INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

Vergelijkbare documenten
Resultatenrekening. B. Andere

P R I V A T E B A N K

INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

Antwerpen Mortsel Sint-Martens-Latem

De Commissie is voornemens de toepassing van haar aanbeveling te gepaste tijde te evalueren.

Interbeurs Hermes Pensioenfonds

Antwerpen Mortsel Sint-Martens-Latem

F.VAN LANSCHOT BANKIERS (BELGIE) BEVEK N.V.

INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

Halfjaarverslag per 30 juni 2015 TRANSPARANT N.V. BEVEK

Jaarverslag per 31 december 2017 INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

Jaarverslag per 31 december 2014 TRANSPARANT B N.V. BEVEK. Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal

INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

N.V. VAN LANSCHOT BEVEK

Halfjaarverslag per 30 juni 2014 TRANSPARANT N.V. BEVEK

Halfjaarverslag per 30 juni 2016 TRANSPARANT B N.V. BEVEK. Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal

Halfjaarverslag per 30 juni 2017 TRANSPARANT B N.V. BEVEK. Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal

Halfjaarverslag per 30 juni 2013 TRANSPARANT N.V. BEVEK

Halfjaarverslag per 30 juni 2018 TRANSPARANT B N.V. BEVEK. Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal naar Belgisch recht

Halfjaarverslag per 30 juni 2014 TRANSPARANT B N.V. BEVEK

Interbeurs-Hermes-Pensioenfonds

Halfjaarverslag per 30 juni 2016 TRANSPARANT N.V. BEVEK

INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

Jaarverslag per 31 december 2014 TRANSPARANT N.V. BEVEK

Interbeurs-Hermes-Pensioenfonds

Dierickx Leys Fund II DBI

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

VAN LANSCHOT BEVEK n.v.

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Halfjaarverslag per 30 juni 2013 N.V. LS VALUE BEVEK. Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal naar Belgisch Recht met meerdere compartimenten

Werkprogramma statistieken (ISA 800)

Halfjaarverslag per 30 juni 2013 TRANSPARANT B N.V. BEVEK

Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS

INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS

Jaarverslag per 31 december 2011 TRANSPARANT B N.V. BEVEK

Jaarverslag per 31 december 2013 TRANSPARANT N.V. BEVEK

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12%

Deelbewijzen ISIN Kapitalisatie 1. Maandrapport op basis van de gegevens van 31 mei 2017

Antwerpen Mortsel Sint-Martens-Latem

Halfjaarverslag per 30 juni 2014 ACCENT PENSION FUND. Belgisch Pensioenfonds

VIVIUM DYNAMIC FUND FACT SHEET 30 september 2017

VAN LANSCHOT BEVEK n.v.

Halfjaarverslag per 30 juni 2012 TRANSPARANT B N.V. BEVEK

Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES

Jaarverslag per 31 december 2012 ACCENT PENSION FUND. Belgisch Pensioenfonds

Jaarverslag per 31 december 2017 TRANSPARANT N.V. BEVEK. Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal naar Belgisch recht

VIVIUM BALANCED FUND FACT SHEET 31 maart 2017

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Antwerpen Mortsel Sint-Martens-Latem

Antwerpen Mortsel Sint-Martens-Latem

BELGISCHE BIJLAGE BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS SAINT-HONORE INDE

Halfjaarverslag per 30 juni 2018 TRANSPARANT N.V. BEVEK. Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal naar Belgisch recht

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Boekhouding OFP / IBP

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

TreeTop Portfolio SICAV

HALFJAARVERSLAG 31 december 2013 DEGROOF NAAMLOZE VENNOOTSCHAP. Overeenkomstig de Europese ICBE richtlijn 2009/65/EEG ( UCIT IV )

VIVIUM DYNAMIC FUND FACT SHEET 31 maart 2017

Jaarverslag per 31 december 2011 TRANSPARANT N.V. BEVEK

Halfjaarverslag per 30 juni 2013 C+F N.V. BEVEK. Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal naar Belgisch Recht met meerdere compartimenten

Compartiment ACTIVE FIX TOP EUROPEAN SECTORS

Halfjaarverslag per 30 juni 2012 ACCENT PENSION FUND. Belgisch Pensioenfonds

EUR. Blz. NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. E. D. VOL 1. JAARREKENING IN DUIZENDEN EURO'S

Enkelvoudige jaarrekening

Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Dierickx Leys Fund II DBI

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

Fund Life Opportunity Index

HERMES PENSIOENFONDS

Fund Life Opportunity Index 2

FSMA_2018_01-1 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden

Deelbewijzen Kapitalisatie 1

Hermes Pensioenfonds BELGISCH PENSIOENSPAARFONDS VEREENVOUDIGD PROSPECTUS

Interbeurs Hermes Pensioenfonds

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

DIERICKX LEYS FUND II N.V.

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%)

Halfjaarverslag per 30 juni 2015 ACCENT PENSION FUND. Belgisch Pensioenfonds

VIVIUM BALANCED FUND FACT SHEET 31 december 2016

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend

Interbeurs Hermes Pensioenfonds

Essentiële beleggersinformatie

KBC CLICK EXCLUSIVE INTEREST 1

Fund Oxylife Opportunity 6

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2012 INHOUDSTAFEL

VIVIUM DYNAMIC FUND. FACT SHEET 31 maart 2016 Beleggingsbeleid. Risicoklasse. Algemene kenmerken

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

VIVIUM DYNAMIC FUND FACT SHEET 31 december 2016

DEGROOF. HALFJAARVERSLAG 31 december 2009 NAAMLOZE VENNOOTSCHAP

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

Halfjaarverslag per 30 juni 2016 N.V. LS VALUE BEVEK. Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal

Transcriptie:

Jaarverslag per 31 december 2015 INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS Belgisch Pensioenspaarfonds Gemeenschappelijk beleggingsfonds met een veranderlijk aantal rechten van deelneming die belegt in effecten en liquide middelen Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd op basis van het huidige uitgifteprospectus, samen met de essentiële beleggersinformatie.

INHOUDSOPGAVE 1 Organisatie van het pensioenfonds...3 2 Beheersverslag van het pensioenfonds...4 2.1 Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs... 4 2.2 Beursnotering... 4 2.3 Informatie aan de aandeelhouders... 4 2.4 Algemeen overzicht van de markten... 4 2.5 Verslag van de commissaris, erkend revisor... 8 2.6 Krachtlijnen van het beleggingsbeleid... 10 2.7 Benchmark... 10 2.8 Tijdens het boekjaar gevoerd beleid... 10 2.9 Toekomstig beleid... 12 2.10 Risicoklasse... 12 2.11 Resultaatverwerking... 12 3 Balans 13 4 Resultatenrekening... 15 5 Samenvatting van de waarderingsregels... 17 5.1 Samenvatting van de regels... 17 5.2 Wisselkoersen... 18 6 Samenstelling van de activa en kerncijfers... 19 6.1 Samenstelling van de activa op 31/12/15... 19 6.2 Wijzigingen in de samenstelling van de activa van het Interbeurs Hermes Pensioenfonds... 22 6.3 Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de nettoinventariswaarde... 22 6.4 Returns... 23 6.5 Kosten... 23 6.6 Toelichting bij de financiële staten... 24 2

1 Organisatie van het pensioenfonds Maatschappelijke zetel van de beheervennootschap Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen Oprichtingsdatum 13 februari 1987 Type van beheer beheervennootschap Capfi Delen Asset Management N.V. Jan Van Rijswijcklaan 178 2020 Antwerpen Raad van Bestuur Dhr. Jacques Delen, voorzitter Dhr. Paul De Winter, bestuurder Dhr. Thierry Maertens, bestuurder Dhr. Michel Vandenkerckhove, effectieve leider Dhr. Patrick François, effectieve leider Dhr. Antoine de Séjournet de Rameignies, bestuurder Dhr. Philippe de Spirlet, bestuurder Dhr. Christian Callens, bestuurder Mevr. Monique Leys, bestuurder Dhr. Gregory Swolfs, effectieve leider Dhr. Chris Bruynseels, effectieve leider Commissaris: Ernst&Young Bedrijfsrevisoren BCBVA vertegenwoordigd door mevr. Christel Weymeersch. Commissaris, erkende revisor KPMG, Prins Boudewijnlaan 24 D, 2550 Kontich vertegenwoordigd door Dhr. E. Clinck Bewaarder Dierickx, Leys & Cie Effectenbank N.V., Kasteelpleinstraat 44-46 te 2000 Antwerpen Financiële groep die de gemeenschappelijk beleggingsfonds promoot Capfi Delen Asset Management N.V., Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen Subdelegatie Dierickx, Leys & Cie Effectenbank N.V., Kasteelpleinstraat 44-46 te 2000 Antwerpen Financieel portefeuillebeheer Capfi Delen Asset Management N.V., Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen Subdelegatie Dierickx, Leys Luxembourg, Route d'arlon 247 bte 1, L 1150 Luxembourg. Administratief en boekhoudkundig beheer Capfi Delen Asset Management N.V., Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen Financiële dienst Dierickx, Leys & Cie Effectenbank N.V., Kasteelpleinstraat 44-46 te 2000 Antwerpen Distributeurs De lijst van instellingen is te bekomen bij de beheersvennootschap. 3

2 Beheersverslag van het pensioenfonds 2.1 Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs Het pensioenspaarfonds werd gestart op 13 februari 1987. Initiële inschrijvingsprijs : 24.97 euro 2.2 Beursnotering De rechten van deelneming van het gemeenschappelijk beleggingsfonds worden niet verhandeld op een beurs of een gereglementeerde markt. 2.3 Informatie aan de aandeelhouders Interbeurs Hermes Pensioenfonds is een Belgisch gemeenschappelijk beleggingsfonds dat opgericht werd op 13 februari 1987 voor een onbeperkte duur met het oog op het pensioensparen en door de Minister van Financiën erkend op 21 februari 1987. Het Interbeurs Hermes Pensioenfonds wordt beheerd door de naamloze vennootschap Capfi Delen Asset Management N.V, Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen. De uitgifteprospectus, het beheersreglement, de halfjaarlijkse verslagen en jaarverslagen zijn verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de beheervennootschap. De netto-inventariswaarde, de emissieprijs en de terugbetalingprijs zowel alle berichten aan de houders van de deelbewijzen worden bekendgemaakt in twee Belgische dagbladen zijnde De Tijd en L Echo. Deze gegevens zijn eveneens verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de beheervennootschap. 2.4 Algemeen overzicht van de markten ECONOMISCHE CONTEXT De Verenigde Staten. De economie groeide afgelopen jaar tegen een gezapig tempo verder. Volgens voorlopige schattingen groeide de economie in 2015 met 2,3%. Vooral de dienstensector presteert goed. Er werden maandelijks gemiddeld iets meer dan 200.000 banen gecreëerd hoewel de kwaliteit ervan in vele gevallen laag is. De officiële werkloosheidsgraad daalde over 2015 van 5,7% naar 5%, het laagste niveau sinds begin 2008. Die houdt geen rekening met de deeltijds tewerkgestelden die een voltijdse baan verkiezen. Het percentage van ondertewerkgestelden ging van 11,2% naar 9,9%, eveneens het laagste peil sinds 2008. De verwerkende nijverheid heeft het moeilijk vanwege de dure dollar. De dollarindex, die de waarde van de dollar tegenover die van de voornaamste handelspartners weergeeft, staat op het hoogste niveau in twaalf jaar. De lage olieprijs is, per saldo, goed voor de economie van de V.S., omdat het land meer olie invoert dan het zelf produceert. Toch lopen de investeringen in schalieolie en -gas terug, wat negatief inwerkt op de economische groei, die in de tweede jaarhelft duidelijk lager lag dan in de eerste. 4

Europa. De economie in Europa kende een vrij goed jaar. Zoals altijd zijn er opmerkelijke regionale verschillen, maar, in afwachting van de officiële cijfers over 2015, lijkt de groei in 2015, voor de eurozone, boven 1% uit te komen. De groei is duidelijk te danken aan de fors lagere olieprijs, die voor de Europese consumenten samen een besparing oplevert tussen 150 miljard en 180 miljard op jaarbasis, wat ongeveer overeen komt met de omvang van de Portugese economie. Spanje is de positieve uitschieter, met een groei, volgens een eerste schatting, van boven 3%. De hervormingen die het land sinds 2009 doorvoerde, hebben duidelijk een positief effect. De Duitse economie groeide met 1,7%, de beste prestatie in vier jaar. Opvallend is de grote bijdrage van de private consumptie en de beperkte bijdrage van de export tot de groei. De export lijdt onder de zwakke economie in Rusland en de verminderde investeringsdrang in China. Enig minpunt blijft de zeer lage inflatie. In het zuiden van Europa is er zelfs sprake van deflatie. De pogingen van de Europese Centrale Bank om die te bestrijden (zie Monetair Beleid) hadden weinig succes als gevolg van de kelderende olieprijs. Bij een zeer lage inflatie en een lage groei zijn de historische schulden moeilijker beheersbaar. Een lichte inflatie holt de bestaande schulden uit en verbetert de positie van de schuldenaars. Vermits alle Europese regeringen, op de Duitse na, nieuwe schulden blijven opbouwen, is een te lage inflatie een probleem. Dat is een belangrijke reden waarom de Europese Centrale Bank blijft doorgaan met de monetair expansieve politiek. Azië. China leidt de dans in Azië. De economische groei vertraagde er, volgens de officiële statistieken, vorig jaar tot 6,9%, het laagste niveau sinds 1990 en een eind minder dan de 10% van enkele jaren geleden. Vanzelfsprekend zijn de hoge groeicijfers van de vorige jaren niet meer haalbaar vanwege de huidige omvang van de Chinese economie. Gezien de stagnerende elektriciteitsproductie en spoorvervoer twijfelen heel wat buitenlandse economisten aan het officiële cijfer. De Chinese export hapert als gevolg van een combinatie van stijgende lonen en een relatief dure munt via de koppeling aan de Amerikaanse dollar, waardoor een aantal buurlanden goedkoper zijn geworden. De omschakeling van een investeringsgedreven economie naar een consumptiegedreven economie verloopt moeizamer dan de machthebbers in Beijing hoopten. De gemiddelde Chinees heeft een indrukwekkende spaarquote vanwege de afwezigheid van een sociaal vangnet en stevig pensioenstelsel. MONETAIR BELEID. 2015 was een bijzonder jaar in de monetaire geschiedenis. De Europese Centrale Bank liep het meest in de kijker in de eerste jaarhelft. Als gevolg van de halvering van de olieprijs in de tweede jaarhelft van 2014 kelderde de inflatie. Zowat de hele eurozone kende in het jaarbegin deflatie. Om die te counteren besliste de Europese Centrale Bank om massaal geld bij te drukken. Sinds maart koopt ze, voor het eerst in de geschiedenis, maandelijks 60 miljard aan staatsobligaties in. De liquiditeitsinjectie is bedoeld om de rente te drukken en investeerders in de richting van meer risico te sturen. Een belangrijk gevolg is de waardedaling van de euro, die daalde van $ 1,21 op 31 december 2014 naar $ 1,09 op 31 december 2015, na een piek van $ 1,05 op 13 maart 2015. De Europese Centrale Bank (ECB) hield de rente de hele tijd op 0,05% en laat banken sinds december 0,3% op jaarbasis betalen om bij haar geld te deponeren. Op die manier hoopt de ECB dat banken het geld eerder voor reële projecten zullen uitlenen, wat slechts mondjesmaat gebeurt. De groei van de kredietverlening blijft bescheiden, maar de krimp van het kredietvolume is achter de rug. De lage kortetermijnrente en de inkoop van obligaties jagen de inflatie vooralsnog niet aan. De dalende olieprijs countert het positieve effect hiervan. 5

Negen jaar na de laatste renteverhoging vonden de dames en heren van de Federal Reserve dat de tijd rijp was voor een renteverhoging: er is een economische groei van meer dan 2%, de huizenmarkt is kerngezond, de banksector laat de financiële crisis achter zich, de werkloosheid zit op het laagste niveau sinds de bankencrisis en de angst voor deflatie is afgenomen. De meest aangekondigde en weer uitgestelde renteverhoging ooit kwam er op de valreep op de laatste beleidsbepalende vergadering in december. Het voornaamste tarief stond net geen zeven jaar op 0,00% en werd op 16 december van vorig jaar verhoogd naar 0,25%. De inflatie lag op het einde van het jaar op 0,7%. Ze is hardnekkig laag als gevolg van de dalende olieprijs. Toch kon de Federal Reserve de rente optrekken omdat ze langzaam wegkomt van rond het nulpunt dat halverwege het jaar bereikt werd. WISSELMARKTEN. De acties van de Europese Centrale Bank (E.C.B.) en de Federal Reserve (V.S.) hadden een grote invloed op het verloop van de euro tegenover de Amerikaanse dollar. De E.C.B. kondigde begin 2015 aan dat ze vanaf maart van dat jaar maandelijks 60 miljard aan staatsobligaties van de landen van de eurozone zou opkopen. Als gevolg hiervan daalde de euro tegenover de dollar van $ 1,21 in het begin van het jaar naar $ 1,05 op 13 maart 2015, luttele dagen na de start van het programma. De eerste renteverhoging de V.S. in tien jaar had weinig impact te eindigen op $ 1,0862 op 31 december 2015. Ook tegenover de andere belangrijke munten in de wereld kende de dollar een opvallende stijging. Tegen het einde van het jaar noteerde de zogenaamde dollarindex op zijn hoogste niveau in 12 jaar. China, dat jarenlang zijn munt koppelde aan de Amerikaanse dollar, draagt mee de lasten van een dure dollar. Zowat alle munten in de regio, waaronder de Japanse yen, zijn voornaamste concurrent op de exportmarkten, gingen de laatste jaren fors onderuit. Dit tastte de exportpositie van China aan. Ook de lagere groei in het land maakte de hoge koers van de munt onhoudbaar. Half augustus startte de centrale bank dan ook met een gecontroleerde en geleidelijke devaluatie van de munt, zodat de stijging van de munt in de eerste jaarhelft tegen het einde van het jaar zo goed als weggewerkt was. OBLIGATIEMARKTEN. De aankondiging van de Europese Centrale Bank in het begin van 2015 dat ze vanaf maart maandelijks 60 miljard aan staatsobligaties zou inkopen, duwde de rente in de eurozone naar nooit geziene dieptepunten. Begin maart haalde een 10-jarige Duitse staatslening nog een rendement van amper 0,07%. Om kortere looptijden te investeren in Duits schuldpapier moesten beleggers tevreden zijn met een negatief rendement. De Belgische rente op 10 jaar volgde de Duitse op kleine afstand. Vanaf de effectieve start van het inkoopprogramma steeg de langetermijnrente in Duitsland en de rest van Europa 1% op amper drie maanden tijd. De onzekerheid rond China en de bijhorende vrees voor een lagere economische groei dreven beleggers in de tweede jaarhelft opnieuw in de richting obligaties van de hoogste kwaliteit, waardoor de rente opnieuw terugviel. Het renteverschil op bedrijfsobligaties met een BBB- en kwalitatief hoogstaande obligaties met een AAA-rating bleef in Europa het ganse jaar opvallend stabiel rond 1%. Ondanks de verwachting van beleggers dat de Amerikaanse kortetermijnrente in de loop van het vorige jaar verhoogd zou worden, bleef de rente op 10 jaar opvallend dicht bij 2% noteren. In de V.S. was het eerder het renteverschil op bedrijfsobligaties met een BBB- en kwalitatief hoogstaande obligaties met een AAA-rating die sterk de hoogte inging: het steeg van ongeveer 1% tot ruim boven 2%. De stijging is in ruime mate te wijten aan de verslechtering van de financiële toestand van de bedrijven in de sector van de schalieolie en het schaliegas. In de brede markt ging het renteverschil met slechts enkele tienden van een procent hoger. 6

AANDELENMARKTEN. 2015 was een jaar met twee gezichten. In het eerste kwartaal schoten de Europese markten sterk uit de startblokken, gedreven door de verwachting dat de Europese Centrale Bank vanaf maart massaal liquiditeit van de markt zou stellen. Als gevolg hiervan daalde de langetermijnrente in de eurozone tot historische dieptepunten tegen het einde van het trimester, wat de waarde van aandelen ondersteunt. Als gevolg van de massale injectie van liquiditeiten daalde de euro tot $ 1,05 in maart, wat de koersen van Europese exporteurs vleugels gaf. Het economische optimisme nam ook toe in Europa omdat de lagere olieprijs leidt tot een besparing van meer dan $ 150 miljard per jaar, voor Europa alleen, middelen die dan beschikbaar zijn voor andere aankopen. Tegen half april liepen de winsten in Europa sinds Nieuwjaar op tot boven 20%. Daarna kwam er de klad in de zaak. De Griekse crisis begon aan een nieuwe episode, toen de onderhandelingen over een reddingsplan op niets uitdraaiden. De oplossing die de Europese instanties met Griekenland in de zomer vonden bracht echter geen soelaas voor aandelenmarkten. Ondertussen rezen immers meer en meer twijfels over de stabiliteit van de Chinese economie. De Chinese overheid focust voor de toekomstige groei meer op diensten dan op investeringen. Als gevolg daarvan vermindert de import van grondstoffen in China, wat op de grondstoffenprijzen drukt. Vermits de grondstoffen-, olie- & gassector op de aandelenmarkt oververtegenwoordigd zijn tegenover hun echte gewicht in de economie, drukt alleen de koersval van dat type aandelen al op het sentiment. Vermits ook de groei, en bijgevolg de consumptie, in China in twijfel getrokken werd, deelden ook de koersen van bedrijven die veel exporteren naar Azië in het algemeen en naar China in het bijzonder in de klappen. Einde augustus ging het licht even helemaal uit toen de Chinese centrale bank de munt op twee dagen tijd bijna 4% lager stuurde. De aandelenmarkten zetten hun jaardieptepunten neer in deze zeer nerveuze markt. De bedrijfsresultaten over het derde kwartaal gaven steun waardoor de Europese aandelenmarkten in oktober hun beste maand kenden sinds het voorjaar van 2009. De aandelenmarkten gingen kabbelend het jaar uit. Voor de meeste Europese beurzen was er een bescheiden winst, maar de Amerikaanse en Engelse markt tekenden een licht verlies in lokale munt op. Omgerekend naar euro was er ook voor die markten een bescheiden plus. De aandelenmarkten in de groeilanden kenden een zeer zwak jaar. De economie van landen als Rusland en Brazilië ging gebukt onder de dalende prijzen voor grondstoffen. In het algemeen stonden de aandelenmarkten in zowat alle groeilanden, met India als notoire uitzondering, onder druk door het vooruitzicht van een hogere rente in de V.S. Hierdoor repatriëren westerse beleggers zeer veel kapitaal, ten nadele van de markten in de groeilanden. 7

2.5 Verslag van de commissaris, erkend revisor 8

9

2.6 Krachtlijnen van het beleggingsbeleid De beleggingspolitiek van INTERBEURS HERMES PENSIOENFONDS is door zijn aard op de lange termijn gericht : - Het grootste deel van de activa is belegd in aandelen. - Een in tijd gespreide obligatieportefeuille. - Een minimum aan contanten om uittredingen op te vangen. Een nieuwe wet op de Belgische pensioenspaarfondsen ging in werking op 1 april 2004. Vanaf die datum viel de verplichting voor pensioenspaarfondsen weg om minimaal 30 procent van hun activa te beleggen in Belgische aandelen. Sinds de Wet op de Belgische pensioenspaarfondsen van 1 april 2004 gelden volgende regels voor de asset allocatie: max. 75% obligaties of andere schuldinstrumenten; max. 75% aandelen; max. 10% liquiditeiten; Op het niveau van de aandelen en obligaties zijn er nog extra regels toe te passen: aandelenportefeuille max. 70% aandelen met een beurskapitalisatie van meer dan 3 miljard euro (binnen EER) max. 30% aandelen met een beurskapitalisatie van minder dan 3 miljard euro (binnen EER) max. 20% aandelen buiten EER obligatieportefeuille max. 40% schuldpapier in euro of andere munten uit de Europese Economische Ruimte (EER) max. 40% schuldpapier in andere munten. 2.7 Benchmark Er wordt geen Benchmark gevolgd. 2.8 Tijdens het boekjaar gevoerd beleid De beleggingspolitiek van Interbeurs Hermes Pensioenfonds is streng afgelijnd door de wetgever. Op 18 december 2015 wijzigde de wet, waardoor de grenswaarde voor de marktkapitalisatie voor kleinere bedrijven werd opgetrokken van 1 miljard naar 3 miljard. Hieronder geven we de voornaamste regels. Maximum 75% in obligaties. Binnen deze categorie moet minstens 20% belegd worden in Europees overheidspapier. Maximum 75% in aandelen. Binnen deze categorie gelden de volgende regels: o Maximum 70% mag belegd worden in marktkapitalisaties van meer dan 3 miljard binnen de EER. o Maximum 30% mag belegd worden in marktkapitalisaties van minder dan 3 miljard binnen de EER. o Maximum 20% mag belegd worden in aandelen van buiten de EER. Maximum 10% mag in cash belegd worden. Minimum 80% van de portefeuille moet belegd zijn in euro. De portefeuille van Interbeurs Hermes Pensioenfonds valt per 31 december 2015 uiteen in: 37% obligaties, waarvan: 54% belegd is in Europees staatspapier. 38% belegd is in bedrijfsobligaties binnen EER. 8% belegd is in bedrijfsobligaties buiten EER. 10

61% aandelen, waarvan: 37% belegd is in marktkapitalisaties van meer dan 3 miljard binnen de EER. 47% belegd is in marktkapitalisaties van minder dan 3 miljard binnen de EER. 16% belegd is in aandelen van buiten de EER. 1% cash. De samenstelling van Interbeurs Hermes Pensioenfonds onderging enkele wijzigingen. De aandelenposities werden met ca. 10% opgedreven tot 61%. De aandelen Swatch werden verkocht, vanwege de verzwakte exportpositie van het Zwitserse bedrijf dat meer dan 80% in het Alpenland produceert. De aandelen Rolls-Royce werden verkocht, na een koersopstoot die te danken was aan de vervanging van de CEO. De aandelen AIG, Cooper Companies, Reckitt Benckiser, Qualcomm, Ubisoft en LVMH werden vanwege de hoge waardering verkocht. De aandelen van de oliebedrijven Apache en Occidental werden verkocht, vanwege de immer dalende olieprijs. De aandelen Schneider Electric werden verkocht vanwege de grote omzet in de groeilanden. Door de dalende munten komen de winsten onder druk. Nieuw in de portefeuille zijn de aandelen Markel, een Amerikaanse verzekeraar die beheerd wordt volgens de principes van Warren Buffett, het Engelse Regus, dat kantoren op flexibele manier verhuurt, het Amerikaanse farmabedrijf Gilead Sciences, het eveneens Amerikaanse Phillips66, dat als raffinage- en chemiebedrijf volop geniet van de lage prijs voor schaliegas en ten slotte de Nederlandse baggeraar Boskalis. Eveneens nieuw zijn de Italiaanse holding Exor, het Franse bedrijf Christian Dior en de Oostenrijkse vastgoedgroep Immofinanz. De aandelen Volkswagen werden verkocht bij het uitbreken van het softwareschandaal. In de biotechsector werd Gilead Sciences gekocht, een producent van zeer succesvolle Hepatitis C- en HIVmedicijnen. In de farmasector waren Johnson&Johnson en Medtronic ook nieuwkomers. Ook nieuw zijn de Amerikaanse vleesverwerker Tyson Foods en de ziekteverzekeraar UnitedHealth. Andere nieuwkomer is het Belgische Solvay. In de technologiesector maakt nu ook Apple deel uit van de portefeuille. Euronav, de tankeruitbater, lingerieproducent Van de Velde en GIMV, de holding, zijn eveneens nieuw in de portefeuille. Het Amerikaanse Parker Hannifin dat hoogtechnologische onderdelen voor o.a. de luchtvaartindustrie maakt, kwam in de portefeuille, maar werd in hetzelfde jaar verkocht na de publicatie van zwakke resultaten. Hetzelfde geldt voor het de aandelen van het Franse Neopost. De aandelen Fagron werden gekocht na de forse terugval in de zomer, na de bekendmaking van de halfjaarresultaten en tegen einde september opnieuw verkocht toen de overnamegeruchten opdoken. Bij Aedifica, Solvay en Retail Estates werd ingetekend op de nieuwe kapitaalverhoging. De obligatieportefeuille onderging enkele wijzigingen. De obligaties Petrobras werden verkocht, omdat de kredietwaardigheid van het Braziliaanse oliebedrijf spectaculair afneemt, als gevolg van de gehalveerde olieprijs, die de meeste diepzeeprojecten van het bedrijf verlieslatend maken. De zwakte in de grondstoffenmarkten treft ook Nyrstar. De obligaties werden verkocht. Om het niet-eurogedeelte van de portefeuille via aandelen maximaal te kunnen gebruiken, werden de obligaties van Nestlé in Noorse en Zweedse kronen verkocht. De obligaties Rallye gingen de deur uit nu de koers van het voornaamste actief, de Franse supermarktketen Casino Guichard onder druk staat door slechte resultaten in zowel Frankrijk als Brazilië, zijn twee voornaamste markten. De obligaties van GDF Suez, Bekaert en Shell vervielen. Nieuw in de portefeuille zijn obligaties van de Belgische staat tot 2025 en van de Belgische bedrijven Cofinimmo, Deceuninck en Tessenderlo Chemie, het Amerikaanse Amgen, Manpower en Priceline, het Turkse Arcelik en het Duitse Infineon. De obligatieportefeuille heeft een duration van 4 jaar na de aanpassingen. 11

2.9 Toekomstig beleid Zoals hierboven weergegeven, is het beheer van Interbeurs Hermes Pensioenfonds, onderworpen aan strikte voorwaarden. Het wetgevend initiatief om de definitie van de kleine marktkapitalisatie bij de aandelen te verhogen tot 3 miljard werd in december doorgevoerd. Als gevolg hiervan moet Interbeurs Hermes Pensioenfonds de komende zes maanden een hele reeks aandelen met een kapitalisatie beneden 3 miljard verkopen en herinvesteren in aandelen van grotere bedrijven of in aandelen buiten de EER. Buiten deze voorwaarden focust de beheerder voor de aandelenportefeuille op bedrijven met een sterke productportefeuille of diensten, die efficiënt georganiseerd zijn waardoor de marges stevig zijn én die voldoende kasstromen genereren. Dit type van bedrijven beschikt over een stevige balans, wat ze minder afhankelijk maakt van de bank bij de financiering van hun activiteiten. Hoe dan ook moeten beleggers de komende periode rekening houden met een hogere volatiliteit. Om de stabiliteit van de portefeuille te vergroten blijft een investering in gereglementeerde vastgoedvennootschappen een uitstekende diversificatie vanwege de indexering van de inkomsten en, bijgevolg, de dividenden. De beheerder kiest voor een obligatieportefeuille van degelijke kwaliteit met een beperkte duration (3 tot 5 jaar), om de effecten van een stijgende rente te beperken. Voor bedrijfsobligaties volgt de beheerder de solvabiliteit, de dekking van de intrestlasten in verhouding tot de bedrijfscashflow en de verhouding tussen de bedrijfscashflow en de nettoschuld enerzijds en het eigen vermogen anderzijds, nauw op, om problemen met de terugbetaling te voorkomen. De obligatieportefeuille is de veiligheidsbuffer in de portefeuille en is voor het overgrote deel in euro uitgedrukt. De volledige inventaris en een wekelijks commentaar van de beheerder zijn te vinden op www.dierickx.be. 2.10 Risicoklasse De risicoklasse geeft een aanduiding van het risico dat is verbonden aan de belegging in een ICB of een compartiment. Er werden 7 risicoklassen gedefinieerd waarbij klasse 1 het laagste risico aangeeft en klasse 7 het hoogste. Interbeurs Hermes Pensioenfonds bevindt zich in risicoklasse 4 op een schaal van 1 tot 7. 2.11 Resultaatverwerking Het resultaat van pensioenspaarfondsen wordt steeds gekapitaliseerd. 12

3 Balans Afdeling 1. - Balansschema 31/12/15 31/12/14 in EUR in EUR TOTAAL NETTO ACTIEF 39.453.421,19 37.769.112,62 I Vaste activa 0,00 0,00 A. Oprichtings- en organisatiekosten B. Immateriële vaste activa C. Materiële vaste activa II Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten 38.533.901,55 34.295.617,50 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties 13.637.241,40 13.398.440,18 b. Andere schuldinstrumenten b.1. Met "embedded" financiële derivaten b.2.zonder "embedded" financiële derivaten B. Geldmarktinstrumenten 796.186,16 2.473.388,00 C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen 21.674.841,63 16.493.913,26 b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming 2.425.632,36 1.872.354,14 c. Andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren D. Andere effecten 57.521,92 E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten III Vorderingen en schulden op méér dan één jaar 0,00 0,00 A. Vorderingen B. Schulden IV Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar 85.885,33 60.757,09 A. Vorderingen a. Te ontvangen bedragen 105.712,54 174.064,91 b. Fiscale Tegoeden c. Collateral d. Andere B. Schulden a. Te betalen bedragen (-) -19.827,21-113.307,82 b. Fiscale schulden (-) c. Ontleningen (-) d. Collateral (-) e. Andere (-) V Deposito's en liquide middelen 781.821,74 3.276.622,08 A. Banktegoeden op zicht 781.821,74 3.276.622,08 B. Banktegoeden op termijn C. Andere VI Overlopende rekeningen 51.812,57 136.115,95 A. Over te dragen kosten B. Verkregen opbrengsten 182.068,16 264.160,71 C. Toe te rekenen kosten (-) -130.255,59-128.044,76 D. Over te dragen opbrengsten (-) TOTAAL EIGEN VERMOGEN 39.453.421,19 37.769.112,62 A. Kapitaal 36.924.671,58 35.301.974,62 B. Deelneming in het resultaat -42.786,84-20.230,98 C. Overgedragen resultaat D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 2.571.536,45 2.487.368,98 13

Afdeling 2. - Posten buiten-balansstelling I Zakelijke zekerheden (+/-) 0,00 0,00 A. Collateral a. Effecten/gelmarktinstrumenten b. Liquide middelen/deposito's B. Andere zakelijke zekerheden (+/-) a. Effecten/geldmarktinstrumenten b. Liquide middelen/deposito's II Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+) 0,00 0,00 A. Gekochte optiecontracten en warrants B. Verkochte optiecontracten en warrants III Notionele bedragen van de termijncontracten (+) 0,00 0,00 A. Gekochte termijncontracten B. Verkochte termijncontracten IV Notionele bedragen van de swapcontracten (+) 0,00 0,00 A. Gekochte swapcontracten B. Verkochte swapcontracten V Notionele bedragen van andere financiële derivaten (+) 0,00 0,00 A. Gekochte contracten B. Verkochte contracten VI Niet-opgevraagde bedragen op aandelen 0,00 0,00 VII Verbintenissen tot verkoop wegens cessie-retrocessie 0,00 0,00 VIII Verbintenissen tot terugkoop wegens cessie-retrocessie 0,00 0,00 IX Uitgeleende financiële instrumenten 0,00 0,00 14

4 Resultatenrekening 31/12/15 31/12/14 in EUR in EUR Afdeling 3. - Schema van de resultatenrekening I Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden 2.020.706,97 1.941.483,80 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties -344.570,88 432.609,54 b. Andere schuldinstrumenten b.1. Met "embedded" financiële derivaten b.2. Zonder "embedded" financiële derivaten B. Geldmarktinstrumenten -36.052,79-43.374,80 C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen 1.724.063,22 928.715,57 b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming 220.886,62 203.901,29 c. Andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren D. Andere effecten 4,94 57.521,93 E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten G. Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden H. Wisselposities en -verrichtingen a. Financiële derivaten i. Optiecontracten ii. Termijncontracten iii. Swapcontracten iv. Andere b. Andere wisselposities- en verrichtingen 456.375,86 362.110,27 II Opbrengsten en kosten van de beleggingen 1.079.862,61 1.049.415,15 A. Dividenden 689.263,05 620.207,00 B. Interesten (+/-) a. Effecten en geldmarktinstrumenten 442.777,93 493.368,96 b. Deposito's en liquide middelen c. Collateral (+/-) C. Intresten ingevolge ontleningen (-) D. Swapcontracten E. Roerende voorheffingen (-) a. Van Belgische oorsprong -3.530,70-3.246,15 b. Van buitenlandse oorsprong -48.647,67-60.914,66 F. Andere opbrengsten van beleggingen III Andere opbrengsten 0,00 0,00 Vergoeding tot dekking van de kosten van verwerving en realisatie van A. de activa, tot ontmoediging van uittredingen en tot dekking van leveringskosten B. Andere IV Exploitatiekosten -529.033,13-503.529,97 A. Verhandelings-en leveringskosten betreffende beleggingen (-) -127.316,20-116.102,31 B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) -37.881,90-36.109,69 D. Vergoeding van de beheerder (-) a. Financieel beheer -15.653,68-14.921,36 b. Administratief- en boekhoudkundig beheer -78.268,40-74.606,81 c. Commerciële vergoeding -223.064,92-212.629,41 E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) H. Diensten en diverse goederen (-) -8.858,70-6.706,39 I. Afschrijvingen en voorzieningen voor risico's en kosten (-) J. Taksen -36.494,42-38.987,58 K. Andere kosten (-) -1.494,91-3.466,42 Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) 550.829,48 545.885,18 SUBTOTAAL II + III + IV AA 550.829,48 545.885,18 15

V Winst (verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening 2.571.536,45 2.487.368,98 vóór belasting op het resultaat VI Belastingen op het resultaat VII Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 2.571.536,45 2.487.368,98 Afdeling 4. - Resultaatverwerking I. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) 2.528.749,61 2.467.138,00 a. Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar b. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar 2.571.536,45 2.487.368,98 c. Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde -42.786,84-20.230,98 deelnemingen in het resultaat) II. (Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal -2.528.749,61-2.467.138,00 III. Over te dragen winst (over te dragen verlies) 0,00 0,00 IV. (Dividenduitkering) 0,00 0,00 16

5 Samenvatting van de waarderingsregels 5.1 Samenvatting van de regels De waardering van de activa, passiva en resultatenrekening van het fonds, gebeurt volgens het Koninklijk Besluit van tien november tweeduizend en zes op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming en wordt als volgt vastgesteld : a) Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen die een doorlopende notering waarborgen van bied en laatkoersen, wordt de op die markt gevormde actuele biedkoers weerhouden voor de waardering, voor vermogensbestanddelen die op een actieve markt worden verhandeld zonder toedoen van financiële instellingen wordt de slotkoers weerhouden voor de waardering aan reële waarde; b) Indien de actuele bied- of laatkoers niet beschikbaar is, wordt de prijs van de meest recente transactie weerhouden voor de waardering aan reële waarde op voorwaarde dat de economische omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd sinds de transactie; c) Indien er voor een bepaald vermogensbestanddeel wel een georganiseerde of onderhandse markt bestaat doch deze markt niet actief is en de koersen die er zich vormen niet representatief zijn voor de reële waarde, of indien er voor een bepaald vermogensbestanddeel geen georganiseerde of onderhandse markt bestaat, wordt voor de waardering aan reële waarde de actuele reële waarde van soortgelijke vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat weerhouden, mits deze reële waarde wordt aangepast rekening houdend met de verschillen tussen de gelijkaardige vermogensbestanddelen; d) Indien er geen reële waarde voor een bepaald vermogensbestanddeel bestaat, wordt de reële waarde bepaald a.h.v. andere waarderingstechnieken, mits deze technieken rekening houden met het maximaal gebruik van de marktgegevens, consistent zijn met de algemene aanvaarde economische methodes voor de waardering van financiële instrumenten en op regelmatige basis worden geijkt en de validiteit wordt getest d.m.v. het gebruik van prijzen van actuele markttransacties. Tevens dient er rekening gehouden worden met hun onzeker karakter op grond van het risico dat de betrokken tegenpartijen hun verplichtingen niet zouden nakomen; e) Onverminderd de verwerking van de gelopen intresten worden de volgende activa gewaardeerd tegen hun nominale waarde na aftrek van de daarop toegepaste waardeverminderingen en inmiddels verrichte terugbetalingen: 1) tegoeden op zicht op kredietinstellingen 2) verplichtingen in rekening-courant tegenover kredietinstellingen 3) op korte termijn te ontvangen en te betalen bedragen, andere dan Ten aanzien van kredietinstellingen 4) fiscale tegoeden en schulden 5) andere schulden f) Vorderingen op termijn die niet belichaamd zijn in verhandelbare effecten of geldmarktinstrumenten, worden gewaardeerd tegen hun reële waarde. g) Uitstaande optiecontracten op aandelen en op aandelenindexen worden gewaardeerd op basis van de reële waarde van hun premies. De verschillen die voortvloeien uit de waardeschommelingen van deze premies, worden in de resultatenrekening als nietverwezenlijkte waardevermindering of niet-verwezenlijkte waardevermeerdering geboekt. Bij uitoefening van het optiecontract of warrant worden de premies ingeschreven als onderdeel van de aan -of verkoopprijs van de onderliggende effecten. Bij aflopen van het contract zonder uitoefening wordt de oorspronkelijke betaalde of ontvangen waarde van de premie als verwezenlijkte waardevermindering of verwezenlijkte waardevermeerdering geboekt. De onderliggende waarden van optiecontracten en warrants dienen te worden opgenomen in de posten buiten-balanstelling. 17

h) Termijncontracten, zoals futures, forward rate agreements en exchange rate agreements, dienen als volgt te worden verwerkt; De notionele bedragen van deze contracten dienen in de posten buiten-balanstelling te worden opgenomen. Onder notioneel bedrag van een future dient te worden verstaan, de contractgrootte (lotsize) vermenigvuldigd met enerzijds de overeengekomen aan- of verkoopwaarde van het onderliggende instrument en anderzijds het aantal gekochte of verkochte contracten. Dit bedrag wordt aangepast in de posten buiten-balanstelling bij wijziging van het aantal futurescontracten. De waardeschommelingen (variation margin) worden enerzijds in de resultatenrekening en anderzijds in de balans opgenomen in de desbetreffende posten die onderverdeeld worden in functie van het onderliggende instrument. De waarborgdeponeringen inzake futures (initial margin) zijn financiële zekerheden en dienen aldus geboekt en gewaardeerd te worden. Om de waarde van het netto-actief te bepalen, wordt de aldus verkregen waardering verminderd met de verplichtingen van het fonds. 5.2 Wisselkoersen 31/12/2015 31/12/2014 1 EUR 1,0862 USD 1,2141 USD 1,0882 CHF 1,2024 CHF 0,73701 GBP 0,77890 GBP 9,6075 NOK 9,0420 NOK 18

6 Samenstelling van de activa en kerncijfers 6.1 Samenstelling van de activa op 31/12/15 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties % in bezit fonds % Portefeuille % Nettoactief Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie STAATSOBLIGATIES EN OBLIGATIES GEWAARBORGD DOOR DE STAAT BTPS I/L (EUR) 2,1% 06-17 15.09 500.000 EUR 121,0956% 605.478,00 1,57% 1,53% FRANCE O.A.T.I (EUR) 1,3% 10-19 25.07 500.000 EUR 114,5226% 572.613,00 1,49% 1,45% ITALY GOV'T (EUR) Var 05-20 15.06 500.000 EUR 107,0000% 535.000,00 1,39% 1,36% OLO 52 4% 08-18 28.03 900.000 EUR 109,5650% 986.085,00 2,56% 2,50% OLO 58 3,75% 10-20 28.09 900.000 EUR 117,6000% 1.058.400,00 2,75% 2,68% OLO 61 4,25% 11-21 28.09 900.000 EUR 123,1100% 1.107.990,00 2,88% 2,81% OLO 74 0,8% 15-25 22.06 1.000.000 EUR 98,4800% 984.800,00 2,56% 2,50% OLO 67 3% 12-19 28.09 1.000.000 EUR 111,7100% 1.117.100,00 2,90% 2,83% Totaal 6.967.466,00 18,08% 17,66% 0 0,0000 0,00 0,00% 0,00% % Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie % in bezit fonds % Portefeuille Nettoactief PRIVE AMGEN INC (EUR) 4,375% 11-18 05.12 300.000 EUR 111,1520% 333.456,00 0,87% 0,85% AMPLIFON SPA (EUR) 4,875% 13-18 16.07 250.000 EUR 107,6970% 269.242,50 0,70% 0,68% ANDRITZ AG (EUR) 3,875% 12-19 09.07 250.000 EUR 107,9020% 269.755,00 0,70% 0,68% ARCELIK (EUR) 3,875% 14-21 16.09 200.000 EUR 98,2600% 196.520,00 0,51% 0,50% ARCELORMITTAL (EUR) 3% 14-19 25.03 300.000 EUR 86,3500% 259.050,00 0,67% 0,66% CAMPARI MILANO (EUR) 4,5% 12-19 25.10 300.000 EUR 109,4140% 328.242,00 0,85% 0,83% COFINIMMO (EUR) 1,929% 15-22 25.03 400.000 EUR 99,2180% 396.872,00 1,03% 1,01% DECEUNINCK PLA (EUR) 3,75% 15-22 08.12 200.000 EUR 103,0880% 206.176,00 0,54% 0,52% HEIDELCEMENT F (EUR) 3,25% 13-21 21.10 250.000 EUR 106,0500% 265.125,00 0,69% 0,67% INFINEON TECH (EUR) 1,5% 15-22 10.03 400.000 EUR 97,1320% 388.528,00 1,01% 0,98% KESKO OYJ (EUR) 2,75% 12-18 11.09 116.000 EUR 104,0650% 120.715,40 0,31% 0,31% MANPOWERGROUP (EUR) 4,5% 12-18 22.06 450.000 EUR 108,8390% 489.775,50 1,27% 1,24% NEOPOST SA (EUR) 2,5% 14-21 23.06 300.000 EUR 92,8640% 278.592,00 0,72% 0,71% PLASTIC OMNIUM (EUR) 2,875% 13-20 29.05 400.000 EUR 104,1090% 416.436,00 1,08% 1,06% PRICELINE GROU (EUR) 2,375% 14-24 23.09 200.000 EUR 98,4490% 196.898,00 0,51% 0,50% SKF AB (EUR) 2,375% 13-20 29.10 300.000 EUR 105,2410% 315.723,00 0,82% 0,80% TESSENDERLO (EUR) 2,875% 15-22 15.07 450.000 EUR 101,3960% 456.282,00 1,18% 1,16% TIETO OYJ (EUR) 2,875% 13-19 23.05 350.000 EUR 104,0550% 364.192,50 0,95% 0,92% UCB SA (EUR) 4,125% 13-21 04.01 250.000 EUR 111,5690% 278.922,50 0,72% 0,71% VILMORIN ET CO (EUR) 2,375% 14-21 26.05 300.000 EUR 101,2890% 303.867,00 0,79% 0,77% VOESTALPINE AG (EUR) 4,75% 11-18 05.02 500.000 EUR 107,0810% 535.405,00 1,39% 1,36% Totaal 6.669.775,40 17,31% 16,91% B. Geldmarktinstrumenten % in bezit fonds % Portefeuille % Nettoactief Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie STAATSOBLIGATIES EN OBLIGATIES GEWAARBORGD DOOR DE STAAT BTPS I/L (EUR) 2,1% 11-16 15.09 500.000 EUR 108,5913% 542.956,50 1,41% 1,38% KFW (NOK) 2,875% 11-16 12.10 2.400.000 NOK 101,3710% 253.229,66 0,66% 0,64% Totaal 796.186,16 2,07% 2,02% 19

C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie % in bezit fonds % Portefeuille % Nettoactief ABERDEEN ASSET MGMT PLC 120.000 GBP 2,8940 471.201,20 1,22% 1,19% ACCELL GROUP 24.301 EUR 21,0650 511.900,57 1,33% 1,30% ACKERMANS & VAN HAAREN 9.000 EUR 135,3000 1.217.700,00 3,16% 3,09% AGEAS 18.000 EUR 42,8000 770.400,00 2,00% 1,95% AMSTERDAM COMMODITIES NV 20.000 EUR 23,2000 464.000,00 1,20% 1,18% APPLE INC 3.750 USD 105,2600 363.399,93 0,94% 0,92% BAYERISCHE MOTOREN WERKE-PRF 5.000 EUR 77,4100 387.050,00 1,00% 0,98% BOSKALIS WESTMINSTER 14.000 EUR 37,6300 526.820,00 1,37% 1,34% BREDERODE 20.000 EUR 40,5000 810.000,00 2,10% 2,05% BUWOG AG 36.000 EUR 20,0050 720.180,00 1,87% 1,83% CFE 7.000 EUR 109,1000 763.700,00 1,98% 1,94% ELIA SYSTEM OPERATOR SA/NV 19.000 EUR 42,8300 813.770,00 2,11% 2,06% EURONAV NV 15.000 EUR 12,6800 190.200,00 0,49% 0,48% EXOR SPA 15.000 EUR 42,0900 631.350,00 1,64% 1,60% FIRST PACIFIC CO 450.000 HKD 5,1400 274.676,99 0,71% 0,70% GILEAD SCIENCES INC 3.750 USD 101,1900 349.348,65 0,91% 0,89% GIMV NV 15.000 EUR 46,3550 695.325,00 1,80% 1,76% IMMOBILIERE DE BELGIQUE 12.000 EUR 42,2500 507.000,00 1,32% 1,29% IMMOFINANZ AG 252.000 EUR 2,1010 529.452,00 1,37% 1,34% INDUS HOLDING AG 6.000 EUR 44,5100 267.060,00 0,69% 0,68% INVESTOR B FRIA 17.000 SEK 312,6000 579.475,94 1,50% 1,47% JARDINE STRATEGIC HOLDINGS LTD. 9.500 USD 27,3300 239.030,57 0,62% 0,61% JOHNSON & JOHNSON 3.000 USD 102,7200 283.704,66 0,74% 0,72% LYONDELLBASELL INDU-CL A 5.500 USD 86,9000 440.020,25 1,14% 1,12% MARKEL CORP 700 USD 883,3500 569.273,61 1,48% 1,44% MEDTRONIC PLC 3.000 USD 76,9200 212.447,06 0,55% 0,54% MELEXIS 18.000 EUR 50,1800 903.240,00 2,34% 2,29% NATIONAL GRID PLC 50.000 GBP 9,3750 636.015,79 1,65% 1,61% NATIONALE BANK VAN BELGIE 175 EUR 3.297,9500 577.141,25 1,50% 1,46% NESTLE SA-REG 10.000 CHF 74,5500 685.063,68 1,78% 1,74% PHILLIPS 66 5.000 USD 81,8000 376.542,07 0,98% 0,95% PUBLICIS GROUPE 9.154 EUR 61,3800 561.872,52 1,46% 1,42% REGUS PLC 50.000 GBP 3,3320 226.048,49 0,59% 0,57% SIPEF SA 9.000 EUR 52,7700 474.930,00 1,23% 1,20% SOCFINAF 4.275 EUR 15,0000 64.125,00 0,17% 0,16% SOFINA 10.000 EUR 103,4000 1.034.000,00 2,68% 2,62% SOLVAY SA 6.500 EUR 98,4300 639.795,00 1,66% 1,62% TYSON FOODS INC-CL A 5.000 USD 53,3300 245.488,86 0,64% 0,62% UNITEDHEALTH GROUP INC 3.000 USD 117,6400 324.912,54 0,84% 0,82% VAN DE VELDE 10.000 EUR 62,7500 627.500,00 1,63% 1,59% VINCI SA 12.000 EUR 59,1400 709.680,00 1,84% 1,80% Totaal 21.674.841,63 56,25% 54,94% b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming Die niet voldoen aan de richtlijn 2009/65/EG en die staan op de lijst van de FSMA Benaming Hoeveelheid Valuta Nettoinventariswaarde Evaluatie % in bezit fonds % Portefeuille % Nettoactief AEDIFICA 15.131 EUR 60,5600 916.333,36 0,1062% 2,38% 2,32% RETAIL ESTATES 11.666 EUR 79,0000 921.614,00 0,1324% 2,39% 2,34% VASTNED RETAIL BELGIUM NV 10.500 EUR 55,9700 587.685,00 0,2067% 1,53% 1,49% Totaal 2.425.632,36 6,29% 6,15% 20

Overzicht Totaal % Totaal portefeuille 38.533.901,55 97,67% Liquide middelen 781.821,74 1,98% R/C bij Dierickx, Leys & C 781.821,74 1,98% Overige vorderingen en schulden 85.885,33 0,22% Andere 51.812,57 0,13% Totale netto inventariswaarde 39.453.421,19 100,00% Geografische en sectoriële spreiding Sectoriële spreiding Banken 2,66% Cash 2,33% Consumptie 3,95% Energie 0,95% Bonds 36,58% Farma 2,97% Financieel 3,27% Holding 12,29% Industrie 15,39% Media 1,42% Nutsvoorzieningen 3,67% Technologie 3,21% Vastgoed 9,35% Verzekeringen 1,95% 100,00% Geografische spreiding België 48,54% Duitsland 3,28% Frankrijk 7,21% Finland 1,23% Hong Kong 0,70% Ierland 0,54% Italië 7,38% Jersey 0,57% Luxemburg 3,54% Nederland 4,92% Oostenrijk 5,21% Singapore 0,61% Turkije 0,50% U.S.A. 8,95% Verenigd Koningrijk 2,81% Zweden 2,27% Zwitserland 1,74% 100,00% 21

6.2 Wijzigingen in de samenstelling van de activa van het Interbeurs Hermes Pensioenfonds omloopsnelheid Semester 1 Semester 2 volledig boekjaar Aankopen 7.480.423,32 5.229.959,46 12.710.382,78 Verkopen 4.659.884,30 5.840.384,12 10.500.268,42 Totaal 1 12.140.307,62 11.070.343,58 23.210.651,20 Inschrijvingen 479.023,18 901.481,73 1.380.504,91 Terugbetalingen 1.253.107,09 1.014.625,70 2.267.732,79 Totaal 2 1.732.130,27 1.916.107,43 3.648.237,70 Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen 39.806.246,62 38.831.719,09 39.318.982,86 Rotatie 26,15% 23,57% 49,75% gecorrigeerde omloopsnelheid Semester 1 Semester 2 volledig boekjaar Aankopen 7.480.423,32 5.229.959,46 12.710.382,78 Verkopen 4.659.884,30 5.840.384,12 10.500.268,42 Totaal 1 12.140.307,62 11.070.343,58 23.210.651,20 Inschrijvingen 479.023,18 901.481,73 1.380.504,91 Terugbetalingen 1.253.107,09 1.014.625,70 2.267.732,79 Totaal 2 1.732.130,27 1.916.107,43 3.648.237,70 Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen 39.806.246,62 38.831.719,09 39.318.982,86 Verhouding activa zonder deposito's en liquide middelen tov totale nettovermogen 99,09% 97,67% 98,38% Gecorrigeerde rotatie 25,95% 23,14% 49,09% De tabel hierboven toont het halfjaarlijkse en jaarlijkse kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief (rotatie) aan het begin en het einde van het semester. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis worden ingekeken bij Dierickx, Leys & Cie Effectenbank N.V. met zetel te 2000 Antwerpen, Kasteelpleinstraat 44, die instaat voor de financiële dienst. 6.3 Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Periode Evolutie van het aantal deelbewijzen in omloop Jaar Inschrijvingen Terugbetalingen Einde periode Kap. Kap. Kap. 2013 9.594,669 16.297,842 239.347,258 2014 10.152,289 14.028,234 235.471,313 2015 8.131,663 13.396,258 230.206,718 Periode Bedragen ontvangen en betaald door het fonds in EUR Jaar Inschrijvingen Terugbetalingen Kap. Kap. 2013 1.379.408,34 2.321.214,25 2014 1.584.369,66 2.185.682,310 2015 1.380.504,91 2.267.732,790 22

Periode Netto-Inventariswaarde op einde periode in EUR van één Jaar van het deelbewijs fonds Kap. 2013 35.883.056,29 149,92 2014 37.769.112,62 160,40 2015 39.453.421,19 171,38 6.4 Returns 1 jaar 3 jaar 5 jaar 10 jaar Fonds 6,85% 8,24% 5,54% 3,44% staafdiagram met jaarlijks rendement 30,0% 21,6% 20,0% 11,8% 4,9% 9,1% 9,3% 10,9% 7,0% 6,8% 10,0% 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 0,0% -5,5% -10,0% -20,0% -30,0% -31,2% -40,0% Rendementscijfers per 31 december 2015. Het betreft de evolutie van de netto-inventariswaarde op jaarbasis en zonder kosten (van inschrijving en terugbetaling). Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst en houden geen rekening met eventuele fusies. 6.5 Kosten Lopende kosten: 1,02% over het boekjaar 2015. Bovenstaand percentage wordt berekend op basis van de opgelopen kosten gedurende het boekjaar. De volgende kosten zijn niet in de lopende kosten opgenomen (Overeenkomstig Bijlage C, Afdeling III van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging): - de transactiekosten - rentebetalingen op aangegane leningen - betalingen uit hoofde van financiële derivaten - provisies en kosten die rechtstreeks door de belegger worden betaald - bepaalde voordelen, zoals soft commissions. De vergoeding van verhandelingsprovisie (commercieel beheer) van 0,57% wordt gedeeltelijk herverdeeld (55/57) onder de distributeurs à rato van het uitstaande saldo van het aantal deelbewijzen van hun klanten bij het fonds t.o.v. het totaal aantal deelbewijzen van het fonds. 23

6.6 Toelichting bij de financiële staten Buiten het ter zake wettelijke bepaalde, houdt het gemeenschappelijk beleggingsfonds geen rekening voor wat betreft sociale, ethische en milieuaspecten. 24