af aan een sterk verdelende werking. De erkenning van het Fort van Breendonk als nationaal memoriaal was dan ook een statement van een linkse regering die de erfenis van het verzet in stand wilde houden tegenover hen die datzelfde verzet verantwoordelijk hielden voor de destabilisering van de samenleving tijdens en na de oorlog. Toen drie jaar later een homogeen-katholieke regering aan de macht kwam, schafte deze het Breendonk-memoriaal niet af, maar haastte zij zich wel daarnaast ook financiële steun te verlenen aan de heropbouw van de IJzertoren. Dat monument was na de Eerste Wereldoorlog opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse frontsoldaten, maar groeide tijdens de tweede Duitse bezetting uit tot een bedevaartplaats voor radicale collaborateurs. Om die reden werd de toren in 1946 gedynamiteerd door een groep Belgische ultrapatriotten. Door de heropbouw van het monument te subsidiëren, gaf de katholieke regering hernieuwde legitimiteit aan de Vlaams-nationale krachten die de collaboratie wilden voorstellen als een idealistische daad van gerechtvaardigde nationale ontvoogding. In dit licht verschijnt de Belgische aandacht voor het concentratiekamp van Breendonk dan ook als het resultaat van de verdeeldheid van de Belgische herinneringscultuur. Het Nederlandse vergeten van de voormalige concentratiekampen daarentegen krijgt min- Het standbeeld De politieke gevangene (Idel Lanchelevici, 1947) ter ere van de slachtoffers van Fort van Breendonk. Postzegel uit de DDR, 1968. Foto Wikipedia.org stens gedeeltelijk het karakter van een politiek gemotiveerde keuze, die erop was gericht de nationale eenheid in stand te houden. Holocaustmuseum > De Belgische en Nederlandse geschiedenissen sluiten wel nauwer bij elkaar aan wanneer je de naoorlogse lotgevallen van de Judendurchganglager met elkaar vergelijkt. Het verhaal dat Hijink over Westerbork vertelt, vertoont sterke gelijkenissen met dat van de Mechelse Dossinkazerne, de plaats van waaruit tijdens de bezetting zo n 25.000 Joden werden weggevoerd naar vernietigingskampen in Duitsland en Polen. De herontdekking van dit kamp geschiedde echter nog later dan die van Westerbork. Tot Onderzoek uitgelicht Nationaal Comité 4 en 5 mei 38 39 De erkenning van het Fort van Breendonk als nationaal memoriaal was dan ook een statement van een linkse regering die de erfenis van het verzet in stand wilde houden tegenover hen die datzelfde verzet verantwoordelijk hielden voor de destabilisering van de samenleving tijdens en na de oorlog.

Archieffoto van bewakers voor een van de ingangen van het Fort van Breendonk. Foto flickr.com/ Abby flat-coat (CC BY-NC-ND 2.0) 1973 huisvestte het een school voor administratie van de Belgische krijgsmacht, waarna het in verval raakte. Pas toen het complex eind jaren tachtig tot appartementen werd herverkaveld, werd op verzoek van enkele Joodse organisaties een klein deel voorbehouden voor de creatie van een Joods Museum voor Deportatie en Verzet. In 2000 nam de Vlaamse regering het initiatief om dit herinneringsmuseum te transformeren tot een veel ambitieuzer Holocaustmuseum. De spanning die bij de voorbereiding hiervan werd ondervonden tussen de nood aan piëteitsvolle herdenking enerzijds en de plicht tot complexe historische duiding anderzijds, werd opgelost door de opsplitsing in twee gedeelten. Het memoriaal opende in augustus 2012 zijn deuren in de originele ruimten van de kazerne. Eind november wordt in een prestigieus nieuw gebouw aan de overkant van de straat het Museum en Documentatiecentrum voor Holocaust en Mensenrechten ingehuldigd. In dat museum zal de focus niet zozeer worden gericht op de slachtoffers, als wel op de processen en mechanismen die tot de grootschalige uitroeiing van bevolkingsgroepen hebben geleid en nog kunnen leiden. Deze recentere evoluties in het herinneringslandschap doen de vraag rijzen of de door Hijink gekozen ondertitel De monumentalisering van de Duitse kampen

Toen het complex eind jaren tachtig tot appartementen werd herverkaveld, werd op verzoek van enkele Joodse organisaties een klein deel voorbehouden voor de creatie van een Joods Museum voor Deportatie en Verzet. in Nederland wel accuraat is. In de inleiding verwijst de auteur zelf naar Friedrich Nietzsches concept monumentale geschiedenis om zijn keuze te duiden. Veel van wat hij beschrijft over de tweede en de derde fase van de herinneringsgeschiedenis vertoont mijns inziens echter veel gelijkenis met de twee andere pastrelationships die Nietzsche beschreef. De herontdekking van de kampen en de daarbij behorende zoektocht naar authentieke sporen sluiten aan bij de antiquarische omgang met het verleden, maar de recentere pogingen om complexe en genuanceerde verhalen over het falen van de samenleving te vertellen lijken dan weer te passen binnen een kritisch paradigma. Daarmee beschrijft Hijink evenzeer processen van demonumentalisering als van monumentalisering. Medeplichtige > Tot die demonumentalisering dragen ook boeken als die van Hijink zelf bij. Door de constructie van een herdenkingsuniversum te beschrijven, wordt dat universum onvermijdelijk ook gedeconstrueerd ook al toont de auteur een grote liefde en begrip voor wat hij beschrijft. Meteen is de vraag naar de verantwoordelijkheid van de historica of historicus in dit opzicht gesteld: getuigt het schrijven van boeken over de herinnering aan de kampen niet van een gebrek aan respect voor die herinnering? Het antwoord is in mijn ogen eenduidig neen. Juist door het blootleggen van de processen die het herinneringsgebeuren hebben gestuurd, creëert men ruimte voor nieuwe vormen van herdenking, ja zelfs van monumentalisering. Meer bepaald kan het deconstrueren van de nationale herdenkingspatronen die de natie eerst als held en vervolgens als medeplichtige hebben opgevoerd ertoe bijdragen dat lokale herinneringen weer meer worden gecultiveerd. Alle mannen en vrouwen die in Amersfoort, Vught of Westerbork terechtkwamen, waren immers eerst ook onttrokken aan hun lokale gemeenschap, waar ze zich vaak actief hadden geëngageerd. De dominantie van het nationale herinneringsparadigma deed dit lange tijd vergeten. Dat recent verschillende initiatieven werden genomen om hier verandering in te brengen, is misschien mede te danken aan de inspanningen die historici hebben geleverd om het geconstrueerde karakter van de nationale herinnering bloot te leggen. Zij kunnen daar verder toe bijdragen door (uiteraard kritisch) onderzoek te verrichten naar lokale verzetsdaden en na te gaan waarom deze nadien al te vaak in de vergetelheid zijn geraakt. Op die manier zouden ook zij hun kleine monumentjes oprichten zonder hun voortdurende plicht tot deconstructie uit het oog te verliezen. < Noot 1 Hijink 2011, p. 152. Roel Hijink, Voormalige concentratiekampen. De monumentalisering van de Duitse kampen in Nederland. Hilversum: Verloren, 2011, ISBN 9789087041660, 29,- De foto s in dit artikel zijn gelicenseerd onder de Creative Commons-licentie Naamsvermelding 3.0 & Naamsvermelding Niet Commercieel 2.0 & Naamsvermelding Niet Commercieel Geen Afgeleide Werken 2.0. De volledige teksten van de licenties zijn te vinden op: http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/nl/ & http://creativecommons.org/licenses/bync/2.0/nl/ & http://creativecommons.org/licenses/by-ncnd/2.0/nl/ Onderzoek uitgelicht Nationaal Comité 4 en 5 mei 40 41