AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Basso r M.17 1 d1 519

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

Avans Hogeschool, Breda. HBO-Bachelor Technische Informatica

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Bijlage A Competenties van de opleiding

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Bouwkunde en Bouwtechnische Bedrijfskunde

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Christelijke Hogeschool Ede

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Instrument. Avans-audit op onderwijskwaliteit. Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon

Informatie werkplekleren

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Facility Management

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

AVANS Hogeschool. Personeel & Arbeid s-hertogenbosch

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Personeel en Arbeid

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bacheloropleidingen Chemie Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Normkader: Onderwijsmonitor 2017 (facultair).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Informatie over het Afstuderen

AVANS Hogeschool, Breda

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Alliantie Kunsten Fontys Zuyd. Master Kunsteducatie

(versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005

NHL Hogeschool. HBO-Bachelor: Cluster Bouwkunde, Civiele Techniek & Verkeerskunde

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

: 25 mei 2016 : 25 juli 2016

AVANS Hogeschool, Breda

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Hogeschool NCOi

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. Gegevens : Christelijke Hogeschool Windesheim : Commerciële Economie

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Informatica, s-hertogenbosch

De onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

AVANS Hogeschool B.V. Toets Nieuwe Opleidingen: - Master of Marketing & - Master of Strategic Management

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Management & Organisatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Financial Services Management van de Hogeschool NCOI

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw

Normkader: Onderwijsmonitor 2017 (opleidingen)

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie september 2014

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

Hogeschool Rotterdam. Technische Bedrijfskunde

Kritische reflectie voor de beperkte opleidingsbeoordeling. (naam opleiding) (naam Academie) Avans Hogeschool. Colofon

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

LOI Hogeschool. Cluster Informatica: Bedrijfskundige Informatica Informatica (Software Engineering) Technische Informatica

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Avans Hogeschool

AVANS Hogeschool, Tilburg

Hanzehogeschool Groningen. Personeel en Arbeid HBO-Bachelor en Associate degree

NTI Hogeschool. Opleiding: Hogere Europese Beroepen Opleiding

Avans Hogeschool. Accountancy Breda Voltijd en duaal. Beperkte opleidingsbeoordeling. Netherlands Quality Agency (NQA) December 2013

Hogeschool Utrecht. Mondzorgkunde

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

NHL Hogeschool. HBO-Bachelor Communicatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. De handleiding. voor het schrijven van een opleidingskader

ICLON Powerpoint sjabloon

Transcriptie:

AVANS Hogeschool HBO-Bachelor Personeel en Arbeid (voltijd) Breda Netherlands Quality Agency (NQA) December 2010

2/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

Managementsamenvatting Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency (NQA) een bestaande hbo-bacheloropleiding heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding opgesteld. De rapportage heeft betrekking op: Instelling AVANS Hogeschool Opleiding Personeel en Arbeid Breda Variant Voltijd Croho-nummer 34609 Locatie Breda Auditdatum 28 september 2010 Auditteam Mevrouw dr. P.J. Biemans (vakdeskundige) De heer drs. N.J.M. Kwantes RB (vakdeskundige) Mevrouw H.H.D. Monster (studentlid auditteam) Mevrouw mr. K.S. Visscher (NQA-auditor) Mevrouw C.A.J. Witsenboer BComn & BEd (NQA-auditor) Door AVANS Hogeschool is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande voltijd hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid te Breda. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt. Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleiding heeft NQA een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Doelstelling van de opleiding De eindkwalificaties van de opleiding voldoen aan de eisen van vakgenoten en de opleidingscompetenties sluiten aan op de domeincompetenties uit het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel. De opleidingscompetenties zijn in overleg met het relevante beroepenveld opgesteld en worden in samenspraak met het werkveld regelmatig geactualiseerd. De opleiding profileert zich als een brede opleiding personeelsmanagement, nadrukkelijk gericht op de beroepspraktijk en met een bedrijfsmatige invalshoek. Met overzichtsschema s toont de opleiding helder aan dat de opleidingscompetenties aansluiten bij de Dublin descriptoren, de tien hbo-kernkwalificaties als ook de domeincompetenties. De eindkwalificaties zijn beschreven voor een beginnend beroepsbeoefenaar. NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 3/67

Programma Het curriculum is voor een deel van de propedeuse gezamenlijk met de andere opleidingen van de Academie voor Algemeen en Financieel Management (AAFM) vormgegeven en een deel van de propedeuse en de hoofdfase met de opleiding Management Economie en Recht (MER). Hierdoor komt de gewenste meer bedrijfsmatige oriëntatie van het vakgebied personeelsmanagement tot zijn recht. Het didactisch concept van de opleiding bestaat uit een doordacht competentiegericht model dat op samenhangende wijze is ingevuld. Het curriculum is thematisch vormgegeven, sterk gericht op de beroepspraktijk en er wordt gebruik gemaakt van actuele en relevante, met name Nederlandstalige, vakliteratuur. Internationale ontwikkelingen zouden sterker mogen worden aangezet in het programma, evenals onderzoeksvaardigheden. Docenten komen uit de recente beroepspraktijk en dragen in voldoende mate zorg voor het inbrengen van actuele ontwikkelingen in het programma en het verbinden van theorie met de beroepspraktijk. De opleiding toont duidelijk aan dat alle competenties in het programma aan de orde komen. Ofschoon de opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten voor studieduur en instroom, worden er geen eisen gesteld aan het profiel/vakkenpakket van de vooropleiding waardoor in combinatie met een sterke bedrijfseconomische/bedrijfskundige insteek in de propedeuse, de aansluiting tussen de vooropleidingseisen en de propedeutische fase niet sluitend is. De studielast is gelijkmatig verspreid over de opleiding. Het toetsbeleid van de opleiding is aan de maat maar kan verder geprofessionaliseerd worden. Kennistoetsing heeft een duidelijke functie naast de competentietoetsing en beide sluiten goed aan op het onderwijs. Inzet van personeel Het docententeam van de opleiding is grotendeels vernieuwd en heeft de capaciteiten in huis om het brede veld van personeelsmanagement te dekken. Een belangrijk deel van de docenten heeft de beschikking over recente praktijkervaring en iets meer dan de helft is academisch geschoold. De opleiding heeft een helder aanstellingsbeleid en investeert in de professionalisering van de docenten. Studenten zijn tevreden over de kwaliteit en bereikbaarheid van de docenten. Voorzieningen De opleiding beschikt over toereikende voorzieningen voor het onderwijs, waaronder voldoende ruimtes voor het werken in groepen of zelfstandig werken en een leer- en werkomgeving voorzien van mediatheek. Daarnaast zijn de openingstijden ruim zodat de studenten afdoende mogelijkheden hebben om gebruik te maken van de leer- en werkomgeving. De studiebegeleiding is door de opleiding op een duidelijke manier vormgegeven. Het is voor de student inzichtelijk bij wie zij terecht kunnen voor vragen en problemen. Studenten zijn daarbij in steeds hogere mate zelf verantwoordelijk. Via de digitale systemen, de Portal en Blackboard, worden studenten op een adequate wijze geïnformeerd over de studie, zowel organisatorisch als onderwijsinhoudelijk. 4/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

Interne kwaliteitszorg De opleiding hanteert een adequaat kwaliteitszorgbeleid en kwaliteitszorgsysteem om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en past dit op systematisch wijze toe. De opleiding legt de kwaliteitsplanning vast en maakt gebruik van diverse evaluatie-instrumenten om het onderwijs te evalueren aan de hand van toetsbare streefdoelen. De opleiding formuleert verbeteracties, voert deze uit en betrekt de relevante belanghebbenden bij de kwaliteitszorg van de opleiding. Resultaten De afstudeeropdrachten getuigen van hbo-niveau. De onderzoeksmatige uitwerking van de vraagstelling van de afstudeerwerkstukken en het gebruik van Engelstalige literatuur kan nog versterkt worden. Het werkveld is, ondanks dat het auditteam dit niet in alle gevallen heeft geconstateerd, tevreden over het eindniveau van de afgestudeerden van de opleiding en geeft aan dat de afgestudeerden zich in hun ogen onderscheiden door hun duidelijke bedrijfsmatige profiel, wat aansluit bij de behoeften in het werkveld. De opleiding heeft inzicht in de rendementsgegevens en heeft daar streefcijfers voor geformuleerd. Niet in alle gevallen worden deze streefcijfers behaald. De opleiding heeft acties ondernomen om de uitval terug te dringen. Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid van AVANS Hogeschool aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2. NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 5/67

6/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

1 Basisgegevens 9 2 Beoordeling 11 2.1 Doelstellingen van de opleiding 11 2.2 Programma 16 2.3 Inzet van personeel 31 2.4 Voorzieningen 35 2.5 Interne kwaliteitszorg 37 2.6 Resultaten 41 3 Bijlagen 45 Bijlage 1 Deskundigheden auditteam 47 Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam 51 Bijlage 3 Bezoekprogramma 57 Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal 59 Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 65 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 7/67

8/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

1 Basisgegevens De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid voltijd Breda zijn in onderstaande tabel weergeven. 1. Naam instelling AVANS Hogeschool. 2. Status instelling Bekostigd 3. Naam opleiding in CROHO Personeel en Arbeid 4. Registratienummer in CROHO 34609 5. Oriëntatie en niveau Hbo-bachelor 6. Aantal studiepunten 240 7. Afstudeerrichting(en) Personeel en Arbeid 8. Locatie Breda 9. Code of conduct Getekend (op hogeschoolniveau) 10. Variant Voltijd 11. Inhoudelijk profiel opleiding De focus van de opleiding is sinds het Format 2004+ verschoven van het welzijn van het individu binnen de context van de organisatie naar de focus gericht op continuïteit van de organisatie als geheel. De opleiding heeft drie profielpunten benoemd die voor alle studenten aan bod komen en waarvan de docenten specifieke expertise beschikken: Strategische betrokkenheid: in de rol van adviseur en strategisch partner van het management ondersteuning geven in de strategieontwikkeling van het bedrijf. Bedrijfskundige ontwikkeling: organisatiestructuur ontwerpen en implementeren, tevens adviseren en uitvoeren bij verandertrajecten. Sociale deskundigheid: invulling geven aan het sociale beleid dat nauw samenhangt met het strategische beleid; hierbij spelen aspecten een rol zoals de wijze waarop mensen met elkaar omgaan binnen arbeidsorganisaties, samenwerkingsprocessen, arbeidsrelaties en goed werkgeverschap. 12. Beoogd werkveld alumni Studenten komen meestal in grotere organisaties in het bedrijfsleven terecht. Maar ook is het goed mogelijk om in de non-profit sector te werken, bijvoorbeeld bij de overheid of een zorginstelling. De functies die zij hier vervullen zijn divers, zoals HR(M)-manager, personeelsfunctionaris, loopbaanadviseur, organisatieadviseur, HR-adviseur, compensation & benefits manager. 13. Plaats opleiding in organisatie-structuur hogeschool 14. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 15. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie De voltijd opleiding P&A maakt onderdeel uit van de Academie van Algemeen en Financieel Management (AAFM). AAFM is een van de negentien academies binnen Avans Hogeschool. Vorige visitatie Jaar: 2004 Besluit NVAO: 17 oktober 2006. De belangrijkste wijzigingen betreffen: 1) vernieuwing van het docenten team 2) vernieuwing van het curriculum. Dit ook in antwoord op aanbevelingen van NVAO in 2004 bij de vorige visitatie van de opleiding P&A. NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 9/67

16. Schema opbouw programma De opleiding is vormgegeven volgens de majorminorstructuur in overeenstemming met het beleid van Avans Hogeschool. De eerste twee blokken van de propedeuse van de opleiding worden gezamenlijk met de overige opleidingen van de AAFM uitgevoerd. De laatste twee blokken van de propedeuse en een deel van het tweede en derde jaar worden gezamenlijk met de opleiding Management Economie en Recht (MER) ingevuld. De major van de opleiding bestaat uit Personeelsmanagement en de minor kent een individuele profilering. De vierjarige opleiding is thematische ingericht en ingedeeld in een propedeuse en een hoofdfase en bestaat per jaar uit vier perioden of blokken van tien weken. In het derde jaar volgen de studenten in de eerste twee blokken een stage. In het vierde jaar volgen de studenten in eerste twee blokken de minor. In het laatste jaar zijn de laatste twee blokken gereserveerd voor de afstudeeropdracht. Schema opbouw curriculum opleiding P&A voltijd Avans Breda Jaar 1 Blok 1 De omgeving van een externe organisatie 13 ec Blok 2 De processen binnen een organisatie 13 ec Blok 3 Het ondernemingsplan 13 ec Blok 4 De arbeidsovereenkomst 13 ec Studieloopbaan Verbredingsfase BCV Engels 4 ec 2 ec 2 ec Jaar 2: Blok 5 HR Toolkit 13 ec Blok 6 Performancemanagement 13 ec Blok 7 HRM en Organisatieverandering 13 ec Blok 8 Management van personeel en veranderingen 13 ec Studieloopbaan Verbredingsfase BCV Engels 4 ec 2 ec 2 ec Jaar 3: Blok 9+10 Stage incl. intervisie Blok 11 Beleidsnotitie Blok 12BK Verbeteren bedrijfsprocessen Studieloopbaan Verdiepingsfase Jaar 4 Blok 13+14 Minor in kader individuele profilering Blok 15+16 Afstuderen 31 ec 12 ec 13 ec 4 ec 30 ec 30 ec 10/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

2 Beoordeling Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleiding: Onderwerp Oordeel Facet Oordeel 1 Doelstellingen P 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau 1.3 Oriëntatie hbo 2 Programma P 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming vormgeving inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing 3 Inzet personeel P 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit 4 Voorzieningen P 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding 5 Interne kwaliteitszorg P 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen verbetering 5.3 Betrokkenheid 6 Resultaten P 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Goed Goed Voldoende Goed Goed Goed Voldoende Voldaan Goed Voldoende Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Voldoende Voldoende Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbobacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda van AVANS Hogeschool aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleiding. Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau. 2.1 Doelstellingen van de opleiding Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 11/67

Bevindingen De opleiding Personeel en Arbeid, door Avans Hogeschool aangeduid als de opleiding Personeelsmanagement, maakt deel uit van het domein Bachelor of Business Administration binnen de sector Hoger Economisch Onderwijs (HEO) en maakt binnen Avans Hogeschool onderdeel uit van de Academie van Algemeen en Financieel Management (AAFM). De opleiding heeft de eindkwalificaties afgeleid van de domeincompetenties uit het landelijk beroepsprofiel, beschreven in Domeincompetenties en Illustraties Business Administration 2005. Daarnaast heeft de opleiding gebruik gemaakt van de hbo-kernkwalificaties, het beroepsdomein P&A en het competentiegericht curriculum uit het landelijk opleidingsprofiel Format P&A 2004+, dat is opgesteld door het Landelijk Opleidingsoverleg P&A (LOPA). De opleiding participeert in het LOPA. In 2008 zijn de landelijke opleidingscompetenties geactualiseerd naar aanleiding van veranderingen van kerntaken van het beroep van de HR-professional en ontwikkelingen in het onderwijs. Deze veranderingen zijn vastgelegd in het Format P&A 2008+ (uitgave van het LOPA). Hiermee wil het LOPA de herkenbaarheid van P&Aopleidingen vergroten richting het werkveld. De opleiding heeft vervolgens de Kerntaken van het beroep uit dit format nader uitgewerkt en daarmee de opleidingscompetenties aangescherpt. Als aanvulling op de landelijke eindcompetenties is er landelijk per domein een Body of Knowledge and Skills (BoKS) opgesteld waarin per competentie dieper wordt ingegaan op achterliggende basiskennis en deskundigheidsgebieden. In afwachting van de landelijke ontwikkelingen heeft de opleiding een BoKS gedefinieerd gebaseerd op de lijn zoals uitgezet voor de BoKS voor het domein BBA. Deze is geaccordeerd door de Werkveld Advies Raad (WAR) van de opleiding. Aan de hand van actuele ontwikkelingen in het werk- en onderwijsveld heeft de opleiding op basis van de landelijke domeincompetenties, de tien hbo-kernkwalificaties en de competenties van het landelijk opleidingsprofiel en de Dublin descriptoren een nieuw Opleidingskader P&A (2010) samengesteld. Hierin zijn acht eindcompetenties van de opleiding geformuleerd. De achtste competentie is de zelfsturende competentie. Deze is uitgewerkt in een aantal gedragscompetenties, waarmee de opleiding het belang van gedragscompetenties wil benadrukken. De acht eindcompetenties worden sinds september 2009 gebruikt. In het Opleidingskader P&A 2010 is nadrukkelijk de inbreng van de WAR zichtbaar gemaakt. Het volledige overzicht van de competenties is opgenomen in bijlage 5. De opleiding profileert zich als een opleiding personeelsmanagement. Zij leidt de studenten breed op. Personeelszaken worden beschouwd vanuit een brede bedrijfsmatige oriëntatie, waarin aandacht wordt besteed aan een integrale benadering van bedrijf en organisatie. De officiële naam van de opleiding is personeel en arbeid, maar door actuele ontwikkelingen, zoals de aansluiting bij het HEO en een verschuiving in de beroepspraktijk naar management, past de naam personeelsmanagement beter bij wat studenten leren en toepassen. Met de keuze voor een meer bedrijfsmatige benadering gericht op drie profielpunten, strategische betrokkenheid, bedrijfskundige ontwikkeling en sociale deskundigheid, onderscheidt de opleiding zich van collega-opleidingen zoals Fontys, Inholland en de Haagse 12/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

Hogeschool. De genoemde instellingen kennen meer een mix van bedrijfskundige en sociale componenten waar deze opleiding zich vooral richt op de bedrijfskundige benadering. Het LOPA heeft begin 2010 een begin gemaakt met een internationale vergelijking van P&A-opleidingen. Ten tijde van het visitatiebezoek waren hiervan nog geen uitkomsten bekend. De opleiding heeft vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek van het LOPA een globale internationale verkenning uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de nadruk binnen de opleiding Personeel & Arbeid in landen als Groot Brittannië, Duitsland en België meer lijkt te liggen op de sociaal agogische benadering en minder op de organisatiekundig-economische invalshoek. Overwegingen Het auditteam is van mening dat de eindkwalificaties van de opleiding voldoen aan de eisen van vakgenoten. De opleidingscompetenties sluiten aan op de domeincompetenties uit het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel. Het auditteam constateert dat de opleiding de actualisatie van de competenties naar aanleiding van ontwikkelingen in het beroepenveld actief volgt en hieraan ook invulling geeft. De aansluiting van de competenties op het beroepenveld bespreekt de opleiding in het Landelijk Opleidingsoverleg P&A (LOPA) en in de Werkveld Advies Raad. De opleiding profileert zich als een brede opleiding personeelsmanagement nadrukkelijk gericht op de beroepspraktijk en met een bedrijfskundige invalshoek. Het auditteam vindt het een gemis dat de opleiding nog geen intensieve internationale vergelijking heeft gemaakt. In een internationale en Europese arbeidsmarkt wordt de internationale oriëntatie van personeel en arbeid immers steeds belangrijker, aldus het auditteam. Conclusie Op basis van bovenstaande bevindingen en kritische overwegingen over het ontbreken van een intensieve internationale vergelijking komt het auditteam tot het oordeel voldoende. Niveau bachelor (facet 1.2) De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen De eindkwalificaties van de opleiding zijn afgeleid van de landelijke domeincompetenties van de Bachelor of Business Administration en de landelijke opleidingscompetenties. De landelijke beroeps- en opleidingsprofielen beschrijven de competenties die een HR-professional moet bezitten om het beroep op hbo bachelor niveau uit te kunnen voeren. De opleiding heeft als bijlage bij het Opleidingskader P&A 2010 een schema opgenomen waarin een vertaling van de Dublin descriptoren naar de competenties van de opleiding is opgenomen. Hierin is bijvoorbeeld aangegeven dat de Dublin descriptor oordeelsvorming voorkomt in de competenties PA1 Bijdragen aan de strategieontwikkeling van het bedrijf, PA2 Bijdragen aan en adviseren met betrekking NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 13/67

tot HRM-beleidsontwikkeling, PA3 Adviseren met betrekking tot toepassing van en zelf uitvoeren van HRM-beleid, PA5 Opstellen regelgeving HRM en bijdragen aan HRM verbonden (financieel) economische vraagstukken en PA6 Initiëren, begeleiden en uitvoeren van organisatieveranderingen. Tevens heeft de opleiding beschreven welke visie zij heeft ten aanzien van de vijf Dublin descriptoren door per descriptor te beschrijven wat deze voor haar inhoudt. Zo is bijvoorbeeld de descriptor toepassing als volgt uitgewerkt: Voor personeelsmanagers houdt kennistoepassing in: wetenschappelijke resultaten gebruiken voor de ontwikkeling van personeelsinstrumenten, methodisch implementeren van personele instrumenten in een organisatie, zelf deze instrumenten uitvoeren en vaardig zijn in het handelen: werven, selecteren, belonen, arbeidsvoorwaarden, functioneren, beoordelen, opleiden, loopbaanplanning, uitstroom. De opleiding werkt met niveaus van competentieontwikkeling. Zij heeft hierbij aansluiting gezocht bij de uitwerking in drie niveaus naar advies van het Sectoraal Advies College (SAC) en de sectorraad Hoger Economisch Onderwijs. De niveaus variëren van het uitvoeren van eenvoudige taken onder begeleiding tot het vermogen tot zelfstandig advies uit te brengen in complexe situaties. De opleiding heeft vervolgens twee doorslaggevende criteria opgesteld, die ze van belang acht om zich concreet een oordeel te vormen over niveau c.q. om richting te geven aan niveau: 1. Complexiteit van taak en context 2. Mate van zelfstandigheid en begeleiding: ondernemendheid Voor beide criteria complexiteit en ondernemendheid is een onderscheid gemaakt in een opbouw van laag naar hoog, van niveau één naar niveau drie. Een combinatie van de criteria heeft de opleiding opgenomen in een tabel. De niveaus zijn op de volgende manier ingedeeld in het curriculum: eerste jaar niveau één, tweede jaar niveau twee, derde jaar niveau twee en drie, vierde jaar niveau drie. In het Opleidingskader P&A 2010 heeft de opleiding de twee criteria complexiteit en ondernemendheid uitgewerkt in bijvoorbeeld aanpak probleem en resultaat, aantal variabelen en handelingsniveau. Vervolgens zijn deze beschreven voor de niveau-aanduidingen laag - gemiddeld - hoog. Overwegingen Met overzichtsschema s toont de opleiding op een overzichtelijke wijze aan dat de opleidingscompetenties aansluiten bij de Dublin descriptoren, de tien hbo-kernkwalificaties als ook de domeincompetenties. Daarnaast heeft de opleiding in de competenties een onderscheid gemaakt in drie niveaus en heeft deze verder uitgewerkt. Het auditteam is van mening dat de opleiding dit op een heldere manier heeft omschreven. De gedetailleerde uitwerking naar criteria en niveau, maakt het goed mogelijk de competenties te toetsen en te beoordelen. Conclusie Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed. 14/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3) De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen De eindkwalificaties van de opleiding zijn afgeleid van de domeincompetenties uit het landelijke beroepsprofiel van 2005 en het landelijk opleidingsprofiel van 2004 en 2008, zoals beschreven bij facet 1.1. Bij het opstellen van deze landelijke profielen zijn de beroepswerkzaamheden die aan de beginnende beroepsbeoefenaar kunnen worden opgedragen als uitgangspunt genomen. In het Opleidingskader P&A 2010 van de opleiding is een karakterisering van de actuele beroepspraktijk opgenomen waartoe de opleiding opleidt. De opleiding geeft aan dat afgestudeerden inzetbaar zijn in diverse HR-functies. De opleiding noemt de volgende functies van afgestudeerden: Personeelsmanager, Personeelsfunctionaris, HRM adviseur, HR Professional, maar ook Loopbaanadviseur, Organisatieadviseur, Trainer bedrijfsopleidingen, Compensation & Benefitsmanager en Training & Development Manager. De opleiding participeert in het Landelijk Opleidingsoverleg P&A (LOPA). Door deelname aan het overleg blijft de opleiding op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het beroepenveld. Daarnaast heeft de opleiding een eigen Werkveld Advies Raad (WAR). Het opleidingsmanagement geeft in het gesprek met het auditteam aan dat de banden met de WAR sinds 2008 zijn versterkt. In de raad zijn nieuwe leden gekomen, naast de vertegenwoordigers uit het werkveld die al langer voor de WAR actief zijn. In de Werkveld Advies Raad van de opleiding nemen negen vertegenwoordigers uit het (regionale) werkveld deel, onder wie HRM-managers van de gemeente Breda, een ziekenhuis en bekende Nederlandse bedrijven. De Werkveld Advies Raad komt drie tot viermaal per jaar bijeen om de wensen van de beroepspraktijk af te stemmen op de opleiding. Het auditteam heeft notulen van deze bijeenkomsten ingezien en stelt vast dat de opleiding regelmatig met de leden van de WAR spreekt over ontwikkelingen in het beroep en consequenties daarvan voor de opleiding. Voorbeelden van gespreksonderwerpen zijn het opleidingsprofiel, de invulling van de BoKs, het belang van ICT in HRM en de effecten van de economische crisis. De leden van de WAR leveren daarnaast opdrachten voor beroepsproducten. Uit gesprekken met de WAR constateert het auditteam dat zij positief is over de wijze waarop de opleiding invulling geeft aan de verstrekte adviezen. De WAR heeft de opleiding bijvoorbeeld gewezen op de importantie van binden en boeien van medewerkers in bedrijven en hoe bedrijven hiermee omgaan. Dit is door de opleiding meegenomen bij het opstellen van het Opleidingskader P&A 2010. NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 15/67

Overwegingen Het auditteam stelt vast dat de opleidingscompetenties in overleg met het relevante beroepenveld zijn opgesteld. De opleiding bespreekt de eindkwalificaties met het werkveld en dat resulteert in aanpassingen of actualisatie van de competenties. Het auditteam is van mening dat het niveau van de eindkwalificaties goed is beschreven voor een beginnend beroepsbeoefenaar. Conclusie Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed. Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp Doelstellingen van de opleiding positief. 2.2 Programma Eisen hbo (facet 2.1) Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen De opleiding sluit aan bij het opleidingsmodel van de Academie van Algemeen en Financieel Management (AAFM) dat gericht is op versterking van de beroepsgerichtheid van de opleidingen die tot de academie behoren. De pijlers van dit opleidingsmodel zijn nader uitgewerkt in het Opleidingskader P&A 2010 en hanteren als uitgangspunten de ondernemende student, competentiegericht onderwijs en het sociaalconstructivisme als leertheorie. Het opleidingsmodel zoals omschreven in het Opleidingskader P&A 2010 is sinds september 2009 operationeel. Dit betekent dat de propedeuse, het eerste kwartaal van het tweede jaar en de minoren conform dit kader zijn ingevuld. Met name de propedeutische fase kent een sterke bedrijfseconomische/bedrijfskundige insteek. Het auditteam merkt op dat er hierdoor minder ruimte is voor HRM onderdelen in deze fase van de opleiding. Anderzijds heeft het auditteam veel waardering voor de stappen die de opleiding in de afgelopen jaren heeft gezet vooral op het gebied van de praktijkgerichtheid van de opleiding. De uitgangspunten en plannen zoals omschreven in het Opleidingskader P&A 2010 vindt het auditteam veelbelovend. Tegelijkertijd constateert het auditteam dat ten tijde van het visitatiebezoek nog slechts een beperkt deel van de studenten hiermee te maken heeft. Beoordeling van de opleiding vindt 16/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

daarom deels op grond van het vorige curriculum en deels op grond van het nieuwe curriculum plaats. De gebruikte vakliteratuur voor kennisontwikkeling bestaat uit boeken en vaktijdschriften en deze worden periodiek gecontroleerd op actualiteit. Het auditteam heeft de literatuurlijst bestudeerd en constateert dat de opleiding actuele, relevante literatuur hanteert. De opleiding gebruikt voornamelijk Nederlandstalige literatuur. In de gesprekken geven zowel docenten als studenten aan dat in de lessen af en toe gebruik wordt gemaakt van videomateriaal van internationale HR iconen en dat sommige docenten in de voorbereiding van hun lessen gebruikmaken van Engelstalige literatuur. Het auditteam is echter van mening dat de literatuurlijst meer Engelstalige HRMvakliteratuur zou moeten bevatten omdat de Angelsaksische landen een vooraanstaande rol vervullen bij de ontwikkelingen op HRM-gebied en gezien de toenemende invloed van internationale ontwikkelingen op organisaties (internationale organisaties in Nederland, toenemende Engelstaligheid op de werkvloer, vervagende grenzen, et cetera). Toegepast onderzoek komt aan de orde in het programma doordat elk thema een praktijkgerichte opdracht (beroepsproduct) omvat. In blok zes wordt daarnaast aandacht besteed aan onderzoeksvaardigheden doordat studenten een eigen onderzoek leren opzetten en voor de dataverwerking gebruik leren maken van SPSS. Dit krijgt een vervolg in blok twaalf waarin de studenten worden voorbereid op de afstudeeropdracht. In de afstudeeropdracht lossen studenten zelfstandig een praktijkprobleem op aan de hand van een eigen onderzoek. De opleiding is betrokken bij het Lectoraat HRM doordat één docent van de opleiding participeert in de kenniskring van het lectoraat. Het Lectoraat heeft een rol gespeeld in het vernieuwingsproces van de opleiding maar opereert in beginsel op afstand van de opleiding en heeft geen rol in de onderzoekslijn van het onderwijsprogramma. Het auditteam vindt dit een gemis. Recent heeft de AAFM besloten het Lectoraat voor vier jaar voort te zetten en heeft hierbij nieuwe ambities vastgesteld. Eén van de ambities is om onderwijs en onderzoek meer te integreren. Een voorbeeld hiervan is dat gedurende twee jaar een experiment is gestart waarbij P&A studenten actief worden ingezet als onderzoeksassistent. Het auditteam is van mening dat dit een waardevol initiatief is voor de versterking van de onderzoekscomponent in de opleiding. Het lectoraat kent echter geen verdere bemoeienis met het ontwikkelen van onderzoekscompetenties bij docenten en dit vindt het auditteam jammer. Studenten kunnen kiezen voor een doorstroomminor Personeelwetenschappen en organisatiewetenschappen die wordt gegeven aan de Universiteit van Tilburg, waarmee de AAFM een convenant heeft afgesloten. Deze minor geeft recht op een gedeeltelijke vrijstelling van een pre-master traject aan de Universiteit van Tilburg. In september 2008 zijn er tien studenten toegelaten tot het pre-master traject van de Universiteit van Tilburg waarvan vijf van de opleiding Personeel en Arbeid. In september 2009 zijn vier studenten van de opleiding Personeel en Arbeid toegelaten tot de pre-master. Zij hebben allen met succes de pre-master afgerond. Voor advisering over actuele ontwikkelingen in het werkveld bij het ontwikkelen van het onderwijsprogramma betrekt de opleiding vertegenwoordigers uit het werkveld via de Werkveld Advies Raad. De opleiding waarborgt de inbreng van actuele ontwikkelingen NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 17/67

uit het vakgebied daarnaast door formele en informele partnerships met het regionale beroepenveld, o.a. doordat docenten over recente ervaring uit de beroepspraktijk beschikken en een relatienetwerk uit hun vorige werkkring onderhouden, het inzetten van gastdocenten uit de beroepspraktijk en contacten via stage- en afstudeerbedrijven. De opleiding geeft aan dat studenten gedurende de gehele opleiding interactie hebben met de beroepspraktijk. Het programma heeft beroepspraktijkgerichte thema s, zoals management van personeel en veranderingen, organisatieveranderingen en het verbeteren van bedrijfsprocessen. Elk thema wordt afgesloten met beroepsproducten die zijn ontleend aan de beroepspraktijk en in samenwerking met het bedrijfsleven worden ingevuld. Voorbeelden van actuele ontwikkelingen uit de beroepspraktijk die in het curriculum worden betrokken zijn: - Aanstelling en ontslag: op de moderne arbeidsmarkt gaat het om het ontwikkelen en laten renderen van menselijk kapitaal. Hier wordt aandacht aan de besteed in de minor HR Advies en is tevens opgenomen in blok zes Performancemanagement. - Uit actueel onderzoek blijkt dat de HR-professional over veel ICT expertise moet beschikken. In het curriculum is sinds 2009 de training Mercash opgenomen, een personeelsadministratiesysteem. Naast de ontwikkeling van beroepsvaardigheden in de beroepsproducten vindt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden plaats door middel van de stage. De studenten lopen in het derde studiejaar een stage. De stageperiode bedraagt 20 weken en vindt plaats in een organisatie waar de student in de gelegenheid wordt gesteld kennis en praktijkervaring op te doen op het gebied van personeelsmanagement. Voorbeelden van beroepsvaardigheden die studenten tijdens de stage opdoen zijn: het P&A beleid mede voorbereiden en uitvoeren, rapporten en notities schrijven, het hanteren van P&O instrumenten en deelnemen aan overlegsituaties. Stagelopen in het buitenland behoort tot de mogelijkheden. De richtlijnen met betrekking tot de stage staan beschreven in de Stagenota Personeelsmanagement. Gekoppeld aan de stage kent de opleiding een intervisielijn, eveneens beschreven in de Stagenota Personeelsmanagement. Onder begeleiding van een stagedocent spreken studenten in groepen van vier tot zes personen over stageactiviteiten en ervaringen. De laatste intervisiebijeenkomst worden de studenten beoordeeld door de stagedocent en beoordelen de studenten elkaar. De intervisiebijeenkomsten zijn niet vrijblijvend en leveren de student drie EC op. Internationalisering komt aan de orde doordat het vak Engels onderdeel uit maakt van het curriculum. Daarnaast kunnen studenten kiezen voor een Engelstalige minor en voor een buitenlandse stage, afstuderen in het buitenland of het volgen van een minor in het buitenland. Hoewel de participatie van studenten toeneemt, constateert het auditteam dat slechts een beperkt deel van de studenten gebruikt maakt van de mogelijkheden een deel van het onderwijs in het buitenland te volgen. Het auditteam is van mening dat de internationalisering van de opleiding beperkt van aard is. Deze zou versterkt kunnen worden door het aanbieden van vakgericht onderwijs in de Engelse taal en door het integreren van internationale ontwikkelingen in het curriculum. Daarnaast zou het kennismaken met internationale bedrijfsculturen, bijvoorbeeld door het sterker stimuleren van stages en afstuderen in het buitenland, meer aandacht 18/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

kunnen krijgen. In de gesprekken heeft de opleiding aangegeven dat internationalisering de aandacht heeft en dat in het studiejaar 2010-2011 de opleiding het vak Internationalisering opneemt in de minor HR advies. Hierbij zullen de volgende onderwerpen aan bod komen: Europees arbeidsrecht, International Labour Law en Interculturele communicatie. Ook zal meer Engelstalige vakliteratuur worden opgenomen in het curriculum. Met ingang van het studiejaar 2010-2011 wordt voorafgaand aan het afstuderen een nieuw onderdeel Ethiek en integriteit aangeboden. Dit onderdeel zal verbonden worden met beroepsmatige werkzaamheden. Uit het STO 2009, NSE 2009 en de alumni-enquête valt af te leiden dat de studenten tevreden zijn over de interactie met de beroepspraktijk en de aansluiting op actuele ontwikkelingen en de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. Uit de gesprekken die het auditteam had met studenten en alumni, komt dit beeld eveneens naar voren. Overwegingen Het auditteam stelt vast dat het nieuwe curriculum van de opleiding in grote mate is gericht op de beroepspraktijk door gebruik van actuele cases en praktijkgerichte opdrachten. Het auditteam vindt dit een duidelijke verbetering ten opzichte van het vorige curriculum. De documentatie die het auditteam heeft bestudeerd en de gesprekken die tijdens het visitatiebezoek zijn gevoerd, geven het auditteam dan ook voldoende vertrouwen in de verdere ontwikkeling en uitvoering van het nieuwe curriculum. Docenten komen uit de recente beroepspraktijk. Het auditteam is van mening dat de opleiding gebruik maakt van relevante en actuele literatuur. Het auditteam stelt vast dat internationale ontwikkelingen in beperkte mate aan de orde komen en dat Engelstalige literatuur een klein aandeel heeft in de opleiding. Door contacten met vertegenwoordigers uit het werkveld via de Werkveld Advies Raad, stage- en afstudeerbedrijven en gastdocenten uit de beroepspraktijk worden actuele ontwikkelingen in het programma opgenomen. Het oefenen van beroepsvaardigheden leren studenten in de beroepsproducten die onderdeel uitmaken van elk thema, als ook in de stage en tijdens het afstuderen. Onderzoeksvaardigheden komen in de opleiding aan bod maar zouden sterker mogen worden aangezet, aldus het auditteam. Conclusie Op grond van de bevindingen en de kritische opmerkingen in de overwegingen over internationalisering en de onderzoeksvaardigheden komt het auditteam tot het oordeel voldoende. Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2) Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 19/67

Bevindingen In een competentiematrix maakt de opleiding inzichtelijk in welke thema s de opleidingscompetenties aan bod komen en op welk niveau. Er zijn twee generieke thema s in de propedeuse voor alle opleidingen van de AAFM en twee generieke thema s voor alleen P&A en MER. De reden hiervan is dat beide domeinen binnen BBA vallen en de competenties in deze fase van de opleiding overeenkomen. In de hoofdfase van de opleiding vindt er aan het einde van het tweede en derde jaar nog een blok samen met MER plaats. Het opleidingsmanagement geeft aan dat studenten hierdoor een brede basis krijgen en de bedrijfseconomische / bedrijfskundige oriëntatie van de opleiding voldoende aan de orde komt. Het auditteam stelt vast dat alle competenties in het programma aan bod komen. Wel leeft de vraag of er door de gezamenlijke invulling van de propedeuse voldoende herkenning van HRM bij de studenten is. Het auditteam heeft weliswaar waardering voor de nadruk op bedrijfskundige vakken maar de balans met de meer HRM-achtige vakken in de propedeuse is niet optimaal. Het opleidingsmanagement deelt die zorg en is in september 2010 gestart met het geven van een meer P&A-smoel in het eerste jaar van de opleiding. Hiertoe worden docenten ingezet die P&A-aspecten kunnen overbrengen op de studenten. Ook worden 30 ouderejaars studenten van de opleiding als mentoren en peercoaches voor de nieuwe eerstejaars studenten ingezet. Het opleidingsmanagement geeft in de gesprekken aan dat de opleiding een brede BBA is en dat zij studenten ook kennis wil meegeven van juridische, financiële en bedrijfskundige aspecten. Studenten en alumni geven in de gesprekken aan dat zij door de bedrijfskundige invalshoek een brede kijk ontwikkelen op de processen binnen het bedrijf en dat zij juist daarom voor deze opleiding gekozen hebben. De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat het programma op systematische wijze is afgeleid van de eindkwalificaties die gebaseerd zijn op de landelijke P&A kerntaken (Format P&A 2008+, LOPA) en de domeincompetenties BBA, en dat alle eindkwalificaties uit het competentieprofiel qua inhoud en niveau verweven zijn in de diverse onderwijsonderdelen. De verdeling van de competenties over het curriculum is vastgelegd in een competentiematrix. In het Opleidingskader P&A 2010 in combinatie met de studiegids 2009 2010 heeft de opleiding per thema beschreven welke inhoud aan de orde komt, aan welke eindcompetenties de student werkt en welke leerdoelen (afgeleid van zowel de competenties als de Body of Knowledge and Skills) daarbij horen, uitgeschreven op competentieniveau één, twee of drie. Deze informatie is tevens opgenomen in de blokboeken bij elk thema. In de competentiematrix ziet het auditteam dat binnen het thema HRM en organisatieverandering gewerkt wordt aan de competenties PA 1, 2, 4, 5, 6 en 8 op niveau twee. In de blokboeken herkent het auditteam dit en ziet dat de bijbehorende leerdoelen het adviseren bij van een organisatieverandering (reorganisatieplan) in de context van een private organisatie (veranderkundig plan, sociaal plan, financieel plan, beleidsplan voor achterblijvers), waarbij de HR-professional kan optreden als co-manager en in staat is verschillende belangen te bewaken (organisatie, afdeling, individu), binnen een multidisciplinaire context kan opereren en oog heeft voor interne en externe ontwikkelingen hier onderdeel van uitmaakt. Het auditteam concludeert na bestudering van de documentatie dat de opleiding de leerdoelen duidelijk heeft uitgeschreven en verwerkt 20/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

in het programma. Studenten kunnen hierdoor de eindcompetenties op niveau drie bereiken. Uit de gesprekken met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de blokboeken en dat zij weten aan welke competenties in een thema gewerkt wordt. Uit studenttevredenheidsonderzoeken blijkt dat studenten positief zijn over de inhoud van de opleiding. De opleiding heeft hierin een duidelijke groei doorgemaakt. Dat blijkt ook uit de gesprekken die het auditteam met studenten en alumni heeft gehad. Overwegingen Het auditteam is van mening dat de opleiding door middel van een competentiematrix aantoont dat alle competenties in het programma aan de orde komen, van niveau één tot en met niveau drie. De leerdoelen waaraan de student werkt, zijn duidelijk omschreven, aldus het auditteam. Het auditteam herkent duidelijk in het programma de relatie met de domeinspecifieke eisen en constateert dat studenten en alumni tevreden zijn over de inhoud van de opleiding, meer specifiek over de bedrijfsmatige benadering. Conclusie Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed. Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3) Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Bevindingen De onderwijscommissie van P&A, bestaande uit docenten, bewaakt de samenhang in het opleidingsprogramma. Verticale samenhang borgt de opleiding door een fasering in propedeuse en hoofdfase, een oplopende moeilijkheidsgraad in de beheersing van de competenties en toenemende zelfstandigheid van studenten. De docentsturing neemt af en de zelfsturing van de student neemt toe. Dit komt eveneens tot uiting in de conceptuele en vaardigheden leerlijnen waarbij respectievelijk in de opeenvolging van leerinhouden en niveau als in de opbouw van casussen en opdrachten een toenemende complexiteit is waar te nemen. De propedeuse is beroepsoriënterend en breed. De hoofdfase (jaar twee, drie en vier) is beroepsvormend. Horizontale samenhang borgt de opleiding door thematisch ingericht onderwijs. Alle onderwijsactiviteiten in ieder blok zijn afgestemd op een thema met de bijbehorende domeincompetenties. Hiermee borgt de opleiding tevens inhoudelijke samenhang. Voorbeelden van thema s in jaar één zijn Processen binnen een organisatie en De arbeidsovereenkomst. In jaar twee en drie wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan de thema s De HR-toolkit, Performancemanagement en Verbeteren van bedrijfsprocessen. De samenhang tussen theorie en praktijk krijgt vorm door de beroepsproducten die de student uitvoert in of met een bedrijf. Naar mate de studie vordert, neemt de moeilijkheidsgraad van de beroepsproducten toe. In het derde jaar van de opleiding voeren studenten het onderdeel stage uit. De stage wordt afgesloten met het schrijven NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 21/67

van een beleidsnotitie met daaraan gekoppeld de invoering van een aantal HRMproducten. Voorbeelden zijn Leeftijdsbewust personeelsbeleid bij de Rabobank en Instroom, doorstroom en uitstroom bij HotLeads. Uiteindelijk werkt de student in de afstudeeropdracht zelfstandig aan de oplossing van een probleem in de praktijk. Studenten geven in de gesprekken aan dat de samenhang in de opleiding voor hen steeds duidelijker wordt als ze verder komen in de studie. De basiskennis uit het eerste deel van de opleiding, komt later terug in opdrachten. Studenten melden dat docenten in colleges of werkgroepen refereren aan onderdelen die studenten eerder in het programma hebben gevolgd. Docenten hebben onderling overleg zodat er geen overlap ontstaat tussen verschillende onderdelen van de opleiding en deze goed op elkaar aansluiten. In de propedeuse volgen de studenten P&A enkele gemeenschappelijke thema s met de overige opleidingen van de AAFM en twee blokken samen met MER. Voor de studenten is duidelijk dat zij deze bedrijfskundige kennis nodig hebben in het verdere programma en in de beroepspraktijk. Uit de studenttevredenheidsonderzoeken blijkt dat de studenten de samenhang voldoende waarderen. Overwegingen Uit de bestudering van de opbouw van het programma stelt het auditteam vast dat het onderwijsprogramma goed is opgebouwd in overzichtelijke en op elkaar aansluitende onderdelen. De samenhang wordt bewaakt door de onderwijscommissie. In de gesprekken geven de studenten aan dat de samenhang in de studie voor hen steeds duidelijker wordt als ze verder komen in de studie. Met name de samenhang tussen theorie en praktijk wordt zeer gewaardeerd door de studenten. Het auditteam onderschrijft de mening van de studenten en constateert dat de opleiding de aansluiting tussen theorie en praktijk in het nieuwe curriculum verder heeft verbeterd ten opzichte van het oude curriculum. Conclusie Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het oordeel goed. Studielast (facet 2.4) Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen De opleiding heeft de leerstof ingedeeld in eenheden. Elk studiejaar omvat 42 weken met een omvang van in totaal 60 studiepunten (1680 studiebelastinguren) en is onderverdeeld in vier blokken (thema s) van ieder tien weken. De studiepunten zijn als volgt verdeeld: voor de majorthema s (4 in de propedeuse en 5 in de hoofdfase) 15 EC, de stage 45 EC, de twee minorthema s elk 15 EC en de afstudeeropdracht omvat 30 EC. 22/67 NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda

De studielast is gelijkmatig verdeeld over de tien studieweken per blok. In de propedeuse heeft de student in ieder thema 15-19 uur contacturen per week. In de hoofdfase bedraagt deze 12,9 uur. Uit onderzoek onder studenten blijkt dat zij minder tevreden zijn over het aantal contacturen. Naar aanleiding hiervan heeft de opleiding het aantal contacturen geïntensiveerd. Studenten geven in de gesprekken met het auditteam aan dat deze maatregel duidelijk merkbaar is geweest voor hen. De contacturen zijn exclusief de tijd die studenten besteden aan projecten, assessments, studieloopbaanbegeleiding, stage, afstuderen en studiereizen. De studenten geven in de gesprekken aan dat de tijd die zij besteden, per student verschilt. Gemiddeld besteden de studenten 30 tot 40 uur per week aan de studie. De studenten vertellen dat de studie te doen is in de tijd die ervoor staat, maar dat dan wel alle lessen moeten worden bijgewoond. De studenten met wie het auditteam sprak, ervaren de financiële vakken als lastig, maar deze vormen geen echte struikelvakken. Toetsing vindt altijd per thema als geheel plaatsvindt waardoor een financieel vak meestal een beperkt onderdeel uitmaakt van het eindcijfer van een thema. Naar het oordeel van het auditteam heeft de opleiding hiermee een balans gevonden tussen enerzijds focus op economische vakken en anderzijds de toetsing hiervan plaatsen in de context van het vakgebied HRM. De opleiding kent een bindend studieadvies dat met de invoering van het nieuwe curriculum is verzwaard. In de propedeuse moeten studenten nu ten minste 50 EC hebben behaald, anders kunnen zij de opleiding niet vervolgen. Voor studenten met een toekenning van meer dan 30 EC aan vrijstellingen geldt dat zij minimaal 25 EC moeten hebben behaald. De propedeuse moet in twee jaar behaald zijn. De regeling is beschreven in de OER AAFM 2010-2011. De opleiding kent een vaste volgorde van de te volgen blokken. In de propedeuse is geen verplichte volgorde van tentamens voorgeschreven. In de hoofdfase gelden voorwaarden om deel te nemen aan de stage en het afstuderen. Deze zijn beschreven in de OER AAFM 2010-2011. Jaarlijks heeft de student ten minste twee toetsmogelijkheden. Een student mag een tentamen in totaal viermaal afleggen. Als het tentamen dan nog niet is behaald, dient de student de onderwijseenheid opnieuw te volgen. Aan het begin van een studieperiode ontvangt de student de data waarop tentamens plaatsvinden en waarop opdrachten moeten worden ingeleverd. Uiterlijk drie weken na afloop van de tentamenweek worden de resultaten via het digitale systeem Osiris bekendgemaakt. Voor de goede studievoortgang ontvangt de student tijdig informatie over het onderwijs, de organisatie en het onderwijsmateriaal via de Portal en Blackboard. Studenten krijgen elk kwartaal een overzicht van de behaalde vakken. De opleiding biedt studieloopbaanbegeleiding om de studievoortgang te bevorderen (zie ook facet 4.2). In 2009-2010 is AAFM gestart met het project peermentoring en peertutoring. Hierbij worden ouderejaars studenten ingeschakeld als mentor of vakinhoudelijk ondersteuner voor eerstejaars studenten. De ouderejaars studenten worden getraind voor deze NQA - Avans: audit bestaande hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (voltijd) Breda 23/67