Ik kom voor mezelf op (lessenserie Omgaan met pesten) Inleiding Introductie Ik kom voor mezelf op Beginopstelling: Kring Deze dramales "Ik kom voor mezelf op" voor groep 3/4 maakt onderdeel uit van de lessenserie over omgaan met pesten. Centraal in de lessen staat het spel "Ik denk me sterk". Op de 60 kaarten uit dit spel staat een afbeelding en een helpende gedachte. Deze helpende gedachten richten zich op vier thema's: weerbare lichaamstaal, opkomen voor jezelf en een ander, zelfvertrouwen en omgaan met eigen en andermans grenzen. Door het spel in te zetten leren kinderen de eigen niet-helpende gedachten te herkennen en om te zetten in helpende gedachten. Op die manier zullen zij positiever gaan denken en gemakkelijker voor zichzelf en een ander opkomen. Het spel is los te verkrijgen via www.dramawinkel.nl/omgaanmetpesten De lessenserie voor groep 1 t/m 8 is ontwikkeld in samenwerking met Stichting Omgaan met Pesten en heeft als doel het thema pesten inzichtelijk en bespreekbaar te maken. Kijk voor meer informatie op www.omgaanmetpesten.nl en voor meer werkvormen bij het spel www.ikdenkmesterk.nl In deze les voor groep 3/4 staat het thema voor jezelf en anderen opkomen centraal. De les begint met elkaar ontmoeten en helpen. Vervolgens worden verschillende situaties gespeeld waarin het belangrijk is om voor jezelf of een ander op te komen. Welke lichaamstaal en tekst is hierbij wenselijk? Als inspiratiebron hiervoor worden de kaarten uit het spel "Ik denk me sterk" gebruikt. Selecteer voor aanvang van de les de spelkaarten die aansluiten bij de belevingswereld van uw groep. Sommige teksten kunnen te lastig zijn voor leerlingen uit groep 3/4. Bespreek met de leerlingen waar ze aan denken bij "opkomen voor jezelf en anderen". Kun je een situatie verzinnen waarin het belangrijk is voor jezelf op te komen? Misschien kunnen jullie samen een bekend sprookjesfiguur of filmpersonage noemen dat wel of juist niet voor zichzelf op kwam. Warming-up klassikaal Pagina 1 van 6
Vreemde ontmoeting Muziek: Les CD 1, nr. 11 De leerlingen lopen door de ruimte. Zij begroeten elkaar zonder tekst door elkaar een hand te geven. Wanneer ze iemand begroet hebben, lopen ze door om een ander te ontmoeten. Vervolgens noemt u andere lichaamsdelen waarmee zij elkaar begroeten. Bijvoorbeeld door het geven van een linkerhand, rechterknie of neus. Warming-up groepjes Pagina 2 van 6
Hulp gevraagd Muziek: Les CD 1, nr. 6 Groepsverdeling: Tweetallen Bij hulp vragen hebben kinderen de neiging om niet duidelijk te zijn over welke hulp ze precies zouden willen. En bij hulp bieden neemt de helper het vaak over van het kind of lost het helemaal op. Dit ontneemt juist de eigen kracht. De leerlingen staan in tweetallen verspreid in de ruimte. U noemt telkens een handeling die lastig is om in je eentje te doen. Eén leerling van ieder tweetal, leerling 1, beeldt zonder geluid uit dat hij of zij de handeling met moeite zelf uitvoert. De ander kijkt toe en helpt niet. Noem nu een volgende handeling waarbij leerling 2 deze met moeite uitbeeldt. Leerling 1 komt ongevraagd helpen en neemt het helemaal over. Bij een zware doos tillen, doen ze dit dus niet samen, maar wordt de doso alleen door de ander gedragen. In een volgende handeling speelt leerling 1 weer met moeite het uitvoeren ervan. Vervolgens vraagt hij of zij aan leerling 2 om te helpen en laat duidelijk zien welke hulp gewenst is. Leerling 2 komt erbij en samen spelen ze hoe je de handeling gemakkelijker samen kunt doen. Laat de duo's nu hun favoriete handeling presenteren, waarbij ze zelf de manier van helpen kiezen (niets doen, het overnemen of hulp vragen om het samen te doen). Welke manier van helpen voelt het fijnst? Waarom? Op welke manieren kun je hulp vragen of aanbieden? Wanneer heb je voor het laatst zelf hulp gevraagd of aangeboden? Heb je weleens iemand geholpen toen hij of zij zich naar voelde of een ander vervelend deed? Voorbeelden: afwassen een zware doos tillen tennissen een schilderij ophangen een bal overgooien slingers ophangen vliegeren een boomhut bouwen Kern Pagina 3 van 6
Een goed gevoel Tijdsduur: 10 minuten Benodigdheden: Ik denk me sterk spel De leerlingen zitten in een kring. Leg de spelkaarten van het "Ik denk me sterk" spel verspreid in het midden van de kring met de afbeelding naar boven. Zorg ervoor dat u hiervoor alleen de kaarten gebruikt die qua tekst aansluiten bij de belevingswereld van uw leerlingen. De leerlingen bekijken de kaarten goed en kiezen ieder een kaart die hen een goed gevoel geeft. De achterkant van de kaart lezen ze nog niet. De leerlingen lopen door de ruimte. U pakt een kaart van iemand aan en leest de tekst op de achterkant hardop voor. De leerlingen beelden nu direct zonder geluid deze zin uit. Dit mag in samenspel met anderen of alleen. Bijvoorbeeld bij "Ik stel mijn vragen", kunnen zij op elkaar af lopen en pantomimisch vragen stellen. Of ze knuffelen zichzelf bij "Ik ben mijn eigen beste vriend". Alles is hierin goed, zolang ze met respect met zichzelf en elkaar omgaan. Ga hiermee door totdat u ieders kaart voorgelezen heeft. Mijn kaart U legt de kaarten die u zojuist van de leerlingen gepakt heeft, opnieuw op de grond met de afbeelding naar boven. Ieder pakt nu een willekeurige kaart, waarbij juist niet de eigen kaart van de vorige opdracht gekozen wordt. De leerlingen staan in de kring met de spelkaart voor zich, zodat iedereen in de kring de afbeelding kan zien. U geeft één van de leerlingen de beurt. Deze leerling loopt naar degene toe die zijn of haar kaart vastheeft en probeert de ander te overtuigen de kaart terug te geven. Dit gebeurt pantomimisch en zonder de ander aan te raken. Als de ander zich op een prettige manier aangesproken voelt om de kaart terug te geven, worden de kaarten gewisseld. Nu is een volgende leerling aan de beurt. Ga hiermee door totdat alle leerlingen hun eigen kaart weer terug hebben. Welke manieren werken om hierin voor jezelf op te komen? Pak een aantal voorbeelden terug van soorten lichaamstaal die u gezien heeft (houding, mimiek, gebaren). Wat zou juist niet werken? Pagina 4 van 6
Ik kom voor mezelf op (maakopdracht) Tijdsduur: 10 minuten Groepsverdeling: Groepjes U verdeelt de leerlingen in groepjes van 3 personen. Gezamenlijk bepaalt u een locatie waar veel verschillende situaties kunnen ontstaan, bijvoorbeeld het zwembad. Ieder groepje bedenkt een situatie in die locatie waar je voor jezelf op kunt komen. Een kind spettert je nat, terwijl je dat niet wilt. Iemand dringt voor bij de kassa. Of je luchtbed wordt afgepakt. De groepjes maken een korte scène zonder tekst in de volgende stappen: de locatie (de kinderen spelen apart van elkaar in het zwembad) de ongewenste situatie (het luchtbed wordt afgepakt) de gewenste reactie (het kind komt voor zichzelf op) de locatie met eventueel een aanpassing door de eerdere situatie (de kinderen spelen samen verder) Laat eerst klassikaal een voorbeeld zien, zodat de leerlingen begrijpen wat er van hen verwacht wordt. Er zullen ongetwijfeld een aantal dezelfde situaties gekozen worden. Dit is uiteraard geen enkel probleem; het gaat om de uitwerking ervan. Hierna worden de scènes gepresenteerd. Welke situaties heb je gezien? Welke reacties werken goed om voor jezelf op te komen? En welke manieren van voor jezelf opkomen zijn ook fijn voor de ander, zodat je na de situatie weer goed met elkaar om kunt gaan? Soms hebben kinderen namelijk de voorkeur van een agressieve wijze van voor zichzelf opkomen. We hebben in deze les alles zonder tekst gespeeld. Welke teksten zouden passen bij voor jezelf opkomen? Afsluiting Pagina 5 van 6
In balans Categorie: Samenwerking Muziek: Les CD 1, nr. 16 Groepsverdeling: Tweetallen Als afsluiting een mooie oefening, waarbij het samen hulp geven en vragen in evenwicht moet zijn. De leerlingen staan in tweetallen tegenover elkaar. Ze strekken de armen voor zich uit en plaatsen de handen tegen elkaar. Eén leerling begint met bewegen en de ander helpt om hem of haar daarbij in balans te houden. Hierna wisselen de leerlingen van rol. Variatie: De leerlingen bewegen allebei en houden elkaar daarbij in balans. Pagina 6 van 6