Delegatie en mandaat in verband met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening

Vergelijkbare documenten
Raadsvoorstel tot het vaststellen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening: gevolgen voor delegatiebesluiten en verordeningen

H. van Heugten raad juli 2010

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Gemeente jn Bergen op Zoom

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Nr Houten, 21 december 2010

Delegatie vaststelling Exploitatieplan art lid 3 Wet ruimtelijke ordening

Gewijzigd voorstel aan Door tussenkomst van Nummer Onderwerp Bijlage(n) Samenvatting

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: delegatie bevoegdheid inzake procedure op grond van artikel 3.10 Wro en 2.12 Wabo

Datum: 16 december 2014 Nummer: Onderwerp: Aanwijzings- en delegatiebesluit Omgevingsvergunning gemeente Dinkelland

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen.

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen

Voorstel aan de gemeenteraad

Delegatie bevoegdheid vaststelling exploitatieplan in geval van wijzigingsplan

Parafen met datum. Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico's:

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Oplegnotitie Delegatie en inspraak

- het ontheffingsbeleid ex artikel 3.23 Wro (24 juni 2008) - de nota "Toepassen instrumentarium nieuwe Wet ruimtelijke ordening" (28 oktober

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

8 november Te besluiten om:

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Raadsvoorstel. Onderwerp Verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Status Besluitvormend

Krimpen aan den IJssel. Aan de gemeenteraad van. Voorstel 1 augustus 2012 Agendanummer : P. Al

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

Burgemeester en Wethouders

RAADSVOORSTEL. : /

Vrijstelling artikel 19 lid 1 van de Wet op de ruimtelijke ordening

GEMEENTE WESTLAND RAADSVOORSTEL

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

BIJLAGE BIJ HET RAADSVOORSTEL INZAKE HET BEZWAARSCHRIFT TEGEN HET VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET BEDRIJVENTERREIN KOPPELING DE SCHAFT

". gemeente Bronckhorst

Raadsvoorstel. Samenvatting

CVDR. Nr. CVDR442273_1. Coördinatieverordening Rotterdam 2017

Raadsvergadering : 27 oktober Agendapunt : 9

Onderwerp Afgeven van een (ontwerp)vvgb voor woning van de fam. Sikkema aan de Westersingel 9 Noardburgum

Onderwerp Afgeven van een (ontwerp)verklaring van geen bedenkingen voor de nieuwbouw van Burgumerheide Nieuw Toutenburg.

Gemeente jn Eergen op Zoom

Voorstel raad en raadsbesluit

: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord

Onderwerp Afwijken van het planologisch regime onder de Wabo (voorheen projectbesluit)

Bijlage 1 bij raadsbesluit Ag. nr : 12

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

DIT VOORSTEL IS NIET AAN DE ORDE GEWEEST IN DE RAADSVERGADERING VAN 21 JANUARI 2010, VANWEGE INTREKKEN VAN DE AANVRAAG.

2007. Nr. : Dnst. : BOWO. Voorbereidingsbesluit ROC Lammenschans. Leiden, 27 februari SAMENVATTING

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad,

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

Toelichting op de Coördinatieverordening

G e m e e n t e S l u i s

RAADSVOORSTEL. Vergadering van : 29 september 2009 Agendanummer : 4

Onderwerp: Reg.nummer: 1. Inleiding 2. Voorstel aan de raad

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

INSTRUMENTARIUM NIEUWE WET RUIMTELUKE ORDENING

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 16 08/486

Argumenten 1.1 De verklaring van geen bezwaar is een vereiste om de benodigde vrijstelling te kunnen verlenen.

VOORSTEL Wij stellen u voor om te besluiten tot aanwijzing van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.

Openbare Besluitenlijst College Peel en Maas Week: Agendapunt: Algemene informatie: Doel: Voorstel: Besluit: Besluitenlijst vergadering d.d.

Voorstel aan de Gemeenteraad

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening;

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2008/7

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

De raad van de gemeente Valkenswaard bijeen in algemene vergadering op 20 april 2017;

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel)

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.

Gemeente Breda 39249] Registratienr: [ Raadsvoorstel

: Aanwijzing categorieën verklaring van geen bedenkingen (Wabo, artikel A. onder 3)

Raadsvoorstel. Voorstel: Burgemeester en wethouders. Kerngegevens. Jaargang : 2014 Registratienummer : 2014/46767 Datum : 14 oktober 2014

Vrijstellingsverzoek voor het spelen van boerengolf in Lage Zwaluwe, Verzoek voor het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het betrokken gebied.

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 15 december 2008 Agenda nr: Onderwerp: voorstel tot delegatie in het kader van de nieuwe Wro. Aan de gemeenteraad,

Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006

: Beleid postzegelbestemmingsplannen (projectbesluiten)

Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8 te Zuidvelde.

Vaststelling bestemmingsplan "Delden-Noord, herziening Peperkampweg"

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

V A L K E N S WA A R. D

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Projectbesluit. Onderwerp: Vaststelling Projectbesluit bestemmingswijziging Zuidbuurt 10a te Maassluis

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

BESLUIT OP BEZWAAR tegen het verlenen van een reguliere bouwvergunning voor het bouwen van 10 woningen aan de Kooweide (Schollenkamp) in Borculo.

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018;

: Coördinatieregeling ruimtelijke besluiten. Beslispunt(en): 1. De coördinatieverordening Wro gemeente Woensdrecht vaststellen

Scan nummer 2 van 2 - Scanpagina 1 van 5

Raadsvergadering 12 februari 2015

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Transcriptie:

Betreft Delegatie en mandaat in verband met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening Vergaderdatum 4 februari 2010 Gemeenteblad 2010 / 7 Agendapunt 10 Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: - Bij medewerking aan ruimtelijke ontwikkeling welke in strijd zijn met het vigerende bestemmingsplan geen projectbesluit te nemen, maar een bestemmingsplanwijziging door te voeren. - De bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit te delegeren aan het College van burgemeester en wethouders. - De bevoegdheid tot het afwijzen van een aanvraag om een projectbesluit te delegeren aan het College van burgemeester en wethouders. - De bevoegdheid tot het afwijzen van een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen, alsmede te beslissen op een bezwaar hieromtrent en de beslissing om al dan niet een bestemmingsplanprocedure op starten, alsmede te beslissen op een bezwaar hieromtrent, te mandateren aan het College van burgemeester en wethouders. - De bevoegdheid tot het wel of niet vaststellen van een exploitatieplan behorende bij een projectbesluit dan wel wijzigingsplan conform artikel 3.6 lid 1 onder a Wet ruimtelijke ordening te delegeren aan het College van burgemeester en wethouders. Inleiding Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) in werking getreden. Deze nieuwe wet heeft de nodige wijzigingen met zich mee gebracht. Grofweg kunnen de volgende wijzigingen worden opgesomd: - verplicht vaststellen van één of meer structuurvisie(s) voor het gehele grondgebied van de gemeente; - verplicht vaststellen van één of meer bestemmingsplan(nen) voor het gehele grondgebied van de gemeente; - invoering van het projectbesluit en ontheffingen ter vervanging van de vrijstellingen conform de artikelen 15, 17 en 19 oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna WRO); - invoering van de Grondexploitatiewet. De gevolgen van deze wijzigingen voor de gemeente Stein zijn opgesomd in het Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening. Dit plan is in april 2008 door ons College vastgesteld. Tevens heeft 2 maal (mei 2008 en februari 2009) een presentatie plaatsgevonden voor de Commissie VRO. Na ruim één jaar de nieuwe wet in de praktijk te hebben toegepast, is gebleken dat het wenselijk is uw Raad enkele voorstellen te doen met betrekking tot delegatie en mandaat naar

aanleiding van de Wro. De voorstellen sluiten voor zover mogelijk aan bij reeds in het verleden gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden. Delegatie en mandaat Bestuurlijke bevoegdheden worden ontleend aan de wet. De wet kan bepalen dat deze bevoegdheden en de daarbij behorende verantwoordelijkheid mogen worden overgedragen. Dit overdragen geschiedt door middel van delegatie (artikel 10:13 e.v. Algemene wet bestuursrecht). Tevens bestaat de mogelijkheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te nemen, tenzij de wet anders bepaald dan wel de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Er is dan sprake van mandaat (artikel 10:1 e.v. Algemene wet bestuursrecht), waarbij de mandaatgever verantwoordelijk blijft. In beginsel is mandateren slechts mogelijk aan een ondergeschikte. Ons College is op basis van het duale stelsel niet ondergeschikt aan uw Raad. Echter, op grond van artikel 10:4 Algemene wet bestuursrecht kan gemandateerd worden aan een niet-ondergeschikte wanneer degene waaraan gemandateerd wordt hiermee instemt. Deze instemming is vormvrij en geschiedt bijvoorbeeld door uitoefening van het mandaat. Het verschil tussen mandaat en delegatie houdt dus kort gezegd in dat een bestuursorgaan een bevoegdheid slechts kan delegeren (overdragen) als de wet dit toestaat, terwijl mandatering (altijd) mogelijk is, tenzij de wet anders bepaald dan wel de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Tevens gaat bij delegatie de verantwoordelijkheid over op de gedelegeerde, terwijl bij mandatering de verantwoordelijkheid bij de mandaatgever blijft. Projectbesluit Het projectbesluit is de opvolger van de vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 en lid 2 WRO. Een van de wijzigingen ten opzichte van de artikel 19 vrijstellingen is de proceduretermijn. Vanwege het vervallen van goedkeuring van een bestemmingsplan door Gedeputeerde Staten is de proceduretermijn van een projectbesluit onder de nieuwe wet gelijk aan de termijn voor het vaststellen van een bestemmingsplan. De artikel 19 vrijstellingen onder de oude wet waren wat betreft de proceduretermijn (veel) korter dan de destijds geldende termijn voor het vaststellen van een bestemmingsplan. Daarnaast geldt dat een projectbesluit (in beginsel) binnen 1 jaar moet worden ingepast in een ontwerp-bestemmingsplan. Zolang geen inpassing plaatsvindt, worden leges voor dienstverlening binnen het desbetreffende gebied opgeschort (gedacht kan worden aan leges voor het afgeven van een bouwvergunning). De legesinkomsten vervallen als niet binnen 6 maanden nadat het ontwerp-bestemmingsplan ter inzage is gelegd het bestemmingsplan is vastgesteld. Het bovenstaande leidt er toe dat er geen voordelen bestaan indien een projectbesluit wordt genomen. Sterker nog, er kunnen juist nadelen ontstaan vanwege de verplichte inpassing en de opschorting van de heffing van leges. Daarnaast valt uit de afgelopen periode vanaf de inwerkingtreding van de Wro niet te concluderen dat het instrument van projectbesluit voor de gemeente Stein een toegevoegde waarde heeft. Van een situatie waarin een projectbesluit mogelijk een praktisch instrument zou zijn is sprake indien voor het betreffende gebied reeds een bestemmingsplan in voorbereiding is, waarbij het 2

de verwachting is dat de vaststelling daarvan binnen 2 jaar zal geschieden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij omvangrijke bestemmingsplanherzieningen zoals de kernplannen. Echter, in dergelijke gevallen is het nog steeds niet mogelijk om direct leges te heffen. Sterker nog, de heffing van leges zal in een dergelijk geval nog langer op zich laten wachten, aangezien dit pas is toegestaan als het bestemmingsplan is vastgesteld. Naar aanleiding van het vorenstaande wordt uw Raad derhalve voorgesteld bij medewerking aan ruimtelijke ontwikkeling welke in strijd zijn met het vigerende bestemmingsplan geen projectbesluit te nemen, maar een bestemmingsplanwijziging door te voeren. Delegatie Ondanks dat (indien u hiertoe besluit) geen projectbesluiten zullen worden genomen, geldt het indienen van een bouwaanvraag welke in strijd is met het vigerende bestemmingsplan als een verzoek tot het nemen van een projectbesluit (artikel 44 Woningwet). Een dergelijk verzoek zal derhalve geweigerd moeten worden waarbij wel zal worden onderzocht of de gemeente het bestemmingsplan op dat punt wil herzien. Indien dat het geval is, kan het College de bouwaanvraag aanhouden en een herziening van het betreffende deel van het bestemmingsplan voorbereiden. Evenals het nemen van een projectbesluit is een weigering van een aanvraag om een projectbesluit een bevoegdheid van uw Raad. U dient een dergelijk besluit binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag te nemen (artikel 3.12 Wro). Uit het oogpunt van efficiency is het praktisch om de bevoegdheid tot het weigeren van een aanvraag om een projectbesluit te delegeren aan ons College. Dit is mogelijk door tevens het nemen van een projectbesluit te delegeren. Hierdoor is ons College op grond van artikel 3.10 lid 4 jo artikel 3.12 lid 2 Wro eveneens bevoegd om een aanvraag om een projectbesluit te weigeren. Zoals reeds aangegeven zal een aanvraag om een projectbesluit in de meeste gevallen gekoppeld zijn aan het indienen van een vergunningaanvraag voor een concreet bouwplan. Door delegatie blijft de besluitvorming omtrent een dergelijke aanvraag bij één bestuursorgaan. Dit vergroot de efficiency en voorkomt een langere proceduretijd vanwege de raadscyclus. Tevens is er meer duidelijkheid voor de burger (indiener van de aanvraag) en kunnen eventuele juridische vervolgprocedures adequater worden afgedaan. Wij zijn ons er van bewust dat het delegeren van de bevoegdheid tot het weigeren van een aanvraag om een projectbesluit tevens inhoudt de delegatie om een projectbesluit te nemen. Het delegeren van deze laatste bevoegdheid past echter in het beleid van gemeente, aangezien deze aansluit bij de praktijk zoals deze gold in de gemeente Stein ten aanzien van de artikel 19 vrijstellingen. Het nemen van deze vrijstellingen heeft u immers bij delegatiebesluit d.d. 17 maart 2005 aan ons College gedelegeerd. Mocht, om welke reden dan ook, toch besloten een bepaalde ontwikkeling mogelijk te maken via een projectbesluit, dan wordt uw Raad hier uiteraard van op de hoogte gesteld. Dit was ook gebruikelijk bij artikel 19 vrijstellingen. Uw Raad zal worden geïnformeerd via het ter inzage leggen van het ontwerp-projectbesluit. Dit is mogelijk aangezien voor projectbesluiten dezelfde procedure geldt als voor de vaststelling van bestemmingsplannen. Dit houdt derhalve in dat alvorens een projectbesluit te nemen dit besluit eerst als ontwerp gedurende 6 weken voor eenieder (derhalve ook voor uw Raad) ter inzage wordt gelegd. 3

Ondanks de delegatie behoudt uw Raad dan de sturingsmogelijkheden zoals deze ook onder de oude wet konden worden toegepast. Bestemmingsplan Het vaststellen van een bestemmingsplan is de bevoegdheid van uw Raad welke niet gedelegeerd mag worden aan het College. Dit ook niet wenselijk gezien het kaderstellend karakter van een bestemmingsplan. In afwijking van de WRO kan op grond van de nieuwe wet een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen worden ingediend. Besluitvorming ten aanzien van een dergelijke aanvraag is vatbaar voor bezwaar en beroep. Evenals bij een projectbesluit dient een afwijzing van een dergelijk aanvraag door uw Raad te worden genomen binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag (art. 3.9 Wro). Om dezelfde reden als hierboven gemeld bij het projectbesluit wordt voorgesteld om ook het afwijzen van een aanvraag om een bestemmingsplan vast stellen te mandateren aan het College. Ook in dit geval is het voor de burger immers duidelijker indien hij te maken heeft met één bestuursorgaan en is het efficiënter en sneller een dergelijk besluit te mandateren aan het College. Wet dwangsom en beroep Naast voormelde redenen om over te gaan tot delegatie en mandaat, geldt tevens dat de Wet dwangsom en beroep van toepassing is om zowel aanvragen om een projectbesluit als het vaststellen van een bestemmingsplan. Dit houdt in dat bij niet tijdig beslissen op dergelijke aanvragen een dwangsom verschuldigd kan worden, dan wel direct beroep mogelijk is. Gezien te wettelijke termijn van 8 weken afgezet tegen de raadscyclus is er een gedegen kans dat de termijn praktisch niet haalbaar is, waardoor voormelde gevolgen wellicht kunnen worden toegepast. Door de bevoegdheden te delegeren dan wel mandateren aan ons College, zijn de gestelde termijnen beter te halen en wordt voorkomen dat de wet dwangsom en beroep wordt toegepast. Exploitatieplan Om de lijn door te trekken zoveel mogelijk de besluitvorming ten aanzien van een aanvraag bij één bestuursorgaan te houden, wordt uw Raad voorgesteld de bevoegdheid een exploitatieplan vast te stellen voor de bij algemene maatregel van bestuur opgenomen bouwplannen (artikel 6.12 lid 1 Wro) en het besluit geen exploitatieplan vast te stellen voor die gevallen dat kostenverhaal anderszins verzekerd is (artikel 6.12 lid 2 Wro), ook te delegeren. Uw bevoegdheid hiertoe is opgenomen in artikel 6.12 lid 3 Wro. Deze delegatie geldt alleen ten aanzien van projectbesluiten en een wijziging van een bestemmingsplan binnen de kaders welke in het door uw Raad vastgestelde bestemmingsplan zijn opgenomen. Een dergelijke binnenplanse wijzigingsbevoegdheid is in alle door uw Raad vastgestelde kernplannen van de gemeente Stein opgenomen. Aangezien het exploitatieplan gelijktijdig met de bijbehorende bestemmingsplanwijziging, dan wel projectbesluit, wordt vastgesteld en dezelfde procedure doorloopt is het raadzaam de besluitvorming ten aanzien van het exploitatieplan te delegeren aan het bestuursorgaan wat het bijbehorende ruimtelijke besluit neemt. Indien uw Raad positief besluit op ons delegatieen mandaatvoorstel betreffende het bestemmingsplan en projectbesluit is het derhalve ook van belang het vaststellen van het exploitatieplan te delegeren aan ons College. 4

De delegatie zal uiteraard ook gelden voor exploitatieplannen die conform artikel 6.15 lid 1 Wro eenmaal per jaar dienen te worden herzien. De verplichting het exploitatieplan periodiek ter herzien duurt voort totdat alle werken en werkzaamheden en bouwwerken die in het plan zijn voorzien zijn gerealiseerd. Dat kan een flink aantal jaren duren. De herziening moet ten minste eenmaal per jaar plaatsvinden. Conclusie / gevolgen / Risico Middels positieve besluitvorming door uw Raad wordt uw ruimte om kaderstellend invulling te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen groter dan onder de oude wet. Destijds werden immers (bijna) alle ruimtelijke besluiten mogelijk gemaakt door middel van besluitvorming door het College via delegatie van de artikel 19 vrijstellingen. Door geen projectbesluiten te nemen, worden alle ruimtelijke ontwikkelingen welke strijdig zijn met het vigeren de bestemmingsplan mogelijk gemaakt via een nieuw bestemmingsplan. Uw Raad is het enige bestuursorgaan wat bevoegd is een nieuw bestemmingsplan (en daarmee de kaders) vast te stellen. Dat vanuit praktisch oogpunt wordt verzocht het nemen danwel weigeren van projectbesluiten te delegeren en het afwijzen van het verzoek een bestemmingsplan vast te stellen te mandateren, doet daar niets aan af. Dit is vanuit onder meer efficiency, voortvarendheid en duidelijkheid, noodzakelijk in verband met de inhoud van de wet. Een en ander hebben wij hierboven reeds uiteen gezet. Hetzelfde geldt ten aanzien van het bij deze ruimtelijke besluiten behorende exploitatieplan. Tevens wordt met een positieve besluitvorming ten aanzien van ons voorstel de onder de oude wet geldende situatie gestand gedaan. In de praktijk is gebleken dat dit een succesvolle, efficiënte manier van besluitvorming was. Risico Aangezien mandatering mogelijk is, tenzij de wet anders bepaald dan wel de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet, is dit een lastig te toetsen criterium. Daarom is nagegaan hoe andere gemeenten hiermee omgaan. Uit dit onderzoek is gebleken dat de nodige gemeente in Nederland vergelijkbare besluiten hebben genomen. In Zuid-Limburg kunnen in dat kader de gemeenten Beek en Gulpen-Wittem genoemd worden. Desondanks kan geen volledige zekerheid worden gegeven ten aanzien van deze mogelijkheid, aangezien er geen jurisprudentie bestaat waaruit kan worden opgemaakt dat mandatering van de bevoegdheid een verzoek tot het vaststellen van een bestemmingsplan te weigeren is toegestaan. Wij zijn van mening dat het mandateren van de vermelde bevoegdheden niet valt onder de tenzij-clausule van artikel 10:4 Algemene wet bestuursrecht. Mocht de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State toch een ander oordeel zijn toegedaan, dan zal uw Raad alsnog zelf een besluit moeten nemen over het weigeren een bestemmingsplan vast te stellen. Het gevolg van een dergelijk oordeel is dus niet groot. Financiële onderbouwing n.v.t. 5

Relevante beschikbare achtergrondinformatie A. Implementatieplan Wet ruimtelijke ordening. B. Raadsvoorstel en besluit delegatie artikel 19 WRO d.d. 17 maart 2005 C. Naar aanleiding van de behandeling in de commissievergadering VRO van november 2009, is nog een nadere memo gemaakt met betrekking tot de verschillen en overeenkomsten tussen het projectbesluit onder de nieuwe Wro en de artikel 19-vrijstelling onder de oude WRO. Deze memo is bijgevoegd. Burgemeester en Wethouders, de Secretaris, de Burgemeester, Dict. MJS 6